gepubliceerd op 05 juni 2007
Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot bepaling van hetgeen dient te worden verstaan onder minvermogende student in het hoger onderwijs buiten de universiteit
MINISTERIE VAN DE FRANSE GEMEENSCHAP
Dit besluit vernietigt en vervangt het besluit dat bekendgemaakt is in het Belgisch Staatsblad van 25 mei 2007 op bladzijde 28253 en het erratum ervan dat bekendgemaakt is op 1 juni 2007, bladzijde 30046
25 MEI 2007. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot bepaling van hetgeen dient te worden verstaan onder minvermogende student in het hoger onderwijs buiten de universiteit
De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op de wet van 29 mei 1959 tot wijziging van sommige bepalingen van de onderwijswetgeving, inzonderheid op artikel 12, § 2, lid 5, ingelast bij het decreet van 20 juli 2005;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën gegeven op 14 februari 2007;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 2 maart 2007;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid die erop gegrond is dat de eerste inschrijvingen voor het academiejaar 2007-2008 in het niet universitair hoger onderwijs vanaf de Paasvakantie opgenomen worden; dat het bijgevolg vereist is dat de maximumbedragen van de inkomsten die de in artikel 12, § 2, vijfde lid, van de wet van 29 mei 1959 bepaalde minvermogendheid van de studenten vaststellen vóór deze datum worden bepaald om namelijk het rondschrijven betreffende het inschrijvingsgeld en het bijkomend inschrijvingsgeld met kennis van zaken op te kunnen stellen;
Gelet op het overleg van 9 maart 2007 met de representatieve studentenverenigingen erkend op gemeenschapsniveau;
Gelet op het advies nr. 42 513/2 van de Raad van State, gegeven op 21 maart 2007, bij toepassing van artikel 84, § 1, lid 1, 2° van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van de Vice-Presidente en Minister van Hoger Onderwijs, Wetenschappelijk Onderzoek en Internationale Betrekkingen, Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.In artikel 12, § 2, van de wet van 29 mei 1959 tot wijziging van sommige bepalingen van de onderwijswetgeving dient te worden verstaan onder minvermogende studenten, de studenten die in aanmerking zouden zijn gekomen voor de toekenning van een studietoelage krachtens het besluit van de Franse Gemeenschapsexecutieve van 26 april 1993 tot vaststelling van de minvermogendheid van de kandidaten voor een studietoelage en van de criteria voor de bepaling van de bedragen van de studietoelagen, als hun in aanmerking komend inkomen het in zijn artikel 1, § 1 bepaald maximumbedrag met niet meer dan 2.961 euro overschreed, onverminderd de toepassing van de andere artikelen van voormeld besluit.
Art. 2.Vanaf het academiejaar 2008-2009 worden de bedragen bepaald in artikel 1 geïndexeerd overeenkomstig de bepalingen van artikel 2 van het voormelde besluit van 26 april 1993.
Art. 3.Dit besluit treedt in werking vanaf het academiejaar 2007-2008.
Art. 4.De Minister tot wier bevoegdheid het Hoger Onderwijs behoort, wordt belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 25 mei 2007.
Vanwege de Regering van de Franse Gemeenschap : De Vice-Presidente en Minister van Hoger Onderwijs, Wetenschappelijk Onderzoek en Internationale Betrekkingen, M.-D. SIMONET