gepubliceerd op 01 december 2000
Rechterlijke Orde Examen met het oog op de afgifte van het getuigschrift van kandidaat-griffier en kandidaat-secretaris I. De Minister van Justitie zal in september 2001, te Brussel, een examenzitting inrichten met het oog op de afgifte van h II. Mogen aan dit examen deelnemen, de kandidaten van Belgische nationaliteit, houders van : - o(...)
MINISTERIE VAN JUSTITIE
Rechterlijke Orde Examen met het oog op de afgifte van het getuigschrift van kandidaat-griffier en kandidaat-secretaris I. De Minister van Justitie zal in september 2001, te Brussel, een examenzitting inrichten met het oog op de afgifte van het getuigschrift van kandidaat-griffier en kandidaat-secretaris bij de hoven en rechtbanken, overeenkomstig de bepalingen van het koninklijk besluit van 20 november 1998 betreffende de vergelijkende examens en examens georganiseerd voor de werving en de loopbaan van de leden van de griffies en van de parketsecretariaten en van het personeel van de griffies en de parketsecretariaten.
II. Mogen aan dit examen deelnemen, de kandidaten van Belgische nationaliteit, houders van : - ofwel een diploma of studiegetuigschrift in aanmerking komend voor de toelating tot een ambt van niveau 1 bij de rijksbesturen (licentiaten in de rechten worden van dit examen vrijgesteld); - ofwel een diploma of studiegetuigschrift in aanmerking komend voor de toelating tot een ambt van niveau 2 bij de rijksbesturen en die ten minste drie jaar het ambt van opsteller of beambte hebben uitgeoefend bij een griffie of een parketsecretariaat.
Deze toelatingsvoorwaaren inzake diploma en anciënniteit moeten vervuld zijn op 30 juni 2001.
III. Het examen bestaat uit : a) een schriftelijke proef dat vragen omvat met betrekking tot de volgende materies : - strafrecht; - sociaal recht; - burgerlijk recht en handelsrecht; - rechterlijke inrichting; - publiek recht; - strafvordering en tarief in strafzaken; - belastingrecht en boekhouding der griffies; - burgerlijke rechtsvordering en tarief in burgerlijke zaken.
Iedere materie bestaat uit een theoretische proef; het strafrecht alsook het belastingrecht en de boekhouding der griffies maken, naast de theoretische vragen, het voorwerp uit van een praktische oefening.
De proef duurt één uur per materie.
Niettemin wordt, voor de materies die uit een theoretisch en uit een praktisch gedeelte bestaan, de duur voor elk gedeelte op één uur gebracht, dus tien uren in totaal.
Er worden 20 punten aan elke materie toegekend. Wanneer een materie het voorwerp uitmaakt zowel van een praktisch als een theoretisch gedeelte, wordt er aan deze respectievelijk 12 en 8 punten toegekend.
Om te slagen, moeten de kandidaten ten minste de helft van de 160 punten, die aan de proef worden toegekend, behalen en geen kwotering krijgen onder de 8 punten op de 20 die aan elke materie worden toegekend. Bovendien mogen de kandidaten ten hoogste drie kwoteringen gelijk aan 9 op 20 of een kwotering gelijk aan 9 op 20 en een kwotering gelijk aan 8 op 20 krijgen.
Alleen de kandidaten die geslaagd zijn voor de schriftelijke proef worden tot de volgende proef toegelaten; b) een mondelinge proef over de algemene vorming alsmede over bovenvermelde materies waarvoor de kandidaat geen 60 % van de punten behaald heeft tijdens de eerste proef. Om te slagen, moet de kandidaat de helft van de 100 punten behalen die aan deze proef worden toegekend.
Om te slagen, moet 60 % van de punten behaald worden voor het geheel van het examen.
IV. Elke aanvraag tot deelname aan dit examen moet, op straffe van nietigheid, bij middel van een kopie van het hierbijgevoegd inschrijvingsformulier, opgestuurd worden per aangetekende zending aan de Minister van Justitie, Directoraat-generaal Rechterlijke Organisatie, Dienst Personeelszaken R.O. II/Examens, Waterloolaan 115 te 1000 Brussel.
De kandidaten zullen er een fotokopie van hun identiteitskaart (recto en verso) en van een door het gemeentebestuur voor eensluidend verklaarde fotokopie van hun diploma of studiegetuigschrift bijvoegen.
V. De termijn voor inschrijving voor dit examen wordt afgesloten op 30 juni 2001, de datum van de post geldt als bewijs.
Geen inschrijvingsrecht dient te worden betaald.
VI. De personen die geldig ingeschreven zijn voor dit examen zullen achteraf uitgenodigd worden om de syllabussen betreffende de materies van het schriftelijk gedeelte te komen afhalen bij het Ministerie van Justitie te Brussel.
VII. Diegene die ten onrechte aan dit examen deelnemen, worden in geen geval toelaatbaar verklaard.
VIII. De kandidaat kan, mits schriftelijk verzoek, het reglement van het examen alsook de samenstelling van de examencommissie verkrijgen.
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld