gepubliceerd op 17 juni 1998
Besluit van de Vlaamse regering betreffende de samenstelling en de werking van de beheerscommissies voor beschermde landschappen
5 MEI 1998. - Besluit van de Vlaamse regering betreffende de samenstelling en de werking van de beheerscommissies voor beschermde landschappen
De Vlaamse regering, Gelet op het decreet van 16 april 1996 houdende bescherming van landschappen, inzonderheid op artikel 16, § 2;
Gelet op het advies van de inspectie van financiën, gegeven op 4 december 1997;
Gelet op de beslissing van de Vlaamse regering van 27 januari 1998 over de adviesaanvraag binnen een termijn van een maand;
Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 24 februari 1998, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Leefmilieu en Tewerkstelling;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° decreet : decreet van 16 maart 1996 houdende bescherming van landschappen;2° beheerscommissie : beheerscommissie voor een beschermd landschap, bedoeld in artikel 16, § 1, van het decreet;3° Minister : Vlaamse minister bevoegd voor de landschappen;4° cel monumenten en landschappen : de cel monumenten en landschappen van de betrokken provinciale afdeling van de administratie Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumenten en Landschappen.
Art. 2.De beheerscommissie is samengesteld als volgt : 1° een voorzitter, die niet stemgerechtigd is, behalve in het geval bedoeld in artikel 10, eerste lid;2° maximum drie vertegenwoordigers van de eigenaars, erfpachthouders, opstalhouders en vruchtgebruikers, alsmede van de huurders, bewoners, pachters en gebruikers;3° een aantal vertegenwoordigers van verenigingen die het herstel en het beheer van het natuurlijk milieu of het betrokken landschap tot doel hebben;hun aantal is gelijk aan dat van de leden bedoeld in 2°; 4° vertegenwoordigers van de hierna genoemde diensten, voorzover die aan de cel monumenten en landschappen hebben laten weten bij de beheerscommissie betrokken te willen worden : - twee vertegenwoordigers van de administratie Milieu-, Natuur-, Land- en Waterbeheer; - een vertegenwoordiger van de administratie Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumenten en Landschappen; - een vertegenwoordiger van de administratie Land- en Tuinbouw; - een vertegenwoordiger van de administratie Waterwegen en Zeewezen; - een vertegenwoordiger van de administratie Economie, afdeling Natuurlijke Rijkdommen en Energie; - een vertegenwoordiger van de openbare instelling Toerisme Vlaanderen; 5° een ambtenaar van de cel monumenten en landschappen;6° een vertegenwoordiger van elke gemeente die bij het landschap betrokken is.
Art. 3.De voorzitter wordt benoemd door de minister.
Art. 4.§ 1. De leden bedoeld in artikel 2, 2°, worden benoemd door de Minister, op voordracht van de cel monumenten en landschappen, voor een hernieuwbare termijn van vijf jaar.
Indien een lid overlijdt of ontslag neemt, wordt een opvolger benoemd, die het mandaat van zijn voorganger beëindigt. § 2. De leden worden benoemd uit de personen die hun kandidatuur hebben ingediend bij de cel monumenten en landschappen. Het bericht houdende oproep daartoe wordt op verzoek van de cel monumenten en landschappen aangepakt op de wijze bepaald in artikel 7, § 1, 2° van het decreet. Naar aanleiding van de betekening voorzien in artikel 11, § 1 worden de eigenaars, erfpachthouders, opstalhouders en vruchtgebruikers in kennis gesteld van de oproep en verzocht om de huurders of bewoners, pachters of gebruikers in te lichten.
In afwijking van het vorige lid kan, voor de beschermde landschappen die reeds betekend werden, de kennisgeving aan de eigenaars, erfpachthouders, opstalhouders en vruchtgebruikers vervangen worden door een mededeling in drie kranten of tijdschriften.
De kandidaturen moeten ingediend worden binnen een termijn van dertig dagen, te rekenen vanaf de eerste dag van de aanplakking, de kennisgeving of vanaf de dag van de mededeling in de kranten of tijdschriften. § 3. De ledendienen, rekening houdend met de oppervlaktes van het beschermd landschap waarop zij rechten hebben, representatief te zijn voor het geheel van de rechthebbenden.
Art. 5.De leden bedoeld in artikel 2, 3°, worden benoemd door de Minister, op voordracht van de cel monumenten en landschappen, voor een hernieuwbare termijn van vijf jaar.
Indien een lid overlijdt of ontslag neemt, wordt een opvolger benoemd, die het mandaat van zijn voorganger beëindigt.
Art. 6.Voor de leden bedoeld in artikel 2, 2° of 3°, kunnen plaatsvervangers benoemd worden, onder dezelfde voorwaarden en op dezelfde wijze als de effectieve leden.
Art. 7.Indien een lid bedoeld in artikel 2, 2° of 3°, niet meer de hoedanigheid bezit op grond waarvan hij benoemd is, wordt het van rechtswege geacht ontslagnemend te zijn.
Art. 8.De vertegenwoordigers bedoeld in artikel 2, 4°, 5° en 6°, worden aangewezen door het betrokken bestuur.
Art. 9.De vergaderingen van de beheerscommissie worden bijeengeroepen door de voorzitter. Deze is daartoe verplicht indien minstens één derde van de leden erom verzoekt.
De beheerscommissie vergadert ten minste één keer per jaar.
Art. 10.De beslissingen van de beheerscommissie worden genomen bij volstrekte meerderheid van de stemmen van de aanwezige leden. In geval van staking van stemmen is de stem van de voorzitter doorslaggevend.
In verband met de uitvoering van een goedgekeurd beheersplan, bedoeld in artikel 16, § 6, van het decreet, kan de beheerscommissie slechts aanbevelingen doen.
Art. 11.Het lid bedoeld in artikel 2, 5° is secretaris van de beheerscommissie. De verslagen worden opgesteld door de secretaris of door een andere ambtenaar van de cel monumenten en landschappen.
Art. 12.Verscheidene beheerscommissies, die bevoegd zijn ten aanzien van landschappen die ruimtelijk bij mekaar aansluiten, kunnen samen vergaderen. In dat geval kunnen beslissingen gezamenlijk genomen worden, op voorwaarde dat in elke beheerscommissie de meerderheid bereikt wordt, bedoeld in artikel 10, eerste lid.
Art. 13.De Vlaamse minister bevoegd voor de landschappen is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 5 mei 1998.
De minister-président van de Vlaamse regering, L. VANDEN BRANDE De Vlaamse minister van Leefmilieu en Tewerkstelling, T. KELCHTERMANS