Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Waalse Regering van 26 november 2020
gepubliceerd op 03 december 2020

Besluit van de Waalse Regering tot vaststelling van de voorwaarden voor de toekenning van specifieke steun voor de herlancering van de internationale activiteiten van ondernemingen in het kader van de COVID-19-crisis

bron
waalse overheidsdienst
numac
2020043911
pub.
03/12/2020
prom.
26/11/2020
ELI
eli/besluit/2020/11/26/2020043911/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

26 NOVEMBER 2020. - Besluit van de Waalse Regering tot vaststelling van de voorwaarden voor de toekenning van specifieke steun voor de herlancering van de internationale activiteiten van ondernemingen in het kader van de COVID-19-crisis


De Waalse Regering, Gelet op het decreet van 2 april 1998Relevante gevonden documenten type decreet prom. 02/04/1998 pub. 10/04/1998 numac 1998027237 bron ministerie van het waalse gewest Decreet houdende oprichting van het "Agence wallonne à l'Exportation" (1) type decreet prom. 02/04/1998 pub. 28/04/1998 numac 1998027274 bron ministerie van het waalse gewest Decreet houdende wijziging van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn sluiten houdende oprichting van het "Agence wallonne à l'Exportation et aux investissements étrangers" (Waals Exportagentschap voor uitvoer en Buitenlandse Investeringen), artikel 2, eerste lid, 2°, tweede lid, ingevoegd bij het decreet van 17 december 2015, en vijfde lid, ingevoegd bij het decreet van 28 april 2016;

Gelet op het advies van de raad van bestuur van het "Agence wallonne à l'Exportation et aux investissements étrangers", gegeven op 28 oktober 2020;

Gelet op het verslag van 6 november 2020 opgesteld overeenkomstig artikel 3, 2°, van het decreet van 11 april 2014 houdende uitvoering van de resoluties van de Vrouwenconferentie van de Verenigde Naties die in september 1995 in Peking heeft plaatsgehad en tot integratie van de genderdimensie in het geheel van de gewestelijke beleidslijnen;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 3 november 2020;

Gelet op de instemming van de Minister van Begroting, gegeven op 12 november 2020;

Gelet op het advies 68.286/2 van de Raad van State, gegeven op 19 november 2020, overeenkomstig artikel 84, § 1, eerste lid, 3°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Gelet de dringende noodzakelijkheid ingegeven door de hierna vermelde elementen;

Overwegende dat de COVID-19- pandemie de wereldeconomie een ernstige en duurzame schok heeft bezorgd met een aanzienlijke inkrimping van het mondiale BBP, een teruggang van de internationale handel en aanzienlijk negatief effect op de tewerkstellingsmogelijkheden;

Overwegende dat nieuwe ramingen, vanuit een geografisch oogpunt, hoewel de conjunctuur er voor alle grote regionale spelers erop achteruit is gegaan, erop wijzen dat vooruitzichten voor economisch herstel zich in Amerika, Europa en Centraal-Azië aftekenen;

Gelet op de aanzienlijke daling van het Belgische BBP en de Waalse uitvoer in 2020 en de voorspellingen van een minimale groei voor het jaar 2021;

Overwegende dat de Waalse uitvoerende ondernemingen hard worden getroffen door de COVID-19-pandemie en dat er nieuwe economische hinderpalen voor hen worden opgeworpen (sluiting van de grenzen, verminderde vraag van externe markten, productiebeperkingen);

Overwegende dat de Waalse ondernemingen moeten investeren in nieuwe communicatiemiddelen, marketing en prospectie voor hun internationale herstel, naast de kosten die inherent zijn aan de internationalisering;

Overwegende dat een aangepaste respons noodzakelijk is om de Waalse uitvoerende ondernemingen te bereiken en te ondersteunen met financiële steunmaatregelen die, om efficiënt te zijn, snel en soepel moeten zijn;

Overwegende dat het dringend noodzakelijk is de financiële steun aan ondernemingen te versterken om hen te helpen verloren marktaandelen terug te winnen, hun internationale positie te verbeteren of nieuwe internationale kansen aan te grijpen die in dit stadium nog niet zijn onderzocht;

Overwegende dat de behoeften van starters op het vlak van communicatie, promotie en prospectie nog belangrijker zijn om zich in deze crisistijd buiten België te profileren en hun groei te ondersteunen;

Op de voordracht van de Minister van Economie en Buitenlandse Handel;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder: 1° onderneming: elke entiteit, ongeacht de rechtsvorm ervan, die een economische activiteit uitoefent, waarbij aangemerkt wordt dat overeenkomstig Verordening (EU) nr.1407/2013, alle entiteiten die onder de zeggenschap staan van dezelfde entiteit, als één onderneming dienen te worden beschouwd; 2° starter: elke onderneming die ingeschreven is bij de Kruispuntbank van Ondernemingen sedert minder dan vijf jaar op het moment van de indiening van de aanvraag om toelagen;3° Minister: het lid van de Waalse Regering bevoegd voor Buitenlandse Handel;4° Agentschap: het Waals Agentschap voor Uitvoer en Buitenlandse Investeringen;5° aanvrager: de onderneming die een op dit besluit gegronde toelageaanvraag ingediend heeft;6° project op internationaal vlak: de strategie gevolgd door de aanvrager om zijn internationale ontwikkeling te bevorderen;7° initiatief voor de herlancering van de activiteiten op internationaal vlak: actie voor de concrete uitvoering van het project op internationaal vlak van de aanvrager met het oog op het opstarten of vergroten van zijn internationale activiteit in het kader van de COVID-19-crisis om zich te heroriënteren op de markten van zijn klanten in het buitenland en/of zijn internationale positie te verbeteren en/of nieuwe kansen aan te grijpen;8° oproepperiode: de door het Agentschap vastgestelde termijn waarbinnen de aanvrager een toelageaanvraag kan indienen op basis van dit besluit;9° Verordening (EU) nr.1407/2013: Verordening (EU) nr. 1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun, bekendgemaakt in het P.B.E.U., nr.

L352 van 24 december 2013.

Art. 2.De in dit besluit bedoelde toelagen zijn specifieke steun ter ondersteuning van de initiatieven voor de herlancering van de activiteiten op internationaal vlak van de aanvrager. Ze zijn onderworpen aan Verordening (EU) nr. 1407/2013.

Ze vormen een aanvulling op de andere steunregelingen van het Agentschap. HOOFDSTUK II. - Subsidiabiliteitsvoorwaarden

Art. 3.Om in aanmerking te komen voor de in dit besluit bedoelde toelagen moet de aanvrager aan de volgende voorwaarden voldoen: 1° een onderneming zijn die met een "actief" statuut geregistreerd is bij de Kruispuntbank van Ondernemingen (KBO) en die haar hoofdbedrijfszetel in het Waalse Gewest heeft. De bedrijfszetel is elke inrichting of activiteitcentrum met een bepaald stabiliteitskarakter. De hoofdbedrijfszetel is de zetel die binnen het geheel van de onderneming van de aanvrager, het grootste aantal werknemers tewerkstelt; 2° met een "actief" statuut in de databank van de uitvoerende ondernemingen van het Agentschap worden geregistreerd of daar een aanvraag tot registratie indienen;3° een concreet en gestructureerd project op internationaal vlak hebben dat indien het tot een goed einde gebracht wordt, een meerwaarde voor de Waalse economie creëert, met name in termen van werkgelegenheidscreatie- of handhaving in het Waalse Gewest of in termen van ontwikkeling van de productie van goederen of diensten in het Waalse Gewest, of in termen van innovatie.Het Agentschap waardeert het realistische karakter van deze toegevoegde waarde voor de Waalse economie.

Onderzoek en ontwikkeling, intellectuele eigendom, omzet, werkgelegenheid en directe investeringen in Wallonië, alsook hun respectieve groei, worden in aanmerking genomen bij de voortdurende evaluatie van de toegevoegde waarde in Wallonië.

De toegevoegde waarde gegenereerd door de aanvrager van de steun wordt vooreerst in overweging genomen. De toegevoegde waarde van de Waalse onderaannemers is de tweede belangrijkste factor; 4° het initiatief voor de herlancering van de activiteiten op internationaal vlak en het project op internationaal vlak moeten overstemmen met de nationale en internationale normen die van toepassing zijn op de beroepssector van de aanvrager met inbegrip van de eventuele deontologische regels;5° aan de wetsbepalingen voldoen die zijn activiteit regelen, en aan de fiscale, sociale en milieuwetgevingen alsook aan de deontologische code of het huishoudelijk reglement dat op zijn beroep van toepassing is;6° geen schuldenaar zijn van eisbare bedragen ten opzichte van het Agentschap.Er mag geen compensatie worden verricht tussen de schulden van de aanvrager tegenover het Agentschap en een in dit besluit bedoelde toelage; 7° zich niet in liquidatie, faillissement of stopzetting van de activiteiten bevinden, ongeacht het stadium van de procedure voor de toekenning van toelagen in het kader van dit besluit;8° geen groepering van ondernemingen, federatie of gemengde kamer van koophandel zijn waarvan de steun wordt geregeld door het besluit van de Waalse Regering van 9 juli 2020 betreffende de ondersteuning van de internationalisering van groeperingen van ondernemingen, gemengde kamers van koophandel en hun leden.

Art. 4.De aanvrager kan geen toelagen bedoeld bij dit besluit verkrijgen als hij de voorwaarden bedoeld bij Verordening (EU) nr. 1407/2013 niet in acht neemt.

Bijgevolg wordt het gevraagde toelagebedrag verminderd met het beschikbare saldo onder het toegestane plafond of wordt het geweigerd indien de toekenning ervan ertoe zou leiden dat de aanvrager de maximumbedragen van de toelagen bedoeld in Verordening (EU) nr. 1407/2013 of de norm die daarvoor in de plaats is gekomen, overschrijdt.

Art. 5.Er mag geen toelage bedoeld in dit besluit toegekend worden indien de aanvrager van plan is over te gaan tot een gedeeltelijke of gehele delokalisatie van zijn activiteit naar het buitenland, wat een vermindering of een stopzetting van activiteiten in het Waalse Gewest als gevolg zou hebben.

De aanvrager moet zijn activiteit op het grondgebied van het Waalse Gewest tijdens een duur van drie jaar te rekenen van de betaling van de toelage bedoeld in dit besluit handhaven.

Art. 6.De aanvrager kan de in artikel 7 bedoelde toelage slechts eenmaal in dezelfde oproepperiode ontvangen. HOOFDSTUK III. - Subsidiabel initiatief en in aanmerking komende kosten

Art. 7.Binnen de grenzen van de daartoe in de begroting van het Agentschap vastgelegde kredieten kan een forfaitaire toelage van 10 000 EUR worden toegekend aan aanvrager die aan de voorwaarden van dit besluit voldoet, ter dekking van de in aanmerking komende kosten die in het kader van zijn initiatief voor de herlancering van de activiteiten op internationaal vlak zijn gemaakt.

Het bedrag van de in het eerste lid bedoelde forfaitaire toelage bedraagt 15 000 EUR wanneer de aanvrager een starter is.

Art. 8.Om in aanmerking te komen voor de in artikel 7 bedoelde forfaitaire toelage moet het initiatief voor de herlancering van de activiteiten op internationaal vlak van de aanvrager: 1° verenigbaar zijn met het project op internationaal vlak van de aanvrager;2° een redelijke mate van haalbaarheid hebben;3° geraamd worden op een totale kostprijs die ten minste gelijk is aan het bedrag van de in artikel 7 bedoelde forfaitaire toelage;4° volledig worden uitgevoerd binnen een maximumtermijn van 12 maanden na de kennisgeving van de toekenningsbeslissing bedoeld in artikel 14, tweede lid.

Art. 9.De in artikel 7 bedoelde in aanmerking komende kosten zijn alle kosten: 1° voor de aankoop van studies van buitenlandse markten;2° voor de aankoop van buitenlandse klantenbestanden en lijsten met buitenlandse e-mailadressen;3° voor de uitvoering en verzending van e-mailing door een externe internetmarketingspecialist;4° voor de aankoop van e-mailing-kredieten;5° voor callcenterdiensten voor oproepen in het buitenland;6° voor de productie van een webinar voor buitenlandse klanten door een gespecialiseerde externe dienstverlener;7° voor internationale verwijzing op zoekmachines door een externe internetmarketingspecialist;8° voor de aankoop van reclame en internationale verwijzingen in zoekmachines;9° voor de aankoop van reclame op sociale netwerken gericht op een internationaal publiek;10° voor diensten van online beïnvloeders en opinieleiders;11° voor diensten van externe digitale marketingspecialisten voor de promotie van Waalse merken en producten op internationale online verkoopplatformen;12° voor diensten van externe digitale marketeers voor het beheer van internationale bedrijfsprofielen op sociale netwerken;13° voor de aankoop van vliegtickets voor zakenreizen;14° voor accommodatie tijdens zakenreizen;15° in verband met zakenreizen die door de plaatselijke autoriteiten worden opgelegd in het kader van de COVID-19-crisis. Het Agentschap wijst alle kosten af die geen verband houden met de uitvoering van het initiatief voor de herlancering van de activiteiten op internationaal vlak van de aanvrager.

Zelfs wanneer zij verband houden met de uitvoering van het initiatief voor de herlancering van de activiteiten op internationaal vlak van de aanvrager komen de volgende kosten bovendien nooit in aanmerking voor de toelage: 1° de belasting over de toegevoegde waarde;2° de betaling van de diensten die door de werknemers van de aanvrager of door andere leden van zijn onderneming worden geleverd;3° de betaling van producten of diensten die de aanvrager aan zijn eigen klanten verkoopt;4° kosten die in rekening worden gebracht door leveranciers of dienstverleners die een juridische, financiële, functionele of structurele band met de aanvrager hebben;5° normale en terugkerende werkingsuitgaven van de aanvrager;6° kosten die in contanten worden betaald of door middel van een vergoeding die voortvloeit uit de levering van goederen of diensten;7° uitgaven die door de aanvrager aan derden doorgefactureerd werden;8° uitgaven met een weeldekarakter;9° kosten in verband met de oprichting en de exploitatie van een distributienetwerk in het buitenland;10° kosten waarvoor de aanvrager van mening is toelagen te vragen, waarvoor hij toelagen of financieringen vraagt of heeft ontvangen bij het Agentschap of elk ander orgaan, instelling of openbare overheid;11° de kosten die zijn gemaakt vóór de datum van indiening van de in dit besluit bedoelde toelageaanvraag. HOOFDSTUK IV. - Toekenningsprocedure Afdeling 1. - Indiening van de toelageaanvragen

Art. 10.Het Agentschap stelt de openingsdatum en de duur van de oproepperiode vast. Naar gelang van de kredieten die in zijn begroting zijn opgenomen voor de in dit besluit bedoelde toelagen, kan het Agentschap besluiten meerdere oproepperioden te openen.

Tijdens dezelfde oproepperiode wordt voorrang gegeven aan ontvankelijke aanvragen die zijn gerangschikt in de chronologische volgorde waarin zij overeenkomstig de artikelen 11 en 12 geldig zijn ingediend.

Geldige aanvragen worden door het Agentschap behandeld op het moment van indiening. Het Agentschap kan de in lid 1 bedoelde oproepperiode voortijdig beëindigen indien het daarvoor beschikbare budget is uitgeput.

Art. 11.De aanvrager dient gratis zijn aanvraag om forfaitaire toelage in aan de hand van het elektronisch formulier dat op de website van het Agentschap ter beschikking wordt gesteld.

De aanvrager bevestigt uitdrukkelijk dat hij Verordening (UE) nr. 1407/2013 en dit besluit naleeft.

Deze bevestiging belemmert de verificatie van die naleving door het Agentschap niet.

Bovendien verbindt de aanvrager er zich in dit formulier toe om de in artikel 17 bedoelde documenten, tijdens een periode van tien jaar te behouden te rekenen van de datum van storting van de toelage door het Agentschap, behalve verlenging van de termijn overeenkomstig de wettelijke bepalingen inzake verjaring.

Bij zijn aanvraag voegt de aanvrager: 1° een beschrijving van zijn project op internationaal vlak en van zijn initiatief voor de herlancering van de activiteiten op internationaal vlak, vergezeld van een raming van de kosten van dit initiatief voor een bedrag dat ten minste gelijk is aan dat van de in artikel 7 bedoelde forfaitaire toelage;2° een aangifte van schuldvordering onder de opschortende voorwaarde van de in artikel 14 bedoelde aanvaardingsbeslissing, opgesteld volgens het model dat op de website van het Agentschap beschikbaar is gesteld;3° elk nuttig document om zijn aanvraag te steunen.

Art. 12.De aanvraag wordt geacht geldig te zijn ingediend in de zin van artikel 10, tweede lid, en artikel 13, eerste lid, wanneer de aanvrager een ontvangstbevestiging ontvangt van zijn elektronische aanvraagformulier met vermelding van een dossiernummer en de datum en het tijdstip van ontvangst van het formulier door het Agentschap. Afdeling 2. - Onderzoek van de toelageaanvraag, beslissing tot

toekenning van de toelage en storting van de toelage

Art. 13.Het Agentschap onderzoekt elke aanvraag op een ordelijke wijze volgens het tijdstip waarop deze geldig werd ingediend. Het Agentschap kan de aanvrager erom verzoeken hem elke aanvullende informatie die het nuttig acht te verstrekken.

Het Agentschap weigert elke aanvraag die de toekenningsvoorwaarden niet duidelijk naleeft. In de andere gevallen behandelt het Agentschap de aanvraag.

Art. 14.Aan het einde van de behandeling stelt het Agentschap een beslissingsvoorstel aan de Minister voor. De Minister weigert de aanvraag bij met redenen omklede beslissing of keurt ze goed. In geval van goedkeuring neemt hij een toelagebesluit aan.

Het Agentschap zorgt voor de opvolging van de beslissing van de Minister en deelt ze aan de aanvrager mede.

Art. 15.Na kennisgeving van de toekenningsbeslissing betaalt het Agentschap de forfaitaire toelage aan de aanvrager op basis van zijn aangifte van schuldvordering als bedoeld in artikel 11, vijfde lid, 2°. HOOFDSTUK V. - Controle en terugbetaling van de toelage

Art. 16.Zodra het gesubsidieerde initiatief voor de herlancering van de activiteiten op internationaal vlak volledig is uitgevoerd, en uiterlijk 15 maanden na de datum van kennisgeving van de in artikel 14 bedoelde beslissing, zendt de aanvrager het Agentschap langs elektronische weg een commercieel verslag met de resultaten van het gesubsidieerde initiatief. Het Agentschap stelt een model van het commercieel verslag ter beschikking op zijn website.

Art. 17.Het Agentschap kan te allen tijde de voorwaarden voor de toekenning van de toelage of van het in artikel 16 bedoelde commercieel verslag controleren en de aanvrager verzoeken hem binnen een maand de volgende stukken te verstrekken: 1° de gedetailleerde facturen betreffende het gesubsidieerde initiatief die op naam van de aanvrager zijn opgesteld en in zijn boekhouding zijn opgenomen: 2° de rekeninguittreksels of aftrekken van de kredietkaarten van de aanvrager waarin de identiteit van de aanvrager als opdrachtgever duidelijk wordt vermeld en;3° elk ander document aangevraagd door het Agentschap. Met betrekking tot het eerste lid, 2°, zijn betalingen in contanten of door middel van een vergoeding voor goederen of diensten niet toegestaan. De in het eerste lid, 2°, bedoelde rekeninguittreksels of aftrekken van de kredietkaarten vormen het enige door het Agentschap aanvaarde betalingsbewijs.

Na onderzoek van de volledige bewijsstukken richt het Agentschap een kennisgeving aan de aanvrager om hem mede te delen of hij al dan niet bewijskrachtige documenten heeft verstrekt en of alle in dit besluit bedoelde voorwaarden voor de toekenning van de toelage zijn nageleefd.

Indien de aanvrager het verzoek van het Agentschap niet beantwoord heeft, wordt hem een rappelbrief per zending gericht. Een tweede rappelbrief kan aan de aanvrager gericht worden.

Art. 18.Indien de aanvrager geen gevolg aan beide rappelbrieven bedoeld in artikel 17 heeft gegeven of als de documenten die hij aan het Agentschap heeft overgemaakt, niet bewijskrachtig zijn, verbindt hij zich ertoe de betrokken toelage geheel of gedeeltelijk terug te betalen.

Het Agentschap richt een aangetekende brief met de terugbetalingsmodaliteiten aan de aanvrager. Bij gebrek aan betaling stelt het Agentschap een rechtsvordering in.

Art. 19.Overeenkomstig de bepalingen van de artikelen 61 en 62 van het decreet van 15 december 2011Relevante gevonden documenten type decreet prom. 15/12/2011 pub. 29/12/2011 numac 2011027237 bron waalse overheidsdienst Decreet houdende organisatie van de begroting en van de boekhouding van de diensten van de Waalse Regering sluiten houdende organisatie van de begroting, de boekhouding en de verslaggeving van de Waalse openbare bestuurseenheid betaalt de aanvrager die een toelage krachtens dit besluit heeft ontvangen, ze volledig aan het Agentschap terug indien hij: 1° aan één of meerdere van de toekenningsvoorwaarden van de toelage niet voldoet;2° het in artikel 16 bedoelde commercieel verslag niet binnen de voorgeschreven termijn heeft ingediend;3° zijn activiteiten op het grondgebied van het Waalse Gewest niet voortzet gedurende een periode van drie jaar vanaf de datum van betaling van de toelage;4° de fondsen ontvangen voor andere doeleinden dan welke waarvoor ze toegekend zijn, bestemt;5° de toelage heeft ontvangen of behouden en wetens onjuiste of onvolledige inlichtingen heeft verstrekt onverminderd een eventuele strafrechtelijke vervolging. Bovendien betaalt de aanvrager het deel van de toelage dat het door de aanvaarde bewijsstukken gestaafde maximumbedrag overschrijdt, aan het Agentschap terug.

De aanvrager die zich minstens in één van bovenvermelde toestanden bevindt, wordt elke nieuwe toelage van het Agentschap ontnomen en van elke gemeenschappelijke actie van het Agentschap uitgesloten zolang hij de betrokken toelage niet terugbetaalt. Bovendien kan het Agentschap beslissen dat de aanvrager tijdens drie jaar vanaf de datum van terugbetaling van de betrokken toelage of voorschot aan het Agentschap geen toelagen zal kunnen aanvragen.". HOOFDSTUK VI. - Slotbepalingen

Art. 20.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt wordt.

Art. 21.De Minister van Economie en Buitenlandse Handel is belast met de uitvoering van dit besluit.

Namen, 26 november 2020.

Voor de Regering: De Minister-President, E. DI RUPO De Minister van Economie, Buitenlandse Handel, Onderzoek, Innovatie, Digitale Technologieën, Ruimtelijke Ordening, Landbouw, het "IFAPME", en de Vaardigheidscentra, W. BORSUS

^