21 JUNI 2024. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het Subsidiebesluit van 22 november 2013, wat betreft de subsidie voor kinderbegeleiders gezinsopvang in een werknemersstatuut

Rechtsgronden Dit besluit is gebaseerd op: - het decreet van 20 april 2012Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/04/2012 pub. 15/06/2012 numac 2012035637 bron vlaamse overheid Decreet houdende de organisatie van kinderopvang van baby's en peuters sluiten houdende de organisatie van kinderopvang van baby's en peuters, artikel 10, 3°, en artikel 12, § 1, tweede lid, en § 3, ingevoegd bij het decreet van 15 juli 2016.

Vormvereisten De volgende vormvereisten zijn vervuld: - De Vlaamse minister, bevoegd voor het budgettair beleid, heeft zijn akkoord gegeven op 1 mei 2024. - De Raad van State heeft advies 76.412/16 gegeven op 4 juni 2024, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973.

Initiatiefnemer Dit besluit wordt voorgesteld door de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin.

Na beraadslaging, DE VLAAMSE REGERING BESLUIT:

Artikel 1.In artikel 40/17 van het Subsidiebesluit van 22 november 2013, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 26 mei 2023Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 26/05/2023 pub. 22/09/2023 numac 2023042821 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het Subsidiebesluit van 22 november 2013, wat betreft de transitie van de subsidie voor een vernieuwend project Werknemersstatuut van de kinderbegeleider gezinsopvang naar een gereglementeerde subsidie sluiten, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het tweede lid wordt tussen de zinsnede ", vermeld in het eerste lid," en de zinsnede "bedraagt:" de zinsnede "die door het agentschap is toegekend op basis van het besluit van de Vlaamse Regering van 22 mei 2015 houdende de regeling van de toekenning van een subsidie voor een vernieuwend project betreffende het werknemersstatuut van de kinderbegeleider gezinsopvang aan organisatoren met een vergunning en het besluit van de Vlaamse Regering van 22 februari 2019 houdende de toekenning van een subsidie voor een vernieuwend project werknemersstatuut van de kinderbegeleider gezinsopvang," ingevoegd; 2° tussen het tweede en het derde lid wordt een lid ingevoegd, dat luidt als volgt: "De subsidie, vermeld in het eerste lid, die na 1 april 2024 door het agentschap op basis van artikel 40/20 wordt toegekend, bedraagt 21.570,25 euro (eenentwintigduizend vijfhonderdzeventig euro vijfentwintig cent) per voltijdsequivalent kinderbegeleider per kalenderjaar."; 3° in het bestaande derde lid, dat het vierde lid wordt, worden tussen de zinsnede ", vermeld in het tweede" en de zinsnede "lid, wordt verhoudingsgewijze" de woorden "en derde" ingevoegd; 4° aan het bestaande vierde lid, dat het vijfde lid wordt, wordt de zin "De periode van zes maanden kan op verzoek van de organisator één keer verlengd worden met vier maanden conform de administratieve richtlijnen van het agentschap." toegevoegd.

Art. 2.In artikel 40/20, derde lid, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 26 mei 2023Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 26/05/2023 pub. 22/09/2023 numac 2023042821 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het Subsidiebesluit van 22 november 2013, wat betreft de transitie van de subsidie voor een vernieuwend project Werknemersstatuut van de kinderbegeleider gezinsopvang naar een gereglementeerde subsidie sluiten, wordt tussen de woorden "inhoud van de oproep" en de woorden "en de procedure voor de behandeling van de aanvragen" de zinsnede ", waaronder het beschikbaar budget en de verdeling van dat budget tussen de private en publieke sector," ingevoegd.

Art. 3.In hetzelfde besluit wordt een artikel 40/21 ingevoegd, dat luidt als volgt: "

Art. 40/21.Het agentschap bezorgt op digitale wijze het voornemen over het verlies van het recht op de subsidie, vermeld in artikel 40/17, vierde lid, aan die organisator.

De organisator, vermeld in artikel 3, beschikt over tien dagen vanaf de datum van kennisgeving van het voornemen, vermeld in het eerste lid, om te reageren op het voornemen.

Het agentschap beslist binnen dertig dagen na de dag waarop het antwoord van de organisator, vermeld in artikel 3, heeft ontvangen, of na afloop van de reactietermijn, vermeld in het eerste lid.

Het agentschap bezorgt de beslissing op digitale wijze uiterlijk tien dagen na de datum van de beslissing.".

Art. 4.Dit besluit treedt in werking op 1 juli 2024.

Art. 5.De Vlaamse minister, bevoegd voor opgroeien, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 21 juni 2024.

De minister-president van Vlaamse Regering, J. JAMBON De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, H. CREVITS