gepubliceerd op 23 oktober 2024
Besluit van de Waalse Regering houdende uitvoering van artikel 7 van het decreet van 15 juli 2008 van het Boswetboek betreffende het vijfjarenplan inzake bosonderzoek
23 MEI 2024. - Besluit van de Waalse Regering houdende uitvoering van artikel 7 van het decreet van 15 juli 2008Relevante gevonden documenten type decreet prom. 15/07/2008 pub. 12/09/2008 numac 2008203215 bron waalse overheidsdienst Decreet betreffende het Boswetboek sluiten van het Boswetboek betreffende het vijfjarenplan inzake bosonderzoek
De Waalse Regering, Gelet op het
decreet van 15 juli 2008Relevante gevonden documenten
type
decreet
prom.
15/07/2008
pub.
12/09/2008
numac
2008203215
bron
waalse overheidsdienst
Decreet betreffende het Boswetboek
sluiten betreffende het Boswetboek, de artikelen 1 en 7;
Gelet op het advies van 19 april 2024 van de afdeling "Bos - Houtsector" van de beleidsgroep "Landelijke Aangelegenheden";
Op de voordracht van de Minister van Bossen;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.Het vijfjarenplan inzake bosonderzoek 2024-2029 strekt ertoe het verwerven van de wetenschappelijke kennis te verzekeren die nodig is voor een duurzaam en multifunctioneel beheer van bossen, dat aangepast is aan de klimaatveranderingen en dat sommige gevolgen ervan kan verzachten, overeenkomstig artikel 1 van het decreet van 15 juli 2008Relevante gevonden documenten type decreet prom. 15/07/2008 pub. 12/09/2008 numac 2008203215 bron waalse overheidsdienst Decreet betreffende het Boswetboek sluiten betreffende het Boswetboek.
De uitgevoerde onderzoeken hebben een fundamenteel of toegepast karakter.
De onderzoeken hebben tot doel het geven van beheersaanbevelingen of van omstandige antwoorden op elke vraag die een directe weerslag heeft op het duurzaam karakter van de levensvatbaarheid van het bosecosysteem en die binnen het toepassingsgebied van artikel 2 vallen.
De onderzoekacties kunnen ook tot doel hebben actualiteitsvragen te beantwoorden.
Art. 2.Het vijfjarenplan inzake bosonderzoek voor de periode tussen 1 juli 2024 en 30 juni 2029 bevat zeven hoofdlijnen: Hoofdlijn 1. Begrip, behoud en verbetering van het aanpassingsvermogen en de veerkracht van bosecosystemen bij globale veranderingen 1.1 Studie van de gevolgen van globale veranderingen op bosecosystemen, waaronder de gevolgen voor productiviteit, biodiversiteit en ecosysteemdiensten. 1.2. Gerichte analyse van zomerdroogtes/hittegolven en de gevolgen ervan inzake beheer. 1.3. De verschillende mechanismen evalueren om de waterretentiecapaciteit te maximaliseren ten voordele van het bosecosysteem. 1.4. Kennis ontwikkelen van bosgenetica, in het bijzonder de genetische diversiteit van ontvangende populaties en bronpopulaties, het begrijpen van aanpassingsstrategieën en de relevante criteria voor de selectie van individuen of de keuze van herkomst. 1.5. Het beoordelen van de veerkracht van verschillende soorten bosecosystemen in termen van hun mate van integriteit en biodiversiteit.
Hoofdlijn 2. Ontwikkeling van instrumenten voor innovatieve bosbouw en adaptief beheer 2.1. Kennis met betrekking tot de aanpassing van soorten aan standplaatsen (regelmatige bijwerking van het Ecologisch boomsoortenbestand, met name met betrekking tot "Bosbouwkundige en ecosysteemeffecten" en "Sterke en zwakke punten bij klimaatverandering") uitbreiden. 2.2. Kennis ontwikkelen over de potentiële aanpassing van nieuwe soorten of variëteiten die op het Waals grondgebied worden geïntroduceerd. 2.3. Kennis ontwikkelen over de potentiële risico's (pathogenen, invasieve uitheemse soorten, enz.) die gepaard gaan met de introductie van nieuwe soorten of herkomst op de productiviteit en biodiversiteit van bossen. 2.4. Instrumenten ontwikkelen om de risico's te karakteriseren die verbonden zijn aan bossen of bosgerelateerde verschijnselen en protocollen voor crisisbeheer. 2.5. Technische routes ontwikkelen om de vernieuwing van bossen in krimpende opstanden te garanderen, in het bijzonder door te vertrouwen op natuurlijke regeneratie.
Hoofdlijn 3. Een beter begrip van bodems en hun dynamiek om ze effectiever te beschermen 3.1. Evaluatie van bosbouwkundige beheermethoden met betrekking tot hun impact op de bodem en het voorstellen van technische oplossingen om de integriteit en productiviteit van de bodem te behouden (in het bijzonder het aanpassen van oogstmethoden om bosbodems te behouden en het uitvoeren van een kosten-batenanalyse van deze aanpassing, oogstmethoden in overeenstemming met de beschikbare machinetypes en ook de soorten opstanden). 3.2. Uitbreiding van de kennis over bodembiodiversiteit en koolstofopslag in de bodem. 3.3. Ontwikkeling van een kaart voor de kwetsbaarheid van de bodem, met name op het gebied van verdichting.
Hoofdlijn 4. Over regelmatig bijgewerkte wetenschappelijke gegevens beschikken voor nuttige informatie voor de hele bosbouw- en houtsector 4.1. Wetenschappelijke opvolging van de Permanente inventaris van de bosrijkdommen (in het bijzonder door de ontwikkeling van geomatica of de integratie van nieuwe meettechnieken) en het "Observatoire wallon de la Santé" (Waalse Waarnemingscentrum inzake gezondheid). 4.2. Toekomstgerichte analyses uitvoeren om projecties te maken over de toekomstige beschikbaarheid van hout, rekening houdend met de verwachte of gewenste evolutie van de samenstelling van onze bossen. 4.3. Hulpmiddelen invoeren voor de vroege detectie van ziekteverwekkers (insecten, schimmels, bacteriën, enz.) in opstanden. 4.4. De methoden voor het karakteriseren en monitoren van de structuur en samenstelling van bosopstanden verfijnen. 4.5. Voldoen aan Europese rapportageverplichtingen.
Hoofdlijn 5. Bevordering van het houtachtige materiaal uit onze bossen, in het bijzonder door het ontwikkelen van relaties tussen "Bosbouw - Potentieel voor valorisatie van houtmateriaal" 5.1. De impact van nieuwe soorten bosbouw op de technologische kwaliteit van hout bestuderen. 5.2. De kennis vergroten om de productie van kwaliteitshout en de verwerking van houtmaterialen te garanderen. 5.3. Analyse van de potentiële afzetmogelijkheden voor diversificatiesoorten en de aanpassing van houtoogstmethoden voor nieuwe soorten opstanden en diversificatiesoorten.
Hoofdlijn 6. Kennis over de verwachtingen van de samenleving en de diensten die bossen aan de samenleving leveren vergroten en instrumenten ontwikkelen om hun integratie te bevorderen 6.1. Kennis over de verwachtingen en de percepties van de samenleving inzake bossen vergoten, met inbegrip van de verwachtingen van de verschillende actoren in de bosbouwsector (eigenaars, beheerders, aannemers, exploitanten). 6.2. Een ruimere kennis vergaren over de ecosysteemwaarden van bossen. 6.3. Innovatieve communicatiemiddelen ontwerpen om bij te dragen aan een beter begrip van bosgerelateerde kwesties. 6.4. Hulpmiddelen ontwikkelen om een overkoepelend en inspraakgericht bestuur inzake bosgerelateerde kwesties te ondersteunen.
Naast deze zes onderzoeksbeleidslijnen is er een overkoepelende beleidslijn gewijd aan de valorisatie van onderzoeksresultaten.
Hoofdlijn 7. Zorgen voor de overdracht van wetenschappelijke kennis, de vulgarisatie ervan en de terbeschikkingstelling van afgeleide instrumenten voor de hele bosbouw- en houtindustrie. 7.1. De betrokkenen van de sector alsook veldwerkers opleiden, rekening houdend met hun specifieke werkterrein. 7.2. De onderzoeksresultaten verspreiden via vulgariserende tijdschriften. 7.3. Organisatie van een slotcolloquium aan het einde van het Vijfjarenplan. 7.4. Beheersinstrumenten ontwikkelen op basis van onderzoeksresultaten, rekening houdend met de analyse van de mogelijkheden om ze in de praktijk te brengen.
Bij elk onderzoek dat in het kader van dit Vijfjarenplan wordt uitgevoerd, zal bijzondere aandacht worden besteed aan het in aanmerking nemen van de effecten van voorstellen of resultaten op alle functies van het duurzaam bosbeheer, zoals bepaald in artikel 1 van het Boswetboek, namelijk economische, ecologische en sociale functies.
De Waalse Regering kan, op voorstel van de Minister bevoegd voor Bosbeheer, aan de wetenschappelijke partners van het Vijfjarenplan vragen om specifieke onderzoeksvragen te beantwoorden die niet binnen één van de door dit decreet bepaalde beleidslijnen vallen.
Art. 3.Er is een Stuurgroep opgericht, voorgezeten door de vertegenwoordiger van de Minister van Bosbouw. Anders wordt het gezamenlijk voorgezeten door de Inspecteur-generaal van het Departement Natuur en Bossen (DNF) en de Inspecteur-generaal van het Departement Onderzoek van het Natuurlijk en Landbouwmilieu (DEMNA).
Het Begeleidingscomité is samengesteld uit: - één vertegenwoordiger van de Minister bevoegd voor Bossen; - een vertegenwoordiger van de Directie Bosrijkdommen en een vertegenwoordiger van de Directie Natuur en Groengebieden van het Departement Natuur en Bossen (DNF) van de Waalse Overheidsdienst Landbouw, Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu; - één vertegenwoordiger van de Directie Bosomgeving en een vertegenwoordiger van de Directie Natuur en Water van het Departement Onderzoek van het Natuurlijk en Landbouwmilieu (DEMNA) van de Waalse Overheidsdienst Landbouw, Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu; - één vertegenwoordiger van "Filière Bois Wallonie"; - één vertegenwoordiger van privé-boseigenaren; - één vertegenwoordiger van de "Union des villes et des communes de Wallonie" (Vereniging van de Waalse Steden en Gemeenten); - één vertegenwoordiger van Canopea; - één vertegenwoordiger van het coördinatieteam van de Regionale bosbouwstrategie; - drie deskundigen die geen deel uitmaken van de partners die in aanmerking komen voor het Vijfjarenplan voor Bosonderzoek en die erkende vaardigheden hebben op het gebied van de economische, milieu en sociale functies van het bos. Het "DNF" en het "DEMNA" zijn belast met de selectie van deze 3 deskundigen.
Het Stuurcomité heeft de volgende opdrachten: - zorgen voor de uitvoering, de monitoring en de verslaggeving van het vijfjarenplan, zoals bedoeld in dit besluit; - validatie van de specificaties (type projectfiche) voor onderzoeksacties (methodologie, verwachte resultaten, werkprogramma en tijdschema, etc.) en uitbreiding en trainingsactiviteiten; - Supervisors benoemen onder de leden van de Administratie ("DNF" en/of "DEMNA"); - de samenstelling en werking van de technische Begeleidingscomités vaststellen; - zorgen voor het vlotte verloop van de oproep tot het indienen van projecten voorgesteld in het kader van het derde deel van het Vijfjarenplan; - zorgen voor een goede samenhang en het voorkomen van elkaar overlappende acties uitgevoerd in het kader van het Vijfjarenplan en de acties die elders worden uitgevoerd (Waals herstelplan, Interreg-projecten, enz.); - aan het einde van de cyclus, het Vijfjarenplan evalueren en erover verslag uitbrengen aan de hand van gestandaardiseerde indicatoren.
Art. 4.De Minister bevoegd voor de Bossen is belast met de uitvoering van dit besluit.
Namen, 23 mei 2024.
Voor de Regering: De Minister-President, E. DI RUPO De Minister van Leefmilieu, Natuur, Bossen, Landelijke Aangelegenheden en Dierenwelzijn, C. TELLIER