10 MEI 1999. - Decreet betreffende de benaming van de openbare wegen (1)

De Raad van de Duitstalige Gemeenschap heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt :

Artikel 1.De gemeenten mogen eerst de naam van de openbare wegen vaststellen of wijzigen nadat zij het advies van de "Commissie voor toponymie" hierna "commissie" benoemd, hebben ingewonnen.

Indien het advies niet nageleefd wordt, moet dit met redenen omkleed worden.

Art. 2.De naam van nog levende personen mag niet worden gebruikt.

Art. 3.De commissie bestaat uit drie leden die door de Regering aangewezen en afgezet worden. De voorzitter is een ambtenaar van niveau I van de Afdeling "Culturele Aangelegenheden" bij het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap. Beide bijzitters worden onder deskundigen uitgekozen die geen ambtenaren van het Ministerie zijn. Behoudens in geval van afzetting geldt de aanwijzing voor vijf jaar. Ze is hernieuwbaar.

Het mandaat wordt niet bezoldigd. Voor dienstreizen met hun eigen wagen hebben de bijzitters desgevallend recht op een kilometervergoeding berekend volgens het tarief dat geldig is voor de adjuncten bij het Ministerie.

De commissie stelt haar huishoudelijk reglement op dat door de Regering wordt goedgekeurd.

Art. 4.De gemeenten sturen hun aanvragen met een omstandige verantwoording en, desgevallend, bijbehorende documentatie aan de voorzitter van de commissie.

De commissie deelt de gemeente haar advies mede per aangetekende brief binnen de 60 dagen na de indiening van de aanvraag. Het advies wordt geacht gunstig te zijn indien het niet gegeven wordt binnen de voorgeschreven termijn.

De voorzitter zendt met dezelfde post een afschrift van het advies aan de Regering.

De gemeente zendt onmiddellijk de voorzitter van de commissie een afschrift van de definitieve beslissing over de benaming en de verantwoording ervan. Indien die beslissing het advies tegengaat, stuurt de gemeente bovendien een afschrift van de definitieve beslissing met de verantwoording ervan aan de Regering.

Wij kondigen dit decreet af en bevelen dat het door het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt wordt.

Eupen, 10 mei 1999 De Minister-President, Minister van Financiën, Internationale Betrekkingen, Gezondheid, Gezin en Bejaarden, Sport en Toerisme, J. MARAITE De Minister van Jeugd, Vorming, Media en Sociale Aangelegenheden, K.-H. LAMBERTZ De Minister van Onderwijs, Cultuur, Wetenschappelijk Onderzoek en Monumenten en Landschappen, W. SCHRÖDER _______ Nota (1) Zitting 1998-1999 Bescheiden van de Raad : 139 (1998-1999), nr.1. - Ontwerp van decreet. - 139 (1998-1999), nr. 2. - Verslag Integraal verslag : Bespreking en aanneming. - Vergadering van 10 mei 1999.