gepubliceerd op 02 juni 2009
Decreet waarbij wijzigingen aangebracht worden in het decreet van 29 januari 2004 betreffende het begeleidingsplan inzake omschakelingen
30 APRIL 2009. - Decreet waarbij wijzigingen aangebracht worden in het decreet van 29 januari 2004 betreffende het begeleidingsplan inzake omschakelingen (1)
Het Waals Parlement heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt :
Artikel 1.Dit besluit regelt gedeeltelijk een materie bedoeld in artikel 127, § 1, van de Grondwet, overeenkomstig artikel 138 van de Grondwet.
Art. 2.Artikel 2 van het decreet van 29 januari 2004 betreffende het begeleidingsplan inzake omschakelingen wordt vervangen als volgt : «
Art. 2.§ 1. Voor de toepassing van dit decreet wordt verstaan onder : 1° "werknemer" : de persoon die arbeidsprestaties levert krachtens een arbeidsovereenkomst geregeld bij de wet van 3 juli 1978;2° "uitzendwerknemer" : de persoon die arbeidsprestaties levert krachtens een arbeidsovereenkomst geregeld bij de wet van 24 juli 1987 betreffende de tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter beschikking stellen van werknemers ten behoeve van gebruikers;3° "werkgever" : de persoon die een werknemer tewerkstelt of voor wie een werknemer arbeidsprestaties levert en die onder het toepassingsgebied van de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités valt;4° "onderneming" : technische eenheid bedoeld in artikel 14 van de wet van 20 september 1948 houdende organisatie van het bedrijfsleven;5° "vertegenwoordigers van de werknemers" : de afgevaardigden van het personeel binnen de ondernemingsraad, de vakbondsafvaardiging van het personeel van de onderneming of de vakbondsorganisaties vertegenwoordigd binnen de bevoegde paritaire commissie;6° "collectief ontslag" : elk ontslag, om één of meer redenen die geen betrekking hebben op de persoon van de werknemers, zoals bepaald bij de wet van 13 februari 1998 houdende bepalingen tot bevordering van de tewerkstelling en bij artikel 1 van het koninklijk besluit van 24 mei 1976 betreffende het collectief ontslag;7° "outplacement" : de dienst omschreven in het decreet van de Waalse Gewestraad van 13 maart 2003 betreffende de erkenning van arbeidsbemiddelingsbureaus;8° "tewerkstellingscel" : de structuur bedoeld in hoofdstuk V van titel IV van de wet van 23 december 2005 betreffende het generatiepact;9° "Dienst" : de "Office wallon de la Formation professionnelle et de l'Emploi (FOREm)" (Waalse Dienst voor Beroepsopleiding en Arbeidsbemiddeling), zoals ingesteld bij het decreet van 6 mei 1999 betreffende de "Office wallon de la Formation professionnelle et de l'Emploi". § 2. Er wordt een begeleidingsplan inzake omschakelingen, hierna "plan" genoemd, ten uitvoer gelegd wanneer een werknemer overgaat tot een collectief ontslag en wanneer de twee volgende voorwaarden vervuld zijn : 1. vertegenwoordigers van de werknemers hebben de Dienst verzocht om de uitwerking van dat plan;2. het beheerscomité van de Dienst heeft het ontwerp van plan goedgekeurd dat door de diensten van de Dienst in samenwerking met de vertegenwoordigers van de werknemers werd opgemaakt. Er wordt ook een plan ten uitvoer gelegd wanneer een werknemer die niet overgaat tot een collectief ontslag om economische redenen of wegens bedrijfsherstructering beslist om de arbeidsovereenkomsten van bepaalde duur of de uitzendarbeidsopdrachten niet te verlengen en wanneer die beslissingen in de loop van een periode van zestig dagen binnen dezelfde onderneming minstens 10 werknemers of uitzendwerknemers treffen die sinds minstens drie maanden ter beschikking van de onderneming gesteld zijn.
Het vorige lid houdt op uitwerking te hebben op 31 december 2010.
De Regering kan beslissen dat die bepaling van kracht blijft nadat ze het advies van het Beheersomité van de Dienst heeft ingewonnen. § 3. De aanneming van het plan door de Dienst verleent bedoelde uitzendwerknemers het recht om in aanmerking te komen voor dat stelsel dat aan hun eigenschappen aangepast wordt om ze opnieuw op de arbeidsmarkt in te schakelen. § 4. De duur van het plan wordt in principe vastgelegd op één jaar, te rekenen van de datum van inwerkingtreding ervan, en mag niet meer dan twee jaar bedragen. Elk plan vermeldt de datum van zijn inwerkingtreding en zijn duur. »
Art. 3.Artikel 3 van het decreet van 29 januari 2004 betreffende het begeleidingsplan inzake omschakelingen wordt vervangen als volgt : «
Art. 3.Het plan wordt toegepast als het aantal ontslagen werknemers bedoeld in artikel 1, 3°, van het koninklijk besluit van 24 mei 1976 betreffende het collectief ontslag of wanneer het aantal werknemers bedoeld in artikel 2, § 2, tweede lid, van dit decreet bereikt is.
In geval van sluiting of van faillietverklaring van een onderneming wordt bij de berekening van het aantal werknemers evenwel rekening gehouden met de werknemers die zijn ontslagen in de loop van het jaar vóór de datum van de beslissing tot stopzetting van de activiteit wanneer die ontslagen plaatsvonden in fasen voorafgaand aan de sluiting of de faillietverklaring van de onderneming De Regering mag op de voordracht van het beheerscomité van de Dienst de lijst aanvullen van de werknemers die in aanmerking genomen zullen worden bij de berekening van het aantal bedoeld in het eerste lid van dit artikel als het collectief ontslag een duidelijk nadelige weerslag op de tewerkstelling van andere werknemers heeft. »
Art. 4.Artikel 4 van het decreet van 29 januari 2004 betreffende het begeleidingsplan inzake omschakelingen wordt vervangen als volgt : «
Art. 4.Het plan geldt slechts voor de werknemers en de uitzendwerknemers bedoeld in artikel 3. Zij kunnen elk ogenblik in het stelsel opgenomen worden en er doorlopend of discontinu gebruik van maken zolang het loopt.
De werknemers en de uitzendwerknemers die gebruik maken van het stelsel kunnen in aanmerking komen voor het in artikel 9 bedoelde begeleidingscontract inzake sociale integratie en inschakeling in het arbeidsproces. »
Art. 5.Artikel 5 van het decreet van 29 januari 2004 betreffende het begeleidingsplan inzake omschakelingen wordt vervangen als volgt : «
Art. 5.§ 1. Het planontwerp wordt goedgekeurd door het beheerscomité van de Dienst. Het wordt door de Dienst opgemaakt met inachtneming van de overeenkomst tussen de werkgever die ontslaat en de vertegenwoordigers van de werknemers.
Het wordt opgemaakt op basis van een door de Regering goedgekeurde typebestek.
Na goedkeuring sluit het beheerscomité van de Dienst met de betrokken vertegenwoordigers van de werknemers een partnerschapsovereenkomst waarin dat plan is opgenomen, overeenkomstig artikel 7, § 5, van voornoemd decreet van 6 mei 1999.
De Dienst informeert de bevoegde Minister dat hij erom verzocht wordt een plan op te stellen en geeft hem kennis van het onderzoek van het verzoek, van het ontwerp, de goedkeuring en de uitvoering van het plan De informatie wordt in minstens drie fasen verstrekt, met name het verzoek om opstelling van het plan, de goedkeuring of verwerping van het plan en de periodieke beoordeling van de tenuitvoerlegging van het plan. § 2. Het eerste, het tweede en het derde lid van § 1 zijn niet toepasselijk op de plannen die ten uitvoer gelegd worden in de omstandigheden bedoeld in artikel 2, § 2, tweede lid. Deze plannen worden uitgewerkt, aangenomen en uitgevoerd in het raam van het dagelijks beheer van de Dienst. »
Art. 6.Artikel 6 van het decreet van 29 januari 2004 betreffende het begeleidingsplan inzake omschakelingen wordt vervangen als volgt : «
Art. 6.De Dienst werkt in samenwerking met de representatieve werknemersorganisaties om te zorgen voor de opvolging en de opbouw van het project, voor de begeleiding en de opleiding van de sociale begeleiders.
Het beheerscomité van de Dienst verleent daartoe een jaarlijkse subsidie aan genoemde organisaties via ad hoc-structuren met rechtspersoonlijkheid teneinde de werking van de in het eerste lid van dit artikel bedoelde opdrachten te waarborgen.
Die subsidie wordt onder genoemde organisaties verdeeld op basis van het resultaat van de sociale verkiezingen in het Waalse Gewest en volgens de modaliteiten die de Regering bepaalt. »
Art. 7.Artikel 7 van het decreet van 29 januari 2004 betreffende het begeleidingsplan inzake omschakelingen wordt vervangen als volgt : «
Art. 7.Elk plan wordt ten uitvoer gelegd door een ploeg bestaande uit personeelsleden van de Dienst, alsook uit sociale begeleiders die krachtens een overeenkomst onder het gezag van de vertegenwoordigers van de werknemers staan, overeenkomstig de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten.
De sociale begeleiders worden volgens de door de Regering bepaalde modaliteiten in de in de artikelen 11 en 12 bedoelde omschakelingscellen en vaste platforms verdeeld op basis van de resultaten van de sociale verkiezingen van de betrokken ondernemingen, mits overeenkomst tussen de vakorganisaties Buiten de gevallen bedoeld in artikel 11, § 3, worden de voor elke omschakelingscel specifieke sociale begeleiders aangewezen bij de overeenkomst bedoeld in artikel 5, bij voorrang onder de ontslagen werknemers met een ervaring die door de andere ontslagen werknemers erkend is.
De sociale begeleiders aangesteld voor de vaste platforms worden aangewezen bij een overeenkomst gesloten tussen de Dienst en de representatieve werknemersorganisaties via ad hoc-structuren met rechtspersoonlijkheid. »
Art. 8.Artikel 8 van het decreet van 29 januari 2004 betreffende het begeleidingsplan inzake omschakelingen wordt vervangen als volgt : «
Art. 8.In het kader van het plan kunnen de werknemers en uitzendwerknemers beschikken over middelen als, o.a. onthaal, doorlopende psychosociale begeleiding, bevordering van sociale en administratieve stappen, opvolging van de opleidings- en invoegprocessen, activiteiten i.v.m. de herinschakeling in het arbeidsproces, opstelling van een beroepsbalans, toegang tot omschakeling, kwalificatie en tewerkstelling.
De werknemers en de uitzendwerknemers worden ook in kennis gesteld van de diensten verstrekt door de arbeidsbemiddelingsbureaus. »
Art. 9.Artikel 9 van het decreet van 29 januari 2004 betreffende het begeleidingsplan inzake omschakelingen wordt vervangen als volgt : «
Art. 9.Om in aanmerking te komen voor de stelsels waarin het plan voorzien, alsook voor hetzelfde recht op vergoeding als de stagiairs in opleiding bedoeld in het besluit van de Waalse Regering van 8 februari 2002 tot toekenning van bepaalde voordelen aan de stagiairs die een beroepsopleiding krijgen, sluit elke werknemer of uitzendwerknemer met de Dienst een begeleidingsovereenkomst inzake sociale integratie en inschakeling in het arbeidsproces. »
Art. 10.Artikel 10 van het decreet van 29 januari 2004 betreffende het begeleidingsplan inzake omschakelingen wordt vervangen als volgt : «
Art. 10.De Waalse Regering bepaalt de maximale gemiddelde tegemoetkomingsprijs per werknemer of uitzendwerknemer. »
Art. 11.Artikel 11 van het decreet van 29 januari 2004 betreffende het begeleidingsplan inzake omschakelingen wordt vervangen als volgt : «
Art. 11.§ 1. De tenuitvoerlegging van het elk plan bedoeld in artikel 2, § 2, eerste lid, wordt beheerd door een omschakelingscel die speciaal daartoe is opgericht door het beheerscomité.
De omschakelingscellen zijn partnerschapsstructuren zonder rechtspersoonlijkheid.
Elke omschakelingscel wordt geleid door een begeleidingscomité zoals omschreven in het bestek en vermeld in de partnerschapsovereenkomst bedoeld in artikel 5, derde lid.
Ze beschikt over specifieke materiële middelen en over specifiek personeel zoals bedoeld in artikel 7, eerste lid.
De omschakelingscellen geven het beheerscomité van de Dienst regelmatig kennis van hun activiteiten zodat hij kan zorgen voor de effectieve opvolging van de tenuitvoerlegging van de begeleidingsplannen en voor de evaluatie ervan. § 2. Wanneer een omschakelingscel met een tewerkstellingscel gelijkgesteld wordt bij of krachtens de wet van 23 december 2005 betreffende het generatiepact, zoals gewijzigd bij de economische herstelwet van 27 maart 2009, en bij of krachtens het koninklijk besluit van 9 maart 2006, bepaalt het begeleidingscomité de articulatie van het dienstenaanbod en de modaliteiten inzake de samenwerking met het outplacementbureau dat, desgevallend, door de werknemer gekozen wordt. § 3. In afwijking van § 1, vierde lid, beschikt de al dan niet met een tewerkstellingscel gelijkgestelde omschakelingscel, opgericht om in te spelen op een collectief ontslag dat meer dan honderd werknemers treft, over de materiële en menselijke middelen van het vast platform in het ambtsgebied waarvan de onderneming die ontslaat gevestigd is. »
Art. 12.Artikel 12 van het decreet van 29 januari 2004 betreffende het begeleidingsplan inzake omschakelingen wordt vervangen als volgt : «
Art. 12.De plannen bedoeld in artikel 2, § 2, tweede lid, worden ten uitvoer gelegd door vaste platforms die binnen de diensten van de Dienst opgericht worden.
Er wordt een vast platform in het ambsgebied van elke gewestelijke directie van de Dienst georganiseerd volgens de modaliteiten en met de middelen die de Regering bepaalt. »
Art. 13.Dit decreet treedt in werking op een datum die door de Regering vastgelegd wordt.
Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Namen, 30 april 2009.
De Minister-President, R. DEMOTTE De Minister van Huisvesting, Vervoer en Ruimtelijke Ontwikkeling, A. ANTOINE De Minister van Begroting, Financiën en Uitrusting, M. DAERDEN De Minister van Binnenlandse Aangelegenheden en Ambtenarenzaken, Ph. COURARD De Minister van Economie, Tewerkstelling, Buitenlandse Handel en Patrimonium, J.-C. MARCOURT De Minister van Onderzoek, Nieuwe Technologieën en Buitenlandse Betrekkingen, M.-D. SIMONET De Minister van Vorming, M. TARABELLA De Minister van Gezondheid, Sociale Actie en Gelijke Kansen, D. DONFUT De Minister van Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Leefmilieu en Toerisme B. LUTGEN _______ Nota (1) Zitting 2008-2009. Stukken van het Waals Parlement 957 (2008-2009), nrs. 1 tot 3.
Volledig verslag, openbare vergadering van 29 april 2009.
Bespreking - Stemmingen.