Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Regering Van De Franse Gemeenschap van 04 juli 2003
gepubliceerd op 14 augustus 2003

Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende het bijzonder toelatingsexamen voor de studies van de eerste cyclus in de diergeneeskundige wetenschappen

bron
ministerie van de franse gemeenschap
numac
2003029396
pub.
14/08/2003
prom.
04/07/2003
ELI
eli/besluit/2003/07/04/2003029396/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

4 JULI 2003. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende het bijzonder toelatingsexamen voor de studies van de eerste cyclus in de diergeneeskundige wetenschappen


De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op het decreet van 5 september 1994 tot regeling van de universitaire studies en de academische graden, inzonderheid op artikel 10, zoals gewijzigd bij het decreet van 8 mei 2003;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën van 23 juni 2003;

Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting van 27 juni 2003;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid om de kandidaten voor het examen zo snel mogelijk in te lichten over de gedetailleerde stof van de proef, alsook de betrokken universitaire instellingen over de nadere regels voor de inschrijving voor en de inrichting van deze examencommissie, aangezien deze instellingen enkel in staat waren deze voorstellen van programma's en procedures concreet vorm te geven na afkondiging van het basisleggend decreet van 8 mei 2003, bekendgemaakt op 28 mei 2003 in het Belgisch Staatsblad ;

Gelet op de beraadslaging van de Regering van de Franse Gemeenschap van 27 juni 2003 omtrent deze redenen die een aanvraag aan de Raad van State een advies te verlenen binnen een maximale termijn van vijf dagen verantwoorden;

Gelet op het advies nr. 35646/2 van de Raad van State, gegeven op 2 juli 2003, met toepassing van artikel 84, lid 1, 2° van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van de Minister van Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Definities

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit, dient te worden verstaan onder - Decreet : het decreet van 5 september 1994 tot regeling van de universitaire studies en de academische graden. - Toelatingsexamen : het Interuniversitair bijzonder toelatingsexamen voor de studies van de eerste cyclus in de diergeneeskundige wetenschappen, bedoeld bij artikel 10, § 3, van het decreet. - Examencommissie : de interuniversitaire examencommissie samengesteld overeenkomstig de bepalingen van dit besluit met het oog op de inrichting van de proef van het toelatingsexamen en de uitreiking van de speciale attesten van slagen voor het toelatingsexamen. - Deelnemende Universiteiten : Universitaire instellingen die ertoe gemachtigd zijn studies van de eerste cyclus in de diergeneeskundige wetenschappen in te richten krachtens artikel 8 van het decreet. - Beheervoerende Universiteit : Deelnemende Universiteit die belast is met de coördinatie en het jaarlijks beheer van het toelatingsexamen. HOOFDSTUK II. - Programma van de proef en nadere regels ervoor

Art. 2.Het gedetailleerde programma van de stof van het toelatingsexamen wordt in bijlage opgenomen van dit besluit en maakt integraal deel uit van dit besluit.

Art. 3.Het toelatingsexamen wordt ingericht in de vorm van een enkele schriftelijke proef van maximum vier uur. Zij kan multiple-choice vragen en open vragen omvatten. Zij geschiedt in de Franse taal.

Om aan de proef deel te nemen moeten de deelnemers hun identiteit en regelmatige inschrijving voor het toelatingsexamen bewijzen.

Art. 4.Ieder academiejaar, ten laatste op 1 augustus, bepaalt de Minister tot wiens bevoegdheid het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek behoren de datum, het uur en de plaats van de proef, alsook de beheervoerende universiteit.

De deelnemende universiteiten worden belast met de verspreiding van deze informatie via hun aanplakborden en door ieder aangepast communicatiemiddel.

Art. 5.Onder voorbehoud van de bepalingen van dit besluit, is de regeling van de examens vastgesteld door de universitaire overheid van de beheervoerende universiteit krachtens de bepalingen van het decreet, inzonderheid artikel 31, van toepassing.

Art. 6.De examencommissie van het toelatingsexamen stelt de weging van de verschillende stoffen vast voor het bepalen van het eindcijfer en stelt de vragenlijsten op, alsook de verbeterings- en evaluatieroosters van de proef. Ze kan, onder eigen verantwoordelijkheid, een beroep doen op de medewerking van personeelsleden van de deelnemende universiteiten, die tot dien einde gemandateerd zijn door de universitaire overheid van hun instelling.

Deze activiteiten worden uitgeoefend in het kader van hun opdracht binnen de instellingen.

Art. 7.Indien, op de sluitingsdatum van de inschrijving voor het toelatingsexamen, de examencommissie vaststelt dat het krachtens het decreet maximale aantal uitreikbare attesten niet overschreden wordt, worden alle ingeschreven personen geslaagden van het toelatingsexamen. HOOFDSTUK III. - Examencommissies en beraadslagingen

Art. 8.Overeenkomstig artikel 10, § 3, lid 3 van het decreet, om de proef in te richten en tot de evaluatie over te gaan, stellen de deelnemende universiteiten een examencommissie voor het toelatingsexamen samen bestaande uit leden van het academische korps van de deelnemende universiteiten. Deze commissie bevat minstens een lid van de examencommissie van de eerste cyclus in de diergeneeskundige wetenschappen van iedere deelnemende universiteit.

Deze examencommissie kiest onder haar leden een voorzitter en een secretaris. Zij stelt haar eigen werking vast.

De samenstelling van de examencommissie en haar reglement worden overgezonden aan de minister tot wiens bevoegdheid het hoger onderwijs en het wetenschappelijk onderzoek behoren.

Art. 9.De examencommissie van het toelatingsexamen beraadslaagt enkel geldig, op bijeenroeping van haar voorzitter, indien meer dan de helft van haar leden aanwezig is. Haar beraadslagingen blijven geheim. Ze beraadslaagt soeverein en haar beslissingen zijn niet voor beroep vatbaar, onverminderd de bepalingen van artikel 31 van het decreet, zoals toegepast in de beheervoerende universiteit. AI haar leden zijn stemgerechtigd; zij kunnen zich niet onthouden.

Art. 10.Op het einde van de proef, bepaalt de examencommissie van het toelatingsexamen het eindcijfer van iedere ingeschreven kandidaat die de proef heeft doorstaan. Bij ex aequo uitslag, rangschikt de examencommissie de kandidaten op basis van de bijzonderheden van hun uitslagen op de proef in de verscheidene stoffen genomen in afnemende orde van weging.

In functie van deze rangschikking, bekrachtigt de examencommissie het slagen voor het toelatingsexamen van de personen die als eerste gerangschikt zijn en met inachtneming van het krachtens het decreet maximum aantal uitreikbare attesten. Nochtans, mogen enkel een attest bekomen de kandidaten die aanwezig waren op de proef. De eindberaadslaging van de examencommissie voor het toelatingsexamen vindt zo snel mogelijk plaats, voor 30 september; zij sluit de proef voor het jaar af.

Art. 11.Binnen de 24 uur van de beraadslaging, worden de volledige uitslagen van het toelatingsexamen - eindnota en rangschikking of statuut - van alle ingeschrevenen voor het toelatingsexamen, alsook de beslissing tot toelating via de aanplakborden van elke deelnemende universiteit medegedeeld. Deze inlichtingen, alsook het proces-verbaal van de beraadslaging, worden ook overgezonden binnen dezelf de termijnen aan de minister tot wiens bevoegdheid het hoger onderwijs en het wetenschappelijk onderzoek behoren.

De attesten van slagen voor het toelatingsexamen, ondertekend door de voorzitter en de secretaris van de examencommissie worden uitgereikt, binnen dezelfde termijnen, op aanvraag en als enkel origineel stuk, in de instelling waarbij de geslaagde zich voor het toelatingsexamen had ingeschreven.

Art. 12.De examencommissie kan iedere kandidaat uitsluiten van het toelatingsexamen die fraudeert bij de inschrijvingsprocedure of tijdens de proef.

Art. 13.Wanneer de inschrijving voor het toelatingsexamen aangenomen werd op basis van de bepalingen van de leden 2 en 3 van artikel 15 van dit besluit, wordt het attest van slagen voor het toelatingsexamen enkel uitgereikt onder voorbehoud van een laatste verificatie van de toelatingsvoorwaarden; in tegenovergesteld geval, verliest het zijn waarde.

In geen geval kan de examencommissie bijkomende attesten van slagen voor een toelatingsexamen uitreiken ten gevolge van een dergelijke nietigverklaring. Hetzelfde is geldig als een geslaagde kiest zich niet in te schrijven voor studies in de diergeneeskundige wetenschappen. HOOFDSTUK IV. - De inschrijving voor het toelatingsexamen

Art. 14.De kandidaten schrijven zich in voor het toelatingsexamen bij de deelnemende universiteiten die zij verkiezen. Iedere kandidaat mag zich enkel inschrijven bij een enkele universiteit.

Art. 15.De instelling die de inschrijving voor het toelatingsexamen goedkeurt, staat in voor het nazicht van de voorwaarden voor de toelating tot het examen, onder haar eigen verantwoordelijkheid en het nazicht van haar commissaris of afgevaardigde van de Regering. Bij uitzondering op de bepalingen van het vorig lid, worden de kandidaten voor het toelatingsexamen die ertoe gehouden zijn een gelijkwaardigheidsbericht in te dienen van het bekwaamheidsbewijs hen uitgereikt op het einde van hun secundaire studies ertoe gemachtigd zich in te schrijven voor het toelatingsexamen bij toepassing van de bepalingen van artikel 5, lid 3, van het koninklijk besluit van 20 juli 1971 tot vaststelling van de voorwaarden tot en de procedure van het verlenen van de gelijkwaardigheid van buitenlandse diploma's en studiegetuigschriften.

De deelnemende universiteiten aanvaarden ook de inschrijving voor het toelatingsexamen op basis van voorlopige attesten van slagen uitgereikt op het einde van de secundaire studies.

Art. 16.De beslissing tot weigering van de inschrijving voor het toelatingsexamen door de overheid van een deelnemende universiteit kan enkel met redenen omkleed zijn met verwijzing naar één van de voorwaarden bedoeld bij artikel 10, § 3, lid 2, van het decreet of door het niet naleven van een van de bepalingen van dit besluit; er wordt ervan onmiddellijk kennisgegeven aan de betrokken kandidaten.

Iedere betwisting kan schriftelijk toegezonden worden, ten laatste de eerste werkdag na deze kennisgeving, aan de universitaire overheid van de beheervoerende universiteit, die daarvoor enkel bevoegd is.

Art. 17.De inschrijvingen eindigen op 31 augustus. De inschrijving is onherroepbaar en er kan geen gevolg worden gegeven aan enige aanvraag tot terugbetaling, zelfs gedeeltelijk, van het inschrijvingsgeld of andere mogelijke kosten.

De kandidaten die regelmatig ingeschreven zijn voor het toelatingsexamen en die de proef niet bijwonen worden geacht de proef te hebben opgegeven.

Art. 18.Het bedrag van het inschrijvingsgeld voor het toelatingsexamen is dat van het volledige inschrijvingsgeld voor de proefexamens, zoals bepaald bij artikel 39, § 3, van de wet van 27 juli 1971 op de financiering en de controle van de universitaire instellingen, gekoppeld aan het index van de consumptieprijzen volgens de formule bepaald bij § 4 van datzelfde artikel.

Het inschrijvingsgeld wordt geïnd door de deelnemende universiteit waarbij de student zich inschrijft voor het toelatingsexamen. Het moet integraal gestort worden voor de datum van de sluiting van de inschrijvingen voor het toelatingsexamen.

Art. 19.Bij de aanvraag van inschrijving voor het toelatingsexamen, verleent de deelnemende universiteit alle nodige informatie aan de kandidaat, onder welke de volledige inhoud van dit besluit. Aangezien de geslaagde voor het toelatingsexamen de vrije keuze behoudt van de universitaire instelling waarbij hij studies wil beginnen of voltooien, dient deze informatie duidelijk onderscheiden te worden gehouden van elke andere informatie en mag in geen enkel geval een verwijzing inhouden naar de bijzondere diensten, de inrichting of de specifieke inhoud van de studies ingericht door de deelnemende universiteit die de aanvraag tot inschrijving voor het toelatingsexamen krijgt toegestuurd.

De inschrijvingsprocedure voor het toelatingsexamen in de deelnemende universiteiten dient duidelijk onderscheiden te worden van de inschrijvingsprocedures voor de studies en er mag geen verband gelegd worden tussen beide procedures. Te dien einde, kan geen enkelinschrijvingsprocedure voor de studies aangevat worden voor de sluiting van het toelatingsexamen. HOOFDSTUK V. - De verdeling van de opdrachten over de instellingen.

Art. 20.Zodra ze samengesteld wordt, verdeelt de examencommissie de administratieve en academische opdrachten over de deelnemende universiteiten en bepaalt aldus de verhouding van de opdrachten waargenomen door elke instelling. Deze verdeling kan ieder academiejaar herzien worden.

Voor het einde van de maand augustus, deelt de voorzitter van de examencommissie aan de minister tot wiens bevoegdheid het hoger onderwijs en het wetenschappelijk onderzoek behoren deze informatie mede. Bij gebrek aan dergelijke mededeling, wordt iedere deelnemende universiteit geacht een gelijk deel ten laste te nemen van de opdrachten voor de proef.

Art. 21.Het totaal bedrag van het inschrijvingsgeld voor het toelatingsexamen - bepaald op basis van de inschrijvingslijsten voor het toelatingsexamen - wordt verdeeld over de deelnemende universiteiten als volgt : 1° een kwart voor de beheervoerende universiteit ter dekking van logistiek en infrastructuur;2° een kwart proportioneel met de inschrijvingen voor het toelatingsexamen voor iedere instelling ter dekking van administratieve kosten;3° een helft volgens de verhouding vastgesteld bij vorig artikel.

Art. 22.De beheervoerende universiteit stelt de aftelling vast voor elke deelnemende universiteiten zendt ze over, na controle en visum van de commissaris of afgevaardigde van de Regering, aan de minister tot wiens bevoegdheid het hoger onderwijs en het wetenschappelijk onderzoek behoren, ten laatste voor 1 december. De beheervoerende universiteit is belast met de geldelijke followup en de verdeling van de saldi. De instellingen gaan over tot de betaling gedurende de maand van de ontvangst van de aftelling. HOOFDSTUK VI. Overgangs- en uitvoeringsbepalingen

Art. 23.Overeenkomstig artikel 10, § 3, lid 1, van het decreet, worden enkel de studenten die regelmatig ingeschreven waren voor een studiejaar van de eerste cyclus van de diergeneeskundige wetenschappen - in de zin van artikel 3, § 1, van het decreet - voor het academiejaar 2003-2004 bij een universitaire instelling bedoeld bij artikel 1, § 1, van het decreet, vrijgesteld van het voorleggen van een attest van slagen voor het toelatingsexamen.

Worden tevens vrijgesteld de studenten die geslaagd waren voor de proeven van een studiejaar van de eerste cyclus in de diergeneeskundige wetenschappen voor een examencommissie voor universitair onderwijs van de Franse Gemeenschap voor het academiejaar 2003-2004.

De studenten die vrijgesteld zijn van het voorleggen van een attest kunnen zich niet voor het toelatingsexamen inschrijven.

Art. 24.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 juni 2003 en zal ophouden uitwerking te hebben op 30 september 2006.

Art. 25.De minister tot wiens bevoegdheid het hoger onderwijs en het wetenschappelijk onderzoek behoren, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 4 juli 2003.

Vanwege de Regering van de Franse Gemeenschap : De Minister van Hoger Onderwijs, Onderwijs voor Sociale Pormotie en Wetenschappelijk Onderzoek, Mevr. F. DUPUIS

^