Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 31 maart 2017
gepubliceerd op 12 mei 2017

Besluit van de Vlaamse Regering tot regeling van de samenstelling en werking van de Vlaamse Dierentuinencommissie

bron
vlaamse overheid
numac
2017011868
pub.
12/05/2017
prom.
31/03/2017
ELI
eli/besluit/2017/03/31/2017011868/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

31 MAART 2017. - Besluit van de Vlaamse Regering tot regeling van de samenstelling en werking van de Vlaamse Dierentuinencommissie


De Vlaamse Regering, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot hervorming der instellingen, artikel 20, gewijzigd bij de bijzondere wet van 16 juli 1993;

Gelet op de wet van 14 augustus 1986 betreffende de bescherming en het welzijn der dieren, artikel 3bis, § 2, 3° eerste lid, b), ingevoegd bij de wet van 4 mei 1995 en gewijzigd bij de wet van 22 december 2003, en artikel 5, § 2, tweede lid, het laatst gewijzigd bij de wet van 27 december 2012;

Gelet op het koninklijk besluit van 21 november 1996 tot vaststelling van de vergoeding van de verplaatsings- en verblijfkosten van de personen die niet tot de Administratie behoren en die deel uitmaken van sommige organen samengesteld in het kader van de wet van 14 augustus 1986 betreffende de bescherming en het welzijn der dieren;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 16 januari 2017;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 22 maart 2017;

Gelet op advies 60.954/3 van de Raad van State, gegeven op 8 maart 2017, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken, Vlaamse Rand, Toerisme en Dierenwelzijn;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK 1. - Oprichting van de Vlaamse Dierentuinencommissie

Artikel 1.In toepassing van artikel 5, § 2, tweede lid van de wet van 14 augustus 1986 betreffende de bescherming en het welzijn der dieren wordt een comité van deskundigen opgericht dat Vlaamse Dierentuinencommissie wordt genoemd. HOOFDSTUK 2. - Definities

Art. 2.In dit besluit wordt verstaan onder: 1° minister: de Vlaamse minister, bevoegd voor het dierenwelzijn;2° dienst: de Vlaamse dienst die bevoegd is voor het dierenwelzijn. HOOFDSTUK 3. - Samenstelling, benoeming, ontslag en vergoeding

Art. 3.De Vlaamse Dierentuinencommissie bestaat uit tien leden. De leden worden geselecteerd op basis van hun deskundigheid in het welzijn, de educatie, de ethische en foktechnische aspecten, de biologie en het behoud van in dierentuinen gehouden dieren.

Art. 4.De minister benoemt de leden voor een mandaat van vijf jaar en wijst onder hen een voorzitter aan. Het mandaat is hernieuwbaar.

Art. 5.De leden kunnen door de minister worden ontslagen in geval van herhaalde afwezigheid of wanneer zij de goede werking of de geloofwaardigheid van de Proefdierencommissie in het gedrang brengen.

In de voormelde gevallen of bij vroegtijdige beëindiging van een mandaat kan de minister een opvolger voor dat mandaat benoemen.

Art. 6.Het lidmaatschap is onbezoldigd. De leden van de Vlaamse Dierentuinencommissie hebben recht op de terugbetaling van hun reiskosten. De reiskosten worden conform de bepalingen van het Vlaams personeelsstatuut van 13 januari 2006 terugbetaald. HOOFDSTUK 4. - Taken en werking

Art. 7.De Vlaamse Dierentuinencommissie brengt het advies uit bedoeld in de artikelen 3bis, § 2, 3°, b) en 5, § 2, tweede lid, van de genoemde wet van 14 augustus 1986. De Vlaamse Dierentuinencommissie geeft meer bepaald advies over de dossiers die de minister of de dienst voor onderzoek heeft voorgelegd en kan ook zelf voorstellen doen aan de minister of de dienst.

Art. 8.De voorzitter of, in zijn opdracht, de dienst, bepaalt de plaats, de dag en het uur van de vergadering. Hij stelt ook de agenda vast.

De voorzitter roept de Vlaamse Dierentuinencommissie in elk geval binnen dertig dagen bijeen als ten minste een derde van de leden daarom vraagt en plaatst de punten, vermeld in de vraag, op de agenda.

Art. 9.De voorzitter opent en sluit de vergaderingen van de Vlaamse Dierentuinencommissie. De voorzitter leidt de besprekingen. Indien de voorzitter afwezig is, neemt de dienst deze taken waar.

Art. 10.Bij het begin van elke vergadering keurt de Vlaamse Dierentuinencommissie de agenda en het verslag van de vorige vergadering goed.

De Vlaamse Dierentuinencommissie kan niet beraadslagen over punten die niet voorkomen op de goedgekeurde agenda.

Art. 11.De Vlaamse Dierentuinencommissie beraadslaagt op geldige wijze als de meerderheid van haar leden aanwezig is. Is die meerderheid niet aanwezig, dan kan de Vlaamse Dierentuinencommissie na een nieuwe bijeenroeping op geldige wijze over hetzelfde onderwerp beraadslagen, ongeacht het aantal aanwezige leden.

Art. 12.Op vraag van de voorzitter of de dienst kan de Vlaamse Dierentuinencommissie beslissingen nemen en stemmen per mail.

Voor elke elektronische procedure wordt aan alle leden een mail gestuurd met de inhoud van het dossier en de punten waarover een beslissing verwacht wordt.

De leden bezorgen hun antwoord binnen veertien dagen na het versturen van de vraag aan de dienst en sturen steeds een kopie aan de andere leden. Na die termijn van veertien dagen legt de dienst een conclusie ter goedkeuring voor aan de leden. De leden bezorgen hun antwoord op die conclusie binnen zeven dagen.

De procedure is pas geldig als ten minste de helft van de leden binnen de vastgestelde termijnen geantwoord heeft.

De beslissingen worden genomen bij meerderheid van de leden die geantwoord hebben.

Art. 13.Voor het onderzoek van specifieke problemen kan de Vlaamse Dierentuinencommissie op voorstel van de voorzitter of de dienst, externe deskundigen raadplegen. Ze mogen deelnemen aan de besprekingen van de punten waarover ze geraadpleegd werden, maar nemen niet deel aan de stemming.

Art. 14.Als de Vlaamse Dierentuinencommissie dat nuttig acht, kan ze een werkgroep oprichten die een bepaald probleem onderzoekt. Ze wijst een coördinator aan voor die werkgroep, alsook de deskundigen, die al dan niet lid zijn van de Vlaamse Dierentuinencommissie en die uitgenodigd worden om aan de vergadering deel te nemen.

De voorzitter kan van rechtswege deelnemen aan de werkzaamheden van alle werkgroepen.

De conclusies van de werkgroep worden door de coördinator voorgesteld aan de Vlaamse Dierentuinencommissie.

Art. 15.De dienst stelt een verslag op van de beraadslagingen van de Vlaamse Dierentuinencommissie.

De Vlaamse Dierentuinencommissie besluit over haar adviezen bij meerderheid van stemmen. Eventuele afwijkende standpunten kunnen in het verslag opgenomen worden.

Art. 16.De leden en de externe deskundigen maken geen feiten bekend die betrekking hebben op: 1° het voorkomen en het bestraffen van strafbare feiten;2° het vertrouwelijke karakter van commerciële, intellectuele en industriële gegevens;3° het interne beraad, zolang in de betrokken aangelegenheid geen eindbeslissing is genomen. Het is hen ook verboden feiten bekend te maken waarvan de bekendmaking een inbreuk is op de rechten en de vrijheden van de burger, in het bijzonder op het privé-leven, tenzij de betrokkene toestemming heeft verleend om de op hem betrekking hebbende gegevens openbaar te maken.

Art. 17.Als de Vlaamse Dierentuinencommissie wordt verzocht om vertegenwoordigd te worden in andere comités of raadgevende organen, stelt de voorzitter een of meerdere vertegenwoordigers voor aan de Vlaamse Dierentuinencommissie, die dit voorstel met meerderheid van stemmen goed- of afkeurt. Als de Vlaamse Dierentuinencommissie het voorstel afkeurt, dient de voorzitter een nieuw voorstel in.

Art. 18.Het secretariaat van de Vlaamse Dierentuinencommissie wordt verzorgd door de medewerkers van de dienst. HOOFDSTUK 5. - Opheffing van het koninklijk besluit van 21 november 1996 tot vaststelling van de vergoeding van de verplaatsings- en verblijfkosten van de personen die niet tot de Administratie behoren en die deel uitmaken van sommige organen samengesteld in het kader van de wet van 14 augustus 1986 betreffende de bescherming en het welzijn der dieren

Art. 19.Het koninklijk besluit van 21 november 1996 tot vaststelling van de vergoeding van de verplaatsings- en verblijfkosten van de personen die niet tot de Administratie behoren en die deel uitmaken van sommige organen samengesteld in het kader van de wet van 14 augustus 1986 betreffende de bescherming en het welzijn der dieren, wordt opgeheven. HOOFDSTUK 6. - Slotbepaling

Art. 20.De Vlaamse minister, bevoegd voor het dierenwelzijn, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 31 maart 2017.

De minister-president van de Vlaamse Regering, G. BOURGEOIS De Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken, Vlaamse Rand, Toerisme en Dierenwelzijn, B. WEYTS

^