gepubliceerd op 23 augustus 2004
Besluit van de Waalse Regering tot uitvoering van het decreet van 13 maart 2003 betreffende de erkenning van arbeidsbemiddelingsbureaus
3 JUNI 2004. - Besluit van de Waalse Regering tot uitvoering van het decreet van 13 maart 2003 betreffende de erkenning van arbeidsbemiddelingsbureaus
De Waalse Regering, Gelet op het decreet van 13 maart 2003 betreffende de erkenning van arbeidsbemiddelingsbureaus;
Gelet op het decreet van 4 december 2003 betreffende de oprichting van het « Institut wallon de l'évaluation, de la prospective et de la statistique » (Waals Instituut voor evaluatie, toekomstverwachting en statistiek);
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 21 januari 2004;
Gelet op de instemming van de Minister van Begroting, gegeven op 22 januari 2004;
Gelet op het advies van de « Conseil économique et social de la Région wallonne » (Sociaal-economische raad van het Waalse Gewest), gegeven op 8 maart 2004;
Gelet op het advies van het beheerscomité van de « Office wallon de la Formation professionnelle et de l'emploi » (Waalse dienst voor beroepsopleiding en arbeidsbemiddeling), gegeven op 2 maart 2004;
Gelet op de beraadslaging van de Regering van 1 april 2004 over het verzoek om adviesverlening door de Raad van State binnen hoogstens één maand;
Gelet op het advies nr. 37.001/2 van de Raad van State, gegeven op 18 mei 2004, overeenkomstig artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van de Minister van Tewerkstelling en Beroepsopleiding, Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Begripsomschrijving
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° « arbeidsbemiddelingsbureau » : het bureau bedoeld in artikel 1 van het decreet van 13 maart 2003 betreffende de erkenning van arbeidsbemiddelingsbureaus;2° « betaalde sportbeoefenaar » : elke persoon die zich verbindt tot voorbereiding op of deelname aan een sportcompetitie of -demonstratie onder het toezicht van een andere persoon, mits betaling van een bedrag dat hoger is dan dat vastgelegd krachtens de wet van 24 februari 1978 betreffende de arbeidsovereenkomst voor betaalde sportbeoefenaars, alsook elke persoon die de leiding heeft over sportvoorbereiding of -beoefening;3° « schouwspelartiest » : elke persoon die het beroep uitoefent van toneelspeler, zanger, danser, kleinkunstenaar en circusartiest, muzikant, dirigent, balletmeester en elke figurant die zich tegen betaling produceert tijdens voorstellingen, repetities, auditieve of visuele opnames;4° « vergoeding » : ereloon, commissie, bijdrage, toelatings- of inschrijvingsrecht;5° « bouwsector » : het geheel van de bedrijven die onder de paritaire commissie nr.124 van de Bouw ressorteren; 6° « decreet » : het decreet van 13 maart 2003 betreffende de erkenning van arbeidsbemiddelingsbureaus;7° « Commissie » : de adviescommissie voor de erkenning in arbeidsbemiddelingszaken bedoeld in artikel 23 van het decreet;8° « bestuur » : de Afdeling Tewerkstelling en Beroepsopleiding van het Directoraat-generaal Economie en Tewerkstelling van het Ministerie van het Waalse Gewest; 9 « Dienst » : de « Office wallon de la Formation professionnelle et de l'emploi » zoals ingesteld bij het decreet van 6 mei 1999 betreffende de « Office wallon de la Formation professionnelle et de l'emploi »; 10° « Instituut » : het « Institut wallon de l'évaluation, de la prospective et de la statistique »;11° « Minister » : de Minister van Tewerkstelling;12° « het platform » : overlegplatform zoals ingesteld bij artikel 22 van het decreet. HOOFDSTUK II. - Erkenningsprocedure Afdeling 1. - Erkenningsaanvraag
Art. 2.§ 1. Het arbeidsbemiddelingsbureau richt een erkenningsaanvraag aan het bestuur, hetzij bij aangetekend schrijven, hetzij elektronisch, aan de hand van een formulier waarvan het model door het bestuur bepaald wordt.
Het arbeidsbemiddelingsbureau vermeldt op het aanvraagformulier voor welke arbeidsbemiddelingsdienst(en) het erkend wenst te worden. § 2. Het arbeidsbemiddelingsbureau waarvan de activiteit zich beperkt tot de verspreiding van werkaanbiedingen en -vragen, ongeacht het communicatiekanaal, is vrijgesteld van de verplichting tot voorafgaande erkenning.
Het arbeidsbemiddelingsbureau dat dat soort diensten verstrekt, meldt zijn bestaan bij het bestuur en maakt het in bijlage 1 opgenomen document bekend via de betrokken media of vermeldt de plaats waar het ter inzage ligt.
Dat document wordt op gewoon verzoek gratis afgegeven door het arbeidsbemiddelingsbureau. § 3. De natuurlijke persoon die arbeidsbemiddelingsdiensten verstrekt voor een schouwspelartiest of een betaalde sportbeoefenaar en die met hem verbonden is door verwantschap of aanverwantschap in de eerste graad, wordt eveneens vrijgesteld van de verplichting tot voorafgaande erkenning.
Art. 3.§ 1. De door het arbeidsbemiddelingsbureau ingediende aanvraag om voorafgaande erkenning gaat vergezeld van o.a. de volgende stukken : 1° als het arbeidsbemiddelingsbureau een rechtspersoon is, de gecoördineerde statuten van de vennootschap of van de vereniging zonder winstoogmerk of de datum van bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad of het ontwerp van akte als het arbeidsbemiddelingsbureau in oprichting is;2° als het arbeidsbemiddelingsbureau een rechtspersoon is, de naamlijst van de bestuurders, vennoten en meeraandeelhouders van de vennootschap, de lijst van de natuurlijke personen met verblijf- of woonplaats in België die de toestemming hebben om het arbeidsbemiddelingsbureau jegens derden te verbinden en om het te vertegenwoordigen bij gewestelijke overheden en voor Belgische rechtbanken, alsook, in voorkomend geval, het organigram van de sociale organen van het arbeidsbemiddelingsbureau;3° als het arbeidsbemiddelingsbureau een rechtspersoon is, een attest op erewoord getekend door drie van de personen die bevoegd zijn om het te verbinden, waaruit blijkt dat het voldoet aan de voorwaarden van artikel 5, 3° en 4°, van het decreet;4° als het arbeidsbemiddelingsbureau een rechtspersoon is, een afschrift van de laatste jaarrekeningen of van het financiële plan als het in oprichting is;5° als het arbeidsbemiddelingsbureau een handelsvennootschap is, het bewijs dat de vennootschap beschikt over een volgestort kapitaal overeenkomstig de juridische vorm ervan;6° een attest van de belastingontvanger waaruit blijkt dat het arbeidsbemiddelingsbureau bij de indiening van zijn aanvraag geen achterstallige belastingen verschuldigd is, ongeacht de aard ervan, of in aanmerking komt voor een behoorlijk nageleefd aanzuiveringsplan;7° een attest van het Rijksinstituut voor Sociale Zekerheid waaruit blijkt dat het arbeidsbemiddelingsbureau bij de indiening van zijn aanvraag geen achterstallige belastingen verschuldigd is aan die instelling of in aanmerking komt voor een behoorlijk nageleefd aanzuiveringsplan;8° in voorkomend geval het bewijs dat geen achterstallig bedrag verschuldigd is aan het Bestaanszekerheidsfonds;9° het model van overeenkomst vóór elke verstrekking van een arbeidsbemiddelingsdienst, per categorie arbeidsbemiddelingsdiensten;10° een afschrift van het document waarin de rechten van de werknemer en de werkgever vermeld staan, met de verplichte gegevens bedoeld in bijlage 1 bij dit besluit;11° de stukken waaruit blijkt dat voldaan werd aan de voorwaarden van professionele deskundigheid bedoeld in artikel 25;12° als het arbeidsbemiddelingsbureau de erkenning als uitzenddienst vereist, een afschrift van het arbeidsreglement;13° als het arbeidsbemiddelingsbureau de erkenning als uitzenddienst in de bouwsector vereist, het bewijs dat het opgericht is in de vorm van een handelsvennootschap waarvan het doel uitsluitend gericht is op het verstrekken van arbeidsbemiddelingsdiensten in bedrijven uit de bouwsector. § 2. In het kader van een aanvraag om hernieuwing van de erkenning worden de stukken bedoeld in § 1, 1°, 2°, 10° tot 13°, niet aan het bestuur overgemaakt, behalve op zijn uitdrukkelijk verzoek of in het geval van wijzigingen sinds de erkenning.
Art. 4.In afwijking van artikel 3 gaat de aanvraag om erkenning of om hernieuwing van de erkenning die uitgaat van een arbeidsbemiddelingsbureau bedoeld in artikel 7, eerste lid, 1° of 2°, van het decreet, vergezeld van de stukken waaruit blijkt dat het arbeidsbemiddelingsbureau voldoet aan voorwaarden gelijkwaardig aan die bepaald bij het decreet of dit besluit.
Art. 5.Als de aanvraag om erkenning of om hernieuwing van de erkenning uitgaat van een arbeidsbemiddelingsbureau bedoeld in artikel 7, eerste lid, 3°, van het decreet, gaat ze vergezeld van de stukken bedoeld in artikel 4 en van het bewijs dat het daadwerkelijk arbeidsbemiddelingsdiensten verstrekt in zijn land van herkomst.
Art. 6.Het bestuur bericht ontvangst van de aanvraag binnen tien dagen na ontvangst ervan. Als het dossier onvolledig is, wijst het bestuur het arbeidsbemiddelingsbureau daarop in hetzelfde schrijven.
Het arbeidsbemiddelingsbureau dient de ontbrekende stukken en gegevens in op dezelfde wijze als de aanvraag.
Het arbeidsbemiddelingsbureau kan zijn aanvraag niet vergezeld laten gaan van sommige stukken bedoeld in artikel 3, § 1, op voorwaarde dat deze laatste in het bezit zijn van het Directoraat-generaal Economie en Tewerkstelling van het Ministerie van het Waalse Gewest.
Art. 7.§ 1. De aanvraag wordt door het bestuur onderzocht.
Het bestuur maakt het dossier over aan de Commissie binnen vijftien dagen na ontvangst van het volledige dossier.
De Commissie kan verzoeken om alle bijkomende gegevens die ze nuttig acht voor haar analyse.
De Commissie geeft binnen dertig dagen na de datum van verzending van het dossier door het bestuur advies over de aanvraag om voorafgaande erkenning of om hernieuwing van de erkenning. Die termijn kan met hoogstens dertig dagen verlengd worden, mits toestemming van de Minister of van de daartoe afgevaardigde ambtenaar. § 2. Het bestuur geeft het arbeidsbemiddelingsbureau bij ter post aangetekend schrijven en de Commissie bij gewoon schrijven kennis van het besluit van de Minister. Het besluit wordt bij uittreksel in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt.
Het besluit van de Minister vermeldt voor welke arbeidsbemiddelingsdienst(en) en voor welke duur het arbeidsbemiddelingsbureau erkend wordt.
Art. 8.§ 1. In geval van samensmelting of opslorping geeft het arbeidsbemiddelingsbureau dat het erkende arbeidsbemiddelingsbureau overneemt het bestuur uiterlijk tien dagen na de samensmelting of opslorping bij aangetekend schrijven kennis van zijn aanvraag om overdracht van de toegekende erkenning.
Het bestuur informeert de Commissie, die de Minister advies geeft over de noodzaak om een nieuwe aanvraag in te dienen volgens de modaliteiten bedoeld in artikel 3. § 2. Het arbeidsbemiddelingsbureau geeft het bestuur bij aangetekend schrijven kennis van de tijdelijke of definitieve stopzetting van zijn activiteit binnen vijftien dagen na de stopzetting.
De Minister schorst de erkenning in geval van tijdelijke stopzetting van de activiteit en trekt ze in in geval van definitieve stopzetting. Afdeling 2. - Schorsing of intrekking van de erkenning
Art. 9.§ 1. Op voorstel van het bestuur en na gemotiveerd advies van de Commissie kan de Minister de erkenning gedurende een door hem bepaalde termijn schorsen opdat het arbeidsbemiddelingsbureau zou kunnen voldoen aan de bepalingen van het decreet en van dit besluit.
Het betrokken arbeidsbemiddelingsbureau wordt eerst bij aangetekend schrijven door de Commissie opgeroepen.
Het bestuur geeft het arbeidsbemiddelingsbureau bij ter post aangetekend schrijven en de Commissie bij gewoon schrijven kennis van het ministerieel besluit tot schorsing van de erkenning.
Na afloop van die termijn wordt de erkenning overeenkomstig § 2 van dit artikel ingetrokken als het arbeidsbemiddelingsbureau niet voldoet aan de voorwaarden van het besluit tot schorsing van de erkenning. § 2. De Minister kan de erkenning intrekken op voorstel van het bestuur en na gemotiveerd advies van de Commissie.
Het arbeidsbemiddelingsbureau wordt eerst bij aangetekend schrijven door de Commissie opgeroepen.
Het bestuur geeft het arbeidsbemiddelingsbureau bij ter post aangetekend schrijven en de Commissie bij gewoon schrijven kennis van het ministerieel besluit tot intrekking van de erkenning. Het besluit wordt bij uittreksel in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt. § 3. Vóór elk besluit tot schorsing of intrekking van een erkenning kan het arbeidsbemiddelingsbureau door de Minister of diens afgevaardigde gehoord worden. HOOFDSTUK III. - Verplichtingen voor het arbeidsbemiddelingsbureau Afdeling 1. - Activiteitenverslag
Art. 10.§ 1. Het activiteitenverslag bedoeld in artikel 12, 7°, van het decreet bevat de informatie over de arbeidsbemiddelingsactiviteiten van het afgelopen kalenderjaar.
Het wordt uiterlijk 30 juni aan het bestuur overgelegd.
Het arbeidsbemiddelingsbureau verstrekt afzonderlijk informatie voor elke arbeidsbemiddelingsdienst waarvoor het over een erkenning beschikt.
Het formulier betreffende het activiteitenverslag wordt uiterlijk 1 november van het jaar vóór dat waarop het betrekking heeft door het bestuur aan het arbeidsbemiddelingsbureau gericht. § 2. Het activiteitenverslag bevat o.a. de volgende gegevens over het arbeidsbemiddelingsbureau : 1° de omschrijving van de economische en financiële banden die het arbeidsbemiddelingsbureau met andere juridische en economische entiteiten onderhoudt op nationaal vlak en in het Frans taalgebied, alsook het organigram van het arbeidsbemiddelingsbureau met melding van het totaalaantal door hem tewerkgestelde bedienden en hun verspreiding over de entiteiten;2° het aantal bureaus en dochtermaatschappijen in het Franse taalgebied en de lokalisatie ervan, alsook de lokalisatie van de bedienden die over een diploma van psycholoog beschikken;3° de kwalificatie van de persoon (personen) die de professionele verantwoordelijkheid voor het arbeidsbemiddelingsbureau draagt (dragen);4° de eventuele wijzigingen die zich in de loop van het jaar zouden hebben voorgedaan in de structuur van het kapitaal en van de beheersorganen van het arbeidsbemiddelingsbureau;5° de inspanningen geleverd door het arbeidsbemiddelingsbureau inzake de voortgezette opleiding van zijn werknemers. § 3. Het arbeidsbemiddelingsbureau laat het jaarlijkse activiteitenverslag vergezeld gaan van : 1° een fiscaal attest gedateerd van minder dan zes maanden, als bewijs dat het voldoet aan de regelgeving betreffende de vennootschapsbelasting of de personenbelasting wat betreft de arbeidsbemiddelingsactiviteit;2° een attest gedateerd van minder dan zes maanden van het Rijksinstituut voor Sociale Zekerheid en, in voorkomend geval, van het (de) Bestaanszekerheidsfonds(en) waaruit blijkt dat geen achterstallige bedragen verschuldigd zijn;3° de jaarrekeningen en de sociale balans;4° in voorkomend geval, een attest van minder dan zes maanden van de buitenlandse financiële instelling, waaruit blijkt dat het conform zijn juridische vorm kapitaalbedrag volgestort is.
Art. 11.Behalve de gegevens bedoeld in artikel 10, §§ 2 en 3, bevat het activiteitenverslag betreffende de arbeidsbemiddelingsbureaus die outplacementdiensten verstrekken de volgende gegevens : 1° het aantal individuele of collectieve outplacementopdrachten;2° het aantal werknemers die gebruik gemaakt hebben van de outplacementdiensten;3° het aantal outplacementopdrachten betreffende werknemers die werkloos geworden zijn na een bedrijfssluiting of na de rechterlijke ontbinding van een vereniging zonder winstoogmerk.
Art. 12.Behalve de gegevens bedoeld in artikel 10, §§ 2 en 3, bevat het activiteitenverslag betreffende de arbeidsbemiddelingsbureaus die diensten verstrekken inzake interimarbeid of interimarbeid in de bouwsector of interimarbeid in de artistieke sector o.a. de volgende gegevens : 1° het aantal interimwerknemers met wie een overeenkomst is gesloten in het Franse taalgebied, onderverdeeld volgens de sector;2° het aantal in het Franse taalgebied gevestigde werkgevers die gebruik gemaakt hebben van arbeidsbemiddelingsdiensten, onderverdeeld volgens de sectoren;3° het aantal gepresteerde uren en het aantal bezoldigde uren gepresteerd gedurende bedoeld jaar in het Franse taalgebied, onderverdeeld volgens de sectoren;4° het aantal en het percentage arbeidsongevallen die zich in de loop van het jaar hebben voorgedaan, met opgave van de graad van ernst en frequentie;5° de verdeling van het aantal interimwerknemers en van de gepresteerde uren volgens het motief van de arbeidsbemiddeling;6° het aantal gebruikmakende bedrijven die interimwerknemers tewerkgesteld hebben gedurende een totaalaantal uren boven vijfentwintig percent van het totaalaantal gepresteerde uren.
Art. 13.Behalve de gegevens bedoeld in artikel 10, §§ 2 en 3, bevat het activiteitenverslag betreffende de arbeidsbemiddelingsbureaus die inschakelingsdiensten verstrekken o.a. de volgende gegevens : 1° het aantal personen dat het voorwerp van inschakelingsopdrachten heeft uitgemaakt;2° het aantal personen die een nieuwe baan gevonden hebben na een inschakelingsopdracht;3° de verdeling van de banen volgens de activiteitensector, het arbeidsstelsel en het soort arbeidscontract;4° de verdeling van de personen die het voorwerp van een inschakelingsopdracht hebben uitgemaakt, naar gelang hun geslacht, leeftijd, opleiding, werkloosheidsduur en statuut bij het begin van de opdracht.
Art. 14.Behalve de gegevens bedoeld in artikel 10, §§ 2 en 3, bevat het activiteitenverslag betreffende de arbeidsbemiddelingsbureaus die wervings- en selectiediensten verstrekken o.a. de volgende gegevens : 1° het aantal wervings- en selectieopdrachten;2° het aantal personen die een nieuwe baan gevonden hebben na een wervings- en selectieopdracht.
Art. 15.Behalve de gegevens bedoeld in artikel 10, §§ 2 en 3, bevat het activiteitenverslag betreffende de arbeidsbemiddelingsbureaus die diensten inzake het zoeken naar werk verstrekken o.a. de volgende gegevens : 1° het aantal opdrachten inzake het zoeken naar werk;2° het aantal personen die een nieuwe baan gevonden hebben na een opdracht inzake het zoeken naar werk.
Art. 16.Behalve de gegevens bedoeld in artikel 10, §§ 2 en 3, vermeldt het activiteitenverslag betreffende de arbeidsbemiddelingsbureaus voor de arbeidsbemiddeling van schouwspelartiesten o.a. : 1° het aantal schouwspelartiesten die het voorwerp hebben uitgemaakt van een arbeidsbemiddeling;2° de indeling van die arbeidsbemiddelingen volgens de categorie schouwspelartiesten, zoals bedoeld in artikel 1, 3°;3° de indeling van de geplaatste schouwspelartiesten volgens leeftijd, geslacht, nationaliteit, sociaal statuut, arbeidsstelsel, duur van de opdracht;4° de melding van de ontvangen vergoedingen.
Art. 17.Behalve de gegevens bedoeld in artikel 10, §§ 2 en 3, vermeldt het activiteitenverslag betreffende de arbeidsbemiddelingsbureaus die diensten verstrekken i.v.m. de arbeidsbemiddeling van betaalde sportbeoefenaars o.a. : 1° het aantal tewerkgestelde betaalde sportbeoefenaars, volgens de sporttak, het geslacht, de nationaliteit, de leeftijdscategorie, het sociaal statuut, het arbeidsstelsel, de duur van de opdracht;2° de gegevens betreffende de internationale transfers van de inkomenden en de vertrekkenden, het aantal arbeidsbemiddelingen doorgevoerd buiten de Europese Unie;3° het bedrag van de ontvangen vergoedingen.
Art. 18.Het arbeidsbemiddelingsbureau kan na voorafgaandelijk advies van het bestuur het jaarlijkse activiteitenverslag niet vergezeld laten gaan van bepaalde stukken bedoeld in de artikelen 10 tot 17, op voorwaarde dat deze in het bezit zijn van het Directoraat-generaal Economie en Tewerkstelling van het Ministerie van het Waalse Gewest. Afdeling 2. - Doorzichtigheid van de gewestelijke arbeidsmarkt
Art. 19.§ 1. De gegevens bedoeld in de artikelen 20 en 21 van het decreet worden om de zes maanden, jaarlijks tussen 1 januari en 30 juni en tussen 1 juli en 31 december, uiterlijk aan het einde van de tweede maand die volgt op het semester waarop het betrekking heeft, door de arbeidsbemiddelingsbureau aan de « Dienst » overgemaakt, hetzij schriftelijk, hetzij elektronisch.
Die brutogegevens worden vervolgens individueel onidentificeerbaar gemaakt en door de « Dienst » aan het « Instituut » overgemaakt. Die gegevens mogen uitsluitend gebruikt worden voor de opvolging en de analyse van de evoluties en tendensen op de gewestelijke arbeidsmarkt. § 2. De « Dienst » geeft het binnen het « Instituut » opgerichte platform kennis van de thema's, velden en perken van de studies die hij op basis van bovenbedoelde gegevens uitvoert.
Art. 20.§ 1. Elk arbeidsbemiddelingsbureau verstrekt per type activiteiten de volgende gegevens over de werknemers : 1° het aantal ingeschrevenen aan het begin van het semester;2° het aantal ingeschrevenen in de loop van het semester;3° de in de loop van het semester ingetrokken inschrijvingen. Elk arbeidsbemiddelingsbureau verstrekt per type activiteit de volgende gegevens over de werkgevers : 1° het aantal werkgevers die een oproep doen aan het begin van het semester;2° de nieuwe werkgevers die een oproep doen in de loop van het semester;3° de opdrachten vervuld in de loop van het semester;4° de plaats van het werk. § 2. Het platform is bevoegd om de in de vorige paragraaf bedoelde criteria alsook de modaliteiten voor de overdracht van de gevraagde gegevens nader te bepalen.
Art. 21.§ 1. De arbeidsbemiddelingsbureaus die diensten inzake interimarbeid presteren, verstrekken eveneens gegevens over het aantal inschrijvingen : 1° per geslacht en leeftijd;2° per diplomaniveau;3° per beroep. De arbeidsbemiddelingsbureaus die diensten inzake interimarbeid presteren, verstrekken eveneens gegevens over de ontvangen werkaanbiedingen : 1° per beroep;2° per sector;3° per klasse omvang van de gebruikers;4° per arbeidsplaats. De arbeidsbemiddelingsbureaus die diensten inzake interimarbeid presteren, verstrekken eveneens gegevens over het aantal ingeschrevenen waarmee minstens één contract in de loop van het afgelopen semester is gesloten : 1° per geslacht en leeftijd;2° per diplomaniveau;3° per sector;4° per beroep;5° per arbeidsplaats. De arbeidsbemiddelingsbureaus die diensten inzake interimarbeid presteren, verstrekken eveneens de gegevens over de duur van de opdrachten die in de loop van het afgelopen semester toegewezen werden. § 2. Het platform is bevoegd om de in de vorige paragraaf bedoelde criteria alsook de modaliteiten voor de overdracht van de gevraagde gegevens nader te bepalen.
Art. 22.Behalve de overdracht van de gegevens bedoeld in artikel 19, bezorgen de arbeidsbemiddelingsbureaus de « Dienst » jaarlijks een kwalitatief rapport met de moeilijkheden ondervonden om in te spelen op de door de werkgevers meegedeelde vraag naar werknemers.
Het kwalitatieve rapport bevat per soort activiteit de gegevens over het door de werknemers gezochte beroep en het door de werkgevers vereiste niveau inzake ervaring of kwalificatie van de werknemers.
Art. 23.De « Dienst » bezorgt het platform en de erkenningscommissie om de zes maanden een analytisch rapport dat in samenwerking met het « Instituut » opgesteld wordt op basis van de gegevens die de arbeidsbemiddelingsbureaus overeenkomstig de artikelen 19 en 22 verstrekken. Afdeling 3. - Kosteloze arbeidsbemiddelingsdiensten voor de werknemer
Art. 24.§ 1. Het arbeidsbemiddelingsbureau mag geen bijdrage eisen van de werknemer. § 2. In afwijking van de vorige paragraaf mag het arbeidsbemiddelingsbureau dat diensten inzake het zoeken naar werk verstrekt, vergoedingen van de werknemer ontvangen op voorwaarde dat die behoorlijk vastliggen in een overeenkomst gesloten tussen het arbeidsbemiddelingsbureau en de werknemer.
Bovendien mag het arbeidsbemiddelingsbureau voor schouwspelartiesten en betaalde sportbeoefenaars eveneens vergoedingen van de werknemer ontvangen onder de volgende voorwaarden : 1° de vergoeding ligt vast in een overeenkomst gesloten tussen het arbeidsbemiddelingsbureau en de werknemer;2° de werknemer ontvangt een afschrift van de overeenkomst;3° de vergoeding wordt berekend op grond van een percentage van het totale bruto-inkomen van de kandidaat of van een vastgelegd forfaitair bedrag;4° wat de arbeidsbemiddeling van schouwspelartiesten betreft, mag de vergoeding niet hoger zijn dan vijfentwintig percent van de bezoldiging die de schouwspelartiest voor zijn prestatie zal ontvangen;5° wat de arbeidsbemiddeling van betaalde sportbeoefenaars betreft, mag de vergoeding niet hoger liggen dan zeven percent van het jaarlijkse bruto-inkomen van de betaalde sportbeoefenaar. Afdeling 4. - Voorwaarden van professionele deskundigheid
Art. 25.§ 1. Om arbeidsbemiddelingsdiensten te verstrekken voldoet de persoon die de professionele verantwoordelijkheid draagt, of één van de daartoe aangewezen personen of één van zijn mandatarissen, aan minstens één van de volgende voorwaarden : 1° minstens tien jaar beroepservaring hebben als verantwoordelijke in de sector personeelsbeheer;2° minstens tien jaar beroepservaring hebben als verantwoordelijke in de sector van betrokken arbeidsbemiddelingsdienst;3° houder zijn van een diploma of getuigschrift van het hoger onderwijs (minstens één cyclus) en minstens drie jaar beroepservaring hebben als verantwoordelijke inzake het beheer van menselijke krachten of van betrokken arbeidsbemiddelingsdienst. § 2. Om arbeidsbemiddelingsdiensten voor interimwerknemers of arbeidsbemiddelingsdiensten voor interimwerknemers in de bouwsector te verstrekken, voldoet de persoon die de professionele verantwoordelijkheid draagt, of één van de daartoe aangewezen personen of één van zijn mandatarissen, aan minstens één van de volgende voorwaarden : 1° minstens vijf jaar beroepservaring hebben als verantwoordelijke inzake de arbeidsbemiddeling voor interimwerknemers;2° houder zijn van een diploma of getuigschrift van het hoger onderwijs (minstens één cyclus) en minstens drie jaar beroepservaring hebben als verantwoordelijke inzake de arbeidsbemiddeling voor interimwerknemers. § 3. Om arbeidsbemiddelingsdiensten voor interimwerknemers of arbeidsbemiddelingsdiensten voor interimwerknemers in de artistieke sector te verstrekken, voldoet de persoon die de professionele verantwoordelijkheid draagt, of één van de daartoe aangewezen personen of één van zijn mandatarissen, aan minstens één van de volgende voorwaarden : 1° minstens vijf jaar beroepservaring hebben als verantwoordelijke in de sector arbeidsbemiddeling voor interimwerknemers;2° houder zijn van een diploma of getuigschrift van het hoger onderwijs (minstens één cyclus) en minstens drie jaar beroepservaring hebben als verantwoordelijke inzake het beheer van menselijke krachten. § 4. De persoonlijkheidsproeven en psychologische tests m.b.t. de arbeidsbemiddelingsactiviteit mogen slechts uitgevoerd worden door de houder van een diploma zoals bedoeld in artikel 1, 1°, van de wet van 8 november 1993 ter bescherming van de titel van psycholoog, gewijzigd bij de wet van 21 januari 1999 tot bekrachtiging van het koninklijk besluit van 24 januari 1997, of onder zijn verantwoordelijkheid. HOOFDSTUK IV. - Verplichte gegevens en voorwaarden
Art. 26.Het document bedoeld in artikel 12, 21°, van het decreet bevat, wat betreft de arbeidsbemiddelingsdiensten waarvoor de werknemer een arbeids- of dienstenovereenkomst sluit met het arbeidsbemiddelingsbureau en voor zover die maatregel niet elders geregeld wordt, bevat de volgende verplichte gegevens : 1° een omschrijving van de door het arbeidsbemiddelingsbureau toegepaste methodologie;2° de naam en de aard van de functie en de desbetreffende vereisten;3° het activiteitendomein van de werkgever;4° de regio waar de functie uitgeoefend moet worden, behalve als ze onmogelijk op voorhand bepaald kan worden of als het gaat om functies die niet gebonden zijn aan een welbepaalde plaats;5° de naam en de personalia van de contactpersoon bij het arbeidsbemiddelingsbureau;6° de bijzondere arbeidsvoorwaarden en -omstandigheden als ze bestaan;7° de aard en de vermoedelijke duur van de arbeidsbemiddelingsprocedure;8° in voorkomend geval de vereiste psychologische of medische tests;9° de overlegging van afschriften, voor eensluidend verklaard en van een zegel voorzien, diploma's, getuigschriften, attesten en andere stukken mag pas na afloop van de arbeidsbemiddelingsprocedure door het arbeidsbemiddelingsbureau gevraagd worden.
Art. 27.Het in artikel 12, 22°, van het decreet bedoelde document waarin de rechten en plichten van de partijen vastliggen bevat de verplichte gegevens opgesomd in bijlage 1 bij dit besluit.
Art. 28.De werkaanbieding bedoeld in artikel 13, 2°, van het decreet bevat, wat de wervings- en selectiediensten betreft, de volgende verplichte gegevens : 1° de naam en de aard van de functie en de desbetreffende vereisten;2° het activiteitendomein van de werkgever;3° de regio waar de functie uitgeoefend moet worden;4° de personalia van de contactpersoon bij het arbeidsbemiddelingsbureau;5° in voorkomend geval de bijzondere arbeidsomstandigheden.
Art. 29.Het document bedoeld in artikel 16 van het decreet bevat, wat de outplacementdiensten betreft, de volgende verplichte gegevens : 1° het soort outplacementopdracht : individueel of in groep;2° de aanvangdatum van de outplacementopdracht;3° het programma van de werknemer tijdens de outplacementopdracht;4° de naam en de personalia van het arbeidsbemiddelingsbureau;5° de plaats waar de outplacementopdracht uitgevoerd wordt;6° het door de werknemer gezochte beroep.
Art. 30.Wat de inschakelingsdiensten betreft, wordt onder « doelpubliek », zoals bedoeld in artikel 17, 2°, van het decreet, verstaan de werkzoekenden die als dusdanig bij de « Office » ingeschreven zijn, die niet meer schoolplichtig zijn en die in aanmerking komen voor het geïntegreerd stelsel inzake de socioprofessionele inschakeling.
Daarenboven zijn de begeleidingsvoorwaarden bedoeld in artikel 17, 3°, van het decreet de volgende : 1° per vestigingssite minstens één persoon tewerkstellen die instaat voor socioprofessionele inschakeling;2° zich verbinden tot het sluiten van minstens één partnerschapsovereenkomst met de « Dienst » in het kader van het geïntegreerd stelsel inzake de socioprofessionele inschakeling.
Art. 31.§ 1. Wat betreft de arbeidsbemiddeling van schouwspelartiesten, bevat de overeenkomst bedoeld in artikel 24, § 2, tweede lid, hoe dan ook de volgende gegevens : 1° het percentage van de vergoeding die de schouwspelartiest moet storten op het bedrag van de bezoldiging die hij voor zijn prestatie ontvangt of het forfaitaire bedrag van de storten vergoeding;2° een clausule tot ontbinding van de overeenkomst. Wat betreft de arbeidsbemiddeling van betaalde sportbeoefenaars bevat de overeenkomst bedoeld in artikel 24, § 2, tweede lid, de volgende gegevens : 1° het percentage en de modaliteiten voor de betaling van de vergoeding of het forfaitaire bedrag van de storten vergoeding;2° een clausule tot ontbinding van de overeenkomst. HOOFDSTUK VI. - Slot- en overgangsbepalingen
Art. 32.Behalve de voorzitter en een vertegenwoordiger van het bestuur is de Commissie samengesteld uit gewone en plaatsvervangende leden, met name : 1° vier vertegenwoordigers van de representatieve organisaties van de werkgevers;2° vier vertegenwoordigers van de representatieve organisaties van de werknemers.
Art. 33.De termijnen opgelegd bij dit besluit zijn volle dagen. De dag van de akte, met name het tijdstip waarop de termijn ingaat, wordt niet meegerekend. De vervaldatum wordt meegerekend. Als de vervaldag evenwel een zaterdag, zondag of wettelijke feestdag is, wordt hij naar de eerstkomende werkdag verschoven.
Alle termijnen worden geschorst gedurende de maanden juli en augustus.
Art. 34.De termijnen voorzien voor artikel 7, § 1, tweede en vierde lid, worden verdubbeld gedurende het jaar na de inwerkingtreding van dit besluit.
Art. 35.Het decreet en dit besluit treden in werking op 1 juni 2004.
Art. 36.De Minister van Tewerkstelling is belast met de uitvoering van dit besluit.
Namen, 3 juni 2004.
De Minister-President, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE De Minister van Tewerkstelling en Vorming, Ph. COURARD
Bijlage 1 Verplichte gegevens opgenomen in het document waarin de rechten en plichten van de partijen vastliggen 1. Het arbeidsbemiddelingsbureau mag in geen geval een vergoeding ontvangen of eisen van de werknemer, behalve de afwijkingen toegestaan inzake : - de arbeidsbemiddeling van schouwspelartiesten; - de arbeidsbemiddeling van betaalde sportbeoefenaars.
Desalniettemin mag het arbeidsbemiddelingsbureau van schouwspelartiesten en betaalde sportbeoefenaars slechts commissies, bijdragen en inschrijvingsrechten, hierna « vergoedingen » genoemd, ontvangen binnen de perken die vastliggen in een overeenkomst tussen het arbeidsbemiddelingsbureau en de werknemer. De werknemer ontvangt een afschrift van de overeenkomst.
Die vergoedingen mogen niet hoger zijn dan 7 % van de jaarlijkse brutobezoldiging van de betaalde sportbeoefenaar en dan maximum 25 % van de bezoldiging van de schouwspelartiest voor zijn prestatie. 2. Het arbeidsbemiddelingsbureau behandelt alle belanghebbenden objectief, met eerbied en zonder discriminatie en mag geen discriminerende werkaanbiedingen opstellen of bekendmaken.3. Het arbeidsbemiddelingsbureau is gehouden tot het respect van het privéleven van de werknemers.Het mag slechts met de instemming van de werknemer gegevens over diens privéleven inwinnen en gebruiken in het kader van de beroepsinschakeling.
Het arbeidsbemiddelingsbureau mag de gegevens over werkgevers en werknemers slechts in het kader van de arbeidsbemiddelingsdiensten inwinnen en gebruiken. Het arbeidsbemiddelingsbureau verbindt zich ertoe de gegevens van persoonlijke aard slechts zo lang te bewaren als de kandidaat het wenst of zolang de uitvoering van de opdracht het vereist.
Het arbeidsbemiddelingsbureau geeft de werknemers en werkgevers de mogelijkheid om inzage te nemen van de opgeslagen gegevens die hen betreffen en moet hen op verzoek de gegevens over hun dossier aan het einde van de opdracht verstrekken (1). 4. Het arbeidsbemiddelingsbureau moet de werkgevers en werknemers correcte en volledige gegevens verstrekken over de arbeidsbemiddelingsdiensten en over het soort baan.5. De persoonlijkheidsproeven en psychologische tests mogen slechts door een psycholoog of onder diens verantwoordelijkheid uitgevoerd worden.6. Het arbeidsbemiddelingsbureau mag slechts om medische gegevens verzoeken indien nodig om na te gaan of de werknemer in staat is om een bepaalde functie uit te oefenen of te voldoen aan de gezondheids- en veiligheidsvereisten (2). Het mag geen genetische tests uitvoeren of laten uitvoeren. 7. De werknemer kan op verzoek mondeling elke informatie verkrijgen over de resultaten van de interviews, tests en praktische proeven, met inachtneming van de desbetreffende deontologische beroepsregels.8. Het arbeidsbemiddelingsbureau mag geen arbeidsbemiddelingsdiensten verstrekken voor fictieve werkaanbiedingen.9. Het arbeidsbemiddelingsbureau mag geen activiteiten uitoefenen waardoor banen worden toegekend in strijd met de openbare orde of in duidelijke overtreding van de sociale of fiscale wetgeving.10. Het arbeidsbemiddelingsbureau mag geen arbeidsbemiddelingsactiviteiten uitoefenen die betrekking hebben op een stakingsactie, een lock-out of een schorsing van een arbeidsovereenkomst krachtens de artikelen 50 en 51 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, wegens slechte weersomstandigheden of om economische redenen.11. Het arbeidsbemiddelingsbureau mag bemiddelen voor werknemers met een buitenlandse nationaliteit, mits inachtneming van de regelgeving over de tewerkstelling van buitenlandse werknemers.12. Het arbeidsbemiddelingsbureau mag niet de plaats innemen van de werkgever tijdens onderhandelingen over de indienstneming van de werknemer en de daaruit voortvloeiende beslissingen.13. Het arbeidsbemiddelingsbureau moet de arbeidsbemiddelingsdiensten verstrekken in specifieke lokalen.14. Het arbeidsbemiddelingsbureau mag de werknemer geen exclusiviteitsclausule opleggen.15. Het arbeidsbemiddelingsbureau moet eerst erkend worden.Het arbeidsbemiddelingsbureau dat arbeidsbemiddelingsdiensten voor betaalde sportbeoefenaars of schouwspelartiesten verstrekt moet beschikken over een aparte erkenning voor elk soort dienstverstrekking. 16. Het arbeidsbemiddelingsbureau moet in de berichten en in elke mededeling het nummer van zijn erkenning vermelden.17. Het arbeidsbemiddelingsbureau mag de werknemer niet schaden door hem een contract op te leggen dat niet zo gunstig is als hij wenst.18. Het arbeidsbemiddelingsbureau moet het document met de gegevens die in deze bijlage voorkomen in extenso aanplakken in de lokalen die toegankelijk zijn voor het publiek, op de plaats waar het in optimale omstandigheden gelezen kan worden.19. Het arbeidsbemiddelingsbureau dat werkaanbiedingen laat bekendmaken via geschreven, audiovisuele of elektronische media, moet deze tekst via die media bekendmaken of de plaats opgeven waar hij verkrijgbaar is. Die tekst is gratis verkrijgbaar op gewoon verzoek. 20. Klachten mogen schriftelijk, telefonisch of elektronisch gericht worden aan volgend adres : Ministère de la Région wallonne Direction générale de l'Economie et de l'Emploi Division de l'Emploi et de la Formation professionnelle Direction de l'Inspection Place de la Wallonie 1 5100 Jambes (Namur) Tel.: 081-33 31 11 Fax. 081-33 44 22 Courriel : P. Peyskens@mrw.wallonie.be Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van de Waalse Regering tot uitvoering van het decreet van 13 maart 2003 betreffende de erkenning van arbeidsbemiddelingsbureaus.
Namen, 3 juni 2004.
De Minister-President, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE De Minister van Tewerkstelling en Vorming, Ph. COURARD _______ Nota (1) Wat de diensten voor interimarbeid betreft, slaat deze maatregel slechts op het selectiedossier en niet op het dossier van het personeel. (2) Onverminderd de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer wat betreft de verwerking van gegevens met een persoonlijk karakter.