gepubliceerd op 16 juli 2024
Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van artikel 3, 6, 8, 12, 14 en 15 van het besluit van de Vlaamse Regering van 29 april 2022 over de regeling voor de toekenning van sectorale investeringssubsidies aan cultuur- en jeugdinfrastructuur met bovenlokaal belang
24 MEI 2024. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van artikel 3, 6, 8, 12, 14 en 15 van het besluit van de Vlaamse Regering van 29 april 2022Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 29/04/2022 pub. 25/07/2022 numac 2022032277 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering over de regeling voor de toekenning van sectorale investeringssubsidies aan cultuur- en jeugdinfrastructuur met bovenlokaal belang sluiten over de regeling voor de toekenning van sectorale investeringssubsidies aan cultuur- en jeugdinfrastructuur met bovenlokaal belang
Rechtsgronden Dit besluit is gebaseerd op: - het Programmadecreet van 18 december 2020 bij de begroting 2021, artikel 6, § 1, § 2, § 4, § 5 en § 6.
Vormvereisten De volgende vormvereisten zijn vervuld: - De Inspectie van Financiën heeft advies gegeven op 7 februari 2024. - De Vlaamse Jeugdraad heeft advies gegeven op 28 februari 2024. - De Strategische Adviesraad voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media heeft advies gegeven op 06 maart 2024. - De Raad van State besliste advies 76.422/3 van de rol af te voeren op 7 mei 2024, met toepassing van artikel 84, § 5, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973.
Juridisch kader Dit besluit sluit aan bij de volgende regelgeving: - de Vlaamse Codex Overheidsfinanciën van 29 maart 2019; - het Besluit Vlaamse Codex Overheidsfinanciën van 17 mei 2019; - verordening (EU) 2023/2831 van de Commissie van 13 december 2023 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op is de-minimissteun verleend aan diensten van algemeen economisch belang verrichtende ondernemingen.
Initiatiefnemers Dit besluit wordt voorgesteld door de Vlaamse minister van Buitenlandse Zaken, Cultuur, Digitalisering en Facilitair Management en de Vlaamse minister van Brussel, Jeugd, Media en Armoedebestrijding.
Na beraadslaging, DE VLAAMSE REGERING BESLUIT:
Artikel 1.In artikel 3 van het besluit van de Vlaamse Regering van 29 april 2022Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 29/04/2022 pub. 25/07/2022 numac 2022032277 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering over de regeling voor de toekenning van sectorale investeringssubsidies aan cultuur- en jeugdinfrastructuur met bovenlokaal belang sluiten over de regeling voor de toekenning van sectorale investeringssubsidies aan cultuur- en jeugdinfrastructuur met bovenlokaal belang worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het tweede lid worden de woorden "die voorafgaandelijk wordt aangemeld bij de Europese Commissie" vervangen door de zinsnede "die wordt verleend binnen de grenzen en voorwaarden, vermeld in verordening (EU) nr.2023/2831 van de Commissie van 13 december 2023 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun verleend aan diensten van algemeen economisch belang verrichtende ondernemingen"; 2° het vierde lid wordt vervangen door wat volgt: "De sectorale investeringssubsidies die op grond van dit besluit worden toegekend aan hostels, vormen een compensatie voor diensten van algemeen economisch belang.De voormelde dienst van algemeen economisch belang bestaat uit het verschaffen van duurzame, veilige en toegankelijke jeugdinfrastructuur met bovenlokaal belang.".
Art. 2.In artikel 6 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 15 september 2023, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid wordt punt 1° vervangen door wat volgt: "1° het ereloon voor de opstellers van het ontwerp, de kosten voor het plaatsen en het uitvoeren van de overheidsopdrachten, de kosten van een energieaudit, een toegankelijkheidsdoorlichting of andere specifieke studiekosten en de kosten voor het toezicht op de bouwplaats.De voormelde kosten worden beschouwd als algemene kosten van de opdracht en worden forfaitair vastgesteld op maximaal 15% van het bedrag van de raming van de goedgekeurde bouwwerken bij de toekenning van de subsidie;" 2° in het eerste lid wordt punt 2° vervangen door wat volgt: "2° de kosten voor de uitvoering van de bouwopdracht." 3° in het tweede lid wordt punt 4° vervangen door wat volgt: "4° kosten die al door andere inkomsten of subsidies worden gedekt.".
Art. 3.In artikel 8, § 1, eerste lid, 8°, van hetzelfde besluit worden de woorden "de overheidsopdracht voor de plaatsing van de werken" vervangen door de woorden "de overheidsopdracht voor werken".
Art. 4.Aan artikel 12, derde lid, van hetzelfde besluit wordt een punt 15° toegevoegd, dat luidt als volgt: "15° als de aanvraag wordt ingediend door een hostel: een schriftelijke verklaring over alle de-minimissteun die gedurende de afgelopen periode van drie jaar is ontvangen.".
Art. 5.In artikel 14, tweede lid, van hetzelfde besluit wordt de zinsnede ", met uitzondering van de voorwaarde, vermeld in artikel 8, § 1, eerste lid, 1°, van dit besluit, die de Adviescommissie Cultuur- en Jeugdinfrastructuur beoordeelt op basis van de aangeleverde motivatie van de subsidieaanvrager en informatie van de administratie" opgeheven.
Art. 6.In artikel 15, derde lid, van hetzelfde besluit wordt het woord "gunningsprocedure" vervangen door het woord "plaatsingsprocedure".
Art. 7.De Vlaamse minister, bevoegd voor de cultuur, en de Vlaamse minister, bevoegd voor de jeugd, zijn, ieder wat hem of haar betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 24 mei 2024.
De minister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Buitenlandse Zaken, Cultuur, Digitalisering en Facilitair Management, J. JAMBON De Vlaamse minister van Brussel, Jeugd, Media en Armoedebestrijding, B. DALLE