gepubliceerd op 19 juni 1998
Besluit van de Waalse Regering betreffende de verlening van toelagen voor afvalpreventie en -beheer aan de ondergeschikte besturen
30 APRIL 1998. - Besluit van de Waalse Regering betreffende de verlening van toelagen voor afvalpreventie en -beheer aan de ondergeschikte besturen
De Waalse Regering, Gelet op het decreet van 27 juni 1996 betreffende de afvalstoffen, inzonderheid op de artikelen 27 en 28;
Gelet op het advies van de Afvalstoffencommissie;
Gelet op het advies van de Hoge Raad van de Waalse Steden, Gemeenten en Provincies;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 21 november 1997;
Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 18 december 1997;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wet van 4 juli 1989;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Gelet op de intenties van de Regering die weergegeven zijn in een ontwerp van decreet tot wijziging van het decreet van 25 juli 1991 betreffende de belasting op de afvalstoffen in het Waalse Gewest en tot invoering van een strafheffingsstelsel waaraan de gemeenten slechts kunnen ontsnappen als ze maatregelen treffen voor de preventie en de selectieve ophaal van afval, en overwegende dat deze maatregelen van nu af aan gepland moeten worden;
Overwegende dat de gemeenten van nu af aan alles in het werk moeten kunnen stellen om de vrijstellingsvoorwaarden te vervullen;
Overwegende dat dit besluit juist voorziet in een toelagensysteem voor communicatie-acties en voor de selectieve afvalophaal, dat noodzakelijkerwijs gepaard gaat met het bovenvermelde strafheffingsstelsel;
Overwegende dat het decreet van 16 januari 1997 houdende goedkeuring van het samenwerkingsakkoord van 30 mei 1996 betreffende de preventie en het beheer van verpakkingsafval voorziet in administratieve geldboetes voor de industriesectoren die de recyclingsquota's niet zouden halen, met name voor papieren en kartonnen verpakkingsafval;
Overwegende dat dit besluit de gemeenten in staat stelt te zorgen voor de organisatie van de ophaal aan huis van de gezamenlijke papier- en kartonafval zonder dat hen een aanvullende last wordt opgelegd;
Op de voordracht van de Minister van Leefmilieu, Natuurlijke Hulpbronnen en Landbouw, Besluit : HOOFDSTUK I. - Definities
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° afval : de afvalstoffen uit gewone huishoudelijke activiteiten, de afvalstoffen bedoeld in de rubrieken 200201, 200302, 200303 van het besluit van de Waalse Regering van 10 juli 1997 tot vaststelling van een afvalcatalogus, en de ziekenhuis- en gezondheidszorgafval van klasse A en B1, eventueel afkomstig uit voorbehandelingseenheden, zoals bepaald bij het besluit van de Waalse Regering van 30 juni 1994 betreffende de ziekenhuis- en gezondheidszorgafval, waarmee een gemeente of een vereniging van gemeenten zich belast;2° afvalbeheersinstallatie : containerpark, overbrengingscentrum, sorteer- en vermalingscentrum, centrum voor de nuttige toepassing van fermenteerbare organische afval, centrum voor de nuttige toepassing van slakken of verbrandingsinstallatie voor nuttige toepassing door energierecuperatie;3° Minister : de Minister van de Waalse Regering die bevoegd is voor het afvalbeleid. HOOFDSTUK II. - Toelagen voor afvalbeheersinstallaties Afdeling 1. - Begunstigden, voorwerp van de toelagen en verplichtingen
Onderafdeling 1. - Begunstigden van de toelagen
Art. 2.De in dit hoofdstuk bedoelde toelagen worden alleen verleend aan de gemeenten en verenigingen van gemeenten die o.a. verantwoordelijk zijn voor het beheer van afval uit de gewone huishoudelijke activiteiten.
Onderafdeling 2. - Voorwerp van de toelagen
Art. 3.Er kan een toelage verleend worden voor : 1° de bouw, de uitbreiding, de verbouwing, de inrichting of de vernieuwing van afvalbeheersinstallaties, met inbegrip van : a) het materiaal voor het beheer, de behandeling en de opslag van de afval;b) de apparatuur voor de ecologische controle, bescherming en toezicht op de installaties, met inbegrip van het informaticasysteem voor de transmissie van gegevens aan het Gewest;c) de inrichting van opslagplaatsen voor de te behandelen afval of voor de afval die geweigerd wordt in de behandelingseenheid;d) de gehele of gedeeltelijke inrichting van de omgeving en de privé-toegangswegen tot de gesubsidieerde installaties;2° de geotechnische onderzoeken die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van de in 1° bedoelde subsidiabele werken en de kosten voor de uitvoering van proeven met de voorafgaande toestemming van de Minister van Leefmilieu, na advies van de « Office wallon des Déchets » (Waalse Dienst voor Afvalstoffen);3° de aankoop van de nodige onroerende goederen voor de uitvoering van de subsidiabele werken bedoeld in 1°.
Art. 4.Er wordt geen toelage verleend voor : 1° de goederen waarop het ondergeschikt bestuur geen recht van eigendom, opstal of erfpacht heeft;2° de voertuigen voor afvalophaal en -vervoer;3° de openbare toegangswegen buiten de bedrijfsruimte;4° elke uitgave voor de inrichting, de exploitatie en de sanering van de centra voor technische ingraving;5° de ontmanteling van de gesubsidieerde goederen;6° de uitrustingen voor het vervoer van energie die geproduceerd wordt buiten de eigendom van de gebruiker.
Art. 5.Er kan eveneens een toelage verleend worden voor onderzoekskosten i.v.m. proefprojecten die gericht zijn op de verwezenlijking van de doelstellingen en de toepassing van de aanbevelingen bedoeld in het « Plan wallon des Déchets » (Waals Afvalstoffenplan) en, in voorkomend geval, voor het materiaal dat nodig is voor de uitvoering ervan. Deze proefprojecten hebben enkel betrekking op : 1° netheidszones of op nieuwe methodes voor de afvalophaal aan huis, op het gebied van één of meer gemeenten;2° nieuwe behandelingsinstallaties of op nieuwe technieken voor de modernisering van de bestaande infrastructuren. In afwijking van artikel 4, 2°, kan de installatie van nieuwe technologische apparatuur in ophaalvoertuigen gesubsidieerd worden onder de voorwaarden van dit artikel.
Art. 6.Er kan geen nieuwe toelage verleend worden voor de vernieuwing van gesubsidieerde installaties zolang het niet-gesubsidieerde deel ervan niet afgeschreven is.
Onverminderd andere wettelijke of verordeningsbepalingen, worden het percentage en de duur van de afschrijving vermeld in de beslissing waarbij een toelage wordt verleend. De afschrijving duurt minstens : 1° 20 jaar voor de civiele techniek;2° 15 jaar voor de elektromechanica;3° 5 jaar voor het rollend materieel. Onderafdeling 3. - Verplichtingen
Art. 7.De toelage wordt pas verleend na de afgifte van de vereiste vergunningen.
Art. 8.Om een toelage te genieten, moet de gemeente of de vereniging van gemeenten zich er uitdrukkelijk toe verbinden : 1° de gesubsidieerde installatie bij voorkeur te bestemmen voor de in dit besluit bedoelde afval;2° wanneer de omstandigheden het eisen, de in dit besluit bedoelde afval, die afkomstig is van gemeenten of verenigingen van gemeenten, aan te nemen onder de financiële voorwaarden die van toepassing zijn op de gewone gebruikers van de installatie;3° op de totale investering voorraden aan te leggen voor belangrijke herstellingen, zijnde minimum : a) 0,5 % voor de civiele techniek;b) 2 % voor de elektromechanica;c) 5 % voor het rollend materieel; 4° de Dienst om de drie maanden via het door hem gekozen informaticasysteem gegevens te verstrekken, om aan te geven hoever de uitvoering van het « Plan wallon des Déchets » gevorderd is, met name i.v.m. de ophaal, de nuttige toepassing en de verwijdering van de afval; 5° een prijs te vragen aan de persoon die de afval moet overnemen, waarbij rekening wordt gehouden met de investeringen betreffende het beheer ervan in de gesubsidieerde installatie, en het Gewest jaarlijks het prijsgedeelte terug te betalen dat overeenstemt met zijn deelneming in de globale investering van de installatie;6° de voor het afvalbeleid bevoegde Minister of de Minister van Binnenlandse Aangelegenheden op hun eerste verzoek alle gegevens, van welke aard ook, te verstrekken over de gesubsidieerde goederen en het beheer ervan;7° wanneer de toelage de aankoop van een onroerend goed betreft, : a) de bestemming van het onroerend goed niet te wijzigen zonder de toestemming van de Minister;b) het toelagebedrag, verhoogd met 60 % van de eventuele meerwaarde, terug te betalen als het gesubsidieerd onroerend goed geheel of gedeeltelijk vervreemd wordt vooraleer het afgeschreven is. Afdeling 2. - Toelagebedrag
Onderafdeling 1. - Berekening van de toelage
Art. 9.De toelage wordt berekend op grond van de prijs van het voorwerp waarvoor ze verleend wordt, zoals bepaald in onderafdeling 2 van afdeling 1 van dit hoofdstuk, na aftrek van de tegemoetkoming van andere openbare of privé-instellingen.
Voor zover de Minister van Leefmilieu ermee instemt en na advies van de « Office wallon des Déchets », worden de volgende kosten in aanmerking genomen : 1° de kosten voor de noodzakelijke of onvoorzienbare veranderingen en bijkomende werken;2° 5 % van het totaalbedrag van de opdracht, als algemene kosten voor de uitvoering ervan, met name : a) de honoraria van de ontwerper;b) de kosten voor het toezicht op de uitvoering van de opdracht;c) de aanbestedingskosten;d) de kosten voor controle-verzekering en voor de werken tot aan de definitieve oplevering.
Art. 10.De toelage voor de aankoop van onroerende goederen wordt berekend op grond van het bedrag dat het Comité voor de aankoop van onroerende goederen voor rekening van de Staat heeft geraamd. De toelage wordt berekend op basis van de aankoopprijs als deze laatste lager is dan het geraamde bedrag.
Onderafdeling 2. - Toelagepercentage
Art. 11.Het toelagepercentage wordt vastgesteld op : 1° 85 % voor containerparken, voor het informaticasysteem voor de transmissie van gegevens aan de Dienst en voor composteerinrichtingen voor groenafval;2° 75 % voor alle installaties voor afvalsortering, -verbrijzeling en -recycling met het oog op de beperking van de handelingen inzake nuttige toepassing door energierecuperatie of inzake afvalverwijdering en voor installaties voor de behandeling van selectief opgehaald grof vuil met het oog op hergebruik;3° 65 % voor proefprojecten en installaties voor nuttige toepassing van afval door energierecuperatie, met uitzondering van de centra voor technische ingraving, en voor het conform maken van de bestaande installaties voor nuttige toepassing door energierecuperatie voor de behandeling van ziekenhuis- en gezondheidszorgafval van klasse A en B1 eventueel afkomstig van behandelingseenheden, zoals bepaald bij het besluit van de Waalse Regering van 30 juni 1994 betreffende de ziekenhuis- en gezondheidszorgafval.
Art. 12.Ten einde zich te houden aan de termijnen van het « Plan wallon des Déchets », kan de Regering, voor investeringen waarvoor een toelage van meer dan 200 miljoen BEF wordt verleend, dat bedrag op de voordracht van de Minister van Leefmilieu aanpassen om de financiering van de investering zo snel mogelijk te honoreren. Afdeling 3. - Procedure voor de aanvraag en de verlening van toelagen
Art. 13.§ 1. Het ondergeschikt bestuur bezorgt de Minister jaarlijks in de loop van het eerste kwartaal een draaiboek van de aanvragen om toelagen voor het lopende en het volgende jaar, en stelt hem in kennis van elke wijziging in de goedgekeurde projecten.
Het draaiboek vermeldt het exacte voorwerp van de aangevraagde toelagen en de opneming ervan in de doelstellingen van het « Plan wallon des déchets ».
De Dienst gaat na of de voorprojecten technisch en economisch geschikt zijn en of ze met het « Plan wallon des Déchets » stroken.
Op advies van de Dienst stelt de Minister het ondergeschikt bestuur jaarlijks vóór het einde van het eerste semester in kennis van de voorprojecten die in aanmerking zullen worden genomen en voorziet hij in de nodige budgettaire kredieten. § 2. De opdrachtgever maakt de documenten i.v.m. het voorproject voor technisch onderzoek over aan de Dienst.
Op basis van het verslag van de Dienst kan de Minister een principiële subsidiëringsbelofte doen. § 3. De aanvrager stelt de Dienst in kennis van zijn beslissing i.v.m. de gunning van de opdracht.
In voorkomend geval wordt het verslag over de raming die het Comité voor de aankoop van onroerende goederen voor rekening van de Staat heeft uitgevoerd, bij het dossier gevoegd.
Op basis van het verslag van de Dienst kan de Minister een vaste subsidiëringsbelofte doen en maakt hij de budgettaire kredieten vrij. § 4. De Dienst controleert en vereffent de toelagen per schijven.
Op advies van de Dienst bepaalt de Minister het totaalbedrag van de toelage nadat de begunstigde het totaalbedrag van de uitgaven heeft ingediend.
Art. 14.Als een afvalbeheersinstallatie niet uitsluitend gebruikt wordt voor het beheer van de in dit besluit bedoelde afval, sluit de Minister, naast zijn vaste subsidiëringsbelofte, een overeenkomst met het ondergeschikt bestuur, waarbij de verleende toelage vatbaar is voor herziening, à la hausse of à la baisse, naar gelang van de werkelijk behandelde hoeveelheid afval bedoeld in dit decreet.
Art. 15.De Minister verleent of weigert de toelage al naar gelang : 1° de budgettaire kredieten van de Dienst al dan niet in acht worden genomen;2° het project al dan niet strookt met de bepalingen van het decreet van 27 juni 1996 betreffende de afvalstoffen en met het « Plan wallon des Déchets »; 3° het ondergeschikt bestuur zich al dan niet houdt aan de voorschriften van het « Plan wallon des Déchets » i.v.m. het beheer van de afval waarvoor het verantwoordelijk is.
Art. 16.De Minister bepaalt de regels voor de terugbetaling van de toelage wanneer de verleningsvoorwaarden niet vervuld zijn of wanneer het ondergeschikt bestuur zijn verplichtingen niet nakomt. HOOFDSTUK III. - Toelagen aan de gemeenten voor maatregelen i.v.m. preventie, selectieve ophaal en communicatie Afdeling 1. - Begunstigden en voorwerp van de toelagen
Onderafdeling 1. - Begunstigden van de toelagen
Art. 17.De in dit hoofdstuk bedoelde toelagen kunnen alleen verleend worden aan de gemeenten die de volgende voorwaarden vervullen : 1° de gemeente, of de vereniging van gemeenten waarvan ze lid is, moet op eigen initiatief of op initiatief van de intercommunale een containerpark ter beschikking stellen van haar inwoners of voor dergelijke infrastructuur de vaste subsidiëringsbelofte van de Minister van Leefmilieu gekregen hebben;2° het bestaande of geplande containerpark bedoeld in 1° moet bestemd zijn voor de selectieve opvang van ten minste acht van de volgende soorten afval : a) inerte afval;b) grof huisvuil;c) afval van elektrische of elektronische toestellen;d) groen- en houtafval;e) papier en karton;f) gekleurd of wit glas;g) kunststoffen;h) textielen;i) metalen;j) afgewerkte en spijsoliën;k) batterijen;l) bijzondere huisafval;3° de gemeente die op haar grondgebied over een containerpark beschikt, of de vereniging van gemeenten waarvan ze lid is, moet aanvaarden dat die infrastructuur gratis gebruikt wordt door alle inwoners van de zone waaraan haar vereniging van gemeenten diensten verleent;4° de gemeente, of de vereniging van gemeenten waarvan ze lid is, moet op haar grondgebied beschikken over : a) inzamelpunten voor huishoudelijk hol glas naar verhouding van : i.één voor maximum 800 inwoners op 1 januari 1999; ii. één voor maximum 600 inwoners en minstens één per fusiegemeente op 1 januari 2000; b) elk ander geschikt systeem waarmee de doelstellingen van het « Plan wallon des Déchets » kunnen worden gehaald;5° de gemeente moet een reglement inzake de afvalophaal goedkeuren, toepassen en ter kennis brengen van de bevolking.Het reglement moet er met name voor zorgen : a) dat ruwe afval gescheiden wordt van de afval waarvoor ze op haar grondgebied een selectieve ophaal aan huis organiseert;b) dat de landbouwers en landbouwbedrijven hun gevaarlijke verpakkingen naar de daarvoor bestemde plaatsen brengen;c) dat de artsen, tandartsen, dierenartsen en thuiszorgverleners van de gemeente gebruik maken van een verzamelcentrum of van een erkende collector om zich te ontdoen van hun ziekenhuis- en gezondheidszorgafval van klasse B2 overeenkomstig het besluit van de Waalse Regering van 30 juni 1994 betreffende de ziekenhuis- en gezondheidszorgafval;6° de gemeente, of de vereniging van gemeenten waarvan ze lid is, moet de bevolking regelmatig in kennis stellen van de op haar grondgebied georganiseerde selectieve ophaal aan huis, van de voorwaarden voor de toegang tot de installaties voor afvalverzameling en van alle andere voorschriften betreffende de mogelijkheden inzake het afvalbeheer;7° vóór de eerste aanvraag om toelage moet de gemeente de in artikel 23 bedoelde overeenkomst sluiten met de Minister van Leefmilieu. Onderafdeling 2. - Voorwerp van de toelagen
Art. 18.Er kan een toelage worden verleend voor : 1° de organisatie, ten gunste van de burgers, van een preventie-, sensibilisatie- en informatiecampagne inzake het afvalbeheer, voor zover deze campagne minstens twee keer per jaar wordt georganiseerd;2° de selectieve ophaal aan huis van fermenteerbare organische afvalstoffen voor de recycling ervan, met inachtneming van de kwaliteitsnormen die aanbevolen worden door de exploitant van de recyclingseenheid met het oog op een gebruik in de landbouw, tuinbouw, wijnbouw, bosbouw of groenteteelt;3° de selectieve ophaal aan huis van papierafval, verpakkingsafval uitgezonderd, met het oog op de recycling ervan, voor zover deze ophaal ten minste zes en ten hoogste twaalf maanden per jaar wordt georganiseerd op hetzelfde tijdstip als de ophaal van papieren en kartonnen verkpakkingsafval;4° de ophaal van niet-gevaarlijke kunststoffenafval uit de landbouw, voor zover deze ophaal minstens één keer per jaar gedurende één week wordt georganiseerd. Afdeling 2. - Bedrag van de toelagen
Art. 19.De toelage voor de in artikel 18, 1°, bedoelde acties bedraagt twintig BEF per inwoner en per jaar en wordt berekend op basis van het bevolkingscijfer vastgesteld door de federale Minister van Economische Zaken op 1 januari van het jaar waarin de acties plaatsvinden.
Art. 20.De toelage voor de in artikel 18, 2°, bedoelde acties bedraagt 1 300 BEF per opgehaalde ton, met inachtneming van de kwaliteitsnormen die aanbevolen worden door de exploitant van de recyclingseenheid met het oog op een gebruik in de landbouw, tuinbouw, wijnbouw, bosbouw of groenteteelt.
Art. 21.De toelage voor de in artikel 18, 3°, bedoelde acties is gelijkwaardig aan de werkelijke ophaalkosten en aan de recyclingskosten voor papierafval, met uitzondering van verpakkingsafval. Het toelagebedrag wordt verminderd ten belope van de eventuele winst uit de papierafvalverkoop en verhoogd ten belope van de verkoopprijs van de papierafval.
Art. 22.De toelage voor de in artikel 18, 4°, bedoelde acties is gelijkwaardig aan de werkelijke kosten van de ophaal en van de nuttige toepassing, met een maximum van 50 000 BEF per jaar en per gemeente. Afdeling 3. - Procedure voor de aanvraag en de verlening van toelagen
Art. 23.§ 1. De Minister van Leefmilieu bepaalt het model van de in artikel 17, 7°, bedoelde overeenkomst. De overeenkomst loopt drie maanden en kan jaarlijks gewijzigd worden naar gelang van de door de gemeente geplande acties. Na afloop van die termijn kan ze eenstemmig met drie maanden verlengd worden.
Deze overeenkomst bevat met name : a) een omschrijving van de acties die de gemeente in het kader van het « Plan wallon des Déchets » voert, voornamelijk die bedoeld in artikel 18;b) de financiële voorwaarden voor de ophaal en de recycling van papierafval;c) de voorwaarden om eventueel voorschotten te verkrijgen en voor de uitbetaling van de toelagen;d) de wijze waarop de toelage of de eventuele voorschotten moeten worden terugbetaald wanneer de verleningsvoorwaarden niet vervuld zijn of wanneer het ondergeschikt bestuur zijn verplichtingen niet nakomt. De toelage kan slechts worden verleend als de gesloten overeenkomst uitdrukkelijk voorziet in de uitvoering van de handeling waarvoor ze gevraagd wordt. § 2. De gemeente dient uiterlijk 30 juni van het jaar vóór de eerste aanvraag om toelage een voorstel van overeenkomst in bij de Minister van Leefmilieu.
Op basis van het verslag van de Dienst sluit de Minister de overeenkomst met de gemeente vóór het eerste kwartaal van het eerste jaar waarin de subsidiabele acties worden gevoerd.
Art. 24.§ 1. De toelagen worden uitbetaald met inachtneming van de voorwaarden bedoeld in de krachtens artikel 23 gesloten overeenkomst. § 2. Het totaalbedrag wordt goedgekeurd of geweigerd op basis van het verslag van de Dienst, m.a.w. al naar gelang de acties al dan niet goed uitgevoerd zijn, de in artikel 17 bedoelde voorwaarden al dan niet vervuld zijn en de gemeente de regels i.v.m. de opdrachten al dan niet in acht heeft genomen.
Art. 25.De toelage wordt onmiddellijk betaald aan de vereniging van gemeenten die de begunstigde gemeente speciaal heeft belast met de gehele of gedeeltelijke uitvoering van één of meer gesubsidieerde acties bedoeld in artikel 18 en gemachtigd om het toelagebedrag voor deze uitvoering te innen. HOOFDSTUK IV. - Opheffings- en overgangsbepalingen, inwerkingtreding Afdeling 1. - Opheffingsbepalingen
Art. 26.Het besluit van de Waalse Gewestexecutieve van 10 maart 1983 betreffende de verlening van toelagen aan de ondergeschikte besturen voor de behandeling van huisvuil wordt opgeheven, behalve wat betreft de toelagebedragen die de dag vóór de inwerkingtreding van dit besluit op de begroting werden vrijgemaakt.
Art. 27.Het besluit van de Waalse Regering van 24 juni 1993 betreffende de korting op de huisvuilbelasting wordt opgeheven, behalve wat betreft de korting betreffende het aanslagjaar 1997 en de voorgaande jaren. Afdeling 2. - Overgangsbepalingen
Art. 28.Op de voordracht van de Minister van Leefmilieu kan de Regering in afwijking van de artikelen 4 en 11 van dit besluit : 1° een toelagepercentage van 55 % toepassen voor de aanleg en de sanering van centra voor technische ingraving die, vóór de inwerkingtreding van dit besluit, het voorwerp hebben uitgemaakt van een principiële belofte van de Minister;2° tot 31 december 2000 een toelagepercentage van 85 % toepassen voor de oprichting, de vernieuwing of het conform maken van installaties voor nuttige toepassing.
Art. 29.§ 1. In afwijking van artikel 23, § 2, dient de gemeente uiterlijk 31 december 1998 een voorstel van overeenkomst in voor het jaar 1998.
Dit voorstel van overeenkomst geldt voor de jaren 1998, 1999 en 2000.
Op basis van het verslag van de Dienst sluit de Minister de overeenkomst vóór 31 maart 1999 met de gemeente. § 2. De in artikel 24, § 1, bedoelde aanvraag om toelage voor het jaar 1998 heeft betrekking op de in artikel 18 bedoelde acties die sinds 1 januari 1998 hebben plaatsgevonden. Afdeling 3. - Inwerkingtreding
Art. 30.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt, met uitzondering van artikel 17 dat in werking treedt op 1 januari 1999.
Namen, 30 april 1998.
De Minister-President van de Waalse Regering, belast met Economie, Buitenlandse Handel, K.M.O.'s, Toerisme en Patrimonium, R. COLLIGNON De Minister van Leefmilieu, Natuurlijke Hulpbronnen en Landbouw, G. LUTGEN