gepubliceerd op 14 mei 2012
Decreet houdende wijziging van sommige bepalingen van het Wetboek van de plaatselijke democratie en de decentralisatie
26 APRIL 2012. - Decreet houdende wijziging van sommige bepalingen van het Wetboek van de plaatselijke democratie en de decentralisatie (1)
Het Waalse Parlement heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt :
Artikel 1.Artikel L11121-1 van het Wetboek van de plaatselijke democratie en de decentralisatie wordt aangevuld als volgt : "alsook uit de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn indien de wetgeving die op hem van toepassing is, in zijn aanwezigheid binnen het gemeentecollege voorziet".
Art. 2.In artikel L1121-3, eerste lid, tweede zin, van hetzelfde Wetboek vervallen de woorden "dat voorafgaat aan het jaar".
Art. 3.Artikel L1122-5 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij het decreet van 8 december 2005, wordt vervangen als volgt : "Het raadslid dat niet meer voldoet aan één van de verkiesbaarheidsvereisten, mag zijn ambt niet meer blijven uitoefenen.
Het college stelt er de raad en de betrokkene in kennis van.
Laatstgenoemde kan zijn verweermiddelen binnen een termijn van vijftien dagen mededelen aan het college. De raad neemt akte van het verlies van de ene of de andere verkiesbaarheidsvereisten en stelt het verval van rechtswege vast. Hij gaat tot de vervanging van het betrokken lid over.
Een beroep, gegrond op artikel 16 van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, wordt tegen deze beslissing ingesteld. Het wordt ingesteld binnen acht dagen na de kennisgeving ervan.
Indien de betrokkene, zelfs bij ontstentenis van enige kennisgeving, zijn bediening blijft uitoefenen hoewel hij kennis heeft van de oorzaak van het verval, is hij strafbaar met de straffen bepaald in artikel 262 van het Strafwetboek."
Art. 4.Artikel 1122-6 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij het decreet van 8 december 2005, wordt vervangen als volgt : "Art. L1122-6. § 1. Het gemeenteraadslid mag verlof nemen wegens de geboorte of de adoptie van een kind. Het lid deelt zijn verlof schriftelijk aan de gemeenteraad mede met vermelding van de aanvangs- en einddatum. De duur van het verlof is maximum 20 weken. Het verlof eindigt uiterlijk 20 weken na de geboorte of de adoptie. § 2. Ter gelegenheid van het verlof bedoeld in § 1 gaat de gemeenteraad tot de vervanging van het gemeenteraadslid voor de duur van het verlof over indien de meerderheid van de leden van de fractie waartoe hij behoort, erom verzoekt. § 3. Het lid wordt vervangen door de opvolger van zijn lijst en die als eerste gerangschikt is overeenkomstig artikel L4145-14, na onderzoek van diens geloofsbrieven door de gemeenteraad. § 4. Paragraaf 1 geldt vanaf de eerste vergadering van de gemeenteraad na die waarop het gemeenteraadslid dat verhinderd is, geïnstalleerd is."
Art. 5.In artikel L1122-7, § 1, van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij het decreet van 8 december 2005, wordt een tweede lid ingevoegd tussen het tweede en het derde lid, luidend als volgt : "De vergaderingsvoorzitter bedoeld in artikel L1122-34, § 3, ontvangt een dubbel aanwezigheidsgeld per vergadering van de gemeenteraad die hij voorzit. Hij ontvangt geen andere voordelen of bezoldigingen."
Art. 6.In artikel L1122-10 van hetzelfde Wetboek wordt § 3 vervangen als volgt : "De raadsleden hebben het recht om het gemeentecollege schriftelijke en mondelinge vragen te stellen over de aangelegenheden die vallen onder de : 1° beslissingsbevoegdheid van het gemeentecollege of van de gemeenteraad;2° adviesbevoegdheid van het gemeentecollege of van de gemeenteraad voor zover het voorwerp van die bevoegdheid het gemeentelijke grondgebied betreft. Het huishoudelijk reglement bepaalt de toepassingsmodaliteiten van dit artikel."
Art. 7.In hetzelfde Wetboek wordt artikel L1122-14 waarvan de huidige tekst § 1 zal vormen, aangevuld met de §§ 2, 3, 4, 5 en 6, luidend als volgt : " § 2. De inwoners van de gemeente mogen het college bij een openbare vergadering van de raad rechtstreeks interpelleren.
In de zin van dit artikel is inwoner elke natuurlijke persoon die de volle leeftijd van 18 jaar heeft bereikt en die sinds minstens zes maanden ingeschreven is op het bevolkingsregister van de gemeente alsmede elke rechtspersoon waarvan de maatschappelijke zetel of de bedrijfszetel op het grondgebied van de gemeente is gelegen en die vertegenwoordigd is door een natuurlijke persoon die de volle leeftijd van 18 jaar heeft bereikt. § 3. De volledige tekst van de voorgestelde interpellatie wordt schriftelijk bij het gemeentecollege ingediend.
Om ontvankelijk te zijn, moet de ingediende interpellatie de volgende voorwaarden vervullen : 1° slechts door één enkele persoon worden ingediend;2° in de vorm van een vraag geformuleerd worden en niet leiden tot een mondelinge tussenkomst van meer dan 10 minuten;3° betrekking hebben op : a) een voorwerp dat valt onder de beslissingsbevoegdheid van het college of van de gemeenteraad;b) een voorwerp dat valt onder de adviesbevoegdheid van het gemeentecollege of van de gemeenteraad voor zover het voorwerp van die bevoegdheid het gemeentelijke grondgebied betreft;4° een algemene draagwijdte hebben;5° niet strijdig zijn met de vrijheden en fundamentele rechten;6° niet betrekking hebben op een persoonlijke vraag;7° geen vragen zijn die strekken tot het verkrijgen van statistische gegevens;8° geen vragen zijn die strekken tot het verkrijgen van documentatie;9° geen vragen zijn waarmee alleen beoogd is adviezen op juridisch gebied in te winnen. Het gemeentecollege beslist over de ontvankelijkheid van de interpellatie.
De beslissing tot niet-ontvankelijkheid is tijdens de zitting van de gemeenteraad bijzonder met redenen omkleed. § 4. De interpellant stelt zijn vraag in de openbare vergadering op verzoek van de voorzitter van de raad met inachtneming van de regels m.b.t. het nemen van het woord binnen de vergadering en binnen de in § 3, 2° toegestane tijd.
Het gemeentecollege antwoordt op de interpellaties.
De interpellant beschikt over 2 minuten om te repliceren voor de definitieve afsluiting van het agendapunt.
De interpellaties worden overschreven in de notulen van de zitting van de gemeenteraad. Het wordt bekendgemaakt op de website van de gemeente. § 5. Een gemeentelijke commissie voor verzoeken kan ingesteld worden om in te gaan op de ingediende interpellaties, overeenkomstig artikel L1122-34, § 1. § 6. Het huishoudelijk reglement bepaalt de nadere regels voor de toepassing van dit artikel."
Art. 8.In artikel L1122-15, worden de eerste en tweede leden van hetzelfde Wetboek vervangen als volgt : "De raad wordt voorgezeten door de burgemeester of door zijn vervanger, behalve wanneer een vergaderingsvoorzitter krachtens artikel L1122-34, § 3 aangewezen wordt. Hij opent en sluit de vergadering."
Art. 9.In artikel L1122-18, vervalt het vijfde lid van hetzelfde Wetboek dat gewijzigd is bij het decreet van 8 december 2005.
Art. 10.Artikel L1122-34 van hetzelfde Wetboek wordt aangevuld met een § 3, luidend als volgt : " § 3. De gemeenteraad kan een vergaderingsvoorzitter kiezen onder de andere gemeenteraadsleden van Belgische nationaliteit uit één van politieke fracties die de beginselen van de democratie in acht nemen die, onder anderen, verwoord zijn in het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, de wet van 30 juli 1981 tot bestraffing van bepaalde door racisme of xenofobie ingegeven daden en de wet van 23 maart 1995 tot bestraffing van het ontkennen, minimaliseren, rechtvaardigen of goedkeuren van de genocide die tijdens de Tweede Wereldoorlog door het Duitse nationaal-socialistische regime is gepleegd of welke andere genocide ook, of die de recthen en vrijheden gewaarbord door de Grondwet, dan de in functie zijnde leden van het gemeentecollege.
Art. 11.Artikel L1122-34 van hetzelfde Wetboek wordt aangevuld met de §§ 4 en 5, luidend als volgt : " § 4. De kandidatuur van de vergaderingsvoorzitter wordt ter stemming aan de raad voorgelegd op grond van een akte van voordracht getekend door : 1° de kandidaat;2° minstens de helft van de raadsleden van elke politieke fractie die aan het meerderheidspact deelneemt;3° minstens de helft van de raadsleden van de politieke fractie waartoe de kandidaat behoort. Elke persoon mag slechts één akte van voordracht ondertekenen.
Het debat en de stemming over de verkiezing van de vergaderingsvoorzitter worden op agenda gezet van de eerstvolgende gemeenteraad na overhandiging ervan aan de gemeentesecretaris, voor zover er minstens zeven volle dagen verlopen zijn na die overhandiging Over de verkiezing wordt in openbare vergadering en mondeling gestemd.
De opdrachten van de vergaderingsvoorzitter zijn bedoeld in de artikelen L1122-15, L1122-25 en L1126-1, § 2. § 5. Er kan een einde worden gemaakt aan de functies van de vergaderingsvoorzitter door overhandiging aan de gemeentesecretaris van een akte van voordracht van een opvolger onder de in de §§ 3 en 4 bedoelde voorwaarden. Het debat en de stemming over de verkiezing van de opvolger worden op agenda gezet van de eerstvolgende gemeenteraad na overhandiging ervan aan de gemeentesecretaris, voor zover er minstens zeven volle dagen verlopen zijn na die overhandiging De nieuwe vergaderingsvoorzitter wordt bij een openbare vergadering van de raad mondeling en bij meerderheid van de aanwezige leden van de raad verkozen. De gemeenteraad beoordeelt in hoogste feitelijke aanleg door zijn stemming de redenen waarop ze berust."
Art. 12.In artikel L1123-1 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de decreten van 8 december 2005, van 8 juni 2006 en 27 juni 2007 worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1 wordt het tweede lid vervangen als volgt : "Het gemeenteraadslid dat tijdens de legislatuur uit zijn politieke fractie aftreedt, is van rechtswege ontslagnemend van alle mandaten die hij onder afgeleide titel uitoefende zoals bepaald in artikel L5111-1.De behoorlijk ondertekende akte van ontslag wordt aan het college overgemaakt en medegedeeld aan de leden van de gemeenteraad bij de eerstvolgende vergadering. Het ontslag treedt in werking op deze datum en de notulen van de zitting van de gemeenteraad maken er gewag van. Een uittreksel van de notulen wordt betekend aan de instellingen waarin het lid wegens zijn hoedanigheid van gemeenteraadslid zitting heeft."; 2° in § 1 wordt een lid, luidend als volgt, ingevoegd tussen het tweede en het derde lid : "Het gemeenteraadslid dat tijdens de legislatuur uit zijn politieke fractie wordt uitgesloten, wordt van rechtswege van alle mandaten die hij onder afgeleide titel uitoefende, ontheven, zoals bepaald in artikel L5111-1. De akte van uitsluiting is geldig indien : 1° hij door de meerderheid van de leden van zijn fractie wordt ondertekend;2° hij aan het college wordt medegedeeld. De akte van uitsluiting wordt aan de leden van de gemeenteraad bij de eerstvolgende vergadering medegedeeld. De uitsluiting treedt in werking op deze datum en de notulen van de zitting van de gemeenteraad maken er gewag van. Een uittreksel van de notulen wordt betekend aan de instellingen waarin het lid wegens zijn hoedanigheid van gemeenteraadslid zitting heeft."; 3° in § 2 wordt het eerste lid vervangen als volgt : "Uiterlijk op de tweede maandag van november na de verkiezingen wordt (worden) het (de) pactontwerp(en) aan de gemeentesecretaris overhandigd. Dit (deze) project(en) wordt (worden) onverwijld ter kennis van het publiek gebracht bij wijze van aanplakking in het gemeentehuis."; 4° in § 5, wordt het zevende lid, ingevoegd bij het decreet van 27 juni 2007, vervangen als volgt : "Na de periode van dertig dagen bedoeld in het tweede lid benoemt de Regering een bemiddelaar van wie ze de opdracht bepaalt.Aan het einde van die opdracht kan de Regering nieuwe verkiezingen laten plaatsvinden. In dat geval belast de Regering de gouverneur ermee het register van de gemeenteraadskiezers op te maken, op de dag van de kennisgeving van die regeringsbeslissing aan de gemeenteraad en de kiezers op te roepen voor nieuwe verkiezingen te houden binnen vijftig dagen na die kennisgeving. De precieze kalender van de kiesverrichtingen wordt door de Regering bepaald. De nieuwe raadsleden voleindigen het mandaat van hun voorgangers."
Art. 13.In artikel L1123-2 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij het decreet van 8 december 2005, vervallen de woorden "in de gevallen bedoeld in de artikelen L1123-6, L1123-7, L1123-12, L1125-2 en L1125-7".
Art. 14.In artikel L1123-43 van hetzelfde Wetboek wordt § 3, ingevoegd bij het decreet van 27 juni 2007, vervangen als volgt : " § 3. Behoudens in het geval bedoeld in artikel L1123-1, § 5, mag het in § 1 of § 2 bedoelde raadslid dat tijdens de verkiezingen op één van de drie eerste plaatsen van de kandidatenlijst bedoeld in artikel L4112-4, § 2, stond en dat ervan afziet de functie van burgemeester die hem toevertrouwd is, uit te oefenen of dat ervan afziet, nadat het die functie uitgeoefend heeft, geen lid zijn van het gemeentecollege tijdens de legislatuur."
Art. 15.Artikel L1123-5 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij het decreet van 8 december 2005, wordt vervangen als volgt : "Art. L1123-5. § 1. Als verhinderd wordt de burgemeester beschouwd, die het ambt van minister, staatssecretaris, lid van een Regering of gewestelijk staatssecretaris uitoefent, of in het geval bedoeld in het bijzonder decreet tot beperking van de cumulatie van mandaten in hoofde van de volksvertegenwoordigers van het Waalse Parlement, tijdens de uitoefening van dat ambt.
Als verhinderd wordt ook beschouwd, de burgemeester die een verlof neemt overeenkomstig artikel L1123-32, § 2. Bij ontstentenis of verhindering van de burgemeester, wordt zijn ambt waargenomen door de schepen met de Belgische nationaliteit, die de burgmeester heeft opgedragen. Zo niet wordt hij vervangen door de eerst gekozen schepen met de Belgische nationaliteit. § 2. De schepen die een burgemeester, als verhinderd beschouwd overeenkomstig artikel L1123-10, § 1, vervangt, wordt op verzoek van het gemeentecollege vervangen tijdens de periode waarin hij de burgemeester vervangt."
Art. 16.Artikel L1123-10 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij het decreet van 8 december 2005, wordt vervangen als volgt : "Art. L1123-10. § 1. Als verhinderd wordt de schepen beschouwd, die het ambt van minister, staatssecretaris, lid van een Regering of gewestelijk staatssecretaris uitoefent, of in het geval bedoeld in het bijzonder decreet tot beperking van de cumulatie van mandaten in hoofde van de volksvertegenwoordigers van het Waalse Parlement, tijdens de uitoefening van dat ambt.
Als verhinderd wordt ook beschouwd, de schepen die een verlof neemt overeenkomstig artikel L1123-32. § 2. De afwezige of verhinderde schepen wordt voor de ontstentenis- of verhinderingsperiode op de voordracht van het college vervangen door een raadslid aangewezen door de raad onder de raadsleden van de politieke fractie waartoe hij behoort. Bij ontstentenis kan hij vervangen worden door een raadslid afkomstig van een andere politieke fractie gebonden bij het meerderheidspact.
Er wordt rekening gehouden met de in artikel L1125-2 bedoelde onverenigbaarheden.
De afwezige of verhinderde schepen wordt onder de voorwaarden bepaald bij artikel L1123-8, § 2, tweede lid, vervangen door een buiten de raad gekozen schepen behorend tot dezelfde politieke fractie als alle leden van het college en alle raadsleden die behoren tot de politieke fracties gebonden door het meerderheispact, van hetzelfde geslacht zijn."
Art. 17.Artikel L1123-14 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij het decreet van 8 december 2005 en gewijzigd bij het decreet van 8 juni 2006, wordt gewijzigd als volgt : 1° § 1, lid 7, wordt aangevuld met de volgende zin : "In geval van indiening van een gezamenlijke motie van wantrouwen of van een individuele motie tegen de voorzitter van het O.C.M.W., richt de gemeentesecretaris onverwijld de tekst van de motie aan elk lid van de raad voor sociale actie indien de op de voorzitter van het O.C.M.W. toepasselijke wetgeving in zijn aanwezigheid binnen de gemeenteraad voorziet."; 2° § 3 wordt aangevuld met een lid luidend als volgt : "Tijdens eenzelfde gemeentelijke legislatuur mogen niet meer dan twee moties van wantrouwen m.b.t. het geheel van het college gestemd worden."
Art. 18.In hetzelfde Wetboek wordt een afdeling 9 met als opschrift" Verlof wegens de geboorte of de adoptie van een kind" ingevoegd in hoofdstuk III van titel II van Boek I van Deel I, dat een als volgt luidend artikel omvat : "Art. L1123-32. De burgemeester of de schepen mag verlof nemen wegens de geboorte of de adoptie van een kind. Hij deelt zijn verlof schriftelijk aan de gemeenteraad mede met vermelding van de aanvangs- en einddatum. De duur van het verlof is maximum 20 weken. Het verlof eindigt uiterlijk 20 weken na de geboorte of de adoptie van het kind.
De verlofaanvraag als schepen of burgemeester wordt ingediend indien de betrokkene tijdens die periode gemeenteraadslid wil blijven."
Art. 19.Artikel L1125-3 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij het decreet van 8 december 2005, wordt vervangen als volgt : "Art. L1125-3. § 1. De leden van het gemeentebestuur bedoeld in artikel L1121-1 van dit Wetboek mogen geen bloed- of aanverwanten zijn tot en met de tweede graad, noch door de echt verbonden zijn of wettelijk samenwonen.
Personen wier echtgenoten of wettelijk samenwonenden elkaars bloedverwanten zijn in de eerste of de tweede graad, kunnen niet tegelijk deel uitmaken van de gemeenteraad. § 2. Worden bloed- of aanverwanten in één van die graden of twee wettelijk samenwonenden gekozen bij eenzelfde verkiezing, dan wordt de voorkeur bepaald door de grootte van de quotiënten op grond waarvan de door die kandidaten verkregen zetels aan hun lijst zijn toegekend.
Worden twee bloed- of aanverwanten in een verboden graad of twee echtgenoten of twee wettelijk samenwonenden gekozen, de een tot raadslid, de ander tot opvolger, dan geldt het verbod om zitting te nemen alleen voor de opvolger, tenzij de plaats waarvoor hij in aanmerking komt, opengevallen is vóór de verkiezing van zijn bloedverwant, aanverwant of echtgenoot.
Tussen opvolgers die voor opengevallen plaatsen in aanmerking komen, wordt de voorrang allereerst bepaald naar tijdsorde van de vacatures.
De verkozene die onder de in de leden 1 tot 3 bedoelde omstandigheden niet geïnstalleerd is, behoudt het recht om later de eed te mogen afleggen en wordt vervangen door de opvolger die in aanmerking komt op de lijst waarop hij verkozen werd.
Wanneer de onverenigbaarheid ophoudt, wordt laatstgenoemde als eerste opvolger gerangschikt. § 3. Aanverwantschap die later tot stand komt onder de leden van de raad, heeft geen verval van hun mandaat als gevolg. Dit geldt niet voor het geval van huwelijk of van het wettelijk samenwonen tussen de leden van de raad.
De aanverwantschap wordt geacht op te houden bij overlijden van de persoon door wie zij tot stand is gekomen."
Art. 20.Artikel L1125-7 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij het decreet van 8 december 2005, wordt vervangen als volgt : "Het raadslid dat in één van de toestanden van onverenigbaarheid bedoeld in de artikelen L1125-5 en L1125-6 verkeert, mag zijn ambt niet meer blijven uitoefenen.
Het college stelt er de raad en de betrokkene in kennis van.
Laatstgenoemde kan zijn verweermiddelen binnen een termijn van vijftien dagen mededelen aan het college. De raad neemt akte van de feiten die van dien aard zijn dat ze de in onverenigbaarheid als gevolg hebben, en stelt het verval van rechtswege vast. Hij gaat tot de vervanging van het betrokken lid over.
Een beroep, gegrond op artikel 16 van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, wordt tegen deze beslissing ingesteld. Het wordt ingesteld binnen acht dagen na de kennisgeving ervan.
Indien de betrokkene, zelfs bij ontstentenis van enige kennisgeving, zijn bediening blijft uitoefenen hoewel hij kennis heeft van de oorzaak van het verval, is hij strafbaar met de straffen bepaald in artikel 262 van het Strafwetboek."
Art. 21.In artikel L1126-1, § 2, van hetzelfde Wetboek, worden de woorden "de burgemeester" vervangen door de woorden "de voorzitter van de raad".
Art. 22.In artikel L1141-1, § 1, eerste lid, van hetzelfde Wetboek, worden de woorden "bedoeld in de artikelen L1122-30, L1122-31, L1122-32 en L1122-36" vervangen door de woorden "die tot de beslissingsbevoegdheid van de gemeenteraad behoren of die tot de adviesbevoegdheid van het college of van de gemeenteraad behoren voor zover deze bevoegdheid van gemeentelijk belang is".
Art. 23.Artikel L1141-3 van hetzelfde Wetboek wordt aangevuld met het volgende lid : "Het formulier bedoeld in het eerste lid wordt binnen de 15 dagen van het verzoek gericht aan de gemeentesecretaris afgeleverd."
Art. 24.In artikel L1141-4 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij het decreet van 8 december 2005, wordt het derde lid vervangen door wat volgt : "De controle wordt beëindigd wanneer het aantal geldige handtekeningen is bereikt. Het college sluit de controle af uiterlijk binnen 30 dagen na ontvangst van het verzoek. Het college geeft per aangetekend schrijven kennis van de aanvaarding of van de weigering van de volksraadpleging aan de personen bedoeld in artikel L1141-3, eerste lid, 3°, van het Wetboek. In geval van aanvaarding, organiseert de gemeenteraad de volksraadpleging."
Art. 25.In artikel L1141-5 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij het decreet van 8 december 2005, worden de §§ 6 en 7 vervangen door wat volgt : " § 6. Tot stemopneming wordt slechts overgegaan indien ten minste 10 % van de inwoners aan de raadpleging hebben deelgenomen. § 7. De bepalingen van de artikelen L4132-1 en L4143-20, § 6, gelden voor de gemeentelijke volksraadpleging, met dien verstande dat het woord « kiezer » vervangen wordt door het woord « deelnemer », dat de woorden « de kiezer » en « de kiezers » telkens en respectievelijk vervangen worden door de woorden « de deelnemer » en « de deelnemers », dat de woorden « de verkiezing » vervangen worden door de woorden « de volksraadpleging » en dat de woorden « de verkiezingen waarvoor » vervangen worden door de woorden « de volksraadpleging waarvoor »."
Art. 26.Artikel L1141-8 van hetzelfde Wetboek wordt aangevuld met het volgende lid : « De resultaten van de volksraadpleging en het gevolg dat wordt gegeven aan het desbetreffend dossier moeten door het gemeentecollege op de agenda worden gezet van de eerstvolgende vergadering van de gemeenteraad."
Art. 27.In hetzelfde Wetboek wordt een artikel L1141-13 ingevoegd, luidend als volgt : "Art. L1141-13. Binnen de perken van de beschikbare begroting, kan een financiële incentive worden toegekend aan de gemeenten die een volksraadpleging op verzoek van hun inwoners organiseren. De Regering bepaalt het bedrag en de toekenningsvoorwaarden van deze incentive."
Art. 28.In artikel L1231-5, § 2, van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij het decreet van 15 februari 2007, wordt het vierde lid vervangen door wat volgt : "De bestuurders worden aangewezen naar evenredigheid van de provincieraad overeenkomstig de artikelen 167 en 168 van het Strafwetboek.
Elke democratische politieke fractie die niet vertegenwoordigd is overeenkomstig het kiessysteem van evenredige vertegenwoordiging bedoeld in deze paragraaf, heeft recht op een zetel. In dit geval, zal de meerderheid in haar geheel een aantal zetels krijgen gelijk aan het aantal overblijvende zetels toegekend aan de politieke fracties die niet deel uitmaken van het meerderheidspact. In dit geval is het maximumaantal bestuurders zoals bepaald in het vorige lid niet van toepassing.
Bij de berekening van die evenredigheid wordt geen rekening gehouden met genoemde politieke fractie(s) die niet zou(den) voldoen aan de beginselen van de democratie verwoord, onder andere, door het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, de aanvullende protocollen bij dit Verdrag van kracht in België, de wet van 30 juli 1981 tot bestraffing van bepaalde door racisme of xenofobie ingegeven daden en de wet van 23 maart 1995 tot bestraffing van het ontkennen, minimaliseren, rechtvaardigen of goedkeuren van de genocide die tijdens de Tweede Wereldoorlog door het Duitse nationaal-socialistische regime is gepleegd of van elke andere vorm van genocide, noch met degenen die bestuurder van een vereniging waren op het ogenblik van de feiten naar aanleiding waarvan ze veroordeeld werd wegens één van de overtredingen bepaald bij de wet van 30 juli 1981 of de wet van 23 maart 1995."
Art. 28bis.In artikel L1231-9, § 1, van hetzelfde Wetboek, wordt een lid toegevoegd vóór het eerste lid, luidend als volgt : « De gemeente sluit een beheerscontract met het autonome gemeentebedrijf. Dit contract bepaalt minstens de aard en de opdrachten die het zal moeten uitoefenen, alsmede de wijzers voor de evaluatie van de uitvoering van zijn opdrachten. Het beheerscontract geldt voor drie jaar en kan verlengd worden. »
Art. 29.In Deel één, Boek II, Titel III, van hetzelfde Wetboek, wordt een Hoofdstuk IV ingevoegd, luidend als volgt "De gemeentelijke VZW's".
Art. 30.In hoofdstuk IV, ingevoegd bij artikel 29, wordt een artikel L1234-1 ingevoegd, luidend als volgt : "Art. L1234-1. § 1. In de aangelegenheden van gemeentelijk belang, één of meerdere gemeenten kunnen een VZW oprichten of tegemoetkoming in een VZW indien de noodzaak van deze oprichting of tegemoetkoming het voorwerp uitmaakt van een bijzondere motivatie gegrond op het bestaan van een specifieke behoefte van openbaar belang waarop niet kan worden ingespeeld door de algemene diensten, de inrichtingen of de gemeentebedrijven en die het voorwerp uitmaakt van een precieze beschrijving. § 2. De gemeente sluit een beheerscontract met : 1° de VZW waarin ze het overwicht bezit, in de zin van artikel L1234-2, § 2, van dit Wetboek; 2° de VZW waaraan zij één of meerdere toelagen verleent voor een minimum bedrag van 50.000 euro per jaar.
Dit contract bepaalt minstens de aard en de opdrachten die de rechtspersoon zal moeten uitoefenen, alsmede de wijzers voor de evaluatie van de uitvoering van zijn opdrachten.
Het beheerscontract wordt voor drie jaar gesloten. Het is verlengbaar. § 3. Het gemeentecollege maakt jaarlijks een verslag op over de evaluatie van de uitvoering van het ondernemingsplan. Dit verslag wordt voorgelegd aan de gemeenteraad die de uitvoering van de verplichtingen voortvloeiend uit het beheerscontract controleert."
Art. 31.In hoofdstuk IV, ingevoegd bij artikel 29, wordt een artikel L1234-2 ingevoegd, luidend als volgt : "Art. L1234-2. § 1. De gemeenteraad benoemt de vertegenwoordigers van de gemeente in de VZW's waarvan één gemeente of meerdere gemeenten lid zijn. Hij kan deze mandaten intrekken.
Hij stelt eveneens de kandidaten voor de mandaten voorbehouden aan de gemeente in de andere beheers- en controleorganen overeenkomstig de statuten voor.
De gemeente wordt vertegenwoordigd door bestuurders van beide geslachten. Hun aantal mag niet groter zijn dan een vijfde van het aantal provincieraadsleden.
De afgevaardigden in de algemene vergadering worden aangewezen naar evenredigheid van de provincieraad overeenkomstig de artikelen 167 en 168 van het Strafwetboek.
De bestuurders die de gemeente vertegenwoordigen worden aangewezen, als de VZW slechts een gemeente bevat, naar evenredigheid van de gemeenteraad overeenkomstig de artikelen 167 en 168 van het Kieswetboek en, als de VZW meer dan één gemeente bevat, naar evenredigheid van het geheel van de gemeenteraden van de verenigde gemeenten overeenkomstig de artikelen 167 en 168 van het Kieswetboek, zonder inachtneming van de fractie(s) die de beginselen van de democratie niet in acht neemt (nemen), zoals, onder anderen, verwoord door Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, de wet van 30 juli 1981 tot bestraffing van bepaalde door racisme of xenofobie ingegeven daden en de wet van 23 maart 1995 tot bestraffing van het ontkennen, minimaliseren, rechtvaardigen of goedkeuren van de genocide die tijdens de tweede wereldoorlog door het Duitse nationaal-socialistische regime is gepleegd.
Voor de berekening van die evenredigheid wordt rekening gehouden met de eventuele statutaire criteria, alsook met de facultatieve individuele verklaringen van lijstverbinding of hergroepering.
Elke fractie die niet bedoeld is in het derde lid wordt binnen de grenzen van de beschikbare mandaten vertegenwoordigd. § 2. Zodra de statuten de meerderheid van de mandaten binnen de beheers- en controleorganen aan de gemeente toekennen, heeft elke democratische politieke fractie die niet vertegenwoordigd is overeenkomstig het kiessysteem van evenredige vertegenwoordiging bedoeld § 1, recht op een zetel. In dit geval, krijgt de meerderheid in haar geheel een aantal zetels gelijk aan het aantal overblijvende zetels toegekend aan de politieke fracties die niet deel uitmaken van het meerderheidspact. § 3. Als verschillende gemeenten lid zijn van een VZW en voor zover ze over de meerderheid van de stemmen beschikken, heeft elke democratische politieke fractie die binnen een van de verenigde gemeenten over minstens één verkozene beschikt en van minstens één verkozene in het Waalse Parlement en die niet wordt vertegenwoordigd overeenkomstig het kiessysteem van evenredige vertegenwoordiging bedoeld in § 1, recht op een zetel. Met deze bijkomende zetel is de aldus aangewezen bestuurder, in ieder geval, stemgerechtigd."
Art. 32.In hoofdstuk IV, ingevoegd bij artikel 29, wordt een artikel L1234-3 ingevoegd, luidend als volgt : "Art. 1234-3. Het raadslid aangewezen om de gemeente in de VZW's te vertegenwoordigen kan jaarlijks een schriftelijk verslag opstellen over de uitoefening van zijn mandaat. De gemeenteraad bepaalt de modaliteiten van dit verslag bij de aanwijzing van het raadslid dat de gemeente zal vertegenwoordigen. Als de gemeente over verschillende vertegenwoordigers in dezelfde VZW beschikt, kunnen ze een gemeenschappelijk verslag opstellen."
Art. 33.In hoofdstuk IV, ingevoegd bij artikel 29, wordt een artikel L1234-4 ingevoegd, luidend als volgt : "Art. L1234-4. De gemeenteraadsleden mogen inzage nemen van de begrotingen, rekeningen en beslissingen van de beheers- en controleorganen van de VZW's waarin de gemeente het overwicht bezit, in de zin van artikel L1234-2, § 2, van dit Wetboek, en hun gebouwen en diensten bezoeken.
De inlichtingen verkregen door de raadsleden overeenkomstig deze bepaling kunnen enkel worden gebruikt in het kader van de uitoefening van hun mandaat.
Het voordeel van het inzage- en bezoeksrecht bedoeld in de vorige leden geldt niet voor de gemeenteraadsleden verkozen op lijsten van fracties die de beginselen van de democratie niet in acht nemen, zoals verwoord, onder andere, door het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, de aanvullende protocollen bij dit Verdrag van kracht in België, de wet van 30 juli 1981 tot bestraffing van bepaalde door racisme of xenofobie ingegeven daden en de wet van 23 maart 1995 tot bestraffing van het ontkennen, minimaliseren, rechtvaardigen of goedkeuren van de genocide die tijdens de Tweede Wereldoorlog door het Duitse nationaal-socialistische regime is gepleegd of van elke andere vorm van genocide.
Elk raadslid dat deze rechten heeft uitgeoefend kan een schriftelijk verslag uitbrengen aan de gemeenteraad.
De toepassingsmodaliteiten van dit artikel worden in het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad bepaald."
Art. 34.In hoofdstuk IV, ingevoegd bij artikel 29, wordt een artikel L1234-5 ingevoegd, luidend als volgt : "Art. L 1234-5. Elk lid van een gemeenteraad dat in deze hoedanigheid een mandaat in een VZW uitoefent, wordt geacht van rechtswege ontslag te nemen zodra hij niet langer deel uitmaakt van deze gemeenteraad.
Alle mandaten in de verschillende organen van de VZW vervallen onmiddellijk na de eerste algemene vergadering die volgt op de hernieuwing van de gemeenteraden."
Art. 35.In hoofdstuk IV, ingevoegd bij artikel 29, wordt een artikel L1234-6 ingevoegd, luidend als volgt : "Art. L1234-6. Hoofdstuk IV, met het opschrift « De gemeentelijke VZW's », is niet van toepassing op de VZW's waarvan de activiteiten krachtens een specifiek wettelijk kader worden georganiseerd.
De op het ogenblik van de inwerkingtreding van dit decreet bestaande VZW's zullen uiterlijk 30 juni 2012 hun statuten in overeenstemming brengen met de bepalingen van dit decreet."
Art. 36.In hetzelfde Wetboek wordt een artikel L1321-3 ingevoegd, luidend als volgt : "Art. L1321-3. Volgens de modaliteiten die hij bepaalt, kan de gemeenteraad beslissen om een gedeelte van de gemeentebegroting, de zogenaamde participatieve begroting, te besteden aan projecten afkomstig van buurtcomités of van verenigingen van burgers met rechtspersoonlijkheid."
Art. 37.In artikel L1522-4, § 1, van hetzelfde Wetboek, vervangen bij het decreet van 19 juli 2006 en gewijzigd bij het decreet van 9 maart 2007, wordt een lid ingevoegd tussen het tweede en het derde lid, luidend als volgt : "Elke democratische politieke fractie die binnen een van de verenigde gemeenten over minstens één verkozene beschikt en van minstens één verkozene in het Waalse Parlement en die niet wordt vertegenwoordigd overeenkomstig het kiessysteem van evenredige vertegenwoordiging bedoeld in deze paragraaf, heeft recht op een zetel. Met deze bijkomende zetel is het aldus aangewezen lid van het beheerscomité, in ieder geval, stemgerechtigd. In dit geval, is de beperking van het maximum aantal bestuurders bedoeld in deze paragraaf niet van toepassing."
Art. 38.In artikel L1523-1 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij het decreet van 19 juli 2006 en gewijzigd bij het decreet van 30 april 2009, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid, worden de woorden ", ofwel van vereniging zonder winstoogmerk" geschrapt;2° in het tweede lid, worden de woorden "en de verenigingen zonder winstoogmerk" en ", al naar gelang het geval," geschrapt;3° het derde lid wordt geschrapt.
Art. 39.In artikel L1523-10, § 1, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij het decreet van 19 juli 2006 en gewijzigd bij het decreet van 21 maart 2007, worden de woorden "gemeenteraads- en/of provincieraadsleden" vervangen door de woorden "gemeenteraadsleden en, in voorkomend geval, provincieraadsleden of raadsleden van de O.C.M.W."
Art. 40.In artikel L1523-11 van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij het decreet van 19 juli 2006, wordt het derde lid vervangen door wat volgt : "In geval van provinciale deelneming of van het O.C.M.W., geldt hetzelfde, mutatis mutandis, voor de vertegenwoordiging in de algemene vergadering van de aangesloten provincie(s) of van het (de) aangesloten O.C.M.W.('s)."
Art. 41.In artikel L1523-12 van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij het decreet van 19 juli 2006, wordt § 1 vervangen door wat volgt : "Iedere gemeente beschikt in de algemene vergadering over een stemrecht dat bepaald wordt op grond van de statuten of van het aantal aandelen dat zij in handen heeft. De afgevaardigden van elke gemeente en, in voorkomend geval, van elke provincie of O.C.M.W. geven de algemene vergadering kennis van de stemmenverhouding binnen hun raad.
Indien de gemeenteraad en, in voorkomend geval, de provincieraad of het O.C.M.W. niet beslissen, beschikt iedere afgevaardigde over een stemrecht dat overeenkomt met één vijfde van de aandelen die toegewezen zijn aan de vennoot die hij vertegenwoordigt.
Wat betreft de goedkeuring van de jaarrekeningen, de stemming van de aan de bestuurders en leden van het in artikel L1523-24 bedoelde College te verlenen kwijting, de vraagstukken betreffende het beleidsplan, wordt het gebrek aan gemeentelijke of provinciale beraadslaging beschouwd als een onthouding van betrokken vennoot."
Art. 42.In artikel L1523-13 van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij het decreet van 19 juli 2006 en gewijzigd bij het decreet van 9 april 2007, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1, wordt het derde lid luidende aangevuld als volgt : « De raad van bestuur zet op de agenda van de algemene vergadering van het eerste semester elk bijkomend punt dat schriftelijk wordt ingediend door elke persoon dat zijn woonplaats heeft op het grondgebied van een van de aangesloten gemeenten, provincies of O.C.M.W.'s voor zover het verzoek wordt gemotiveerd, van een voorstel tot beslissing wordt vergezeld en vóór 1 maart van het betrokken jaar wordt overgemaakt. De raad van bestuur zet op de agenda van de algemene vergadering van het tweede semester elk bijkomend punt dat schriftelijk wordt ingediend door elke persoon dat zijn woonplaats heeft op het grondgebied van een van de aangesloten gemeenten, provincies of O.C.M.W.'s voor zover het verzoek wordt gemotiveerd, van een voorstel tot beslissing wordt vergezeld en vóór 1 september van het betrokken jaar wordt overgemaakt. Na het verstrijken van deze termijnen, wordt het ingediende punt tot de eerstvolgende vergadering uitgesteld. De algemene vergadering die de beslissing neemt om af te wijken van het voorstel ingediend volgens de vereiste vorm en binnen de voorgeschreven termijnen, motiveert haar beslissing."; 2° in § 1, wordt het vierde lid aangevuld als volgt : "De oproeping vermeldt dat de zitting van de algemene vergadering openstaat voor alle personen die op het gebied van een van de aangesloten gemeenten, provincies of O.C.M.W.'s woonachtig zijn"; 3° in § 1, worden het vijfde en het zesde lid vervangen door wat volgt : "De betrokken leden van de gemeente- of provincieraden of van de O.C.M.W.'s, alsook elke persoon die vanaf minstens zes maanden woonachtig is op het grondgebied van een van de aangesloten gemeenten/provincies of O.C.M.W.'s, kunnen als waarnemers aan de zittingen deelnemen, behalve als het om personenaangelegenheden gaat.
In dit laatste geval beveelt de voorzitter onmiddellijk de behandeling in besloten vergadering en wordt de zitting pas opnieuw openbaar na bespreking van de aangelegenheid."; 4° in § 2, eerste lid en het tweede en het derde lid worden vervangen door wat volgt : "De gemeente- en/of provincieraadsleden en van de O.C.M.W.'s van de aangesloten gemeenten, provincies en O.C.M.W.'s kunnen inzage nemen van de begrotingen, rekeningen en beslissingen van de beheers- en controleorganen van de intercommunales.
De gemeente raadsleden en of de provincieraadsleden of van de O.C.M.W.'s van de aangesloten gemeenten, provincies en O.C.M.W.'s kunnen de gebouwen en diensten van de intercommunale bezoeken.
Het voordeel van het inzage- en bezoeksrecht bedoeld in de vorige leden geldt niet voor de gemeente- of provincieraadsleden of van de O.C.M.W.'s verkozen op lijsten van partijen die de beginselen van de democratie niet in acht nemen, zoals verwoord, onder andere, door het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, de aanvullende protocollen bij dit Verdrag van kracht in België, de wet van 30 juli 1981 tot bestraffing van bepaalde door racisme of xenofobie ingegeven daden en de wet van 23 maart 1995 tot bestraffing van het ontkennen, minimaliseren, rechtvaardigen of goedkeuren van de genocide die tijdens de Tweede Wereldoorlog door het Duitse nationaal-socialistische regime is gepleegd of van elke andere vorm van genocide en zij die bestuurder waren van een vereniging op de datum van de feiten naar aanleiding waarvan zij is veroordeeld voor één van de overtredingen bepaald bij de wet van 30 juli 1981 of de wet van 23 maart 1995."
Art. 43.In artikel L1523-15 van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij het decreet van 19 juli 2006 en gewijzigd bij het decreet van 9 april 2007, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° § 2 wordt vervangen door wat volgt : "De aangesloten gemeenten, provincies of O.C.M.W.'s worden vertegenwoordigd door bestuurders van beide geslachten."; 2° in § 3, vijfde lid, worden de woorden "provincies en" opgeheven;3° in § 3 wordt een zesde lid ingevoegd, luidend als volgt : "Elke democratische politieke fractie die binnen een van de verenigde gemeenten over minstens één verkozene beschikt en van minstens één verkozene in het Waalse Parlement en die niet wordt vertegenwoordigd overeenkomstig het kiessysteem van evenredige vertegenwoordiging bedoeld in deze paragraaf, heeft recht op een zetel.Met deze bijkomende zetel is de aldus aangewezen bestuurder, in ieder geval, stemgerechtigd. In dit geval, is de beperking van het maximum aantal bestuurders bedoeld in § 5 niet van toepassing."; 4° in § 3 wordt een zesde lid ingevoegd, luidend als volgt : "De bestuurders die elke provincie vertegenwoordigen worden aangewezen naar evenredigheid van de provincieraad overeenkomstig de artikelen 167 en 168 van het Strafwetboek, volgens de volgende verdeelsleutel : voor de helft, het aantal zetels waarover elke lijst van kandidaten vertegenwoordigd binnen de provincieraad beschikt, en voor de andere helft, het aantal bekomen stemmen bij de provincieraadsverkiezingen. De Regering bepaalt de uitvoeringsmodaliteiten van het zevende lid.
Het tweede, derde en vierde lid van deze paragraaf zijn mutatis mutandis van toepassing op de aanwijzing van de bestuurders van de aangesloten provincies."
Art. 44.Artikel L1523-23, § 1, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij het decreet van 19 juli 2006 en gewijzigd bij het decreet van 9 maart 2007, wordt aangevuld met een lid luidend als volgt : "Binnen de 48 uur na ontvangst van de oproeping door de gemeente, wordt deze aangeplakt. De agenda wordt eveneens aangeplakt. ».
Art. 45.In artikel L1532-2, lid 1, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij het decreet van 19 juli 2006, vervalt 2°.
Art. 46.In hetzelfde Wetboek wordt een artikel 1541-4 ingevoegd, luidend als volgt : "Art. 1541-4. De intercommunales die de rechtsvorm van een vereniging zonder winstoogmerk aangenomen hebben, brengen hun statuten uiterlijk tijdens de eerste algemene vergadering volgend op de algehele hernieuwing van de gemeente- en provincieraden in overeenstemming met de artikelen L1234-1 tot L1234-6 van dit Wetboek."
Art. 47.In artikel L2212-5, lid 2, van dit Wetboek vervallen de woorden "dat voorafgaat aan het jaar" en worden de woorden "De Regering bepaalt de samenstelling van de kiesdistricten en stelt de zetelverdeling tussen de districten vast zoals bepaald in bijlage 3 bij dit Wetboek" toegevoegd.
Art. 48.Artikel L2212-9 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij het decreet van 8 december 2005, wordt vervangen als volgt : "Art. L2212-9. § 1. Het provincieraadslid mag verlof nemen wegens de geboorte of de adoptie van een kind. Hij deelt zijn verlof schriftelijk aan de provincieraad mede met vermelding van de aanvangs- en einddatum. De duur van het verlof is maximum 20 weken. Het verlof eindigt uiterlijk 20 weken na de geboorte of de adoptie. § 2. Ter gelegenheid van het verlof bedoeld in § 1 gaat de provincieraad tot de vervanging van het gemeenteraadslid voor de duur van het verlof over indien de meerderheid van de leden van de fractie waartoe hij behoort, erom verzoekt. § 3. Het lid wordt vervangen door de opvolger van zijn lijst die als eerste gerangschikt is overeenkomstig artikel L4145-14, na onderzoek van diens geloofsbrieven door de provincieraad. § 4. Paragraaf 1 geldt evenwel pas vanaf de eerste vergadering van de provincieraad na die waarop het provincieaadslid dat verhinderd is, geïnstalleerd is."
Art. 49.Artikel L2212-29 van hetzelfde Wetboek wordt vervangen als volgt : "Art. L2212-29. § 1. De inwoners van de provincie mogen het college bij een openbare vergadering van de raad rechtstreeks interpelleren. § 2. In de zin van dit artikel is inwoner elke natuurlijke persoon die de volle leeftijd van 18 jaar heeft bereikt en die ingeschreven is op het bevolkingsregister van een gemeente van de provincie, alsmede elke rechtspersoon waarvan de maatschappelijke zetel of de bedrijfszetel op het grondgebied van een gemeente van de provincie, is gelegen en die vertegenwoordigd is door een natuurlijke persoon die de volle leeftijd van 18 jaar heeft bereikt. § 3. De volledige tekst van de voorgestelde interpellatie moet schriftelijk bij de voorzitter van de raad ingediend worden.
Om ontvankelijk te zijn moet de ingediende interpellatie de volgende voorwaarden vervullen : 1° slechts door één enkele persoon worden ingediend;2° in de vorm van een vraag geformuleerd worden en niet leiden tot een mondelinge tussenkomst van meer dan 10 minuten;3° betrekking hebben op : a) een zaak die valt onder de beslissingsbevoegdheid van het provinciecollege of van de provincieraad;b) een zaak die valt onder de adviesbevoegdheid van het provinciecollege of van de provincieraad voor zover het voorwerp van die bevoegdheid het provinciaal grondgebied betreft. De vragen die onder de bevoegdheid van een ander bestuursniveau vallen worden in voorkomend geval door de raadsvoorzitter doorgezonden aan de betrokken vergadering of uitvoerende macht om volgens de ad hoc-procedures beantwoord te worden; 4° een algemene draagwijdte hebben;de vragen betreffende gevallen van particulier belang worden, in voorkomend geval, behandeld in het kader van artikel L2212-28 of worden verzonden naar één van de commissies van de raad; 5° niet strijdig zijn met de vrijheden en fundamentele rechten;6° niet betrekking hebben op een persoonlijke vraag;7° geen vragen zijn die strekken tot het verkrijgen van statistische gegevens;8° geen vragen zijn die strekken tot het verkrijgen van documentatie;9° geen vragen zijn waarmee alleen beoogd is adviezen op juridisch gebied in te winnen. Het bureau beslist over de ontvankelijkheid van de interpellatie. De beslissing tot niet-ontvankelijkheid wordt tijdens de zitting van de provincieraad bijzonder met redenen omkleed. § 4. De interpellant stelt zijn vraag in de openbare vergadering op verzoek van de voorzitter van de raad met inachtneming van de regels m.b.t. het nemen van het woord binnen de vergadering en binnen de in § 3 toegestane tijd.
Er wordt door het college geantwoord overeenkomstig de beslissing tot organisatie van de werken die bepaald is door het bureau.
De interpellant beschikt over 2 minuten om te repliceren voor de definitieve afsluiting van het agendapunt. § 5. De interpellaties, vragen en antwoorden bedoeld in dit artikel worden bekendgemaakt in het provinciaal bulletin en worden on-line geplaatst op de website van de provincie."
Art. 50.In artikel L2212-35, § 1, lid 1, van hetzelfde Wetboek worden de woorden "die het bestuur van de provincie betreffen" vervangen door de woorden "die onder de beslissings- of adviesbevoegdheid van het provinciecollege of de provincieraad vallen voor zover die bevoegdheid een aangelegenheid betreft die op het provinciaal grondgebied slaat".
Art. 51.Artikel L2212-39 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij het decreet van 8 december 2005 en gewijzigd bij het decreet van 8 juni 2006, wordt gewijzigd als volgt : 1° in § 1 wordt het eerste lid vervangen als volgt : "Het raadslid dat tijdens de legislatuur uit zijn politieke fractie ontslag neemt, is van rechtswege ontslagnemend van alle mandaten die hij onder afgeleide titel uitoefende zoals bepaald in artikel L5111-1. De behoorlijk ondertekende akte van ontslag wordt aan de voorzitter of diens plaatsvervanger overgemaakt. Die akte wordt bij de eerstvolgende vergadering aan de leden van de provincieraad medegedeeld. Het ontslag treedt in werking op deze datum en de notulen van de zitting van de provincieraad maken er gewag van. Een uittreksel van de notulen wordt betekend aan de instellingen waarin het lid zoals omschreven in artikel L5111-1 zitting heeft."; 2° in § 1 wordt een lid, luidend als volgt, ingevoegd tussen het tweede en het derde lid : "Het raadslid dat tijdens de legislatuur uit zijn politieke fractie wordt uitgesloten, wordt van rechtswege van alle mandaten die hij onder afgeleide titel uitoefende, ontheven, zoals bepaald in artikel L5111-1.De akte van uitsluiting is rechtsgeldig als hij ondertekend wordt door de meerderheid der leden van die fractie en medegedeeld wordt aan de voorzitter of diens plaatsvervanger. Die akte wordt bij de eerstvolgende vergadering aan de leden van de provincieraad medegedeeld. De uitsluiting treedt in werking op deze datum en de notulen van de zitting van de provincieraad maken er gewag van. Een uittreksel van de notulen wordt betekend aan de instellingen waarin het lid zoals omschreven in artikel L5111-1 zitting heeft."; 3° in § 5 vervallen de woorden "in de gevallen bedoeld in de artikelen L2212-42, §§ 3, 4 en 5, en L2212-44."
Art. 52.In artikel L2212-42 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij decreet van 8 december 2005, worden §§ 1 en 2 vervangen als volgt : « § 1. Als verhinderd wordt de provinciaal gedeputeerde beschouwd, die het ambt van minister, staatssecretaris, lid van een Gewestregering of gewestelijk staatssecretaris uitoefent tijdens de uitoefening van dat ambt.
Als verhinderd wordt ook beschouwd, de provinciaal gedeputeerde die een verlof neemt overeenkomstig artikel L2212-9. § 2. De afwezige of verhinderde provinciaal gedeputeerde wordt voor de ontstentenis- of verhinderingsperiode op de voordracht van het college vervangen door een raadslid aangewezen door de raad onder de raadsleden van de politieke fractie waartoe hij behoort. Bij ontstentenis kan hij vervangen worden door een raadslid afkomstig van een andere politieke fractie gebonden bij het meerderheidspact.
Voor de toepassing van die regel wordt rekening gehouden met de onverenigbaarheden vermeld in artikel L2212-74.
De afwezige of verhinderde provinciaal gedeputeerde wordt onder de voorwaarden bepaald bij artikel L2212-40, § 2, tweede lid, vervangen door een buiten de raad gekozen provinciaal gedeputeerde behorend tot dezelfde politieke fractie als alle leden van het college en alle raadsleden die behoren tot de politieke fracties gebonden door het meerderheidspact, van hetzelfde geslacht zijn."
Art. 53.In artikel L2212-74 worden volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1 wordt toegevoegd : een « 15° : de bloed- of aanverwanten tot en met de tweede graad, of in de echt verbonden zijn of wettelijk samenwonen."; 2° in § 2, lid 4, worden volgende zinnen toegevoegd : « De verkozene die in de omstandigheden bedoeld in de leden 1 tot 3 niet geïnstalleerd wordt, behoudt het recht om de eed later af te leggen. Hij wordt vervangen door het plaatsvervangend raadslid dat in nuttige orde op de lijst gerangschikt is waarop hij verkozen werd.
Wanneer de onverenigbaarheid ophoudt, wordt laatstgenoemde als eerste opvolger gerangschikt. »; 3° een § 3 wordt ingevoegd, luidend als volgt : "Aanverwantschap die later tot stand komt onder de leden van de raad, heeft geen verval van hun mandaat als gevolg. De aanverwantschap wordt geacht op te houden bij overlijden van de persoon door wie zij tot stand is gekomen."
Art. 54.In artikel L2212-76, § 3, eerste lid, van hetzelfde Wetboek, vervangen bij het decreet van 8 december 2005, worden de woorden "tot en met de vierde graad" vervangen door de woorden "tot en met de tweede graad".
Art. 55.In artikel L2212-77, § 4, van hetzelfde Wetboek, vervangen bij het decreet van 8 december 2005, worden de woorden "tot en met de derde graad" vervangen door de woorden "tot en met de tweede graad".
Art. 56.In artikel L2223-5, § 2, van hetzelfde Wetboek worden de leden 3 en 4 vervangen door volgende tekst : "De provincieraad wijst de leden van de raad van bestuur van het autonome provinciebedrijf aan. Ze mogen in aantal één vijfde van de provincieraadsleden niet overschrijden.
De bestuurders die de provincie vertegenwoordigen, worden naar evenredigheid van de provincieraad aangewezen overeenkomstig de artikelen 167 en 168 van het Kieswetboek. Elke democratische politieke fractie die niet vertegenwoordigd is overeenkomstig de proportionele vertegenwoordigingsregel heeft recht op een zetel. In dat geval krijgt de meerderheid in haar geheel een aantal zetels dat gelijk is aan het aantal zetels in overtal toegewezen aan de politieke fracties die geen deel uitmaken van het meerderheidspact. In dat geval is de beperking van een maximumaantal bestuurders zoals vastgesteld in vorig lid niet van toepassing.
Bij de berekening van die evenredigheid wordt geen rekening gehouden met genoemde politieke groep(en) die niet zou(den) voldoen aan de beginselen van de democratie verwoord, onder andere, door het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, de aanvullende protocollen bij dit Verdrag van kracht in België, de wet van 30 juli 1981 tot bestraffing van bepaalde door racisme of xenofobie ingegeven daden en de wet van 23 maart 1995 tot bestraffing van het ontkennen, minimaliseren, rechtvaardigen of goedkeuren van de genocide die tijdens de Tweede Wereldoorlog door het Duitse nationaal-socialistische regime is gepleegd of van elke andere vorm van genocide, noch met degenen die bestuurder van een vereniging waren op het ogenblik van de feiten naar aanleiding waarvan ze veroordeeld werd wegens één van de overtredingen bepaald bij de wet van 30 juli 1981 of de wet van 23 maart 1995."
Art. 57.In artikel L2223-13 van hetzelfde Wetboek wordt § 1 vervangen als volgt : " § 1. In de aangelegenheden die overeenkomstig artikel L2212-32 tot de bevoegdheid van de provincie behoren, kan de provincie (of kunnen meerdere provincies) een VZW of een andere vereniging oprichten of in de kosten ervan tegemoetkomen alleen maar als de volgende voorwaarden zijn vervuld."
Art. 58.Artikel L2223-14 van hetzelfde Wetboek wordt vervangen als volgt : "Art. L2223-14. § 1. De provincieraad benoemt de vertegenwoordigers van de provincie in de VZW's waarvan één of meerdere provincies lid zijn. Hij kan die mandaten intrekken.
Hij draagt eveneens de kandidaten voor de mandaten voor die overeenkomstig de statuten aan de provincie voorbehouden zijn in de andere beheers- en controleorganen.
De bestuurders die de provincie vertegenwoordigen behoren tot de beide geslachten. Ze mogen in aantal één vijfde van de provincieraadsleden niet overschrijden.
De bestuurders die de provincie vertegenwoordigen, worden naar evenredigheid van de provincieraad aangewezen overeenkomstig de artikelen 167 en 168 van het Kieswetboek.
De bestuurders die de provincie vertegenwoordigen, worden, indien de VZW slechts één provincie telt, aangewezen naar evenredigheid van de provincieraad overeenkomstig de artikelen 167 en 168 van het Kieswetboek en, indien de VZW meer dan één provincie telt, naar evenredigheid van de gezamenlijke provincieraden van de verenigde provincies overeenkomstig de artikelen 167 en 168 van het Kieswetboek zonder inachtneming van de fractie(s) die de beginselen van de democratie niet in acht neemt (nemen), zoals, onder anderen, verwoord door Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, de wet van 167 juli 168 tot bestraffing van bepaalde door racisme of xenofobie ingegeven daden en de wet van 30 maart 1981 tot bestraffing van het ontkennen, minimaliseren, rechtvaardigen of goedkeuren van de genocide die tijdens de Tweede Wereldoorlog door het Duitse nationaal-socialistische regime is gepleegd of welke andere genocide ook. § 2. Indien de statuten de meerderheid van de mandaten in de beheers- en controleorganen aan de provincie toewijst, heeft elke democratische politieke fractie die niet vertegenwoordigd is overeenkomstig de regel van de evenredige vertegenwoordiging bedoeld in § 1 recht op één zetel. In dat geval krijgt de meerderheid in haar geheel een aantal zetels dat gelijk is aan het aantal zetels in overtal toegewezen aan de politieke fracties die geen deel uitmaken van het meerderheidspact. § 3. Indien meerdere provincies lid zijn van een VZW en de provincies over de meerderheid der stemmen beschikken, heeft elke democratische politieke fractie die over minstens één verkozene beschikt in één van de verenigde provincies en over minstens één verkozene in het Waals Parlement en die niet vertegenwoordigd is overeenkomstig de regel van de evenredige vertegenwoordiging bedoeld in § 1 recht op één zetel in overtal.
Die bijkomende zetel maakt de aldus aangewezen bestuurder hoe dan ook stemgerechtigd. " § 4. De op het ogenblik van de inwerkingtreding van dit decreet bestaande VZW's brengen hun statuten tegen 30 juni 2013 in overeenstemming met de bepalingen van dit decreet."
Art. 59.In artikel L3122-2 van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij het decreet van 22 november 2007, wordt een 8° ingevoegd, luidend als volgt : "8° de aanvankelijke installatie of ten gevolge van de goedkeuring van een collectieve motie van wantrouwen van de O.C.M.W.-raadsleden of iedere individuele vervanging."
Art. 60.In artikel L3221-1, 3°, van hetzelfde Wetboek worden de woorden "in voorkomend geval, het e-mailadres" ingevoegd tussen de woorden "het adres" en "en het telefoonnummer".
Art. 61.In het enig hoofdstuk, Titel II van Boek II, van hetzelfde Wetboek wordt een artikel L3221-3 ingevoegd, luidend als volgt : "Art. L3221-3. § 1. Een gemeentelijke of provinciale nieuwsbrief voor de verspreiding van informatie van plaatselijk of provinciaal belang kan worden uitgegeven op initiatief van de gemeenteraad of de provincieraad. De gemeenteraad kan met instemming van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn beslissen een gemeenschappelijke nieuwsbrief van zowel gemeente als O.C.M.W. uit te geven. § 2. Naast de mededelingen van de leden van het gemeente- of provinciecollege in de uitoefening van hun ambt heeft elke democratische politieke fractie, als een fractie spreekruimte krijgt in een gemeentelijke of provinciale nieuwsbrief, naar evenredigheid dezelfde spreekruimte, zonder inachtneming van de fractie(s) die de beginselen van de democratie niet in acht neemt (nemen), zoals, onder anderen, verwoord door Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, de wet van 30 juli 1981 tot bestraffing van bepaalde door racisme of xenofobie ingegeven daden en de wet van 23 maart 1995 tot bestraffing van het ontkennen, minimaliseren, rechtvaardigen of goedkeuren van de genocide die tijdens de Tweede Wereldoorlog door het Duitse nationaal-socialistische regime is gepleegd of welke andere genocide ook. Die spreekruimte wordt bepaald volgens de regels en voorwaarden bepaald in het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad of de provincieraad."
Art. 62.In artikel L3231-3 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij het decreet van 16 maart 2006 wordt 3° aangevuld als volgt : « of herhaald wordt ».
Art. 63.In artikel L3231-5, § 1, van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wet van 16 maart 2006 worden de woorden "opgericht bij de wet van 11 april 1994 betreffende de openbaarheid van bestuur" vervangen door de woorden "opgericht bij artikel 8 van het decreet van 30 maart 1995 betreffende de openbaarheid van bestuur in het Waalse Gewest".
Art. 64.Artikel L4121-2 van hetzelfde Wetboek wordt vervangen als volgt : « Van het kiesrecht zijn voorgoed uitgesloten en tot de stemming mogen niet worden toegelaten zij aan wie het stemrecht levenslang ontzegd werd. »
Art. 65.In artikel L4121-3 van hetzelfde Wetboek worden volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1 wordt 2° vervangen als volgt : « 2° zij aan wie het stemrecht door een veroordeling tijdelijk ontzegd werd »;2° de §§ 4 en 5 vervallen.
Art. 66.Artikel L4124-1, § 1, van hetzelfde Wetboek wordt aangevuld met een lid luidend als volgt : "De bepalingen van het voorgaande lid zijn van toepassing op de verkiezingen bedoeld in de artikelen L1112-1 en L1112-2."
Art. 67.In artikel L4142-30, § 3, eerste lid, van hetzelfde Wetboek, worden de woorden "de Minister van Binnelandse aangelegenheden" vervangen door de woorden "de Regering".
Art. 68.In hetzelfde Wetboek wordt artikel L4145-14 waarvan de huidige tekst § 1 zal vormen, aangevuld met een § 2, luidend als volgt : " § 2. Bij gebrek aan plaatsvervangers wordt in één of meer zetels in de raad voorzien. De verkiezing geschiedt volgens de bepalingen van de artikelen L4145-5 en volgende. Het nieuwe raadslid voert het mandaat van degene wiens plaats hij inneemt uit en voleindigt het."
Art. 69.De wijzigingen in het Wetboek van de plaatselijke democratie en de decentralisatie bij de artikelen 64 en 65 van dit decreet zijn niet van toepassing op daders van inbreuken waarvoor een definitieve veroordeling tot stand is gekomen op datum van 15 april 2009.
Art. 70.De projectverenigingen, de intercommunales, de autonome gemeentebedrijven en de autonome provinciebedrijven die op het ogenblik van de inwerkingtreding van dit Wetboek reeds bestonden en die onder het Wetboek van de plaatselijke democratie en de decentralisering vallen brengen hun statuten in overeenstemming met dit decreet voor 3 december 2012 onverminderd volgend lid.
De toepassing van de artikelen 28, 37, 43 en 56 gebeurt gelijktijdig met de installatie van de nieuwe raden van bestuur ten gevolge van de gemeenteraads- en provincieraadsverkiezingen van 14 oktober 2012.
Art. 71.Artikel 59 treedt in werking op 3 december 2012.
Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Namen, 26 april 2012.
De Minister-President, R. DEMOTTE De Minister van Duurzame Ontwikkeling en Ambtenarenzaken, J.-M. NOLLET De Minister van Begroting, Financiën, Tewerkstelling, Vorming en Sport, A. ANTOINE De Minister van Economie, K.M.O.'s, Buitenlandse Handel en Nieuwe Technologieën, J.-C. MARCOURT De Minister van de Plaatselijke Besturen en de Stad, P. FURLAN De Minister van Gezondheid, Sociale Actie en Gelijke Kansen, Mevr. E. TILLIEUX De Minister van Leefmilieu, Ruimtelijke Ordening en Mobiliteit, Ph. HENRY De Minister van Openbare Werken, Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Natuur, Bossen en Erfgoed, C. DI ANTONIO _______ Nota (1) Zitting 2011-2012. Stukken van het Waals Parlement, 567 (2011-2012). Nrs. 1 tot 15.
Volledige bespreking, openbare vergadering van 25 april 2012.
Bespreking.
Stemming.