gepubliceerd op 30 juni 2014
Milieuovereenkomst inzake de terugnameplicht betreffende afgedankte voertuigen
5 DECEMBER 2013. - Milieuovereenkomst inzake de terugnameplicht betreffende afgedankte voertuigen
De Waalse Regering, Gelet op Boek I van het Milieuwetboek, inzonderheid op de artikelen D82 en volgende;
Gelet op het decreet van 27 juni 1996 betreffende de afvalstoffen, zoals gewijzigd, inzonderheid op artikel 8bis;
Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 23 september 2010 tot invoering van een terugnameplicht voor bepaalde afvalstoffen, inzonderheid op artikel 4;
Gelet op de overeenkomst betreffende het beheer van afgedankte voertuigen, gesloten op 19 april 2004;
Gelet op Richtlijn 2000/53/EEG van de Raad van 18 september 2000 betreffende autowrakken, zoals gewijzigd;
Gelet op de beschikking van de Commissie van 1 april 2005 tot vaststelling van nadere voorschriften betreffende de bewaking van de streefcijfers inzake hergebruik/terugwinning en hergebruik/recycling zoals vastgesteld bij Richtlijn 2000/53/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende afgedankte voertuigen;
Overwegende dat deze overeenkomst is gesloten ter uitvoering van artikel 4 van het besluit van de Waalse Regering van 23 september 2010 tot invoering van een terugnameplicht voor bepaalde afvalstoffen waarin bepaald wordt dat « de terugnameplichtige, om te voldoen aan de in dit besluit bedoelde verplichtingen, een overeenkomstig afdeling 4 van dit hoofdstuk gesloten milieuovereenkomst kan uitvoeren en de uitvoering van een deel of van het geheel van de verplichtingen in dat kader kan toevertrouwen aan een beheersorgaan waarvan hij lid is geworden en dat hij in dat geval geacht wordt aan zijn verplichting te voldoen zodra en voor zover hij bevestigt lid te zijn van een organisatie die de overeenkomst heeft ondertekend, of van het beheersorgaan, voor zover dat orgaan aan zijn verplichtingen voldoet »;
Overwegende dat deze overeenkomst gesloten is ter uitvoering van de terugnameplicht voor afgedankte voertuigen;
Overwegende dat deze overeenkomst ook de uitvoering van de terugnameplicht beoogt i.v.m. de eerste montage van banden op voertuigen of de eerste uitrusting ervan met oliën, batterijen en accu's;
Overwegende dat het van essentieel belang is dat alle economische actoren die betrokken zijn bij de levenscyclus van motorvoertuigen zich rekenschap geven van het feit dat die voertuigen afval worden en dat zij de gedeelde verantwoordelijkheid voor het globale beheer van dergelijke afval dragen, onverminderd de verantwoordelijkheid van de producenten zoals georganiseerd in het kader van het decreet van 27 juni 1996 betreffende de afvalstoffen;
Overwegende dat het globale beheer van afgedankte voertuigen, overeenkomstig het afvalstoffenbeleid van de Europese Unie en van het Waalse Gewest, allereerst de preventie van afval van motorvoertuigen beoogt en aan de volgende beginselen voldoet: a) het hergebruik van onderdelen;b) de recycling van materialen en grondstoffen;c) de andere vormen van nuttige toepassing, energieterugwinning inbegrepen;d) de verbranding of het storten van de laatste afvalstoffen; Overwegende dat dit beheer tevens eerst de verbetering van de milieuprestaties beoogt, rekening houdend met economische overwegingen van alle sectoren die betrokken zijn bij de levenscyclus van motorvoertuigen, met name de technische prestaties van de sectoren die instaan voor de verwerking van afgedankte voertuigen;
Tussen de volgende partijen: 1° het Waalse Gewest, vertegenwoordigd door de Waalse Regering, vertegenwoordigs door de heer Rudy Demotte, Minister-President van de Waalse Regering, en door de heer Philippe Henry, Minister van Leefmilieu, Ruimtelijke Ordening en Mobiliteit, hierna "het Gewest" genoemd; En 2° De volgende overkoepelende representatieve organisaties van ondernemingen: - de VZW FEBIAC, Federatie van de Belgische Auto- en Rijwielindustrie, gevestigd Woluwedal 46 bus 6 te 1200 Brussel, vertegenwoordigd door de heer Thierry van Kan, voorzitter; - De VZW FEDERAUTO, Belgische Confederatie van de Autohandel en -reparatie en van de Aanverwante Sectoren, gevestigd Jules Bordetlaan 164 te 1140 Evere, vertegewoordigd door de heer Carl Veys, voorzitter, namens: * G.D.A., Groepering van Autodealers en -Agenten, gevestigd Jules Bordetlaan 164, te 1140 Evere, vertegenwoordigd door de heer Serge Huppertz, voorzitter; * Groepering van Handelaars in Tweedehandse Voertuigen, gevestigd Jules Bordetlaan 164, te 1140 Evere, vertegenwoordigd door de heer Alexandre Leemans, voorzitter; * REPARAUTO, Groepering van Autoreparatiebedrijven, gevestigd Jules Bordetlaan 164, te 1140 Evere, vertegenwoordigd door de heer Eric Geentjens, voorzitter; * DETABEL, De Groepering van Takel- en Bergingsbedrijven van België, gevestigd Jules Bordetlaan 164, te 1140 Evere, vertegenwoordigd door de heer Jean Letellier, voorzitter; - de VZW Federatie Automateriaal, gevestigd Jules Bordetlaan 164, te 1140 Evere, vertegenwoordigd door de heer Ludo Janssens, voorzitter; - de VZW FEBELCAR, Koninklijke Belgische Federatie der Rijtuigmakerij en bijhorende Ambachten, gevestigd Woluwedal 46 bus 4 te 1200 Brussel, vertegenwoordigd door de heer Eric Leyn, voorzitter; - de VZW COBEREC Metals., Verbond der Ondernemingen voor de Recuperatie van Ferro- en Non-Ferrometalen, gevestigd Esplanade 1, bus 87, te 1020 Brussel, vertegenwoordigd door de heer Pierre Vandeputte, voorzitter, voor de afdeling van de shredders door de heer Karel Casier, voorzitter, en voor de afdeling van de erkende centra door Mevr. Caroline Craenhals, voorzitster; - de VZW FEVAR, Federatie van Auto-onderdelen Recyclagebedrijven, gevestigd Oude Baan 28, te 2800 Mechelen, vertegenwoordigd door de heer Michel Verholen, voorzitter; - de VZW FEDERPLAST.be, Belgische Vereniging van Producenten van Kunststof-en Rubberartikelen bij Agoria en Essenscia, gevestigd Diamant Building, Auguste Reyerslaan 80, te 1030 Brussel, vertegenwoordigd door de heer Stéphane Dalimier, voorzitter; - de VZW FEDUSTRIA, Belgische Federatie van de Textiel-, hout- en meubelindustrie, gevestigd Hof ter Vleestdreef 5, bus 1, te 1070 Brussel, vertegenwoordigd door de heer Fa Quix, directeur-generaal; - de VZW AGORIA, Multi-sectorele Federatie van de Technologische Industrie, gevestigd Diamant Building, Auguste Reyerslaan 80, te 1030 Brussel, vertegenwoordigd door de heer Thierry Castagne, directeur-generaal Agoria Wallonie; hierna « de Organisaties » genoemd, Wordt overeengekomen wat volgt: HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen Afdeling 1. - Doel van de overeenkomst
Artikel 1.§ 1. Deze milieubeleidsovereenkomst beoogt de vastlegging van de modaliteiten tot uitvoering van de terugnameplicht voor afgedankte voertuigen overeenkomstig het besluit van de Waalse Regering van 23 september 2010 tot invoering van een terugnameplicht voor bepaalde afvalstoffen. § 2. De overeenkomst beoogt de bevordering van preventie alsmede een beter beheer van afgedankte voertuigen via de inzameling en de gepaste verwerking ervan, met inachtneming van de organisationele, technische, economische en ecologische verplichtingen in het kader van de duurzame ontwikkeling. Afdeling 2. - Begrippen en definities
Art. 2.§ 1. De begrippen en definities bedoeld in het decreet van 27 juni 1996 betreffende de afvalstoffen, in het decreet van 27 mei 2004 betreffende Boek I van het Milieuwetboek, in het besluit van de Waalse Regering van 23 september 2003 tot invoering van een terugnameplicht voor bepaalde afvalstoffen alsmede in het besluit van de Waalse Regering van 27 februari 2003 tot bepaling van de sectorale voorwaarden voor de installaties voor de verzameling en de sortering van metaalhoudende afvalstoffen, voor de installaties voor de verzameling, de sortering of de terugwinning van onderdelen van afgedankte voertuigen, de demontage- en reinigingscentra voor afgedankte voertuigen en de centra voor de vernietiging van afgedankte voertuigen en de behandeling van ferro- en niet-ferro-metalen zijn van toepassing op deze overeenkomst. § 2. Voor de toepassing van deze overeenkomst wordt verstaan onder: 1° Beheersplan: geheel van acties gevoerd en maatregelen genomen door het beheersorgaan, dat minstens volgende elementen bevat: - een preventieplan; - een overzicht van acties voor de sector; - een overzicht van de acties betreffende de ophaling en de verwerking van afgedankte voertuigen; - een financieel plan; - een controle- en opvolgingsmethode; 2° Voertuig: elk voertuig ingedeeld in categorie M1 of N1 bedoeld in bijlage II, deel A, bij Richtlijn 70/156/EEG, alsmede de driewielers zoals omschreven in Richtlijn 92/61/EEG, met uitzondering van de driewielers met motor;3° Autowrak: elk voertuig dat als afval wordt beschouwd in de zin van het decreet van 27 juni 1996 betreffende de afvalstoffen, meer bepaald elk voertuig dat niet meer gebruikt wordt of mag worden overeenkomstig de oorspronkelijke bestemming ervan en waarvan de houder zich ontdoet, zich wil of zich moet ontdoen; Als autowrak wordt beschouwd het voertuig: a) waarvan de geldigheidsdatum van het keuringsbewijs dat afgeleverd is door een inrichting voor technische keuring van een andere Lid-Staat van de Europese Unie sinds meer dan twee jaar verstreken is;b) dat niet gekeurd is sinds twee jaar vanaf de datum waarop het voor het eerst gekeurd had moeten worden, indien het in gebruik was gebleven;c) geblokkeerd is in het repertorium van de motorvoertuigen en aanhangwagens op basis van een melding van totaal verlies sinds twee jaar. Als afgedankte voertuigen worden niet beschouwd: a) old-timer die ingeschreven is in het repertorium van de motorvoertuigen en de aanhangwagens;b) voertuig dat als verzamelobject bewaard wordt in een gesloten lokaal dat voor hem bestemd is;c) tweedehands voertuig dat ingeschreven is of geweest is, waarvan de houder een keuringsbewijs kan overleggen dat afgeleverd is door een inrichting voor technische keuring van een andere Lid-Staat van de Europese Unie, waarvan de geldigheidsdatum niet sinds meer dan twee jaar verstreken is of waarvoor de houder binnen de maand een geldig keuringsbewijs kan overleggen;d) voertuig dat het voorwerp uitmaakt van een gerechtelijk onderzoek of een inbeslagname en dat nog niet vrijgegeven werd, alsook voertuig dat het voorwerp is van een geschil waarover nog uitspraak gedaan moet worden;e) voertuig gebruikt voor didactische doeleinden en opgeslagen in een gesloten locatie die voor hem bestemd is;f) voertuigen bestemd voor tentoonstellings- of herdenkingsactiviteiten;4° Laatste houder en/of eigenaar: de natuurlijke of rechtspersoon die het autowrak ter afbraak aanbiedt aan het punt van inontvangstname of aan het erkende centrum;5° Band: rubberband, luchtband of massieve band, met inbegrip van massieve rubberbanden en met uitzondering van fietsbanden;6° Afvalband: in afwijking van artikel 2, § 1, elke band die op een autowrak aanwezig is, ongeacht of de band al dan niet gedemonteerd werd voor aankomst in het erkende centrum.Het betreft zowel herbruikbare als rechapeerbare en valoriseerbare banden; 7° Rechapeerbare band: een afvalband die, na demontage en in de staat waarin hij zich bevindt, niet meer in aanmerking komt voor hergebruik en waarvan het loopvlak kan vervangen worden zodat hij opnieuw kan dienen voor het doel waarvoor hij oorspronkelijk bestemd was;8° Valoriseerbare band: een afvalband die, na demontage en in de staat waarin hij zich bevindt, niet meer in aanmerking komt voor hergebruik en niet meer van een nieuw loopvlak kan worden voorzien;9° Herbruikbare band: een band die voldoet aan de wettelijke normen betreffende het oorspronkelijke gebruik ervan en die doorverkocht of afgestaan wordt via een circuit dat bestemd is om hem verder te gebruiken voor het doel waarvoor hij ontworpen werd, zonder fysieke of chemische wijziging;10° Preventie: maatregelen die worden genomen voordat het afval tot stand gekomen is of nadat het geproduceerd is, en ter vermindering van: a) de hoeveelheid afvalstoffen, inclusief via het hergebruik of de voorbereiding of de verlenging van de levensduur van producten;b) de negatieve gevolgen van de geproduceerde afvalstoffen voor het milieu en de menselijke gezondheid;of c) het gehalte aan schadelijke stoffen in materialen en producten;11° Verwerking: in afwijking van artikel 2, § 1, elke activiteit die plaatsvindt nadat het autowrak is afgeleverd aan een zuiverings-, ontmantelings-, snij-, vermalings-, valorisatieinstallatie of aan een installatie tot voorbereiding op de verwijdering van de vermalen afval, alsook elke andere handeling uitgevoerd met het oog op de valorisatie en/of de verwijdering van het autowrak en de bestanddelen ervan;12° Hergebruik van onderdelen of vloeistoffen van afgedankte voertuigen: elke handeling waarbij onderdelen of vloeistoffen van afgedankte voertuigen voor hetzelfde doel worden gebruikt als waarvoor ze initieel geconcipieerd werden;13° Hergebruik van versleten banden: elke handeling waarbij versleten banden van afgedankte voertuigen voor hetzelfde doel worden gebruikt als waarvoor ze initieel geconcipieerd werden;14° Recyclage: elke nuttige toepassing waardoor afvalstoffen opnieuw worden bewerkt tot producten, materialen of stoffen, voor het oorspronkelijke doel of voor een ander doel.Dit omvat niet energieterugwinning, noch het opnieuw bewerken tot materialen die bestemd zijn om te worden gebruikt als brandstof of als opvulmateriaal; 15° Producent: in afwijking van artikel 2, § 1, elke natuurlijke of rechtspersoon die voertuigen al dan niet onder zijn eigen merk vervaardigt of invoert en ze hetzij voor eigen gebruik binnen zijn industriële of handelsinrichtingen bestemt, hetzij op de Waalse markt brengt, ongeacht de aangewende techniek van verkoop, al dan niet op afstand.De natuurlijke of rechtspersoon die onder zijn eigen merk voertuigen doorverkoopt die door andere leveranciers worden vervaardigd wordt eveneens als producent beschouwd. De persoon die uitsluitend voor een financiering instaat met het oog op of overeenkomstig een financieringscontract wordt niet beschouwd als producent; 16° Eindverkoper: elke natuurlijke of rechtspersoon die in het Waalse Gewest voertuigen te koop aanbiedt aan de verbruikers;17° Verdeler: in afwijking van artikel 2, § 1, elke natuurlijke of rechtspersoon die, zonder producent te zijn, nieuwe voertuigen aan één of meer eindverkopers levert in het Waalse Gewest;18° Sector: ieder bedrijf of iedere handel betrokken bij de levenscyclus van voertuigen, inzonderheid de productie van voertuigen of voertuigonderdelen, de distributie, de koetswerkherstelling en de depannage van voertuigen, de verwerking, de ontmanteling, de verbrijzeling/vermaling (shreddering), de recyclage en andere vormen van nuttige toepassing. De sector wordt naargelang van de hoofdactiviteit in de hiernavermelde categorieën onderverdeeld: - Sector 1: sector bestaande uit voertuigproducenten, hun officiële verdelers, eindverkopers, koetswerkherstellers, garage- en depannagebedrijven en autoverzekeringsinstellingen; - Sector 2: sector die rechtstreeks betrokken is bij het effectieve beheer van afgedankte voertuigen, waaronder de verwerking, nuttige toepassing en verwijdering: onder meer de slopers, de erkende centra, de vermalers (shredders), de recuperanten en de recyclagebedrijven; - Sector 3: sector die de fabrikanten van materialen en onderdelen die in voertuigen gebruikt worden, vertegenwoordigt; 19° Erkend centrum: elke natuurlijke of rechtspersoon die beschikt over een milieuvergunning voor de depollutie, ontmanteling en vernietiging van afgedankte voertuigen, en voor de afgifte van afbraakcertificaten en die gecertificeerd werd door het orgaan bedoeld in het besluit van de Waalse Regering van 27 februari 2003 tot bepaling van de sectorale voorwaarden.20° Punt van inontvangstname: elke inrichting die door de producenten is aangeduid met het oog op de terugname van afgedankte voertuigen;21° Operator voor banden: elke natuurlijke of rechtspersoon die over de wettelijke vergunningen en erkenningen beschikt voor de inzameling, de stockage en/of de verwerking van afvalbanden die vereist zijn voor de uitoefening van zijn dienstprestaties voor eigen rekening of voor rekening van derden;22° Definitieve uitschrijving: het desactiveren van het chassisnummer in het officiële repertorium van de inschrijving van voertuigen bedoeld in artikel 6, § 1, van het koninklijk besluit van 20 juli 2001 betreffende de inschrijving van voertuigen, zodat een nieuwe inschrijving of de wederinschrijving van een voertuig met dat chassisnummer niet meer mogelijk is, behalve in het geval van een verkeerd inschrijvingsnummer;23° Verwerkingskosten voor afgedankte voertuigen: de kosten voor depollutie, overbrenging, vernietiging, terugwinning en administratieve uitschrijving van de afgedankte voertuigen, exclusief de demontage- en behandelingskosten met het oog op de verkoop van tweedehands onderdelen van afgedankte voertuigen;24° Overwerkingsoperatoren: de shredderbedrijven evenals de andere operatoren die de gedepollueerde afgedankte voertuigen afkomstig van de erkende centra verwerken;25° Beheersorgaan: orgaan bedoeld in artikel 22 van het besluit van de Waalse Regering van 23 september 2010 tot invoering van een terugnameplicht voor bepaalde afvalstoffen;in casu, voor deze overeenkomst, FEBELAUTO VZW, gevestigd Woluwedal 46, bus 13, te 1200 Brussel; 26° Dienst: de "Office wallon des déchets" (Waalse dienst voor afvalstoffen), zoals bedoeld in artikel 2, 23°, van het decreet van 27 juni 1996 betreffende de afvalstoffen. Afdeling 3. - Toepassingsveld
Art. 3.§ 1. Deze overeenkomst is van toepassing op de sectoren die betrokken zijn bij het beheer van afgedankte voertuigen, op afgedankte voertuigen, hun onderdelen, inclusief banden, olie, batterijen en accu's van eerste montage die op afgedankte voertuigen aanwezig zouden moeten zijn, alsmede op de materialen waaruit afgedankte voertuigen samengesteld zijn en houdt een regeling in m.b.t. de preventie en het globaal beheer, namelijk de inzameling, de verwerking en de nuttige toepassing van afgedankte voertuigen, met inbegrip van hun onderdelen en materialen.
Het effectieve beheer van de terugnameplicht voor oliën, batterijen en accu's van voertuigen (eerste montage) alsook voor banden (eerste montage) van voertuigen van andere categorieën dan M1 en N1, wordt desalniettemin respectievelijk overgedragen aan de volgende beheersorganen: VALORLUB, RECYBAT en RECYTYRE, krachtens akkoorden ondertekend door de producenten. § 2. De terugnameplicht is van toepassing op de afgedankte voertuigen die opgenomen zijn onder de volgende afvalcodes: 160104 Afgedankte voertuigen 160106 Afgedankte voertuigen die noch vloeistoffen, noch andere gevaarlijke bestanddelen bevatten HOOFDSTUK II. - Doelstellingen
Art. 4.§ 1. Deze milieubeleidsovereenkomst beoogt de nadere bepaling van de algemene basisregels vervat in het besluit van de Waalse Regering van 23 september 2010 tot invoering van een terugnameplicht voor bepaalde afvalstoffen, in de vorm van aanvullende en meer specifieke regels.
Het globale beheer van afgedankte voertuigen berust op de volgende prioritaire volgorde: 1. preventie van afval van voertuigen;2. hergebruik van onderdelen;3. recyclage van materialen en grondstoffen;4. andere vormen van nuttige toepassing, wijzen van energieopwekking inbegrepen;5. verbranding;6. ecologisch verantwoord storten van de afvalstoffen, die noch kunnen worden voorkomen, noch teruggewonnen voor nuttige toepassing noch verbrand met energierecuperatie. De producenten kunnen van deze prioritaire volgorde afwijken indien ze gebruik maken van de beste beschikbare technologie, voor zover ze geen buitensporige kosten met zich meebrengt, en de economische haalbaarheid in acht nemen. § 2. De verwerking van de in het kader van de terugnameplicht ingezamelde afgedankte voertuigen moet ertoe leiden dat de volgende doelstellingen worden gehaald: 1. Zodra deze overeenkomst in werking treedt: a) minstens 85 % van het gewicht van alle afgedankte voertuigen worden hergebruikt of zijn het voorwerp van een nuttige toepassing;b) minstens 80 % van het gewicht van de afgedankte voertuigen worden hergebruikt of gerecycleerd.2. Uiterlijk 1 januari 2015: a) minstens 95 % van het gewicht van alle afgedankte voertuigen worden hergebruikt of zijn het voorwerp van een nuttige toepassing;b) minstens 85 % van het gewicht van de afgedankte voertuigen worden hergebruikt of gerecycleerd. § 3. Voor de verwerking van de ingezamelde versleten banden overeenkomstig de terugnameplicht: 1. stemt het aantal aangeboden versleten banden van de afgedankte voertuigen overeen met een maximum van 100 % van het aantal banden dat op elk afgedankt voertuig aanwezig had moeten zijn;2. worden alle ingezamelde banden gesorteerd met het oog op de recuperatie van de herbruikbare, rechapeerbare en versleten banden die gerecycleerd kunnen worden;3. bedraagt het globaal percentage hergebruik, covering en recycling van ingezamelde banden minstens 55 % ;4. is de rest van de ingezamelde banden het voorwerp van nuttige toepassing met terugwinning van energie;5. wordt het storten van versleten banden niet toegelaten. HOOFDSTUK III. - Preventie en sensibilisering Afdeling 1. - Preventie
Art. 5.Ter bevordering van afvalpreventie stellen de producenten, in samenwerking met materiaal- en apparatuurproducenten, alles in het werk: a) om het gebruik van gevaarlijke stoffen in voertuigen te beperken, zoveel mogelijk al in de ontwerpfase, ten einde het vrijkomen ervan in het milieu te voorkomen, recyclage te vergemakkelijken, de verwijdering van gevaarlijke afvalstoffen te voorkomen en, voor zover mogelijk, de hoeveelheid restafval te verwijderen;b) opdat demontage, hergebruik en nuttige toepassing, met name recyclage, van afgedankte voertuigen en hun onderdelen en materialen, bij het ontwerp en de productie van nieuwe voertuigen volledig worden ingecalculeerd en vergemakkelijkt;c) opdat de producenten steeds meer gerecycleerd materiaal in voertuigen en in andere producten zouden gebruiken, om de markten voor gerecycleerde materialen te ontwikkelen. De producenten zullen alle informatie verzamelen in de databank bedoeld in artikel 13, § 3 die door het beheersorgaan gratis ter beschikking gesteld wordt van alle erkende centra Deze informatie, met inbegrip van de plaats van de te verwijderen stoffen en onderdelen en van een indicatie van de benodigde gereedschappen, helpt afgedankte voertuigen te depollueren. Tevens wordt hier ook informatie over gevaarlijke stoffen verzameld, meer bepaald over zware metalen indien aanwezig in bepaalde materialen of onderdelen.
Art. 6.Preventieplan § 1. Om de in artikel 5 omschreven preventiedoelstellingen te halen, legt het beheersorgaan een preventieplan over. Dat preventieplan bevat minstens: - de lijst van de reeds genomen maatregelen ter beperking van de hoeveelheid afval en/of ter vermindering van de schadelijkheid ervan voor het leefmilieu, en het resultaat ervan; - een overzicht van de door het beheersorgaan geplande acties ter bevordering van kwantitatieve en kwalitatieve preventie; - indicatoren voor elk van de geplande acties ter beoordeling van de geleverde inspanningen en/of de behaalde resultaten. § 2. Zes maanden na de inwerkingtreding van deze overeenkomst legt het beheersorgaan een preventieplan ter goedkeuring over aan de Dienst. § 3. Het beheersorgaan legt een jaarverslag over met de punten omschreven in § 1.
Het plan wordt jaarlijks op basis van de indicatoren en resultaten beoordeeld en, desnoods, in overleg met alle partijen bijgewerkt of verbeterd. Afdeling 2. - Sensibilisering
Art. 7.§ 1. Het beheersorgaan zorgt ervoor, met name via regelmatige voorlichtingscampagnes en sensibiliseringsacties, dat de verbruikers, detailhandelaars en verdelers ingelicht worden over de tot stand gebrachte inzamelings- en verwerkingssystemen en over de rol die zij bij het beheer van de afgedankte voertuigen te vervullen hebben, ter uitvoering van deze overeenkomst en overeenkomstig het preventieplan.
Voor elke algemene informatiecampagne die door het beheersorgaan gepland wordt eerst het advies van de Dienst gevraagd.
Het beheersorgaan zet de operatoren ertoe aan te zorgen voor de doeltreffendheid en de veiligheid van de activiteiten inzake de inzameling en de verwerking van afgedankte voertuigen. § 2. De kosten voor de inzameling, zuivering, ontmanteling, nuttige toepassing en verwijdering van de afgedankte voertuigen, de wijze van financiering ervan, alsook de wijzen van beheer zijn het voorwerp van een bericht aan de verbruikers en beroepsgebruikers. HOOFDSTUK IV. - Selectieve inzamelingen en verwerking van afgedankte voertuigen Afdeling 1. - Selectieve inzameling
Onderafdeling 1. - Inzameling van afgedankte voertuigen bij de producenten
Art. 8.§ 1. De verplichting tot terugname van afgedankte voertuigen door de producenten wordt verwezenlijkt door de opstelling van een voldoend aantal inontvangstnamepunten die op evenwichtige wijze verdeeld zijn over het gewest, zodat een toereikende graad van dekking van het Waalse grondgebied gegarandeerd wordt.
Dat net van inontvangstnamepunten bestaat uit garages, depollutie-, ontmantelings- en zuiveringscentra en uit installaties voor de hergroepering, sortering of terugwinning van afgedankte voertuigen, die door het Waalse Gewest vergund en door het beheersorgaan erkend zijn. Als het inontvangstnamepunt geen erkend centrum is, worden de overgenomen afgedankte voertuigen naar een erkend centrum overgebracht.
Het inontvangstnamepunt levert een aanvaardingsbewijs (op basis van het door de Dienst bepaalde model) af in ruil voor het afgedankte voertuig, voorzien van het inschrijvingsbewijs, het conformiteitsbewijs, de identificatieplaat en, desgevallend, het laatste bewijs van technische keuring.
In afwachting van genoemd model, geldt het koopbriefje of de factuur waarop de terugname vermeld wordt als bewijs.
In geval van rechtstreekse afgifte van het afgedankte voertuig aan een erkend centrum geldt het door het erkende centrum afgeleverde certificaat van vernietiging als bewijs van afgifte van het afgedankte voertuig. In geval van aankoop van een ander voertuig geldt de vermelding van afgifte van het afgedankte voertuig op het aankoopborderel of geldt de factuur als bewijs van afgifte.
Een voldoende dekkingsgraad wordt bereikt indien het netwerk van officiële verdelers wordt gebruikt of indien 90 % van de laatste houders en/of eigenaars hun afgedankt voertuig kunnen afgeven op een inontvangstnamepunt binnen een straal van 40 kilometer van hun woonplaats.
Wanneer een producent een verkooppunt van voertuigen aanduidt als inontvangstnamepunt, verbindt hij er zich toe de afgedankte voertuigen die zich overeenkomstig de uitvoering van de terugnameplicht « 1 voor 0 » op het verkooppunt bevinden, gratis te laten ophalen binnen een termijn van 10 werkdagen na berichtgeving door het verkooppunt. Van deze termijn mag afgeweken worden, indien het verkooppunt slechts één afgedankt voertuig voor ophaling aanbiedt.
Het afgedankte voertuig moet worden ingeleverd bij een punt van inontvangstname. Het afgedankte voertuig gaat vergezeld van alle wettelijke boorddocumenten.
De inontvangstname op deze punten geschiedt zonder kosten voor de laatste houder en/of eigenaar van het voertuig, onder de volgende cumulatieve voorwaarden 1. Het afgedankte voertuig is volledig zijn en bevat alle essentiële onderdelen voor zijn werking, onder andere de aandrijflijn (motor, versnellingsbak, stuurinrichting, assen, wielen en banden), het koetswerk, de essentiële elektrische en elektronische onderdelen, en in voorkomend geval, de katalysator;2. Het afgedankte voertuig bevat geen afval die hem niet eigen is. Als die voorwaarden niet vervuld zijn, kunnen de inontvangstnamepunten de laatste houder en/of eigenaar verwerkingskosten aanrekenen, gelet op de economische impact vanwege het ontbreken van valoriseerbare onderdelen en/of eventuele bijkomende kosten, zonder overschrijding van de kosten gemaakt door de terugnameplichtige vanwege de niet inachtneming van genoemde voorwaarden. § 2. In het geval dat de gemiddelde verkoopwaarde van de materialen van afgedankte voertuigen lager zou zijn dan de verwerkingskosten van de afgedankte voertuigen, is iedere producent verplicht naar eigen keuze : - ofwel de naar behoren vastgestelde financiële verliezen van de erkende centra die betrekking hebben op de kosteloze terugname, te vergoeden. De vaststelling van de financiële verliezen wordt gedaan door een derde, onafhankelijk en beëdigd expert, die in gemeenschappelijk akkoord tussen de producent en de erkende centra wordt aangeduid. De kosten van de expert worden gedeeld tussen de erkende centra en de producent. De betrokken organisaties bepalen de vergoedingsvoorwaarden alsmede de modaliteiten tot vaststelling van de financiële verliezen; - ofwel de terugname voor voertuigen van eigen merk te organiseren op eigen kosten door de noodzakelijke overeenkomsten daartoe te sluiten met één of meerdere erkende centra, om de laatste houder en/of eigenaar kosteloze terugname te garanderen en de doelstellingen van nuttige toepassing te helpen behalen zoals bedoeld in artikel 85 van het besluit van 23 september 2010 tot invoering van een terugnameplicht voor bepaalde afvalstoffen.
De gemiddelde verkoopwaarde van de materialen van afgedankte voertuigen is minstens gelijk aan de gemiddelde waarde van het gewicht van de materialen die de afgedankte voertuigen samenstellen, zoals bepaald in de loop van de laatste twaalf maanden door de schrootprijs E40 (Beurs van Rotterdam), de koers van het aluminium (Londen Metal Exchange) en de koers van platina, palladium en rhodium (Londen Metal Exchange).
Op elk moment kan de producent met één of meerdere erkende centra een overeenkomst sluiten waarbij de producent de laatste houder en/of eigenaar kosteloze terugname garandeert van elk afgedankt voertuig van eigen merken overeenkomstig artikel 82 van het besluit van de Waalse Regering van 23 september 2010 tot invoering van een terugnameplicht voor bepaalde afvalstoffen en die de doelstellingen van nuttige toepassing helpt halen zoals bepaald bij artikel 85 van het besluit van de Waalse Regering van 23 september 2010 tot invoering van een terugnameplicht voor bepaalde afvalstoffen. § 3. De inontvangstnamepunten verbinden er zich toe de teruggenomen afgedankte voertuigen enkel naar erkende centra af te voeren binnen de termijnen voorgeschreven door de wetgeving of, bij ontstentenis, door de Dienst.
Wanneer de marktprijs positief is, geschiedt de terugname door een erkend centrum zonder kosten voor de inontvangstnamepunten als het afgedankte voertuig volledig is en alle essentiële onderdelen bevat voor zijn werking, onder andere de aandrijflijn (motor, versnellingsbak, stuurinrichting, assen, wielen en banden), het koetswerk, de essentiële elektrische en elektronische onderdelen, en in voorkomend geval, de katalysator.
Als die voorwaarden niet vervuld zijn, kunnen de erkende centra het inontvangstnamepunt verwerkingskosten aanrekenen gelet op de economische impact vanwege het ontbreken van valoriseerbare onderdelen en/of de bijkomende kosten door het gebrek, zonder overschrijding van de kosten gemaakt door de terugnameplichtige vanwege de niet inachtneming van genoemde voorwaarden.
Onderafdeling 2. - Inzameling van afgedankte voertuigen bij de eindverkopers
Art. 9.§ 1. De eindverkoper aanvaardt alle afgedankte voertuigen die door de laatste houder en/of eigenaar van het voertuig gedeponeerd worden op een inontvangstnamepunt waarvan een lijst ter beschikking gesteld wordt door de eindverkoper. De afgedankte voertuigen zijn voorzien van alle wettelijke boorddocumenten en bevatten geen afvalstoffen die hen vreemd zijn.
De voertuigen worden door de eindverkoper aanvaard zonder kosten voor de laatste houder en/of eigenaar van het voertuig, onder de volgende cumulatieve voorwaarden: 1. Het afgedankte voertuig is volledig zijn en bevat alle essentiële onderdelen voor zijn werking, onder andere de aandrijflijn (motor, versnellingsbak, stuurinrichting, assen, wielen en banden), het koetswerk, de essentiële elektrische en elektronische onderdelen, en in voorkomend geval, de katalysator;2. Het afgedankte voertuig bevat geen afval die hem niet eigen is. Als die voorwaarden niet vervuld zijn, kunnen de eindverkopers de laatste houder en/of eigenaar verwerkingskosten aanrekenen, gelet op de economische impact vanwege het ontbreken van valoriseerbare onderdelen en/of eventuele bijkomende kosten, zonder overschrijding van de kosten gemaakt door de terugnameplichtige vanwege de niet inachtneming van genoemde voorwaarden. § 2. De eindverkopers verbinden zich ertoe om aan een zo groot mogelijk publiek toegang te verlenen in elk van hun verkooppunten, of via een daartoe geëigend elektronisch medium, tot de lijst met namen en adressen, enerzijds van alle erkende centra en anderzijds van alle inontvangstnamepunten in België die een kosteloze terugname van de voertuigen aanbieden onder de voorwaarden vermeld in artikel 9, § 1, van deze overeenkomst. § 3. De eindverkopers verbinden er zich toe de teruggenomen afgedankte voertuigen enkel naar erkende centra af te voeren binnen de termijnen voorgeschreven door de wetgeving of, bij ontstentenis, door de Dienst.
Wanneer de marktprijs positief is, geschiedt de terugname door een erkend centrum zonder kosten voor de eindverkoper als het afgedankte voertuig volledig is en alle essentiële onderdelen bevat voor zijn werking, onder andere de aandrijflijn (motor, versnellingsbak, stuurinrichting, assen, wielen en banden), het koetswerk, de essentiële elektrische en elektronische onderdelen, en in voorkomend geval, de katalysator.
Als die voorwaarden niet vervuld zijn, kunnen de erkende centra de eindverkoper verwerkingskosten aanrekenen gelet op de economische impact vanwege het ontbreken van valoriseerbare onderdelen en/of de bijkomende kosten door het gebrek, zonder overschrijding van de kosten gemaakt door de terugnameplichtige vanwege de niet inachtneming van genoemde voorwaarden.
Onderafdeling 3. - Inzameling van afgedankte voertuigen bij andere professionele houders van sector 1 en sector 2
Art. 10.Ook de andere professionele houders van afgedankte voertuigen van sector 1 en sector 2 verbinden er zich toe de in ontvangst genomen afgedankte voertuigen enkel naar erkende centra af te voeren binnen de termijnen voorgeschreven door de wetgeving of, bij ontstentenis, door de Dienst.
Onderafdeling 4. - Inzameling van banden bij de officiële verdelers, eindverkopers, koetswerkherstellers, garage- en depannagebedrijven
Art. 11.De officiële verdelers, eindverkopers, koetswerkherstellers, garage- en depannagebedrijven verbinden er zich toe dat de hoeveelheid banden die het bandenbeheersorgaan bij hen inzamelt niet groter is dan de hoeveelheid banden die door dat beheersorgaan wordt toegelaten. Afdeling 2. - Hergebruik, recyclage en nuttige toepassing
Art. 12.§ 1. Het hergebruik van onderdelen en materialen, de recyclage van materialen en grondstoffen en de terugwinning van grondstoffen en andere nuttige toepassingen van afvalstoffen uit afgedankte voertuigen, met inbegrip van het gebruik van afvalstoffen als energiebron, gebeuren met inachtneming van de voorwaarden bepaald bij het besluit van de Waalse Regering van 23 september 2010 tot invoering van een terugnameplicht voor bepaalde afvalstoffen, naar gelang van het marktmechanisme en op een milieuvriendelijke wijze, evenwel zonder afbreuk te doen aan de andere relevante preventie-en veiligheidsvereisten, noch aan de bepalingen van § 2 hieronder.
Onder andere de volgende bepalingen moeten in acht genomen worden: - het is verboden afval van afgedankte voertuigen of van onderdelen ervan te verwijderen zonder voorafgaande verwerking met het oog op de zuivering en de volledige of gedeeltelijke valorisatie ervan; - afgedankte voertuigen worden gezuiverd zodat de gevaarlijke bestanddelen alsook het geheel van de vloeistoffen op selectieve wijze weggenomen, afgezonderd en verwerkt worden; - de gezuiverde afgedankte voertuigen worden ontmanteld zodat de valoriseerbare bestanddelen, wisselstukken inbegrepen, op selectieve wijze weggenomen en afgezonderd worden.
In ieder geval worden de katalysatoren, metalen onderdelen die koper, aluminium en magnesium bevatten, op selectieve wijze weggenomen indien deze metalen in de shredder niet worden gescheiden, banden, glas, omvangrijke en vlot demonteerbare kunststofonderdelen zoals bumpers, instrumentenborden, vloeistoftanks en schuimplastic van zetels, batterijen en accu's indien deze materialen bij de shredding niet zodanig worden gescheiden dat ze als materialen gerecycleerd kunnen worden; - batterijen en accu's worden verwerkt overeenkomstig hoofdstuk II van het besluit van de Waalse Regering van 23 september 2010 tot invoering van een terugnameplicht voor bepaalde afvalstoffen; - versleten banden worden verwerkt overeenkomstig hoofdstuk III van het besluit van de Waalse Regering van 23 september 2010 tot invoering van een terugnameplicht voor bepaalde afvalstoffen; - afgewerkte oliën worden verwerkt overeenkomstig hoofdstuk V van het besluit van de Waalse Regering van 23 september 2010 tot invoering van een terugnameplicht voor bepaalde afvalstoffen; - de opslaghandelingen worden uitgevoerd zonder de bestanddelen die vloeistoffen bevatten, noch de valoriseerbare bestanddelen en de wisselstukken te beschadigen; - de opslag- en verwerkingsinstallaties zijn uitgerust met waterdichte oppervlakten die voor de terugwinning van de vloeistoffen zorgen, onverminderd de sectorale vorwaarden in het Waalse Gewest; - de zuiverings- en ontmantelingshandelingen worden gevolgd door een shredder met het oog op de maximale recycling of valorisatie van de materialen. § 2. Elke categorie van de sector zal, binnen de perken van zijn verplichtingen die in deze overeenkomst omschreven worden, de nodige inspanningen leveren om aan § 1 hierboven te voldoen.
Die inspanningen zullen hoofdzakelijk betrekking hebben op: 1. het ontwikkelen en verbeteren van efficiënte methodes tot depollutie en ontmanteling van afgedankte voertuigen en voor het scheiden van de verschillende materialen, zowel voor als na vermaling;2. het aanzetten tot hergebruik en tot recyclage van onderdelen en materialen van afgedankte voertuigen wanneer milieu-, technische en economische omstandigheden zulks toelaten;3. het ontwikkelen van technieken voor recyclage en het gebruik van de afvalstoffen afkomstig van de verwerking van afgedankte voertuigen, inzonderheid de opwerking van de shredderresidu's voor verdere recyclage of energetische valorisatie. HOOFDSTUK V. - Beheersorgaan Afdeling 1. - Opdrachten van het beheersorgaan
Art. 13.Het beheersorgaan vervult alle taken die nodig zijn voor de uitvoering van deze milieubeleidsovereenkomst, met name: 1° de uitvoering van de modaliteiten van het preventieplan en de sensibiliseringscampagnes, overeenkomstig de artikelen 6 en 7 van deze overeenkomst;2° het beheer van de verwerking van afgedankte voertuigen;3° de monitoring van de behaalde resultaten van de verwerking van afgedankte voertuigen; 4° het beheer van het « End-of-life vehicles Monitoring System », EMS, dat alle gegevens registreert en de rapporten genereert m.b.t. de inzameling, verwerking en verwijdering van afgedankte voertuigen en de afval ervan, zowel op nationaal en gewestelijk vlak als individueel per vennootschap; 5° het EMS gratis ter beschikking van de erkende centra stellen;6° de overlegging van het rapport aan de Dienst, overeenkomstig artikel 17 van deze overeenkomst en met inachtneming van de andere informatieverplichtingen waarin deze overeenkomst voorziet;7° het EMS voorzien van een functie waarmee de erkende centra het systeem ook als elektronisch afvalregister zullen kunnen gebruiken;8° het opstellen en publiceren van een jaarverslag waarin gratis ruimte ter beschikking van het Waalse Gewest gesteld wordt voor rapportering over haar controledraaiboek dat het budget, de middelen, het beschikbare personeel, een gepaste strategie, de realisatieduur, de frequentie van de controles evenals het vervolgingsbeleid aangeeft;9° het overleg met de andere actoren die betrokken zijn bij de inzameling van de afgedankte voertuigen (gemeenten, domeinen, verzekeringen) in samenwerking met de Gewesten coördineren;10° het versturen van een jaarlijkse mailing naar de erkende centra met beschikbare informatie over technieken betreffende de depollutie en de demontage na feedback vanwege de erkende centra zodat een constante evolutie mogelijk is;11° meewerken aan het dossier van de traceerbaarheid van de voertuigen, met name de vergaderingen bijwonen, de vooruitgangen opvolgen en rapporteren, alsook nagaan of de geboden oplossingen volledig zijn;12° het stimuleren van een correcte input van de gegevens in EMS, door communicatie over EMS en de doelstellingen van EMS aan de erkende centra.De communicatie gebeurt o.a. via workshops ter verbetering van de transparantie van EMS voor de gebruikers; 13° het optreden als tussenpersoon en coördinator tussen de verschillende categorieën van de sector en het verzekeren van de monitoring van de uitvoering van de doelstellingen in samenwerking met en in medeverantwoordelijkheid van alle categorieën van de sector;14° het centraliseren van de gegevens over de vernietigde chassisnummers in de erkende centra en het overmaken van deze gegevens aan de Dienst voor de Inschrijving van de Voertuigen met het oog op hun definitieve uitschrijving uit het Belgisch voertuigenrepertorium;15° op basis van de in artikel 27, § 2, vermelde gegevens en van het leeggewicht van de voertuigen in nieuwe toestand, het jaarlijks berekenen van de behaalde percentages van hergebruik, recyclage en nuttige toepassing per erkend centrum van de door de centra verwerkte afgedankte voertuigen.Deze percentages zal het beheersorgaan jaarlijks aan alle erkende centra meedelen. 16° de databank betreffende ontmanteling, IDIS genaamd, gratis ter beschikking stellen van alle erkende centra via internet;17° minstens één keer per jaar een overlegvergadering met de keuringsinstellingen en de Gewesten beleggen om de keuringen te optimaliseren;18° het ten laste nemen van de kosten voor de berekening van nieuwe percentages van hergebruik, recyclage en nuttige toepassing van het proces tot verwerking van afgedankte voertuigen bij de verwerkingsoperatoren;19° de informatieplicht conform artikel 20 uitvoeren;20° de erkende centra die geen lid zijn van één van de ondertekende partijen, voorstellen om een contract te ondertekenen waarin bepaald wordt dat zij ook gebruik mogen maken van het door de producenten opgezette inzamel- en verwerkingssysteem op voorwaarde dat ze aan artikel 27 van deze overeenkomst voldoen;21° de organisatie en de financiering van een afzetgebied voor de inzameling en de verwerking van versleten banden van afgedankte voertuigen van de categorieën M1 en N1.
Art. 14.Het beheersorgaan streeft naar een zo groot mogelijke uniformiteit inzake administratieve procedures en logistiek.
Art. 15.Ter uitvoering van artikel 13 zal het beheersorgaan de volgende plannen ter goedkeuring aan de Dienst overleggen: 1° enerzijds, uiterlijk drie maanden na de ondertekening van de milieubeleidsovereenkomst, een beheersplan voor de duur van de overeenkomst;2° en, anderzijds, uiterlijk zes maanden na de ondertekening van de milieubeleidsovereenkomst, een plan met uitvoerige uitleg over de overwogen sensibiliserings- en communicatiemaatregelen, overeenkomstig de bepalingen van artikel 7. Het beheersplan bedoeld onder punt 1° bevat op zijn minst de modaliteiten tot uitvoering van de bepalingen van artikel 13 (met uitzondering van de sensibiliserings- en communicatiemaatregelen die het voorwerp van een specifiek plan uitmaken), alsook de strategische, financiële en operationele maatregelen bedoeld in artikel 19, § 1, 5°, van het besluit van de Waalse Regering van 23 september 2010 tot invoering van een terugnameplicht voor bepaalde afvalstoffen.
Het beheersorgaan legt jaarlijks voor 1 oktober een geactualiseerde versie van het beheersplan ter goedkeuring over voor het volgende kalenderjaar, alsook een geactualiseerde versie van het plan met uitvoerige uitleg over de overwogen sensibiliserings- en communicatiemaatregelen.
Art. 16.Raad van bestuur De Dienst zal namens het Gewest de rol van waarnemer vervullen in de Raad van Bestuur en in de Algemene Vergadering van het beheersorgaan.
Daartoe ontvangt de Dienst tijdig de uitnodigingen en verslagen. Afdeling 2. - Informatieplicht
Art. 17.§ 1. Het beheersorgaan verstrekt de Dienst jaarlijks voor 20 april de volgende gegevens m.b.t. het voorafgaande kalenderjaar: A. wat de afgedankte voertuigen betreft: 1° de in kg en aantal uitgedrukte totale hoeveelheid voertuigen die op de markt werd gebracht in het Waalse Gewest;2° de in kg en aantal uitgedrukte totale hoeveelheid afgedankte voertuigen ingezameld in het kader van de terugnameplicht;3° de inrichting(en) waarin de afgedankte voertuigen verwerkt worden, alsook de verwerkingsresten en -wijzen;4° het gewicht (in kg) van de onderdelen, materialen en afvalstoffen afkomstig van afgedankte voertuigen, die in de loop van het voorafgaande kalenderjaar: a) werden hergebruikt;b) werden gerecycleerd;c) in vergunde installaties werden verwerkt met terugwinning van energie;d) werden verwijderd in vergunde afvalverbrandingsinstallaties;e) werden verwijderd in of op stortplaatsen;5° de gegevens over oliën en autobatterijen en -accu's ingezameld via de erkende zuiverings- en ontmantelingscentra. De Dienst kan de eindverkopers, de verdelers en het beheersorgaan verzoeken om elk bijkomend gegeven dat hij nuttig acht voor de beoordeling van de doelstellingen omschreven in artikel 4.
B. om te voldoen aan verslagplicht betreffende versleten banden: 1° de totale hoeveelheid versleten banden;2° de in kilogram en soort uitgedrukte totale hoeveelheid versleten banden, inclusief die welke in aanmerking komen voor hergebruik, ingezameld in het kader van de toepassing van de terugnameplicht;3° de inrichting(en) waar en de wijze waarop de ingezamelde afvalbanden worden verwerkt;4° de in kilogram uitgedrukte totale hoeveelheid versleten banden die;a) gesorteerd voor hergebruik;b) met een nieuw loopvlak;c) voor materiaalrecyclage gebruikt werden;d) energetisch gevaloriseerd werden. § 2. Onder voorbehoud van de goedkeuring van de Algemene vergadering doet het beheersorgaan jaarlijks voor 20 april en uiterlijk 1 juli verslag over: 1° de toegelichte resultaten;2° het preventieplan (cf.art. 6); 3° de wijze van inzameling en verwerking, inclusief de lijst van erkende centra;4° het financieële beheer;5° de technologische vooruitgang inzake verwerking waardoor de te storten hoeveelheid shredderresidu verminderd kan worden, met inachtneming van de geheimhouding van de gegevens;6° alle andere maatregelen uit het beheersplan. § 3. Om na te gaan of de doelstellingen bereikt werden, berekent het beheersorgaan de resultaten op basis van het EMS (End-of-life vehicles Monitoring System), aangevuld met de gevalideerde recyclagestatistieken van de verdere verwerkingsstappen. Het beheersorganisme zal in akkoord met de Dienst en sector 2 een proces uitwerken om de gegevens over hergebruik in kaart te brengen en om ze te kunnen controleren en valideren, evenwel zonder de administratieve last voor de erkende centra op onaanvaardbare wijze te verhogen.
Art. 18.Financieel rapport § 1er. Het beheersorgaan wijst in samenspraak met de Dienst een doorlichtingsbedrijf aan dat controle zal voeren op zijn rekeningen en op de gegevens vermeld in art. 17, § 2, 4°, zodat er kan worden nagegaan of de financiële stromen worden aangewend overeenkomstig de doelstellingen van deze overeenkomst. Het doorlichtingsbedrijf brengt jaarlijks schriftelijk verslag uit aan het beheersorgaan en aan de Dienst. § 2. De Dienst kan in het kader van de opvolging van de goede uitvoering verzoeken om elke bijkomende informatie die hij nuttig acht om na te gaan of de financiële stromen met de taken van het beheersorgaan overeenstemmen.
Art. 19.Het rapport moet voldoen aan de volgende regels: 1° de cijfergegevens die in het kader van de terugnameplicht aan de Dienst worden verstrekt, worden gecertificeerd door een onafhankelijk controleorgaan;2° de cijfergegevens die in het kader van de terugnameplicht door de verwerkingscentra aan het beheersorgaan of aan de producent worden verstrekt, worden minstens één keer om de drie jaar gecertificeerd door een onafhankelijk controleorgaan aangesteld door het beheersorgaan;3° de cijfergegevens die in het kader van de terugnameplicht door de producenten aan het beheersorgaan worden verstrekt, worden door het beheersorgaan gecontroleerd.Het beheersorgaan controleert alle leden producenten minstens 1 maal om de 3 jaar en brengt jaarlijks rapport uit aan de Dienst over deze actie, alsook over de resultaten.
Art. 20.Het beheersorganisme legt via zijn website voortdurend volgende informatie ter inzage van de Dienst: 1° de lijst van de inontvangstnamepunten;2° de lijst van de centra erkend voor depollutie, ontmanteling en afbraak van afgedankte voertuigen;3° de lijst van de producenten die hun akkoord hebben gegeven om samen te werken met het beheersorgaan. Afdeling 3. - Aansluiting bij het beheersorgaan
Art. 21.Het orgaan mag de aansluiting van geen enkele onderneming weigeren waarop de in deze milieubeleidsovereenkomst bedoelde terugnameplicht van toepassing is. Het beheersorgaan kan daarvan afwijken in geval van ernstige redenen en na voorafgaande goedkeuring door de Dienst. Afdeling 4. - Financiering
Art. 22.De ondertekenaars waarborgen de continuïteit van de werking van het beheersorgaan Febelauto waarin de verschillende organisaties als medeverantwoordelijken verenigd zullen worden om de doelstellingen van deze overeenkomst op duurzame wijze te halen, onverminderd de verantwoordelijkheid van de laatste houders en/of eigenaars van de afgedankte voertuigen en van de betrokken overheidsinstellingen.
De VZW Febelauto wordt, zoals bepaald in haar statuten, volledig gefinancierd door het geheel van de organisaties die op representatieve wijze in de VZW vertegenwoordigd zijn.
De leden van die organisaties betalen jaarlijks een bijdrage aan het beheersorgaan ter financiering van zijn activiteiten. Het bedrag van de bijdrage wordt jaarlijks herzien.
Art. 23.Financieel plan § 1. Het beheersorgaan legt uiterlijk 3 maanden na de inwerkingtreding van de milieubeleidsovereenkomst een financieel plan voor de duur van de milieubeleidsovereenkomst ter advies voor aan de Dienst. § 2. Het beheersorgaan legt jaarlijks vóór 1 oktober een geactualiseerd plan voor het volgende kalenderjaar ter advies voor aan de Dienst. HOOFDSTUK 6. - Verantwoordelijkheden van de sector
Art. 24.§ 1. Alle leden van de sector waarborgen de continuïteit van de werking van het beheersorgaan. § 2. De bij het beheersorgaan aangeslotenen van de sector, meer bepaald de producenten, stellen als medeverantwoordelijken en in samenspraak alles in het werk om de werking van het beheersorgaan te garanderen teneinde op een duurzame wijze alle afspraken en in het bijzonder de doelstellingen van deze overeenkomst na te leven, rekening houdende met de verantwoordelijkheid van de houders en/of eigenaars van afgedankte voertuigen en de betrokken overheidsinstellingen. § 3. De sector en in het bijzonder de bij het beheersorgaan aangesloten producenten zijn verantwoordelijk voor zijn financiering. § 4. Overeenkomstig de artikelen 4 en 22 van het besluit van de Waalse Regering van 23 september 2010 tot invoering van een terugnameplicht voor bepaalde afvalstoffen verlenen de producenten, de officiële verdelers en de eindverkopers machtiging aan het beheersorgaan FEBELAUTO, waarvan de statuten zijn bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 16 december 1999, om hun informatieplicht na te komen, overeenkomstig artikel 87 van het besluit van de Waalse Regering van 23 september 2010 tot invoering van een terugnameplicht voor bepaalde afvalstoffen. § 5. Alle partijen dringen er bij de Federale regering en de Dienst voor Inschrijving van de Voertuigen op aan dat de hervorming van de inschrijving van de voertuigen in België zo spoedig mogelijk wordt doorgevoerd. Die hervorming berust op de volgende beginselen: 1. de eigenaar van het voertuig moet steeds gekend zijn bij de Dienst voor Inschrijving van de Voertuigen;2. zolang hij geen bewijs van eigendomsoverdracht, bewijs van export of certificaat van vernietiging van een erkend centrum kan voorleggen, blijft de eigenaar van het voertuig onderworpen aan de jaarlijkse verkeersbelasting.De professionelen van de automobielsector zijn evenwel vrijgesteld van deze belasting voor de voertuigen in hun handelsvoorraad; 3. om administratieve overlast te voorkomen, dient het hervormde systeem maximaal gebruik te maken van data-overdracht via het internet.
Art. 25.Verantwoordelijkheden van de producenten: § 1. Om te voldoen aan hun terugnameplicht verbinden de producenten er zich toe: - wat oliën van eerste vulling betreft, aan te sluiten bij het beheersorgaan bevoegd voor oliën; - wat autobatterijen en -accu's van eerste montage betreft, aan te sluiten bij het beheersorgaan bevoegd voor autobatterijen en -accu's; - wat draagbare batterijen van eerste montage betreft, aan te sluiten bij het beheersorgaan bevoegd voor draagbare batterijen; - wat industriële batterijen van eerste montage betreft, aan te sluiten bij het beheersorgaan bevoegd voor industriële batterijen; - wat banden van eerste montage betreft: * te voldoen aan hun terugnameplicht en de doelstellingen voor versleten banden zoals bepaald in artikel 4, § 3 te halen. Hiertoe zullen de producenten een beroep doen op één of meerdere bandenoperatoren die door hen zijn aangesteld en in samenspraak met het beheersorgaan voor banden een financiële compensatie vastleggen voor de ontbrekende banden van de afgedankte voertuigen; * het beheersorgaan machtiging te verlenen voor de rapportplicht overeenkomstig artikel 17. § 2. De producenten verbinden er zich toe alle door particulieren aangeboden afgedankte voertuigen gratis over te nemen onder de voorwaarden bedoeld in artikel 8 en ze enkel naar erkende centra af te voeren binnen de door de wetgeving of de Dienst voorgeschreven termijnen. § 3. De producenten verbinden zich tot het nemen van preventiemaatregelen om de milieueffecten te verminderen, zonder dat hierbij het veiligheidsaspect in het gedrang komt. Ze informeren het beheersorgaan hierover, overeenkomstig de bepalingen van het hoofdstuk preventie van deze overeenkomst. § 4. Overeenkomstig de artikelen 6 en 17 stelt elke producent alle rapportagegegevens jaarlijks voor 31 januari ter beschikking van het beheersorgaan. § 5. Iedere producent verbindt er zich toe om alle noodzakelijke informatie over de met de erkende centra gesloten overeenkomsten aan hun officiële verdelers mee te delen. § 6. Iedere producent verbindt er zich toe de consument te sensibiliseren en hem alsook de eindverkoper in te lichten over de inontvangstnamepunten. § 7. De producenten zijn niet verplicht om de verschillende milieubijdragen en -heffingen te vermelden op de factuur betreffende de verkoop van een nieuw voertuig aan de consument.
Art. 26.Verantwoordelijkheden van eindverkopers § 1. De eindverkopers verbinden er zich toe alle door particulieren aangeboden afgedankte voertuigen gratis over te nemen onder de voorwaarden bedoeld in artikel 9 en ze enkel naar erkende centra af te voeren binnen de door de wetgeving of de Dienst voorgeschreven termijnen. § 2. De eindverkoper werkt mee aan de sensibilisering van het publiek, overeenkomstig de bepalingen inzake sensibilisering (artikel 7) van deze overeenkomst.
Art. 27.Verantwoordelijkheden van de erkende centra § 1. Het erkende centrum zorgt in de eerste plaats voor depollutie, vernietiging en administratieve uitschrijving van het afgedankte voertuig. Bovendien moet het erkende centrum oog hebben voor ontmanteling met het oog op hergebruik en recyclage van onderdelen en materialen op grond van het beginsel van de beste beschikbare technologie, voor zover ze geen buitensporige kosten met zich meebrengt, en de economische haalbaarheid in acht nemen.
Het erkende centrum verbindt er zich toe het beheersorgaan op de door hem aangegeven tijdstippen kosteloos alle inlichtingen te verstrekken die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van de informatieplicht - overeenkomstig artikel 87 van het besluit van de Waalse Regering van 23 september 2310 tot invoering van een terugnameplicht voor bepaalde afvalstoffen en artikel 60, § 3, van het besluit van de Waalse Regering van 27 februari 2003 tot bepaling van de sectorale voorwaarden voor de installaties voor de verzameling en de sortering van metaalhoudende afvalstoffen, voor de installaties voor de verzameling, de sortering of de terugwinning van onderdelen van afgedankte voertuigen, de demontage- en reinigingscentra voor afgedankte voertuigen en de centra voor de vernietiging van afgedankte voertuigen en de behandeling van ferro- en niet-ferro-metalen - met inbegrip van alle relevante informatie die nodig is voor het bepalen van de percentages van hergebruik, recyclage en nuttige toepassing, overeenkomstig de methode die opgelegd werd bij de beslissing van de Europese Commissie van 1 april 2005 tot vaststelling van nadere voorschriften betreffende de bewaking van de streefcijfers inzake hergebruik/terugwinning en hergebruik/recycling zoals vastgesteld bij richtlijn 2000/53/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende autowrakken.
Het gaat in het bijzonder om informatie over: - de chassisnummers, het merk, model, type en de laatste houder en/of eigenaar van de afgedankte voertuigen waarvoor het centrum een certificaat van vernietiging heeft afgeleverd; - de individuele massa van de afgedankte voertuigen op het ogenblik dat zij het erkende centrum binnenkomen; - gedurende een evaluatieperiode van één jaar, het aantal ontbrekende banden bij aankomst in het centrum, met een maximum van 4. Na deze periode wordt het aantal ontbrekende banden berekend op basis van de totale massa van de versleten banden die het erkende centrum verlaten; - de totale massa en de bestemming van de gedepollueerde voertuigen die naar de verwerkingsoperatoren worden afgevoerd; - de totale massa en de bestemming van de materialen na depollutie en selectieve demontage.
Het erkende centrum maakt voor de overdracht van die gegevens verplicht gebruik van het geïnformatiseerde datacommunicatiesysteem dat hen kosteloos door het beheersorgaan ter beschikking wordt gesteld overeenkomstig artikel 13.
Het erkende centrum waarborgt de waarheidsgetrouwheid van de overgemaakte gegevens.
De bestemming van de gedepollueerde voertuigen en van de materialen afkomstig uit de depollutie moeten door de overheid daartoe vergunde bedrijven zijn § 3. Elk erkend centrum behaalt op jaarbasis de wettelijke percentages van hergebruik, recyclage en nuttige toepassing na afloop van de verwerking van de afgedankte voertuigen, zoals opgelegd bij het besluit van de Waalse Regering van 23 september 2010 tot invoering van een terugnameplicht voor bepaalde afvalstoffen. Het erkende centrum zal de keuze van de inzamelingsoperatoren en de operatoren voor de verwerking van materialen afkomstig uit de depollutie en selectieve demontage bepalen met het oog op de verwezenlijking van de wettelijke doelstellingen. Een erkend centrum of een Belgische verwerkingsoperator kan beroep doen op een buitenlandse verwerkingsoperator als deze laatste zich heeft onderworpen aan een audit zoals omschreven in artikel 28, § 1. § 4. Het erkende centrum verbindt er zich toe niet aan te zetten tot de depollutie en/of ontmanteling van de voertuigen voor hun aankomst in het centrum. § 5. Het erkende centrum verbindt er zich toe aan het beheersorgaan een vergoeding per band te betalen die gelijk is aan de milieubijdrage die aan het beheersorgaan voor banden betaald moet worden indien het aantal ingezamelde banden in het door de producenten opgezette inzamel- en verwerkingssysteem het normale aantal banden per voertuig overschrijdt en indien het erkende centrum zelf de banden doorverkoopt voor hergebruik in België. § 6. Het beheersorgaan zal de erkende centra die geen lid zijn van één van de ondertekende partijen voorstellen om een contract te ondertekenen waarin bepaald wordt dat zij ook gebruik mogen maken van het door de producenten opgezette inzamel- en verwerkingssysteem op voorwaarde dat ze aan artikel 27 van deze overeenkomst voldoen. § 7. Het erkende centrum geeft aan de laatste houder en/of eigenaar gratis een certificaat van vernietiging dat voldoet aan de minimale vereisten zoalsomschreven in de beschikking van de Europese Commissie van 19 februari 2002 betreffende de minimale vereisten waaraan een certificaat van vernietiging moet voldoen ter uitvoering van artikel 5, § 3 van de Richtlijn 2000/53/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende autowrakken. Het geïnformatiseerde systeem voor dataoverdracht dat door het beheersorgaan gratis ter beschikking wordt gesteld van de erkende centra voorziet in de modaliteit om certificaten van vernietiging op te maken die voldoen aan de minimale vereisten.
Art. 28.Verantwoordelijkheden van de verwerkingsoperatoren § 1. Elke verwerkingsoperator verbindt er zich toe om de drie jaar aan een onafhankelijke onderzoeksbureau dat door het beheersorgaan is aangesteld, alle inlichtingen mee te delen die nodig zijn voor de bepaling van de percentages van hergebruik, recyclage en nuttige toepassing van zijn proces tot verwerking van afgedankte voertuigen.
Elke verwerkingsoperator deelt jaarlijks de afvoergegevens aan dat onafhankelijk onderzoeksbureau mee op basis van de methodologie die in 2007 ontwikkeld werd tussen de Gewesten en het beheersorgaan. Het onafhankelijke onderzoeksbureau zal de nodige confidentialiteit garanderen in een geschreven overeenkomst tussen de verwerkingsoperator en het onderzoeksbureau.
De verwerkingsoperator zal het onderzoeksbureau tevens toegang tot zijn installaties verlenen zodat het de nodige controles kan voeren. § 2. Indien de verwerkingsoperator een nieuwe technologie aanwendt, zal een nieuw percentage bepaald moeten worden door het onderzoeksbureau. Dit nieuwe percentage zal vervolgens door het beheersorgaan in het EMS-systeem ingevoerd worden, uiterlijk 10 werkdagen nadat het onderzoeksbureau hem de resultaten heeft meegedeeld. De kosten voor het bepalen van het nieuwe percentage worden door het beheersorgaan gedragen, met maximum 1 onderzoek om de 3 jaar en telkens als een verbetering in termen van een hoger percentage blijkt. Een erkend centrum of een Belgische verwerkingsoperator kan beroep doen op een buitenlandse verwerkingsoperator als deze laatste zich heeft onderworpen aan een audit zoals omschreven in § 1. § 3. Elke verwerkingsoperator verbindt er zich toe constant verbeteringen na te streven en de beste beschikbare technologiën op te sporen, voor zover ze geen buitensporige kosten met zich meebrengen, voor de verwerking van afgedankte voertuigen en de nuttige toepassing van shredderresidu, om zodoende de doelstellingen te kunnen halen die opgelegd worden bij het besluit van de Waalse Regering van 23 september 2010 tot invoering van een terugnameplicht voor bepaalde afvalstoffen. Hiertoe zal iedere verwerkingsoperator een stappenplan voorleggen aan het onderzoeksbureau en aan de Dienst en met de confidentialiteitsgaranties zoals bepaald in § 1. HOOFDSTUK VII. - Rol van het Gewest
Art. 29.Het Waalse Gewest zal met de andere Gewesten en de federale diensten overleg plegen om in de mate van het mogelijke een geharmoniseerde regelgeving inzake de terugnameplicht voor afgedankte voertuigen te hanteren op het geheel van het Belgische grondgebied.
Art. 30.Het Waalse Gewest verbindt er zich toe, na overleg met het beheersorgaan, initiatieven te nemen die bijdragen tot het halen van de doelstellingen van deze overeenkomst, onder andere door: 1° op zijn niveau de nodige aanvullende reglementaire bepalingen te nemen;2° de nodige aandacht te besteden aan de vlotte afvoer van de afvalstoffen;3° een voorbeeldfunctie te vervullen bij de gunning van overdrachten van diensten en werken en bij de aankoop van producten via een duurzaam en ethisch aankoopbeleid;4° zich ertoe te verbinden een inspectieprogramma voor afgedankte voertuigen uit te werken op basis van een risico-analyse en het uit te voeren met inachtneming van de volgende richtlijnen: - voorzien in een toereikend aantal VTE om controles te voeren; - een actief beleid voeren, bijvoorbeeld via bestuurlijke maatregelen, om oneerlijke concurrentie van niet-erkende centra in de sector in te dijken; - de controles relateren aan kwantificeerbare doelstellingen en aan een strikte timing; - deelnemen aan overleg met de auditeurs; - onderzoek doen naar wettelijke leemtes en de nodige wijzigingen voorstellen; - communiceren over de sanering van de sector.
Art. 31.In samenwerking met de andere Gewesten en alle betrokken partijen dringt het Waalse Gewest er bij de Federale regering en de Directie voor Inschrijving van de Voertuigen op aan dat de hervorming van de inschrijving van de voertuigen in België zo spoedig mogelijk wordt doorgevoerd. Die hervorming berust op de volgende beginselen: 1. De eigenaar van het voertuig moet steeds gekend zijn bij de Dienst voor Inschrijving van de Voertuigen;2. Zolang hij geen bewijs van eigendomsoverdracht, bewijs van export of certificaat van vernietiging van een erkend centrum kan voorleggen, blijft de eigenaar van het voertuig onderworpen aan de jaarlijkse verkeersbelasting.De professionelen van de automobielsector zijn evenwel vrijgesteld van deze belasting voor de voertuigen in hun handelsvoorraad; 3. Om administratieve overlast te voorkomen, dient het hervormde systeem maximaal gebruik te maken van data-overdracht via het internet.
Art. 32.Het Waalse Gewest verleent het beheersorgaan toegang tot de informatie van de operatoren betrokken bij de inontvangstname en verwerking van te recycleren stoffen en van afval van afgedankte voertuigen voor zover die informatie nodig is voor de rapporteringsopdrachten van het beheersorgaan, waarbij geheimhouding gegarandeerd wordt.
Art. 33.Het Waalse Gewest maakt met het beheersorgaan een lijst van de erkende centra op die ingekeken kan worden op het portaal environnement.wallonie.be.
Art. 34.Het Waalse Gewest verbindt er zich toe de modaliteiten voor de audits te evalueren met het oog op administratieve vereenvoudiging en kostenbeheersing. HOOFDSTUK VIII. - Slotbepalingen Afdeling 1. - Duur en einde van de overeenkomst
Art. 35.§ 1. Deze overeenkomst treedt in werking tien dagen na de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad, overeenkomstig artikel D85 van Boek I van het Milieuwetboek. § 2. Deze overeenkomst wordt gesloten voor vijf jaar. Ze kan hernieuwd worden, overeenkomstig de bepalingen van artikel D88 van Boek I van het Milieuwetboek. § 3. Zolang deze overeenkomst van kracht is, kan ze gewijzigd worden met de instemming van alle partijen en met inachtneming van de procedure waarin artikel D89 van Boek I van het Milieuwetboek voorziet. § 4. De bepalingen van deze milieuovereenkomst worden in gezamenlijk overleg aangepast om te voldoen aan een eventuele wijziging van het Europese recht terzake of aan elke andere verplichting voortvloeiend uit het internationale recht. § 5. De partijen mogen de overeenkomst elk ogenblik opzeggen, mits inachtneming van een opzegtermijn van zes maanden. Indien de opzegging niet uitgaat van het Waalse Gewest, moet zij gezamenlijk uitgaan van alle andere partijen.
De opzegging wordt betekend bij ter post aangetekend schrijven of bij deurwaardersexploot, op straffe van nietigheid. De opzeggingstermijn gaat in op de eerste dag van de maand na de kennisgeving.
De terugnameplichtigen die de overeenkomst opzeggen, moeten de nodige maatregelen genomen hebben om vanaf de dag na de datum van opzegging te voldoen aan de bepalingen van het besluit van de Waalse Regering van 23 september 2010 tot invoering van een terugnameplicht voor bepaalde afvalstoffen. Ze brengen de Dienst daarvan op de hoogte. Afdeling 2. - Geschillencommissie
Art. 36.§ 1. In geval van geschil over de uitvoering van de milieubeleidsovereenkomst zal een geschillencommissie samengesteld worden. Deze commissie bestaat uit twee vertegenwoordigers van het Waalse Gewest en twee vertegenwoordigers van het beheersorgaan. De voorzitter wordt gekozen uit de vertegenwoordigers van het Waalse Gewest. § 2. De beslissingen worden bij consensus genomen. Indien geen consensus kan worden bereikt, brengt de Geschillencommissie verslag uit aan de bevoegde Minister. Afdeling 3. - Bevoegdheidsclausule
Art. 37.Elk geschil voortvloiende uit of in verband met deze overeenkomst en waarvoor de Geschillencommissie bedoeld in artikel 36 geen oplossing vindt, wordt voorgelegd aan de rechtbanken van het gerechtelijk arrondissement Namen. Afdeling 4. - Strafclausule
Art. 38.Als het Gewest overtredingen van bovenstaande bepalingen vaststelt, wordt het beheersorgaan daarvan bij aangetekend schrijven in kennis gesteld. Het beheersorgaan maakt binnen twee maanden, te rekenen van de datum van kennisgeving van de vastgestelde overtreding, een bijsturingsplan over aan de Dienst. Als de Dienst het plan verwerpt, deelt hij zijn standpunt mee in een aangetekend schrijven waarin hij de redenen van de weigering opgeeft.
Het beheersorgaan moet dan binnen een maand een bijgestuurd plan indienen waarbij rekening wordt gehouden met de opmerkingen van de Dienst, op straffe van een boete van 15.000 euro die door de producenten aan de Dienst betaald moet worden via het beheersorgaan.
Tegen de beslissing van de Dienst kan een beroep worden ingediend bij de Minister van Leefmilieu. De Minister beslist over het beroep binnen een termijn van veertig dagen. Afdeling 5. - Slotbepalingen
Art. 39.De milieuovereenkomst is op 5 december 2013 te Namen gesloten en ondertekend door de vertegenwoordigers van elke partij. Elke partij bericht ontvangst van één exemplaar van de getekende overeenkomst.
Voor het Waalse Gewest : De Minister-President, R. DEMOTTE De Minister van Leefmilieu, Ruimtelijke Ordening en Mobiliteit, Ph. HENRY Voor de Organisaties : De voorzitter van de VZW FEBIAC, Th. VAN KAN De voorzitter van de VZW FEDERAUTO, C. VEYS De voorzitter van de VZW Federatie Automateriaal, L. JANSSENS De voorzitter van de VZW FEBELCAR, E. LEYN De voorzitter van de VZW COBEREC Metals, P. VANDEPUTTE De voorzitter van de afdeling shredders, K. CASIER De voorzitter van de Groep van erkende centra, C. CRAENHALS De voorzitter van de VZW FEVAR, M. VERHOLEN De voorzitter van de VZW FEDERPLAST.be, S. DALIMIER De algemeen directeur van de vzw FEDUSTRIA, F. QUIX De algemeen directeur van Agoria Wallonie, Th. CASTAGNE