Etaamb.openjustice.be
Document van 14 maart 2012
gepubliceerd op 05 juni 2012

Beslissing van het Brussels Instituut voor Milieubeheer houdende de vaststelling van een alternatieve berekeningsmethode ten gevolge van een gelijkwaardigheidsaanvraag voor een bouwproduct in het kader van de energieprestatieregelgeving

bron
brussels instituut voor milieubeheer
numac
2012031252
pub.
05/06/2012
prom.
14/03/2012
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

14 MAART 2012. - Beslissing van het Brussels Instituut voor Milieubeheer houdende de vaststelling van een alternatieve berekeningsmethode ten gevolge van een gelijkwaardigheidsaanvraag voor een bouwproduct in het kader van de energieprestatieregelgeving


Het Brussels Instituut voor Milieubeheer, Gelet op de Ordonnantie van 7 juni 2007 betreffende de energieprestatie en het binnenklimaat van gebouwen, het artikel 5, § 2, gewijzigd bij de Ordonnantie van 14 mei 2009;

Gelet op het Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijk Regering tot vaststelling van de procedure voor een alternatieve berekeningsmethode voor nieuwe gebouwen van de 5 maart 2009;

Overwegende de aanvraag van NV RENSON VENTILATION SA van 18 januari 2012 voor het beoordelen van het vraaggestuurde ventilatiesysteem « RENSON SYSTEEM C+EVO II »;

Overwegende het feit dat het bewezen wordt dat het bouwproduct conform met de geldende EPB-eisen is;

Overwegende de energetische karakterisering van de ATG-E nr. 12/E005;

Overwegende dat uit de technische beschrijving van het bouwproduct en de ATG-E die bij de aanvraag werden gevoegd blijkt dat de prestatieniveaus van het systeem op het vlak van binnenluchtkwaliteit conform de eisen beschreven in NBN D50-001 zijn en verantwoordelijk zijn voor minder warmteverliezen dan de klassieke systemen, Besluit :

Artikel 1.Dit besluit heeft betrekking op een energetische karakterisering van het bouwproduct ventilatiesysteem « RENSON SYSTEEM C+EVO II » binnen het volgende toepassingsgebied : 1° Het systeem zoals beschreven in de ATG-E nr 12/E005, waarbij : a) alle componenten van het ventilatiesysteem, behalve de kanalen en de doorstromingopeningen, moeten van het merk RENSON zijn; b) het geïnstalleerde systeem alsook de componenten moeten aan de eisen van de relevante wetgevingen voldoen (o.a. eisen in verband met regelbare toevoeropeningen). 2° Bestemming : EPB-eenheid Wooneenheid met individuele afzuiging.

Art. 2.§ 1. Algemeen Het bouwproduct « RENSON SYSTEEM C+EVO II » bestaat in drie configuraties, elk combineerbaar met zelfregelende toevoeropeningen van het type P3 en P4. 1° Configuratie 1 : vochtdetectie in de badkamer met aanwezigheidsdetectie als een wc in de badkamer aanwezig is, geen sturing in wc, en vochtdetectie in de keuken en wasplaats.2° Configuratie 2 : vochtdetectie in de badkamer met aanwezigheidsdetectie als een wc in de badkamer aanwezig is, aanwezigheidsdetectie in wc, en vochtdetectie in de keuken en wasplaats.3° Configuratie 3 : vochtdetectie in de badkamer met aanwezigheidsdetectie als een wc in de badkamer aanwezig is, aanwezigheidsdetectie in wc, CO2-detectie in de keuken en vochtdetectie in de wasplaats. § 2. Energetische karakterisering De energetische karakterisering van het bouwproduct « RENSON SYSTEEM C+EVO II » kan in de berekeningsmethode van 21 december 2007 gevaloriseerd worden door een gemiddelde equivalente m-factor. Deze wordt berekend volgens : m DC = f DC * m seci met: - m DC : gemiddelde equivalente vermenigvuldigingsfactor m voor het vraaggestuurde systeem (demand control); - m seci : in de regelgeving beschreven vermenigvuldigingsfactor m voor het geïnstalleerde systeem C, bijlage B, punt B.1.3. van de bijlage II van het besluit van de BHG Regering van 21 december 2007; - f DC : reductiefactor voor warmteverliezen door bewuste ventilatie van het vraaggestuurde systeem.

Voor het systeem « RENSON SYSTEEM C+EVO II » is de reductiefactor fDC gelijk aan : 1° 0,73 voor configuratie 1 2° 0,66 voor configuratie 2 3° 0,65 voor configuratie 3 De energetische karakterisering van het bouwproduct « RENSON SYSTEEM C+EVO II » kan in de berekeningsmethodes die de berekeningsmethode van 21 december 2007 wijzigen gevaloriseerd worden door een reductiefactor voor ventilatie freduc, vent, sec i gelijk aan 1° 0,73 voor configuratie 1 2° 0,66 voor configuratie 2 3° 0,65 voor configuratie 3 Art.3. De huidige beslissing is geldig voor de bouwaanvragen die tot en met 31 december 2012 worden ingediend.

Brussel, 14 maart 2012.

R. DE LAET Directeur J.-P. HANNEQUART Directeur-Generaal

^