Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 08 juli 2005
gepubliceerd op 23 augustus 2005

Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 27 oktober 1993 tot veralgemening van het stelsel van gesubsidieerde contractuelen

bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
numac
2005035993
pub.
23/08/2005
prom.
08/07/2005
ELI
eli/besluit/2005/07/08/2005035993/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

8 JULI 2005. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 27 oktober 1993 tot veralgemening van het stelsel van gesubsidieerde contractuelen


De Vlaamse Regering, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming van de instellingen inzonderheid op artikel 6, § 1, IX, 2°, gewijzigd bij de wet van 8 augustus 1988 en de bijzondere wet van 16 januari 1989;

Gelet op de programmawet van 30 december 1988, het laatst gewijzigd bij de wet van 24 december 2002;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 27 oktober 1993 tot veralgemening van het stelsel van gesubsidieerde contractuelen, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 14 mei 2004;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 7 juli 2005;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat de noodzaak van een curatieve aanpak speciaal voor de moeilijke doelgroep dringend een specifieke aanpassing van het werkervaringsprogramma vereist;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Werk, Onderwijs en Vorming;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.In artikel 1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 27 oktober 1993 tot veralgemening van het stelsel van gesubsidieerde contractuelen, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 17 juni 1997, 8 december 1998, 1 juni 1999, 6 juli 2001, 24 juli 2001, 14 december 2001 en 14 mei 2004, wordt punt 32° vervangen door wat volgt : « 32° deeltijds lerenden : de niet-werkende werkzoekenden met een leeftijd tussen 16 en 18 jaar die een deeltijds leerplan volgen. »

Art. 2.Aan artikel 1 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 17 juni 1997, 8 december 1998, 1 juni 1999, 6 juli 2001, 24 juli 2001, 14 december 2001 en 14 mei 2004, worden een punt 33°, 34° en 35° toegevoegd, die luiden als volgt : « 33° begeleidingsorganisatie : de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding of de instantie aan wie de begeleiding van de gesubsidieerde contractuelen in het kader van artikel 7bis toegewezen werd; 34° trajecttoewijzer : dienst binnen de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding die het traject van de gesubsidieerde contractueel naar het reguliere arbeidscircuit bepaalt;35° werkgever-gebruiker : de werkgever aan wie de gesubsidieerde contractueel ter beschikking wordt gesteld als vermeld in artikel 7bis, § 15 en § 16;»

Art. 3.In artikel 7bis van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 17 juni 1997 en gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse regering van 27 oktober 1998, 8 juni 1999 en 14 mei 2004, worden § 1, § 4, § 7 en § 10 vervangen door wat volgt : « § 1. Met toepassing van artikel 94 van de wet en binnen de perken van een daartoe bestemd begrotingskrediet kan de minister voor de aanwerving van zeer langdurig werkzoekenden en deeltijds lerenden het jaarbedrag van de premie vaststellen op maximaal 7.015 euro bij een tewerkstelling waarvan de uurregeling minstens halftijds is, op maximaal 11.230 euro bij een tewerkstelling die minstens vier vijfde bedraagt van de voltijdse uurregeling en op 14.030 euro bij een voltijdse tewerkstelling op basis van één arbeidsovereenkomst. » « § 4. De minister kent per toegekende gesubsidieerde contractueel een omkaderingspremie toe aan de werkgevers, vermeld in artikel 2, 3°, 4° en 5°, ten bedrage van maximaal 25 % van 7.015 euro op jaarbasis als de uurregeling minstens halftijds is, ten bedrage van maximaal 25 % van 11.230 euro op jaarbasis als de tewerkstelling minstens vier vijfde bedraagt van de voltijdse uurregeling en ten bedrage van maximaal 25 % van 14.030 euro op jaarbasis bij een voltijdse tewerkstelling op basis van één arbeidsovereenkomst.

Ingeval het een deeltijds lerende betreft, kent de minister een omkaderingspremie toe ten bedrage van maximaal 35 % van 7.015 euro op jaarbasis als de uurregeling minstens halftijds is, ten bedrage van maximaal 35 % van 11.230 euro op jaarbasis als de tewerkstelling minstens vier vijfde bedraagt van de voltijdse uurregeling.

De omkaderingspremie kan alleen worden verworven voorzover het begeleidingsplan werd uitgevoerd. » « § 7. Per individuele tewerkstelling is de uurregeling minstens halftijds.

De werkgever sluit met de gesubsidieerde contractueel een arbeidsovereenkomst van bepaalde duur voor maximaal twaalf maanden.

De totale tewerkstellingsduur van een gesubsidieerde contractueel, zowel voltijds als deeltijds, op basis van dit besluit mag niet meer bedragen dan twaalf maanden.

Als de trajecttoewijzer in overleg met de begeleidingsorganisatie evenwel oordeelt dat de gesubsidieerde contractueel nog niet voldoende arbeidsmarktrijp is, kan in afwijking van het derde lid de totale tewerkstellingsduur, zowel voltijds als deeltijds, verlengd worden tot maximaal achttien maanden.

Als de trajecttoewijzer in overleg met de begeleidingsorganisatie evenwel oordeelt dat de gesubsidieerde contractueel al voldoende arbeidsmarktrijp is, kan de gesubsidieerde contractueel vanaf de zevende maand van tewerkstelling, zowel voltijds als deeltijds, doorstromen naar het reguliere arbeidscircuit. Als tijdens de eerste zes maanden na de doorstroming blijkt dat de betrokken gesubsidieerde contractueel onvoldoende arbeidsmarktrijp is en dus niet beantwoordt aan de vereisten van de betrekking, wordt die gesubsidieerde contractueel door de trajecttoewijzer opgenomen in een wervingslijst en wordt hij bij voorrang verwezen naar een vacature voor gesubsidieerde contractuelen. » « § 10. De werkgever verbindt zich ertoe de betrekkingen te laten bekleden door gesubsidieerde contractuelen die toegeleid worden via een begeleidingsactie.

Die toeleiding moet zowel rekening houden met het uit te voeren takenpakket en het functionele profiel zoals gevraagd door de werkgever als met de karakteristieken van de regionale arbeidsmarkt in functie van de doelgroep. »

Art. 4.Aan artikel 7bis van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 17 juni 1997 en gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 27 oktober 1998, 8 juni 1999 en 14 mei 2004, worden een § 15 en § 16 toegevoegd, die luiden als volgt : « § 15. In overleg tussen de werkgever, de gesubsidieerde contractueel, de werkgever-gebruiker en de begeleidingsorganisatie en mits goedkeuring van de trajecttoewijzer kan de gesubsidieerde contractueel tijdens zijn tewerkstelling, onder de voorwaarden zoals bepaald in artikel 32 van de wet van 24 juli 1987 betreffende de tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter beschikking stellen van werknemers ten behoeve van gebruikers, ter beschikking gesteld worden bij een werkgever-gebruiker.

De maximale duur van de periodes van terbeschikkingstelling bedraagt in totaal drie maanden.

De werkgever, de gesubsidieerde contractueel en de werkgever-gebruiker sluiten voorafgaand aan de terbeschikkingstelling een overeenkomst, die minstens de volgende elementen omvat : 1° de voorwaarden van de terbeschikkingstelling;2° de duur van de terbeschikkingstelling;3° het takenpakket van de gesubsidieerde contractueel;4° de contactpersoon in geval van vragen of problemen;5° de voorwaarden voor een eventuele voortijdige beëindiging van de terbeschikkingstelling. Al de ondertekenende partijen ontvangen een origineel ondertekend exemplaar van de overeenkomst.

De werkgever verbindt zich ertoe tijdens de terbeschikkingstelling aan de gesubsidieerde contractueel minstens het loon, de vergoedingen en de voordelen toe te kennen die werknemers ontvangen die dezelfde functie bij de werkgever-gebruiker uitoefenen.

De werkgever verbindt zich er eveneens toe tijdens de terbeschikkingstelling aan de gesubsidieerde contractueel minstens hetzelfde loon uit te betalen dat die zou genieten mocht hij bij hem tewerkgesteld zijn.

De werkgever-gebruiker verbindt zich ertoe : 1° de gesubsidieerde contractueel een werkervaring te bieden die beantwoordt aan zijn bekwaamheden en verwachtingen;2° in de nodige begeleiding op de werkvloer van de gesubsidieerde contractueel te voorzien;3° de gesubsidieerde contractueel niet in te schakelen ter vervanging van eigen personeel;4° tijdens de periode van de terbeschikkingstelling de prestatiestaten van de gesubsidieerde contractueel in te vullen;5° de werkgever te verwittigen bij afwezigheid van de gesubsidieerde contractueel.» « § 16. Een hiertoe door de minister erkende organisatie, die werkgever is van de gesubsidieerde contractuelen, kan hen voor een maximale duur van negen maanden ter beschikking stellen onder de voorwaarden zoals bepaald in artikel 32 van de wet van 24 juli 1987 betreffende de tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter beschikking stellen van werknemers ten behoeve van gebruikers van een werkgever-gebruiker. De gesubsidieerde contractuelen moeten ter beschikking worden gesteld overeenkomstig de bepalingen vermeld in § 15, derde lid tot en met zevende lid. Naast de interne begeleiding door de werkgever-gebruiker zal de organisatie zelf blijven zorgen voor een aangepaste externe begeleiding van de gesubsidieerde contractuelen. Hiertoe sluit de organisatie met de werkgever-gebruiker een overeenkomst. »

Art. 5.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2005.

Art. 6.§ 1. Artikel 7bis, § 1, blijft evenwel ongewijzigd van kracht tot en met 31 mei 2005. § 2. De omkaderingspremie, vermeld in artikel 7bis, § 4, tweede lid, is alleen van toepassing op doelgroepwerknemers die aangeworven zijn vanaf 1 april 2005.

Art. 7.De Vlaamse minister, bevoegd voor het tewerkstellingsbeleid, is belast met de uitvoering van het besluit.

Brussel, 8 juli 2005.

De minister-president van de Vlaamse Regering, Y. LETERME De Vlaamse minister van Werk, Onderwijs en Vorming, F. VANDENBROUCKE

^