Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Waalse Regering van 14 december 2023
gepubliceerd op 21 maart 2024

Besluit van de Waalse Regering betreffende de steun voor internationalisering van de ondernemingen

bron
waalse overheidsdienst
numac
2024002439
pub.
21/03/2024
prom.
14/12/2023
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

14 DECEMBER 2023. - Besluit van de Waalse Regering betreffende de steun voor internationalisering van de ondernemingen


De Waalse Regering, Gelet op het decreet van 2 april 1998Relevante gevonden documenten type decreet prom. 02/04/1998 pub. 28/04/1998 numac 1998027274 bron ministerie van het waalse gewest Decreet houdende wijziging van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn type decreet prom. 02/04/1998 pub. 10/04/1998 numac 1998027237 bron ministerie van het waalse gewest Decreet houdende oprichting van het "Agence wallonne à l'Exportation" (1) sluiten houdende oprichting van het "Agence wallonne à l'Exportation et aux investissements étrangers" (Waals Exportagentschap voor uitvoer en Buitenlandse Investeringen), artikel 2, eerste lid, 2°, tweede lid, ingevoegd bij het decreet van 17 december 2015, en vijfde lid, ingevoegd bij het decreet van 28 april 2016;

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 29 oktober 2015Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 29/10/2015 pub. 20/11/2015 numac 2015205351 bron waalse overheidsdienst Besluit van de Waalse Regering betreffende de steun voor internationalisering van de ondernemingen sluiten betreffende de steun voor internationalisering van de ondernemingen;

Gelet op het advies van de raad van bestuur van het "Agence wallonne à l'Exportation et aux investissements étrangers", gegeven op 24 april 2023;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 23 juni 2023 ;

Gelet op de instemming van de Minister van Begroting, gegeven op 13 juli 2023;

Gelet op het rapport van 9 juni 2023, opgemaakt overeenkomstig artikel 3, 2°, van het decreet van 11 april 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 11/04/2014 pub. 06/06/2014 numac 2014203532 bron waalse overheidsdienst Decreet houdende uitvoering van de resoluties van de Vrouwenconferentie van de Verenigde Naties die in september 1995 in Peking heeft plaatsgehad en tot integratie van de genderdimensie in het geheel van de gewestelijke beleidslijnen sluiten houdende uitvoering van de resoluties van de Vrouwenconferentie van de Verenigde Naties die in september 1995 in Peking heeft plaatsgehad en tot integratie van de genderdimensie in het geheel van de gewestelijke beleidslijnen ;

Gelet op het standaardadvies nr. 65/2023 van de Gegevensbeschermingsautoriteit, gegeven op 24 maart 2023;

Gelet op advies 74.628/2 van de Raad van State, gegeven op 21 november 2023, overeenkomstig artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Gelet op advies nr. 1548 van de "Conseil économique, social et environnemental de Wallonie" (Economische, Sociale en Milieuraad van Wallonië), gegeven op 4 september 2023;

Op de voordracht van de Minister van Buitenlandse Handel;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder: 1° de onderneming: elke entiteit, ongeacht de rechtsvorm ervan, die een economische activiteit uitoefent, waarbij aangemerkt wordt dat overeenkomstig Verordening (EU) nr.1407/2013 van 18 december 2013, alle entiteiten die onder de zeggenschap staan van dezelfde entiteit, als één onderneming dienen te worden beschouwd; 2° starter: elke onderneming die ingeschreven is bij de Kruispuntbank van Ondernemingen sedert minder dan vijf jaar op het moment van de indiening van de aanvraag om toelagen gegrond op dit besluit;3° de KMO: elke onderneming die minder dan 250 personen tewerkstelt en waarvan de jaarlijkse omzetniet hoger is dan 50 miljoen euro en waarvan het totaal van de jaarlijkse balans niet hoger is dan 43 miljoen euro.De eventuele berekeningen van die gegevens volgen de modaliteiten bedoeld in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de gemeenschappelijke markt verenigbaar worden verklaard; 4° de Minister: het lid van de Waalse Regering bevoegd voor Buitenlandse Handel;5° het Agentschap: het Waals Agentschap voor Uitvoer en Buitenlandse Investeringen;6° de aanvrager : de onderneming die een toelageaanvraag gegrond op dit besluit ingediend heeft;7° het project op internationaal vlak : de strategie gevolgd door de aanvrager om zijn internationale ontwikkeling te bevorderen;8° het initiatief: de praktische uitvoering van het internationale project van de aanvrager;9° de toelaatbare kosten : het geheel van de kosten die door de aanvrager rechtstreeks gemaakt worden en die geheel of gedeeltelijk kunnen worden gedekt door een toelagegegrond op dit besluit;deze kosten worden altijd exclusief BTW of andere belastingen of kortingen in aanmerking genomen; 10° de maturiteitsdiagnose op vlak van internationalisering: de digitale klantsegmentatietool ontwikkeld door het Agentschap om de maturiteit van Waalse ondernemingen te bepalen in hun internationaliseringsaanpak met betrekking tot de volgende thema's: a) de positionering van het product of de dienst ten opzichte van de binnenlandse markt ;b) het internationaliseringsproject;c) de commerciële ontwikkeling;d) de digitale rijpheid ;e) de productiemiddelen ;f) de financiële draagkracht ;g) de capaciteit inzake human resources ;h) de logistieke capaciteit ;i) de inoverwegingname van juridische en regelgevingsaspecten ;j) innovatie en onderzoek en ontwikkeling ;k) aandacht voor maatschappelijk verantwoord ondernemen en duurzame ontwikkeling;11° onderneming met een hoog internationaliseringspotentieel: een onderneming die op de dag van de indiening van de subsidieaanvraag : a) ten minste drie jaar ingeschreven is bij de Kruispuntbank van Ondernemingen;b) over een hoofdzetel in het Waalse Gewest beschikt;c) innovatieve productiemethoden, producten of diensten ontwikkelt of toepast;d) ten minste acht voltijdsequivalente werknemers heeft en in de afgelopen drie jaar is gegroeid;e) over de drie boekjaren voorafgaand aan het jaar waarin de toelage-aanvraag wordt ingediend een omzetstijging van ten minste 20% heeft gerealiseerd;f) in de drie boekjaren voorafgaand aan het jaar waarin de toelage-aanvraag wordt ingediend, een internationale omzet heeft behaald die ten minste tien procent van haar totale omzet bedraagt;g) een financieel plan heeft dat aantoont dat het de financiële behoeften en risico's beheert en specifieke financiële middelen toewijst voor internationale groei;h) al minstens twee jaar prospectie of marketing doet in ten minste één vreemd land;i) de haalbaarheid van een exportbedrijfsmodel op ten minste één buitenlandse markt en de repliceerbaarheid ervan op andere buitenlandse markten heeft gevalideerd;j) een internationale strategie heeft die ten minste drie jaar bestrijkt vanaf de datum van indiening van de subsidieaanvraag;k) overwegingen over duurzame ontwikkeling met betrekking tot milieu- en sociale aspecten integreert in de manier waarop het bedrijf werkt of in zijn producten en diensten;12° de nieuwe markt: de buitenlandse markt waarop de aanvrager minder dan twintig procent van zijn exportomzet realiseert of waarop hij een omzetverlies van twintig procent van zijn exportomzet heeft geleden in het jaar voorafgaand aan het jaar van indiening van zijn subsidieaanvraag;13° nieuw product of nieuwe dienst: een product of dienst bestemd voor nieuwe marktsegmenten of die het aanbod van de onderneming uitbreidt door middel van een nieuwe technologie of nieuwe productie- of marketingprocessen;14° fysieke beurs, tentoonstelling, congres of conferentie: een beurs, tentoonstelling, congres of conferentie die plaatsvindt op een specifieke fysieke locatie en fysieke verplaatsing van deelnemers en bezoekers vereist;15° virtuele beurs, tentoonstelling, congres of conferentie: een beurs, tentoonstelling, congres of conferentie die plaatsvindt via internet en geen fysieke verplaatsing van deelnemers en bezoekers vereist;16° hybride beurs, tentoonstelling, congres of conferentie: een beurs, tentoonstelling, congres of conferentie die zowel fysiek als virtueel is;17° Verordening (EU) nr.1407/2013 van 18 december 2013: Verordening (EU) nr. 1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013 inzake de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun of de vervangende norm; 18° het besluit van de Waalse Regering van 29 oktober 2015Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 29/10/2015 pub. 20/11/2015 numac 2015205351 bron waalse overheidsdienst Besluit van de Waalse Regering betreffende de steun voor internationalisering van de ondernemingen sluiten: het besluit van de Waalse Regering van 29 oktober 2015Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 29/10/2015 pub. 20/11/2015 numac 2015205351 bron waalse overheidsdienst Besluit van de Waalse Regering betreffende de steun voor internationalisering van de ondernemingen sluiten betreffende de steun aan de landbouw, laatst gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 23 maart 2023 Art.2. De subsidies bedoeld bij dit besluit vallen onder Verordening 1407/2013 van 18 december 2013.

Ze vormen een aanvulling op de andere steunregelingen van het Agentschap. HOOFDSTUK 2. - Gemeenschappelijke voorwaarden voor de subsidies

Art. 3.De in dit besluit bedoelde toelagen zijn voorbehouden voor subsidiabele initiatieven die gericht zijn op de ontwikkeling van activiteiten die op internationaal vlak worden uitgeoefend.

Ze worden binnen de perken van de beschikbare begrotingskredieten verleend.

Art. 4.In zijn aanvraag voor een toelage beschrijft de aanvrager het desbetreffende initiatief dat noodzakelijkerwijs deel moet uitmaken van zijn project op internationaal vlak.

Het initiatief en het project op internationaal vlak stemmen overeen met de nationale en internationale normen die van toepassing zijn op de beroepssector van de aanvrager met inbegrip van de eventuele deontologische regels.

Art. 5.Om voor de toelage in aanmerking te komen, wordt het initiatief van de aanvrager niet vóór de indiening van de aanvraag uitgevoerd. Zodra de indiening plaatsgevonden heeft en indien de aanvrager zijn project onmiddellijk uitvoert en als de aangevraagde toelage hem eindelijk geweigerd wordt, betaalt hij alleen de kosten gebonden aan die uitvoering.

Art. 6.De subsidieplafonds en de termijnen en perioden worden bepaald per entiteit met een ondernemingsnummer bij de Kruispuntbank van Ondernemingen (KBO), onverminderd de naleving door de aanvrager van de subsidieplafonds en perioden die per enige onderneming bedoeld zijn bij Verordening (EU) nr. 1407/2013 van 18 december 2013.

Bijgevolg wordt het gevraagde toelagebedrag verminderd met het beschikbare saldo onder het toegestane plafond of wordt het geweigerd indien de toekenning ervan ertoe leidt dat de aanvrager ofwel de maximumbedragen van de toelagen van het Agentschap overschrijdt ofwel de maximumbedragen van de toelagen bedoeld in Verordening (EU) nr. 1407/2013 van 18 december 2013, overschrijdt.

Art. 7.Het recht om een subsidie te ontvangen wordt slechts aan de aanvrager toegekend indien de volgende voorwaarden worden vervuld: 1° de subsidieaanvraag wordt aanvaard overeenkomstig dit besluit;2° het Agentschap heeft de aanvrager een afrekeningsbrief gestuurd met het definitieve bedrag van de gevraagde toelage, waarbij met name rekening is gehouden met de naleving van de toekenningsvoorwaarden, de toepasselijke maxima, de schuldvorderingsverklaring van de aanvrager of de bewijsstukken.

Art. 8.Om in aanmerking te komen voor subsidies moet de aanvrager: 1° een onderneming zijn met een actieve status bij de Kruispuntbank der Ondernemingen;2° een hoofdzetel in het Waalse Gewest hebben;3° met een "actief" statuut in de databank van de ondernemingen als cliënt van het Agentschap worden geregistreerd of daar een aanvraag tot registratie indienen;4° een concreet en gestructureerd project op internationaal vlak hebben dat indien het tot een goed einde gebracht wordt, een meerwaarde voor de Waalse economie creëert, met name in termen van werkgelegenheidscreatie- of handhaving in het Waalse Gewest of in termen van ontwikkeling van de productie van goederen of diensten in het Waalse Gewest, of in termen van innovatie;5° aan de wetsbepalingen voldoen die zijn activiteit regelen, en aan de fiscale, sociale en milieuwetgevingen, alsook aan de deontologische code of het huishoudelijk reglement dat op zijn beroep van toepassing is;6° zijn maturiteitsdiagnose internationalisering afgerond hebben en een minimumscore gekregen hebben van : a) dertig procent voor de subsidie bedoeld in hoofdstuk 3, afdeling 1;a) vijftig procent voor de subsidies bedoeld in hoofdstuk 3, afdelingen 2 tot 4. De bedrijfszetel bedoeld in lid 1, 2°, is elke inrichting of activiteitcentrum met een bepaald stabiliteitskarakter. De hoofdbedrijfszetel is de zetel die binnen het geheel van de onderneming van de aanvrager, het grootste aantal werknemers tewerkstelt.

Het Agentschap waardeert het realistische karakter van deze toegevoegde waarde voor de Waalse economie bedoeld in lid 1, 4° Onderzoek en ontwikkeling, intellectuele eigendom, omzet, werkgelegenheid en directe investeringen in Wallonië, alsook hun respectieve groei, worden in aanmerking genomen bij de voortdurende evaluatie van de toegevoegde waarde in Wallonië. De door de steunaanvrager gegenereerde toegevoegde waarde wordt als eerste element beschouwd en de toegevoegde waarde van Waalse onderaannemers als tweede.

Aanvragers die op het ogenblik van de registratie, vermeld in het eerste lid, 3°, geen maturiteitsdiagnose hebben uitgevoerd overeenkomstig het eerste lid, 6°, worden door het Agentschap verzocht dit te doen bij het indienen van hun subsidieaanvraag. De maturiteitsdiagnose wordt uitgevoerd via een afspraak in een regionaal AWEX-centrum. Naast het achterhalen van de score van het bedrijf, maakt dit het mogelijk om het bedrijf te registreren in de software voor relatiebeheer van het Agentschap en om de algemene voorwaarden voor toegang tot AWEX-diensten te ondertekenen, waardoor aanvragen voor stimuleringsmaatregelen via een digitaal bedrijvenportaal kunnen worden ingediend.

Art. 9.Komen niet in aanmerking voor subsidies: 1° ondernemingen die eisbare bedragen verschuldigd zijn ten opzichte van het Agentschap;2° handelsvestigingen met een buurtkarakter;3° holdings;4° entiteiten die gehuisvest zijn in een structuur die de ontwikkeling van de economische activiteiten in het Waalse Gewest ondersteunt en die haar ondernemingsnummer ter beschikking stelt van de gehuisveste entiteit;5° bureaus of huizen voor toerisme, of toeristische diensten;6° ondernemingen in vereffening, faillissement of stopzetting van de activiteiten, met inbegrip van de gerechtelijke herorganisatieprocedure, ongeacht het stadium van de procedure voor de toekenning van toelagen in het kader van dit besluit;7° groeperingen van ondernemingen, federaties of gemengde kamers van koophandel waarvan de steun wordt geregeld door het besluit van de Waalse Regering betreffende de ondersteuning van de internationalisering van groeperingen van ondernemingen, gemengde kamers van koophandel en hun leden. In lid 1, 1°, mag er geen compensatie worden verricht tussen de schulden van de aanvrager tegenover het Agentschap en een in dit besluit bedoelde toelage

Art. 10.De aanvrager kan geen toelagen bedoeld bij dit besluit verkrijgen als hij de voorwaarden bedoeld bij Verordening (EU) nr. 1407/2013 van 18 december 2013 niet in acht neemt.

Art. 11.Er mag geen toelage toegekend worden indien de aanvrager van plan is over te gaan tot een gedeeltelijke of gehele delokalisatie van zijn activiteit naar het buitenland, wat een vermindering of een stopzetting van activiteiten in het Waalse Gewest als gevolg zou hebben.

De aanvrager zet zijn activiteiten op het grondgebied van het Waalse Gewest voort gedurende een periode van drie jaar vanaf de datum van betaling van de toelage.

Art. 12.Als de aanvrager meer dan één bedrijfsvestiging heeft, wordt de subsidie verlaagd naar rato van de omzet van de Waalse bedrijfsvestiging ten opzichte van de omzet van alle activiteiten van de aanvrager.

Art. 13.Subsidies dekken niet : 1° de belasting over de toegevoegde waarde;2° de betaling van de diensten die door de werknemers van de aanvrager of door andere leden van zijn onderneming worden geleverd;3° de betaling van producten of diensten die de aanvrager aan zijn eigen klanten verkoopt;4° kosten die in rekening worden gebracht door leveranciers of dienstverleners die een juridische, financiële, functionele of structurele band met de aanvrager hebben;5° normale en terugkerende werkingsuitgaven van de aanvrager;6° kosten die in contanten worden betaald of door middel van een vergoeding die voortvloeit uit de levering van goederen of diensten;7° uitgaven die door de aanvrager aan derden doorgefactureerd werden;8° uitgaven met een weeldekarakter;9° kosten die rechtstreeks verband houden met de uitgevoerde hoeveelheden;10° kosten voor het opzetten en exploiteren van een distributienetwerk in het buitenland of andere lopende uitgaven in verband met de exportactiviteit ;11° de kosten waarvoor de aanvrager bij het Agentschap of een ander overheidsorgaan, instelling of overheid subsidies of financiering wil aanvragen, aan het aanvragen is of heeft verkregen;12° kosten die zijn gemaakt vóór de datum van indiening van de subsidieaanvraag bedoeld in dit besluit. De band vermeld in paragraaf 1, 4°, is van dien aard dat hij de eiser in staat stelt om de door de leverancier of dienstverlener gefactureerde kosten geheel of gedeeltelijk te compenseren of terug te vorderen, op welke manier dan ook.

De in lid1, 8°, bedoelde uitgaven van weelderige aard zijn uitgaven voor overbodige of luxueuze zaken.

Art. 14.Als de subsidiabele kosten van de subsidie betrekking hebben op reis- en verblijfkosten in het buitenland, zijn deze subsidiabele kosten forfaitair. De Minister stelt een vast tarief vast voor reis- en verblijfkosten in elk van de geografische gebieden die hij bepaalt.

Dit (of deze) forfaitaire bedrag(en) wordt(worden) dan op de website van het Agentschap bekendgemaakt.

Als de subsidiabele kosten van de subsidie betrekking hebben op reis- en verblijfkosten in het buitenland, worden deze subsidiabele kosten forfaitair gemaakt. De Minister stelt een vast tarief vast voor reis- en verblijfkosten in elk van de geografische gebieden die hij bepaalt.

Dit (of deze) forfaitaire bedrag(en) wordt(worden) dan op de website van het Agentschap bekendgemaakt.

In afwijking van lid 1er, zijn de subsidiabele kosten van de subsidie met betrekking tot reis- en verblijfkosten, wanneer de reis en het verblijf in het buitenland niet plaatsvinden vanuit België of een buurland van België, de werkelijk door de aanvrager gemaakte reis- en verblijfkosten en beperkt tot de volgende posten: 1° reiskosten economy class ;2° huisvestingskosten;3° maaltijdkosten;4° de interne verplaatsingskosten die nodig zijn om het gesubsidieerde initiatief uit te voeren. De Minister kan evenwel een maximum vaststellen voor het bedrag van de subsidiabele kosten met betrekking tot de uitgaven, vermeld in paragraaf 3, 1° tot 4°.

Art. 15.Elke toelage die krachtens dit besluit wordt toegekend, staat vermeld in de jaarrekeningen van de aanvrager. HOOFDSTUK 3. - Spécifieke voorwaarden voor de subsidies Afdeling1. - Specifieke voorwaarden voor het communicatiemedium

Art. 16.Aan de aanvrager kan een subsidie van maximaal 5.000 euro worden toegekend ter dekking van een deel van de in deze afdelingbedoelde subsidiabele kosten die worden gemaakt gedurende een periode van maximaal twaalf maanden vanaf de datum van de in artikel 50 bedoelde kennisgeving.

Art. 17.De subsidie bedoeld in deze afdeling, dekt 50% van de subsidiabele kosten.

Wanneer de aanvrager een jonge onderneming is, wordt het in lid 1 genoemde percentage verhoogd tot zestig procent.

Art. 18.De subsidiabele kosten zijn de communicatie- en promotiekosten in verband met de lancering van een nieuw product of een nieuwe dienst door de aanvrager op een buitenlandse markt of in verband met de lancering van een bestaand product of een bestaande dienst door de aanvrager op een nieuwe buitenlandse markt, en die betrekking hebben op de volgende initiatieven: 1° het ontwerpen, produceren en vertalen van papieren of digitale brochures en video's;2° reclame in periodieke papieren of digitale vaktijdschriften die in het buitenland worden gepubliceerd of op buitenlandse vakportalen;3° de aankoop van lijsten van buitenlandse elektronische adressen ;4° het opstellen en verzenden van e-mails door een specialist in internetmarketing;5° de aankoop van e-mailing-kredieten;6° callcenterdiensten voor oproepen in het buitenland;7° het verwezenlijken van webinars door een specialist in internetmarketing ten behoeve van een buitenlands publiek;8° internationale verwijzing op zoekmachines door een externe internetmarketingspecialist;9° de aankoop van advertenties en internationale verwijzingen op zoekmachines, sociale netwerken en internationale e-commerceplatforms;10° diensten verleend door online influencers en opinieleiders om de producten of diensten van de aanvrager te promoten;11° diensten van externe digitale marketeers voor het beheer van internationale bedrijfsprofielen op sociale netwerken;12° het beheer, door een externe dienstverlener, van de marketingactiviteiten van de onderneming gedurende een bepaalde periode voor rekening van de aanvrager;13° het opstellen van een operations management rapport door een externe digital marketingspecialist en het opleiden van het bedrijf van de aanvrager in zijn eigen beheer;14° het ontwerp en de lay-out van de bedrijfspagina van de aanvrager op een internationaal e-commerce platform en de producten die daar worden getoond;15° het tonen van bepaalde producten van de aanvrager in een virtuele etalage op de startpagina van een internationaal e-commerce platform;16° de creatie van inhoud, visuals, video- en audioclips om de producten of diensten van de aanvrager te promoten op een internationaal e-commerce platform;17° het beheer, door een externe dienstverlener, van de account en bedrijfspagina van de aanvrager op een internationaal e-commerce platform;18° het abonnement op een buitenlands persbureau ;19° registratie op internationale onlineplatforms die verbonden zijn aan handelsbeurzen of tentoonstellingen die in het buitenland worden georganiseerd. In het eerste lid, 10°, wordt verstaan onder: 1° on line influencer: een natuurlijke of rechtspersoon die het consumentengedrag kan beïnvloeden door zijn positie, status of bekendheid op het internet;2° opinieleider: een natuurlijke persoon of rechtspersoon die door zijn of haar bekendheid of sociale of beroepsactiviteit de meningen of handelingen van een groot aantal personen kan beïnvloeden. In het eerste lid, 9°, 14°, 15°, 16°, 17° en 19° is een on line platform dat zich specifiek richt op het buitenland geen internationaal onlineplatform.

Art. 19.De aanvrager kiest vrij de dienstverleners die diensten leveren voor de diensten bedoeld in artikel 18. Die dienstverleners zijn professionals die geen deel uitmaken van de onderneming van de aanvrager.

Art. 20.De op de communcatiedrager voorgestelde producten of diensten worden in het Waalse Gewest vervaardigd of ontwikkeld. Afdeling 2. - Specifieke voorwaarden voor het communicatiemedium voor

prospectie

Art. 21.Aan de aanvrager kan een subsidie worden toegekend ter dekking van een deel van de in deze afdeling bedoelde subsidiabele kosten die worden gemaakt gedurende een periode van twaalf maanden vanaf de datum van de in artikel 50 bedoelde kennisgeving.

Het maximumbedrag van de subsidie, bedoeld in deze afdeling, wordt vastgesteld op basis van het aantal deelnames door de aanvrager, in de periode van twaalf maanden, bedoeld in het eerste lid, aan fysieke of hybride salons of tentoonstellingen van professionele en internationale aard die in het buitenland worden georganiseerd. Het bedrag is gelijk aan: 1° 15.000 euro als de aanvrager deelneemt aan ten minste drie salons of tentoonstellingen; 2° 10.000 euro als de aanvrager deelneemt aan ten minste twee salons of tentoonstellingen; 3° 8.000 euro als de aanvrager deelneemt aan ten minste één salon of tentoonstelling; 4° 6.000 euro als de aanvrager deelneemt aan geen enkel salon of geen enkele tentoonstelling.

De deelname aan evenementen of collectieve standen georganiseerd door het Agentschap of door een operator die een openbare tegemoetkoming voor dezelfde manifestatie geniet, komen niet in aanmerking.

Art. 22.De subsidie bedoeld in deze afdeling, dekt 50% van de subsidiabele kosten.

Wanneer de aanvrager een jonge onderneming is, wordt het in lid 1 genoemde percentage verhoogd tot zestig procent.

Art. 23.Onverminderd de beperkingen bedoeld in deze afdeling zijn de subsidiabele kosten de prospectiekosten in verband met de lancering van een nieuw product of een nieuwe dienst door de aanvrager op een buitenlandse markt of in verband met de lancering van een bestaand product of een bestaande dienst door de aanvrager op een nieuwe buitenlandse markt, en die betrekking hebben op de volgende initiatieven: 1° de aankoop van buitenlandse marktonderzoeken;2° het bezoeken van en deelnemen aan fysieke, virtuele en hybride salons en tentoonstellingen van professionele en internationale aard die in het buitenland worden georganiseerd;3° de deelname aan seminaries, conferenties en andere fysieke, virtuele en hybride evenementen van professionele en internationale aard die in het buitenland worden georganiseerd en waarbij sprake is van betalende inschrijvingen en spreekbeurten die de actieve promotie van de producten of diensten van de aanvrager mogelijk maken;4° de prospectiereizen naar nieuwe markten buiten de Europese Unie of, indien de aanvrager enkel een jongeonderneming is, naar nieuwe markten binnen en buiten de Europese Unie;5° het uitnodigen van prospects in België of in het buitenland, gevestigd buiten de Europese Unie of, indien de aanvrager enkel een jonge onderneming is, gevestigd in de Europese Unie of buiten de Europese Unie, om de zetel van de onderneming van de aanvrager of de door haar uitgevoerde projecten voor te stellen, met uitsluiting van uitnodigingen aan partners waarbij de aanvrager op enigerlei wijze betrokken is in het beheer of de controle ;6° het ontwerp van etikettering en merking, de naleving van normen en de registratie van merken voor de producten van de aanvrager.

Art. 24.De subsidiabele kosten met betrekking tot de initiatieven bedoeld in artikel 23, eerste lid, 2°, zijn beperkt tot de volgende kosten: 1° het inschrijvingsgeld voor het salon of de tentoonstelling;2° de reis- en verblijfskosten voor maximaal twee afgevaardigden van de aanvrager voor de duur van het salon of de tentoonstelling ;3° de kosten voor het huren van de oppervlakte van de stand die aangerekend worden door de organisator van de beurs of salon;4° de kosten voor de montage en demontage van de stand, aangerekend door gespecialiseerde professionele bedrijven;5° standinrichtingskosten aangerekend door de organisator van het salon of de tentoonstelling, of door gespecialiseerde professionele bedrijven, met betrekking tot huur van meubilair, elektrische installatie, verlichting en vloerbedekking, met uitsluiting van alle kosten met betrekking tot de aankoop van roerende of onroerende goederen;6° de kosten voor het verzenden van tentoonstellingsmateriaal die niet onderworpen zijn aan handelstransacties en die teruggestuurd worden naar het Waalse Gewest, voor zover het vervoer wordt uitgevoerd door een derde professionele vervoersonderneming;7° kosten verbonden aan het demonstreren of testen van toestellen en machines van de aanvrager bij prospects als onderdeel van het evenement.

Art. 25.De subsidiabele kosten met betrekking tot de initiatieven bedoeld in artikel 23, eerste lid, 3°, zijn beperkt tot de volgende kosten: 1° het inschrijvingsgeld van de aanvrager voor de seminar, de conferentie of het evenement;2° de reis- en verblijfskosten voor maximaal twee afgevaardigden van de aanvrager voor de gehele duur van de seminar, de conferentie of het evenement;3° de kosten voor het verzenden van tentoonstellingsmateriaal die niet onderworpen zijn aan handelstransacties en die teruggestuurd worden naar het Waalse Gewest, voor zover het vervoer wordt uitgevoerd door een derde professionele vervoersonderneming;4° kosten verbonden aan het demonstreren of testen van toestellen en machines van de aanvrager bij prospects als onderdeel van de seminar, de conferentie of het evenement.

Art. 26.De salons, vakbeurzen, seminars, conferenties en andere professionele en internationale evenementen die in het buitenland worden georganiseerd en onder deze afdelingvallen, worden door de aanvrager gekozen.

De deelname aan de evenementen bedoeld in deze afdeling gebeurt op individuele basis: 1° onder eigen naam de aanvrager;2° onder de handelsnaam van de aanvrager of van zijn producten en diensten;3° onder het op naam van de aanvrager wettelijk geregistreerde handelsmerk. Indien de aanvrager geen individuele stand kan verkrijgen of een stand wenst te delen met andere deelnemers, kan hij een toelageaanvraag indienen, op voorwaarde dat hij de organisator alle informatie verstrekt over de huur van de stand en over de doorberekening en de overname van zijn deel van de kosten, waarbij enkel dat aandeel in de kosten als toelaatbaar in aanmerking komt.

Bijgevolg mag de aanvrager die namens zijn agent, zijn invoerder of zijn moederonderneming of buitenlandse dochterondernemingen aan beurzen deelneemt, niet in aanmerking komen voor een in deze afdeling bedoelde toelage.

In het geval van terugtrekking of annulering van de deelname van de aanvrager aan het evenement, worden de door de aanvrager gemaakte kosten niet gedekt door de in deze afdeling bedoelde subsidie.

Art. 27.De subsidiabele kosten met betrekking tot de initiatieven bedoeld in artikel 23, eerste lid, 4°, zijn beperkt tot de reis- en verblijfskosten in het kader van maximaal vier prospectiereizen per land.

Art. 28.De subsidiabele kosten met betrekking tot de initiatieven bedoeld in artikel 23, eerste lid, 5°, zijn beperkt tot de reis- en verblijfskosten gemaakt in het kader van maximaal drie uitnodigingen voor prospectiereizen in België en in het buitenland. Afdeling 3. - Specifieke voorwaarden voor steun voor vestiging buiten

de Europese Unie

Art. 29.Aan de aanvrager kan een subsidie worden toegekend ter dekking van een deel van de in deze afdeling bedoelde subsidiabele kosten die worden gemaakt gedurende een periode van twaalf maanden vanaf de datum van de in artikel 50 bedoelde kennisgeving.

Art. 30.Het maximumbedrag van de subsidie, bedoeld in deze afdeling, wordt vastgesteld op basis van het geografisch gebied dat wordt bestreken door het initiatief van de aanvrager om het bedrijf op te zetten en op basis van de tijd dat de aanvrager de vestiging in gebruik heeft. Dat bedrag wordt bepaald aan de hand van het formulier opgenomen in de bijlage

Art. 31.De subsidie bedoeld in deze afdeling, dekt 50% van de subsidiabele kosten.

Wanneer de aanvrager een jonge onderneming is, wordt het in lid 1 genoemde percentage verhoogd tot zestig procent.

Art. 32.Onverminderd de beperkingen bedoeld in deze afdeling zijn de subsidiabele kosten de prospectiekosten in verband met de lancering van een nieuw product of een nieuwe dienst door de aanvrager op een buitenlandse markt en die betrekking hebben op de volgende vestigingsinitiatieven: 1° de bezetting, in het buitenland, van een incubator, een bedrijvencentrum, een business incubator of een gedeelde werkruimte die een onthaal- en ondersteuningsstructuur biedt ;2° het openen en uitbaten van een individueel of collectief vertegenwoordigingskantoor in het buitenland.

Art. 33.Om in aanmerking te komen voor de in deze afdeling bedoelde toelagen moet de aanvrager aan de volgende specifieke voorwaarden voldoen: 1° zij heeft geen permanente structuur in het land of de landen waarop het project betrekking heeft, of heeft er gedurende de drie jaar voorafgaand aan de indiening van haar subsidieaanvraag geen gehad;2° de som van haar eigen vermogen en haar schulden van meer dan één jaar groter is dan de geraamde begroting bedoeld in artikel 45, eerste lid 1, 5°, a).

Art. 34.De aanvrager kiest vrij het land, buiten de Europese unie, waarin hij een bureau voor handelsvertegenwoordiging wenst te openen.

Het geografische gebied dat door de vestiging wordt bestreken, kan een of meerdere landen omvatten.

Art. 35.Deze vestiging wordt minstens tijdens drieopeenvolgende maanden door de aanvrager bewoond en geëxploiteerd. Als de vestigingom een andere reden dan overmacht niet bezet en geëxploiteerd is tijdens de geplande periode, wordt de subsidie waarop deze afdeling betrekking heeft niet toegekend.

Art. 36.Wanneer de vestiging een vertegenwoordiging is, wordt deze door de aanvrager op eigen kosten, op individuele basis en onder eigen naam geëxploiteerd. Dit bureau staat onder zijn rechtstreeks toezicht en stelt minstens één persoon voltijds tewerk, die belast is met de handelsprospectie en het zoeken naar handelscontacten namens de aanvrager.

In afwijking van lid 1 komt de gemeenschappelijke exploitatie van een bureau voor handelsvertegenwoordiging in aanmerking eveneens voor een in deze afdeling bedoelde toelage indien ze minstens twee kmo's verenigt, die elk hun voornamelijk bedrijfszetel in het Waalse Gewest hebben en die afzonderlijke producten en/of diensten voorstellen. De bovenvermelde bedrijfszetels worden op afzonderlijke plaatsen gevestigd. Bovendien zijn de betrokken kmo's financieel onafhankelijk van elkaar.

Wanneer de aanvrager het vertegenwoordigingskantoor samen met andere entiteiten uitbaat, kunnen alleen de door de aanvrager gemaakte kosten subsidiabel zijn.

Art. 37.Ongeacht de door de aanvrager gekozen vestigingsformule mag geen activiteit inzake rechtstreekse commercialisatie door de aanvrager vanaf het bureau voor handelsvertegenwoordiging uitgeoefend worden.

Bijgevolg mag het bureau voor handelsvertegenwoordiging geen verkoopspunt of eenheid voor de opslag of de productie van goederen of levering van diensten, behalve de handelsvertegenwoordiging, zijn.

Art. 38.De aanvrager houdt zich aan de plaatselijke wettelijke bepalingen inzake de opening en werking van een bureau voor handelsvertegenwoordiging.

Art. 39.De subsidiabele kosten met betrekking tot de initiatieven bedoeld in artikel 32, eerste lid, 1°, zijn beperkt tot de volgende kosten: 1° reis- en verblijfkosten voorafgaand aan de bezetting van de vestigingsstructuur in het doelland;2° behandeling van de afgevaardigde van de aanvrager en het plaatselijk aangeworven personeel ;3° de opdrachtkosten binnen de door de vestiging gedekte zone, met inbegrip van de eventuele deelnamen aan professionele events;4° reis- en verblijfkosten in verband met overleg tussen de onderneming van de aanvrager in België en haar vestiging in het doelland, beperkt tot maximaal twee retourreizen per jaar;5° de huur van de in gebruik genomen werkruimte en de daaraan verbonden kosten voor verzekering en huur van de ter beschikking gestelde technische uitrusting;6° de kosten van bijkomende diensten die door de logiesstructuur worden aangeboden.

Art. 40.De subsidiabele kosten met betrekking tot de initiatieven bedoeld in artikel 32, eerste lid, 2°, zijn beperkt tot de volgende kosten: 1° reis- en verblijfkosten voorafgaand aan de opening en uitbating van dhet vertegenwoordigingskantoor in het doelland;2° de kosten van advies, bijstand of opleiding inzake juridische, boekhoudkundige of fiscale kwesties die van kracht zijn in het doelland, en die gemaakt zijn vóór de opening van het vertegenwoordigingskantoor;3° behandeling van de afgevaardigde van de aanvrager en het plaatselijk aangeworven personeel ;4° de opdrachtkosten binnen de door de vestiging gedekte zone, met inbegrip van de eventuele deelnamen aan professionele events;5° de huur voor het vertegenwoordigingskantoor, exclusief waarborgsommen, borgsommen en sleutelgeld;6° huurkosten, waaronder in het bijzonder kosten voor verlichting, verwarming, airconditioning en onderhoud;7° de kosten voor het huren en aankopen van meubilair, uitrusting en kleine kantoorbenodigdheden;8° reis- en verblijfkosten in verband met overleg tussen de onderneming van de aanvrager in België en haar vestiging in het doelland, beperkt tot maximaal twee retourreizen per jaar;9° kosten voor het verkrijgen van een verblijfs- of werkvergunning in het doelland. Afdeling 4. - Specifieke voorwaarden voor het communicatiemedium voor

certificering

Art. 41.Aan de aanvrager kan een subsidie van maximum 15.000 euro worden toegekend ter dekking van een deel van de in deze afdeling bedoelde subsidiabele kosten die worden gemaakt gedurende een periode van twaalf maanden vanaf de datum van de in artikel 50 bedoelde kennisgeving.

De aanvrager van de subsidie bedoeld in deze afdeling, is een ondernemingmet een hoog potentieel voor internationalisering.

Art. 42.De subsidie bedoeld in deze afdeling, dekt 50% van de subsidiabele kosten.

Art. 43.Subsidiabele kosten zijn alle kosten die verband houden met de certificering van een product van een aanvrager met het oog op de lancering ervan op een nieuwe buitenlandse markt. HOOFDSTUK 4. - Toekenningsprocedure Afdeling1. - Indiening van de aanvraag

Art. 44.De aanvrager dient zijn subsidieaanvraag in aan de hand van het elektronisch formulier dat op de website van het Agentschap ter beschikking wordt gesteld.

De aanvrager bevestigt uitdrukkelijk dat hij Verordening (UE) nr. 1407/2013 van 18 december 2013 en dit besluit naleeft. Deze bevestiging belemmert de verificatie van die naleving door het Agentschap niet.

Bovendien verbindt de aanvrager er zich in dit formulier toe om de in artikel 55 bedoelde documenten, tijdens een periode van tien jaar te behouden te rekenen van de datum van storting van de subsidie door het Agentschap, behoudens verlenging van de termijn overeenkomstig de wettelijke bepalingen inzake verjaring.

Art. 45.De aanvrager voegt bij de aanvraag tot erkenning : 1° een beschrijving van zijn internationale project en zijnimplementatieplan;2° de vordering tot betaling van het voorschot bedoeld in artikel 52, onder voorbehoud van de opschortende voorwaarde van de beslissing tot toekenning;3° voor aanvragen met betrekking tot de subsidie bedoeld in hoofdstuk 3, afdeling 1: a) een beschrijving van het communicatie-initiatief, waaronder ten minste een presentatie van de communicatiecampagne van de onderneming, de lijst van landen waarop deze campagne is gericht en de te gebruiken communicatiemedia;b) en, wanneer de aanvrager een onderneming is die actief is in de toeirstische privé-sector, wordt bij zijn aanvraag gevoegd, het/de gunstige advies/adviezen van, volgens het geval, "Wallonie-Belgique Tourisme", van het Commissariaat-generaal voor Toerisme van het Waalse Gewest of van het Ministerium der Deutschprachigen Gemeinschaft;4° voor de aanvragen met betrekking tot de subsidie bedoeld in hoofdstuk 4, afdeling 2, een beschrijving van het prospectie-initiatief met minstens een lijst van de salons, beurzen, tentoonstellingen, seminaries, conferenties en andere evenementen waaraan het bedrijf zal deelnemen in de twaalf maanden vanaf de datum van indiening van de subsidieaanvraag, met vermelding of het om een fysiek, virtueel of hybride evenement gaat en met een lijst van de geprospecteerde landen;5° voor aanvragen met betrekking tot de subsidie bedoeld in hoofdstuk 4, afdeling 3, een beschrijving van het vestigingsinitiatief dat minstens omvat: a) een voorlopige begroting voor het vestigingsinitiatief, met vermelding van een geraamd bedrag voor elke categorie subsidiabele kosten;b) een afschriftvan het huurcontract voor de gebruikte ruimte;c) een afschrift van de arbeidsovereenkomst van de kantoorhouder of ondernemingssafgevaardigde die ter plaatse wordt gestuurd;6° voor aanvragen met betrekking tot de subsidie bedoeld in hoofdstuk 4, afdeling 4, een beschrijving van het vestigingsinitiatief dat minstens omvat: a) een beschrijving van de producten of diensten waarop de certificering betrekking heeft ;b) de lijst van landen die in aanmerking komen voor certificering ;c) een voorlopige begroting voor het certificeringsinitiatief, met vermelding van een geraamd bedrag voor elke categorie subsidiabele kosten;7° de laatste balansen en winst- en verliesrekeningen als deze niet officieel gepubliceerd zijn;8° elk ander document dat hij nuttig acht om zijn aanvraag te ondersteunen.

Art. 46.De aanvraag wordt als geldig ingediend beschouwd wanneer de aanvrager een ontvangstbevestiging ontvangt van zijn elektronische aanvraagformulier, dat een dossiernummer bevat. Afdeling 2. - Onderzoek van aanvragen en beslissing tot toekenning

Art. 47.Het Agentschap onderzoekt elke geldig ingediende aanvraag en kan de aanvrager erom verzoeken hem elke aanvullende informatie die het nuttig acht te verstrekken.

Het Agentschap weigert elke aanvraag die de toekenningsvoorwaarden niet naleeft. In de andere gevallen behandelt het Agentschap de aanvraag.

Art. 48.Aan het einde van de behandeling stelt het Agentschap langs elektronische weg een beslissingsvoorstel aan de Minister voor.

De Minister aanvaardt of verwerpt de aanvraag.

De Minister kan de in lid 2 bedoelde bevoegdheid delegeren aan de directeur van het Agentschap.

Art. 49.Binnen de grenzen van de daartoe in de begroting van het Agentschap vastgelegde kredieten neemt de Minister de beslissingtot toekenning van de subsidie, waarin het aan de aanvrager toegekende maximumbedrag en de voorwaarden voor toekenning van de subsidie worden vastgesteld.

De Minister kan de in lid 1 bedoelde bevoegdheid delegeren aan de administrateur-generaal van het Agentschap.

Art. 50.Het Agentschap geeft gevolg aan het in artikel 49 bedoelde besluit en stelt de aanvrager daarvan langs elektronische weg in kennis.

Art. 51.Na kennisgeving door het Agentschap van de beslissing bedoeld in artikel 49 legt de aanvrager elk verzoek tot wijziging van het gesubsidieerde initiatief, van zijn begroting of de voor de uitvoering ervan gekozen dienstverleners en leveranciers onverwijld ter goedkeuring aan het Agentschap voor. Aanvragen moeten elektronisch worden ingediend, in overeenstemming met de procedures die door het Agentschap zijn vastgestelden op zijn website zijn gepubliceerd.

Het verzoek tot wijziging moet gebaseerd zijn op feitelijke of juridische elementen die het noodzakelijk maken om het gesubsidieerde initiatief aan te passen.

De wijziging mag niet leiden tot overschrijding van het maximumbedrag dat op grond van artikel 49 wordt toegekend. Afdeling 3. - Storting van de toelage en vervaltermijnen

Art. 52.Na kennisgeving van de beslissing tot toekenning betaalt het Agentschap een voorschot gelijk aan vijftig procent van het maximale subsidiebedrag dat aan de aanvrager is toegekend op basis van de schuldvorderingvan de aanvrager.

Art. 53.De gesubsidieerde initiatieven moeten uiterlijk een jaar na de datum van de in artikel 50 bedoelde kennisgeving volledig zijn uitgevoerd.

Art. 54.Zodra de gesubsidieerde initiatieven volledig ten uitvoer zijn gelegd, en uiterlijk drie maanden na afloop van de in artikel 53 bedoelde periode van één jaar, zendt de aanvrager het Agentschap een elektronisch bericht, volgens de door het Agentschap vastgestelde en op zijn website gepubliceerde procedures : 1° de lijst van de toelaatbare kosten ;2° een vordering tot betaling van het saldo van de subsidie, opgesteld op basis van het model dat beschikbaar is op de website van het Agentschap. Bovendien zendt de aanvrager het Agentschap binnen de in lid 1 bedoelde termijn: 1° voor aanvragen met betrekking tot de subsidie bedoeld in hoofdstuk 3, afdeling 1: a) een verslag over de resultaten van de gesubsidieerde communicatiecampagne ;b) een digitale kopie van de gebruikte communicatiemiddelen;2° voor initiatieven met betrekking tot de subsidie bedoeld in hoofdstuk 3, afdeling 2: a) een commercieel verslag over de resultaten van de uitgevoerde prospectie-initiatieven en waarin de verwachte impact van de subsidie op de exportomzet en het aantal VTE's van de aanvrager wordt becijferd;b) een lijst van salons, tentoonstellingen, beurzen, seminars, conferenties en andere evenementen waaraan hij heeft deelgenomen, met vermelding van de naam en de datum van het evenement;c) het bewijs dat zijn deelname aan salons, handelsbeurzen, seminars, conferenties en andere evenementen voldoet aan de voorwaarden van artikel 26 ;3° voor initiatieven met betrekking tot de subsidie bedoeld in hoofdstuk 3, afdeling 3: a) een commercieel verslag over de resultaten van de uitgevoerde vestigingsinitiatieven en waarin de verwachte impact van de subsidie op de exportomzet en het aantal VTE's van de aanvrager wordt becijferd;b) gedetailleerde facturen met betrekking tot het gesubsidieerde initiatief die zijn opgesteld op naam van de aanvrager en zijn opgenomen in de boekhouding van de aanvrager, samen met bankafschriften of creditcardafschriften waaruit blijkt dat de aanvrager deze facturen heeft betaald;4° voor initiatieven met betrekking tot de subsidie bedoeld in hoofdstuk 3, afdeling 4: a) een kopie van het conformiteitscertificaat voor het betrokken product of de betrokken dienst van het gesubsidieerde certificeringsinitiatief ;b) gedetailleerde facturen met betrekking tot het gesubsidieerde initiatief die zijn opgesteld op naam van de aanvrager en zijn opgenomen in de boekhouding van de aanvrager, samen met bankafschriften of creditcardafschriften waaruit blijkt dat de aanvrager deze facturen heeft betaald. Het Agentschap betaalt de aanvrager het saldo van de subsidie na ontvangst van de documenten, vermeld in het eerste lid, 1° tot en met 2°, en, naargelang de initiatieven waarop de subsidie betrekking heeft, in het tweede lid, 1° tot en met 4°, op basis van de schuldvordering van de aanvrager, vermeld in het eerste lid, 2°. Het bedrag van het saldo van de subsidie wordt berekend op basis van de afrekening van de gemaakte subsidiabele kosten, vermeld in paragraaf 1, 1°, na aftrek van het voorschot dat reeds aan de aanvrager werd betaald krachtens artikel 52. HOOFDSTUK 5. - Controle en terugbetaling van de subsidie

Art. 55.Het Agentschap kan op elk ogenblik, en binnen een termijn van maximaal tien jaar te rekenen vanaf de datum van betaling van de subsidie door het Agentschap, de voorwaarden voor de toekenning van de subsidie of de in artikel 54 bedoelde documenten controleren en de aanvrager verzoeken deze binnen een maand langs elektronische weg toe te zenden volgens de door het Agentschap vastgestelde en op zijn website gepubliceerde procedures : 1° de gedetailleerde facturen betreffende het gesubsidieerde initiatief die op naam van de aanvrager zijn opgesteld en in zijn boekhouding zijn opgenomen: 2° de rekeninguittreksels of afrekeningen van de kredietkaarten van de aanvrager waarin de identiteit van de aanvrager als opdrachtgever duidelijk wordt vermeld;3° elk ander document waarom verzocht wordt door het Agentschap. Met betrekking tot het eerste lid, 2°, zijn betalingen in contanten of door middel van compensatie van goederen of diensten niet toegestaan.

De in het eerste lid, 2°, bedoelde rekeninguittreksels of afrekeningen van de kredietkaarten vormen het enige door het Agentschap aanvaarde betalingsbewijs.

Na onderzoek van de volledige bewijsstukken richt het Agentschap een elektronische kennisgeving aan de aanvrager om hem mede te delen of hij al dan niet bewijskrachtige documenten heeft verstrekt en of alle in dit besluit bedoelde voorwaarden voor de toekenning van de toelage zijn nageleefd.

Indien de aanvrager het verzoek van het Agentschap niet beantwoord heeft, wordt hem een herinnering per zending gericht. Als de aanvrager niet reageert op deze herinnering, wordt een maand na de eerste herinnering een tweede herinnering per e-mail verstuurd.

Art. 56.Bovendien betaalt de aanvrager het deel van de toelage dat het door de aanvaarde bewijsstukken gestaafde maximumbedrag overschrijdt, aan het Agentschap terug.

Bovendien moet de aanvrager het Agentschap het volledige bedrag van de ontvangen subsidie terugbetalen als de aanvrager : 1° zich bevindt in één van de situaties bedoeld in artikel 61, § 1, 5°, a) tot c), van het decreet van 15 december 2011Relevante gevonden documenten type decreet prom. 15/12/2011 pub. 29/12/2011 numac 2011027237 bron waalse overheidsdienst Decreet houdende organisatie van de begroting en van de boekhouding van de diensten van de Waalse Regering type decreet prom. 15/12/2011 pub. 29/12/2011 numac 2011027236 bron waalse overheidsdienst Decreet houdende de algemene ontvangstenbegroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar 2012 sluiten houdende organisatie van de begroting, van de boekhouding en de verslaggeving van de Waalse overheidsbestuurseenheden 2° geen gevolg heeft gegeven aan de twee herinneringen, vermeld in artikel 55, vierde lid;3° het in artikel 54 bedoelde actieplan niet binnen de voorgeschreven termijn ter goedkeuring voorlegt;4° zijn activiteiten op het grondgebied van het Waalse Gewest niet voortzet gedurende een periode van drie jaar vanaf de datum van betaling van de toelage;5° de toelage heeft ontvangen of behouden en wetens onjuiste of onvolledige inlichtingen heeft verstrekt onverminderd een eventuele strafrechtelijke vervolging. Het Agentschap richt een aangetekende brief met de terugbetalingsmodaliteiten aan de aanvrager. Bij gebrek aan betaling stelt het Agentschap een rechtsvordering in.

Art. 57.De aanvrager die zich minstens in één van situaties bevindt bedoeld in artikel 56, wordt elke nieuwe toelage van het Agentschap ontnomen en van elke gemeenschappelijke actie van het Agentschap uitgesloten zolang hij de betrokken toelage niet terugbetaalt.

Bovendien kan het Agentschap beslissen dat de aanvrager tijdens drie jaar vanaf de datum van terugbetaling van de betrokken toelage of voorschot aan het Agentschap geen toelagen zal kunnen aanvragen wanneer: 1° de terugbetaling van de subsidie gebaseerd is op artikel 56, tweede lid, 5°, of 2° de aanvrager reeds het voorwerp is geweest van ten minste één eerdere terugbetalingsprocedure, met betrekking tot een andere subsidieaanvraag, op basis van één van de hypothesen, vermeld in artikel 56, tweede lid, 1° tot 4°. HOOFDSTUK 6. - Opheffings-, overgangs- en slotbepalingen

Art. 58.Het besluit van de Waalse Regering van 29 oktober 2015Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 29/10/2015 pub. 20/11/2015 numac 2015205351 bron waalse overheidsdienst Besluit van de Waalse Regering betreffende de steun voor internationalisering van de ondernemingen sluiten wordt opgeheven.

Art. 59.De bepalingen van het besluit van de Waalse Regering van 29 oktober 2015Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 29/10/2015 pub. 20/11/2015 numac 2015205351 bron waalse overheidsdienst Besluit van de Waalse Regering betreffende de steun voor internationalisering van de ondernemingen sluiten blijven van toepassing op de aanvragen die worden ingediend en de beslissingen die worden genomen in toepassing daarvan.

Art. 60.De Minister van Buitenlandse Handel is belast met de uitvoering van dit besluit.

Namen, 14 december 2023 Voor de Regering: De Minister-President, E. DI RUPO De Minister van Economie, Buitenlandse Handel, Onderzoek, Innovatie, Digitale Technologieën, Ruimtelijke Ordening, Landbouw, het "IFAPME", en de Vaardigheidscentra, W. BORSUS

Bijlage Lijst van subsidieplafonds voor steun voor vestiging buiten de Europese Unie HOOFDSTUK 1. - Forfaitaire bedragen voor individuele en gemeenschappelijke bureaus voor handelsvertegenwoordiging buiten de EU

Geografisch gebied

Subsidieplafond voor een bewoningsperiode van 12 maanden (het plafond wordt verlaagd in verhouding tot de werkelijke lengte van de bewoningsperiode als deze korter is dan 12 maanden)

EUROPA BUITEN DE EU (1)

50000 €

SCANDINAVISCHE LANDEN BUITEN DE EU EN ZWITSERLAND

60000 €

CENTRAAL-EUROPESE LANDEN BUITEN DE EU

55000 €

CENTRAAL-EUROPESE LANDEN BUITEN DE EU

65000 €

NOORD-AFRIKA

30000 €

SUB-SAHARISCH AFRIKA

40000 €

NOORD-AMERIKA (exclusief Mexico)

60000 €

CENTRAAL EN ZUID-AMERIKA (inclusief Mexico)

45000 €

NABIJE OOSTEN

50000 €

MIDDEN-OOSTEN (ARABISCH-PERZISCHE GOLF)

65000 €

ASEAN

60000 €

AZIE (2)

65000 €

CHINA

80000 €

OCEANIE

70000 €


(1) met uitzondering van de Scandinavische landen die geen lid zijn van de EU, Oost-Europa en Zwitserland die geen lid zijn van de EU (2) buiten ASEAN en China HOOFDSTUK 2.- Plafonds voor incubatoren, een bedrijvencentra, business incubators of een gedeelde werkruimte die een onthaal- en ondersteuningsstructuur biedt

Geografisch gebied

Driemaandelijks subsidieplafond (eerste 3 opeenvolgende maanden)

Maandelijks subsidieplafond na de eerste 3 maanden

EUROPA BUITEN DE EU (1)

10000 €

3350 €

SCANDINAVISCHE LANDEN BUITEN DE EU EN ZWITSERLAND

12000 €

4000 €

CENTRAAL-EUROPESE LANDEN BUITEN DE EU

11000 €

3725 €

CENTRAAL-EUROPESE LANDEN BUITEN DE EU

13000 €

4350 €

NOORD-AFRIKA

6000 €

2000 €

SUB-SAHARISCH AFRIKA

8000 €

2275 €

NOORD-AMERIKA (exclusief Mexico)

12000 €

4000 €

CENTRAAL EN ZUID-AMERIKA (inclusief Mexico)

9000 €

3000 €

NABIJE OOSTEN

10000 €

3350 €

MIDDEN-OOSTEN (ARABISCH-PERZISCHE GOLF)

13000 €

4350 €

ASEAN

12000 €

4000 €

AZIE (2)

13000 €

4350 €

CHINA

16000 €

5350 €

OCEANIE

14000 €

4725 €


(1) met uitzondering van de Scandinavische landen die geen lid zijn van de EU, Oost-Europa en Zwitserland die geen lid zijn van de EU (2) buiten ASEAN en China HOOFDSTUK 3.- Indeling van de landen naar geografisch gebied voor de toepassing van de forfaitaire bedragen voor de bureaus voor handelsvertegenwoordiging buiten de EU

GEBIEDEN

Land

Europa buiten de EU

Turkije, Verenigd Koninkrijk

Scandinavische landen buiten de eu en zwitserland

Denemarken, Finland, IJsland, Noorwegen, Zweden, Zwitserland

Centraal-Europese landen buiten de EU

Albanië, Bosnië en Herzegovina, Kosovo, Noord-Macedonië, Montenegro, Servië

Centraal-Europese landen buiten de EU

Wit-Rusland, Moldavië, Rusland, Oekraïne

Noord-Afrika

Algerije, Egypte, Libië, Marokko, Tunesië, Westelijke Sahara

sub-Saharisch Afrika

Angola, Benin, Botswana, Burkina Faso, Burundi, Kameroen, Kaapverdië, Centraal-Afrikaanse Republiek, Comoren, Congo (Brazzaville), Congo (DRC), Ivoorkust, Djibouti, Eritrea, Equatoriaal-Guinea, Ethiopië, Gabon, Gambia, Ghana, Guinee, Guinee-Bissau, Kenia, Lesotho, Liberia, Madagaskar, Malawi, Zuid-Afrika, Mali, Mauritius, Mauritanië, Mozambique, Namibië, Niger, Nigeria, Oeganda, Rwanda, Sao Tomé en Principe, Senegal, Seychellen, Sierra Leone, Somalië, Sudan, Zuid-Sudan, Swaziland, Tanzania, Tsjaad, Togo, Zambia, Zimbabwe.

Noord-Amerika

Canada, Verenigde Staten, Mexico

Midden- en Zuid-Amerika

Antigua en Barbuda, Bahama's, Barbados, Belize, Canada, Costa Rica, Cuba, Dominica, Grenada, Guatemala, Haïti, Honduras, Jamaica, Verenigde Staten, Mexico, Nicaragua, Panama, Puerto Rico, Dominicaanse Republiek, Saint Kitts en Nevis, Saint Lucia, Saint Vincent en de Grenadines, El Salvador, Trinidad en Tobago Argentinië, Bolivia, Brazilië, Chili, Colombia, Ecuador, Guyana, Paraguay, Peru, Suriname, Uruguay, Venezuela

Nabije Oosten

Israël, Jordanië, Libanon, Syrië, Palestijnse gebieden

Midden-Oosten

Armenië, Azerbeidzjan, Bahrein, Georgië, Saoedi-Arabië, Verenigde Arabische Emiraten, Irak, Iran, Koeweit, Oman, Qatar, Jemen

Asean

Brunei, Cambodja, Indonesië, Laos, Maleisië, Myanmar/Birma, Filippijnen, Singapore, Thailand, Vietnam

Azië

Afghanistan, Bangladesh, Bhutan, India, Japan, Kazachstan, Kirgizië, Malediven, Mongolië, Myanmar/Birma, Noord-Korea, Pakistan, Zuid-Korea, Sri Lanka, Tadzjikistan, Taiwan, Oost-Timor, Turkmenistan, Oezbekistan.

Oceanië

Australië, Cookeilanden, Federale Staten van Micronesië, Fiji, Hawaï, Marshalleilanden, Kiribati, Nauru, Niue, Nieuw-Caledonië, Nieuw Zeeland, Palau, Papoea-Nieuw-Guinea, Frans-Polynesië, Salomonseilanden, Samoa, Tonga, Tuvalu, Vanuatu


Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van de Waalse Regering van 14 december 2023 betreffende steun aan de landbouw Namen, 14 december 2023.

Voor de Regering: De Minister-President, E. DI RUPO De Minister van Economie, Buitenlandse Handel, Onderzoek, Innovatie, Digitale Technologieën, Ruimtelijke Ordening, Landbouw, het "IFAPME", en de Vaardigheidscentra, W. BORSUS

^