gepubliceerd op 01 september 1999
Besluit van de Vlaamse regering betreffende het aanwendingspercentage voor het aantal lesuren onderwijsvoorrang in het buitengewoon secundair onderwijs voor het schooljaar 1999-2000
1 JUNI 1999. - Besluit van de Vlaamse regering betreffende het aanwendingspercentage voor het aantal lesuren onderwijsvoorrang in het buitengewoon secundair onderwijs voor het schooljaar 1999-2000
De Vlaamse regering, Gelet op het decreet van 9 april 1992 betreffende het onderwijs-III, inzonderheid op artikel 27, § 2;
Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 19 april 1999;
Gelet op het protocol nr. 336 van 12 mei 1999 houdende de conclusies van de onderhandelingen die gevoerd werden in de gemeenschappelijke vergadering van Sectorcomité X en van onderafdeling Vlaamse Gemeenschap van afdeling 2 van het comité voor de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten;
Gelet op het protocol nr. 111 van 12 mei 1999 houdende conclusies van de onderhandelingen die gevoerd werden in het overkoepelend onderhandelingscomité bedoeld in het decreet van 5 april 1995 tot oprichting van onderhandelingscomités in het vrij gesubsidieerd onderwijs;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wetten van 4 juli 1989 en 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat de te nemen maatregelen om het schooljaar 1999-2000 te organiseren voor de zomervakantie 1999 aan de betrokken scholen moet worden medegedeeld;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Onderwijs en Ambtenarenzaken;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.§ 1. Voor het schooljaar 1999-2000 wordt de aanwending van het urenpakket onderwijsvoorrang in het buitengewoon secundair onderwijs vastgesteld op 95%. § 2. Na de toepassing van het aanwendingspercentage op het urenpakket onderwijsvoorrang, wordt het decimaal getal afgerond naar de lagere eenheid.
Art. 2.Dit besluit treedt in werking op 1 september 1999.
Art. 3.De Vlaamse minister, bevoegd voor het onderwijs, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 1 juni 1999.
De minister-president van de Vlaamse regering, L. VAN DEN BRANDE De Vlaamse minister van Onderwijs en Ambtenarenzaken, E. BALDEWIJNS