Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 29 april 2022
gepubliceerd op 08 juni 2022

Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van artikel 193/1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2018 houdende de uitvoering van het decreet van 6 juli 2018 betreffende de overname van de sectoren psychiatrische verzorgingstehuizen, initiatieven van beschut wonen, revalidatieovereenkomsten, revalidatieziekenhuizen en multidisciplinaire begeleidingsequipes voor palliatieve verzorging, wat betreft compenserende maatregelen voor de revalidatievoorzieningen

bron
vlaamse overheid
numac
2022032276
pub.
08/06/2022
prom.
29/04/2022
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

29 APRIL 2022. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van artikel 193/1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2018Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 07/12/2018 pub. 28/01/2019 numac 2019030061 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering houdende de uitvoering van het decreet van 6 juli 2018 betreffende de overname van de sectoren psychiatrische verzorgingstehuizen, initiatieven van beschut wonen, revalidatieovereenkomsten, revalidatieziekenhuizen en multidisciplinaire begeleidingsequipes voor palliatieve verzorging sluiten houdende de uitvoering van het decreet van 6 juli 2018 betreffende de overname van de sectoren psychiatrische verzorgingstehuizen, initiatieven van beschut wonen, revalidatieovereenkomsten, revalidatieziekenhuizen en multidisciplinaire begeleidingsequipes voor palliatieve verzorging, wat betreft compenserende maatregelen voor de revalidatievoorzieningen


Rechtsgrond Dit besluit is gebaseerd op: - het decreet van 6 juli 2018 betreffende de overname van de sectoren psychiatrische verzorgingstehuizen, initiatieven van beschut wonen, revalidatieovereenkomsten, revalidatieziekenhuizen en multidisciplinaire begeleidingsequipes voor palliatieve verzorging, artikel 78, § 1.

Vormvereisten De volgende vormvereisten zijn vervuld: - De Inspectie van Financiën heeft advies gegeven op 14 april 2022; - Er is geen advies gevraagd aan de Raad van State, met toepassing van artikel 3, § 1, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973.

Motivering Dit besluit is gebaseerd op het volgende motief: - De noodzakelijke preventieve maatregelen ingevolge de COVID-19-pandemie en de personeelsuitval hebben nog altijd een invloed op de inkomsten van revalidatievoorzieningen. Met dit besluit wordt het budget dat onder een normale activiteitsgraad wordt verkregen, gegarandeerd tot eind juni 2022.

Initiatiefnemer Dit besluit wordt voorgesteld door de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding.

Na beraadslaging, DE VLAAMSE REGERING BESLUIT:

Artikel 1.In artikel 193/1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2018Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 07/12/2018 pub. 28/01/2019 numac 2019030061 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering houdende de uitvoering van het decreet van 6 juli 2018 betreffende de overname van de sectoren psychiatrische verzorgingstehuizen, initiatieven van beschut wonen, revalidatieovereenkomsten, revalidatieziekenhuizen en multidisciplinaire begeleidingsequipes voor palliatieve verzorging sluiten houdende de uitvoering van het decreet van 6 juli 2018 betreffende de overname van de sectoren psychiatrische verzorgingstehuizen, initiatieven van beschut wonen, revalidatieovereenkomsten, revalidatieziekenhuizen en multidisciplinaire begeleidingsequipes voor palliatieve verzorging, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 17 april 2020 en gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 2 april 2021 en 16 juli 2021, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1, derde lid, worden de woorden "het het" vervangen door het woord "het";2° in paragraaf 1 wordt het vijfde lid opgeheven;3° aan paragraaf 1 worden twee leden toegevoegd, die luiden als volgt: "Voor de maanden september tot en met december 2021 wordt een compenserend budget voorzien, op voorwaarde dat de revalidatievoorziening minstens 60% van het theoretisch aantal eenheidsprestaties heeft gepresteerd en gefactureerd aan de verzekeringsinstellingen.Voor de voorzieningen waarvan het erkenningsnummer begint met 7.72, wordt de budgetgarantie voorzien zodra 50% van het theoretisch aantal eenheidsprestaties is gepresteerd en gefactureerd aan de verzekeringsinstellingen. Een compenserend budget voor de maanden september tot en met december 2021 wordt vereffend bij de eindafrekening voor het jaar 2021, conform paragraaf 2.

Voor de maanden januari 2022 tot en met juni 2022 wordt een compenserend budget betaald op voorwaarde dat de revalidatievoorziening minstens 60% van het theoretisch aantal eenheidsprestaties heeft gepresteerd en gefactureerd aan de verzekeringsinstellingen. Voor de voorzieningen waarvan het erkenningsnummer begint met 7.72, wordt het compenserend budget voorzien zodra 50% van het theoretisch aantal eenheidsprestaties is gepresteerd en gefactureerd aan de verzekeringsinstellingen. Het compenserend budget is het verschil tussen het bedrag dat overeenstemt met de reguliere prestaties in de maanden januari 2019 tot en met juni 2019, zoals berekend conform het derde lid, en het bedrag dat, op basis van de bepalingen van dit besluit, aan de verzekeringsinstellingen is gefactureerd voor de gerealiseerde revalidatieprestaties in de maanden januari 2022 tot en met juni 2022.

Het compenserend budget voor het eerste kwartaal van 2022 wordt voor 80% betaald in september 2022. Het saldo wordt in september 2023 betaald op basis van de gerapporteerde uitgaven door de verzekeringsinstellingen. Als bij de eindafrekening blijkt dat het compenserend budget voor de maanden januari 2022 tot en met juni 2022 dat al is uitbetaald, te hoog was, vordert het agentschap het te veel betaalde deel van het compenserend budget terug dat al is uitbetaald."; 4° in paragraaf 2, eerste lid, wordt de zin "Het bedrag dat aldus werd berekend wordt hetzij teruggevorderd van de revalidatievoorziening, hetzij betaald door het agentschap." vervangen door de zinnen "Als de voorziening te veel aan compenserende middelen heeft ontvangen, kan dat door de voorziening gebruikt worden als provisie op het compenserend budget voor de maanden september tot en met december 2021. Als de voorziening te weinig aan compenserende middelen heeft ontvangen, wordt het tekort aan compenserende middelen betaald door het agentschap."; 5° in paragraaf 2 wordt tussen het eerste en het tweede lid een lid ingevoegd, dat luidt als volgt: "Revalidatievoorzieningen die cashproblemen hebben in het laatste trimester van 2021, kunnen een provisioneel bedrag vragen aan het agentschap.Het agentschap betaalt eenmalig een provisioneel bedrag van maximaal een twaalfde van de jaarenveloppe van de voorziening in kwestie. Onder cashproblemen wordt verstaan dat de revalidatievoorziening een tekort heeft aan liquide middelen om noodzakelijke betalingen op korte termijn te kunnen doen."; 6° in paragraaf 2 wordt in het bestaande tweede lid, dat het derde lid wordt, de zin "Om die eindafrekening te maken, wordt de methodologie, vermeld in het eerste lid, toegepast op het aantal maanden van het jaar 2021 waarvoor de revalidatievoorziening een compenserend budget heeft ontvangen." vervangen door de zinnen "De berekening gebeurt op dezelfde wijze als vermeld in het eerste lid, rekening houdend met de provisionele bedragen, vermeld in het eerste en tweede lid. Voor de controle op de voorwaarde om een compenserend budget voor de maanden juli tot en met december 2021 te verkrijgen, vermeld in paragraaf 1, vijfde en zesde lid, wordt het theoretisch aantal eenheidsprestaties bepaald als de helft van het theoretisch aantal eenheidsprestaties op jaarbasis, vermeld in de revalidatieovereenkomst, vermeld in artikel 157. Het bedrag dat op de voormelde wijze is berekend, wordt teruggevorderd van de revalidatievoorziening of betaald door het agentschap.".

Art. 2.De Vlaamse minister, bevoegd voor de gezondheids- en woonzorg, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 29 april 2022.

De minister-president van de Vlaamse Regering, J. JAMBON De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding, W. BEKE

^