Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 13 december 2002
gepubliceerd op 28 januari 2003

Besluit van de Vlaamse regering houdende wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 22 september 1993 houdende de modaliteiten tot invoering van het centraal thesauriebeheer voor de Vlaamse openbare instellingen

bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
numac
2003035083
pub.
28/01/2003
prom.
13/12/2002
ELI
eli/besluit/2002/12/13/2003035083/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

13 DECEMBER 2002. - Besluit van de Vlaamse regering houdende wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 22 september 1993 houdende de modaliteiten tot invoering van het centraal thesauriebeheer voor de Vlaamse openbare instellingen


De Vlaamse regering, Gelet op het decreet van 16 december 1997 houdende bepaling van het kas-, schuld- en waarborgbeheer van de Vlaamse Gemeenschap, inzonderheid op artikel 9;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 22 september 1993 houdende de modaliteiten tot invoering van het centraal thesauriebeheer van de Vlaamse openbare instellingen;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 6 juli 1999 houdende de aanpassing van de modaliteiten tot invoering van het centraal thesauriebeheer van de Vlaamse openbare instellingen;

Gelet op het gunstig advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 7 november 2002;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat, omwille van budgettaire beperking en omwille van het feit dat de bestaande toestand niet beantwoordt aan een effectief en efficiënt inzetten van de middelen, de wijzigingen reeds moeten worden toegepast voor de berekening over de periode die eindigt op 31 december 2002;

Op voorstel van de Vlaams minister, bevoegd voor Financiën en Begroting;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Artikel 6 van het besluit van de Vlaamse regering van 22 september 1993 wordt vervangen door de volgende bepaling : « Art. 6 § 1. Per openbare instelling wordt voor iedere dag van het kalenderjaar T een fictieve kastoestand vastgesteld overeenkomstig de volgende formule (i = instelling, d = dag) : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld De stand i,d op 1 januari van T wordt beperkt tot maximum 1/12 van de begrootte jaardotatie van het jaar T-1.

Onder eigen ontvangsten wordt verstaan alle ontvangsten behoudens : 1. De ontvangsten lastens de begroting van de Vlaamse Gemeenschap, een begrotingsfonds of een dienst met afzonderlijk beheer;2. De ontvangsten die de Vlaamse openbare instellingen innen krachtens reglementeringen opgesteld door de Vlaamse regering. Het resultaat van de 3e term wordt beperkt tot (1/10 van de jaardotatie van het jaar T)/365. § 2. Voor iedere dagelijkse kastoestand zoals bepaald onder § 1 wordt een vergoeding berekend op basis van het rekenkundig gemiddelde van de dagelijkse notering gedurende de maand waarop de berekening betrekking heeft van de EURIBOR 1 maand basis 360.

Voor de positieve kasstanden wordt deze referentie verminderd met 50 basispunten.

Voor de negatieve kasstanden wordt deze referentie vermeerderd met 50 basispunten.

De aldus verkregen positieve en negatieve maandresultaten worden op het einde van het kalenderjaar samengeteld. § 3. Het in § 2 bekomen jaarresultaat van jaar x wordt voor 1 april van het jaar x+1 aan de betrokken instelling medegedeeld en ambtshalve toegevoegd of respectievelijk ingehouden van de beginstand op 1 januari van het jaar x+1. »

Art. 2.Artikel 8 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling : «

Art. 8.Door de Vlaamse openbare instellingen kunnen bedragen op een afzonderlijke reservefondsenrekening geplaatst worden bij de kassier overeenkomstig artikel 1, 3°, indien hierover door de toezichthoudende overheid goedkeuring werd gegeven op basis van een bestaande wettelijke, decretale of reglementaire grondslag.

Deze reservefondsen worden niet opgenomen in de thesauriestand van de openbare instelling met het oog op de terbeschikkingstelling van de dotatieschijven.

De bepalingen van artikel 6, § 2 en § 3, zijn van toepassing op deze fondsen. »

Art. 3.Artikel 11 van hetzelfde besluit wordt geschrapt.

Art. 4.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van de afrekening voor het jaar 2002 in het jaar 2003.

Art. 5.De Vlaamse minister bevoegd voor Financiën en Begroting is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 13 december 2002.

De minister-president van de Vlaamse regering, P. DEWAEL De Vlaams minister van Financiën en Begroting, Innovatie, Media en Ruimtelijke Ordening, D. VAN MECHELEN

^