Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Regering Van De Franse Gemeenschap van 25 mei 1999
gepubliceerd op 22 oktober 1999

Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot vaststelling van het algemeen reglement van de groep van de overheidsinstellingen voor Jeugdbescherming

bron
ministerie van de franse gemeenschap
numac
1999029596
pub.
22/10/1999
prom.
25/05/1999
ELI
eli/besluit/1999/05/25/1999029596/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

25 MEI 1999. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot vaststelling van het algemeen reglement van de groep van de overheidsinstellingen voor Jeugdbescherming


De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op het decreet van 4 maart 1991 inzake hulpverlening aan de jeugd, inzonderheid op artikel 16;

Gelet op het advies van de Gemeenschapsraad, gegeven op 24 september1997 en 3 februari 1999;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 4 april 1996 en 21 januari 1998;

Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting en Ambtenarenzaken, gegeven op 2 maart 1998;

Gelet op het gemotiveerd advies van de hoge Overlegraad van Sector XVII van 3 april 1998 en 7 april 1999;

Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 10 juni 1998;

Op de voordracht van de Minister-Voorzitster, tot wier bevoegdheid de hulpverlening aan de Jeugd behoort;

Gelet op de beraadslaging van 25 mei1999 van de Regering van de Franse Gemeenschap, Besluit :

Artikel 1.Het algemeen reglement van de groep van de overheidsinstellingen bedoeld bij artikel 16 van het decreet van 4 maart 1991 inzake hulpverlening aan de jeugd wordt opgesteld overeenkomstig de tekst als bijlage bij dit besluit.

Art. 2.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Brussel, 25 mei 1999.

Vanwege de Regering van de Franse Gemeenschap : De Minister-Voorzitster, tot wier bevoegdheid de Hulpverlening aan de Jeugd behoort, Mevr. L. ONKELINX

Bijlage Algemeen reglement van de groep van overheidsinstellingen voor jeugdbescherming van de Franse Gemeenschap A. Opvang van de jongere in de instelling 1. Bij zijn aankomst in de instelling of, in geval het onmogelijk is, binnen de 24 uren, wordt iedere jongere individueel opgevangen.Dit onderhoud heeft tot doel samen met hem klaarheid te brengen over de omstandigheden van zijn plaatsing door onder meer zijn juridische en institutionele context te bespreken. Bij die gelegenheid wordt hem dit reglement overhandigd. 2. Het onderhoud ter gelegenheid van de opvang wordt door een lid van de directieploeg of van de psycho-medisch-sociale ploeg geleid of, in de opvangdiensten in open stelsel, door een lid van de educatieve ploeg.3. Iedere jongere die door een opvangdienst in open stelsel ten laste wordt genomen, wordt tijdens de eerste week van zijn plaatsing individueel ontvangen door de directeur of, bij ontstentenis, door zijn rechtstreekse vervanger.4. Het bijzonder reglement van de instelling wordt aan iedere jongere overhandigd bij zijn opneming in de levensgroep.5. De instelling brengt binnen de 24 uren de ouders of, bij ontstentenis de familieleden op de hoogte van de opvang van de jongere.6. De medische dienst van de instelling voorziet binnen de drie werkdagen na zijn opneming in een onderzoek en zorgt voor zijn gezondheid zolang hij geplaatst blijft.7. De persoonlijke voorwerpen van de jongere worden vanaf zijn opneming aan de instelling toevertrouwd en worden hem terugbezorgd nadat men er zich van vergewist heeft dat zij noch gevaar kunnen betekenen noch als slagwapen kunnen gebruikt worden. De jongere mag zijn eigen kleren dragen overeenkomstig het reglement van de instelling die, voor specifieke activiteiten (atelier, gym), zou kunnen van oordeel zijn dat er daartoe gepaste kledij moet gedragen worden.

B. De waarborgen inzake rechten op verdediging 1. Vanaf zijn opneming, neemt de instelling haar inlichtingen over de identiteit van de advocaat van iedere jongere.Indien de jongere geen advocaat heeft, bezorgt de instelling hem hulp in zijn pogingen om er een te vinden. 2. Iedere jongere heeft het recht gratis met zijn advocaat te communiceren. Het geheim van hun communicatie is absoluut.

De bezoeken van de advocaat zijn niet beperkt.

De bezoeken van de jongere aan zijn advocaat kunnen overwogen worden.

De jongeren die ten laste wordt genomen in gesloten educatief stelsel zal evenwel in de voorwaarde moeten zijn om autonoom buiten te mogen gaan. De nadere regels van al die bezoeken moeten met elke instelling afgesproken worden.

De instelling laat door de advocaat een bezoeksdocument ondertekenen waarbij hij verklaart de raadsman van de jongere te zijn.

C. De informatie en de participatie van de jongere 1. Over dit reglement en het reglement eigen aan de instelling dat aan iedere jongere bij zijn opneming wordt bezorgd, worden er individuele gesprekken gevoerd om daarover nadere uitleg te geven in een aangepaste taal.2. Iedere jongere die door een andere dienst dan een opvangdienst in open stelsel ten laste wordt genomen, wordt ervan verwittigd dat de instelling een onderhoud met de jeugdrechter vraagt om klaarheid te brengen over de verwachtingen van iedereen en daarover nadere uitleg te geven. De instelling stelt voor dat naast de jongere, ook de ouders en de vertegenwoordiger van de dienst voor gerechtelijke bescherming belast met het dossier alsook al de betrokken diensten zouden verzocht worden aan het onderhoud deel te nemen. 3. Iedere jongere die voor een periode van meer dan 45 dagen toevertrouwd wordt aan de groep van overheidsinstellingen wordt ervan verwittigd dat er over hem een medisch-psychologisch verslag moet opgesteld worden door de multidisciplinaire ploeg van de instelling die hem opvangt en dat de instelling aan de advocaat van de jongere de conclusies van dit verslag zal mededelen zodra dit verslag bij de plaatsingsoverheid is neergelegd, te weten binnen de 75 dagen na de datum van de tenlasteneming.De conclusies van het aanvullend medisch-psychologisch verslag worden eveneens aan de advocaat overgemaakt. 4. Iedere jongere moet actief kunnen medewerken aan het individueel pedagogisch programma dat te zijner attentie werd uitgebouwd.Hij wordt op de vergaderingen uitgenodigd die als doel hebben de schriftelijke verslagen op te stellen die hem aanbelangen om gehoord en ingelicht te worden over dit programma en over zijn eventuele heroriënteringen.

D. De eerbiediging van de filosofische, politieke en religieuze overtuigingen 1. Iedere jongere mag de praktijken beoefenen die verband houden met zijn overtuigingen en de cultus van zijn keuze voor zover deze niet in strijd zijn met de wetsbepalingen.2. De instelling is ertoe verplicht de beoefening van deze praktijken te vergemakkelijken, inzonderheid wat betreft het voedingsregime en de naleving van de vastentijden.3. Op elke handeling die de gezondheid of de veiligheid van de jongere zelf, van de andere jongeren of van het personeel in gevaar kan brengen kan verbod opgelegd worden. E. De communicaties van de jongere met de buitenwereld 1. De jongere wordt ingelicht over het feit dat, behoudens tegenovergestelde gemotiveerde beslissing van de bevoegde rechter, hij het recht heeft met iedere persoon van zijn keuze te communiceren. De volgende bepalingen zijn van toepassing onder voorbehoud van die beslissing. 2. Het briefgeheim wordt gewaarborgd. Controlemaatregelen kunnen genomen worden t.o.v. verzendingen die nog wat anders dan brieven bevatten. In dat geval kan de jongere verzocht worden die verzending te openen in aanwezigheid van een lid van de Directie, die, naargelang van het risico opgelopen t.o.v. de veiligheid, et de overhandiging van kan eisen. 3. Iedere jongere heeft het recht eenmaal per week gratis zijn familieleden op te bellen.Elke instelling bepaalt in haar bijzonder reglement de andere regels inzake telefoongesprekken. 4. De nadere regels inzake bezoeken worden in haar bijzonder reglement door elke instelling bepaald.Er bestaat steeds een mogelijkheid van bezoek op afspraak. De minimale frequentie van de toegelaten bezoeken mag niet lager zijn dan een wekelijks bezoek. 5. De briefwisseling met de magistraten, die dienst voor rechtelijke bescherming, de dienst voor jeugdbescherming en de algemene afgevaardigde van de Franse Gemeenschap voor de kinderrechten is kosteloos. De telefoongesprekken met de dienst voor gerechtelijke bescherming, die dienst voor jeugdbescherming en de algemene afgevaardigde van de Franse Gemeenschap voor de kinderrechten zijn kosteloos.

F. De verlof- en afwezigheidsdagen 1. Behoudens tegenovergestelde gemotiveerde beslissing van de bevoegde rechter, geniet iedere jongere van de verlofregeling waarvan de nadere regels bepaald worden door de instelling in haar bijzondere reglement en desgevallend, in het individueel pedagogische project van de jongere.2. Voor elke afwezigheid moet de directie van de instelling toelating geven.3. De instelling verwittigt de oproerpolitie en de bevoegde rechter over elke niet-veroorloofde afwezigheid. De instelling verwittigt eveneens de ouders terzelfdertijd en doet een beroep op hun medewerking. 4. De instelling verwittigt de ouders, de oproerpolitie en de bevoegde rechter van elke terugkomst.5. Bij elke terugkomst kan de instelling een specifieke opvang per educatieve ploeg van de jongere organiseren. Het eduatief programma van de jongere kan herzien worden na elke terugkomst.

G. De beoordeling van het gedrag 1. Het leven in de instelling verloopt in een geest van wederzijdse eerbied kenmerkend voor elke samenleving. 2. Het gedrag van de jongere wordt beoordeeld rekening houdend met de eerbied die hij betuigt t.o.v. de plichten en de verplichtingen vereist voor elke samenleving en door de reglementering eigen aan de instelling. 3. Elk positief gedrag of merkwaardig resultaat kan aanleiding geven tot valorisatie.Elke instelling stelt er de nadere regels van vast in haar bijzonder reglement. 4. Voor elk negatief gedrag kunnen er tuchtmaatregelen getroffen worden. Behoudens de afzonderingsmaatregel, worden de nadere regels van die maatregelen vastgesteld door elke instelling in haar bijzonder reglement.

Zij mogen evenwel geen afbreuk doen aan de rechten van de jongere vervat in het decreet van 4 maart 1991 en in dit reglement : inzonderheid de rechten op verdediging, het recht te communiceren, de toekenning van zakgeld en de eerbied voor de overtuigingen.

Zij mogen niet vernederend noch krenkend zijn en moeten aangepast zijn aan de jongere.

H. De afzonderingsmaatregel 1. Wanneer de jongere zijn lichamelijke veiligheid of die van de andere jongeren, van het personeel of van de bezoekers in gevaar brengt, kan tegen hem een afzonderingsmaatregel in de specifieke lokalen genomen worden.2. De afzonderingsmaatregel wordt beslist door de directeur of zijn rechtstreekse vervanger en de jongere wordt ingelicht over het feit dat de bevoegde rechter ervan op de hoogte gebracht werd.3. De afzonderingsmaatregel mag niet langer dan 24 uren duren zonder de toestemming van de bevoegde rechten die deze maatregel kan verlengen met een termijn die de 8 dagen niet overschrijdt.Een nieuwe verlenging is mogelijk onder dezelfde voorwaarden de laatste dag van de bij de aanvang bepaalde termijn.

De afzonderingsmaatregel wordt opgeheven zodra een einde komt aan de toestand die deze maatregel verantwoordt. De plaatsingsoverheid wordt verwittigd van de opheffing van een afzonderingsmaatregel. 4. De jongere die in afzondering wordt geplaatst krijgt dagelijks om de twee uren tussen 8 en 22 uur het bezoek van een lid van de directieploeg en van een lid van de wetenschappelijke en medische ploeg alsook bezoeken van de educatieve ploeg.Tijdens de afzonderingsperiode houdt de educatieve ploeg zich actief bezig met de jongere en voert met hem individuele gesprekken en educatieve activiteiten.

I. De waarborgen van de rechten van de jongeren 1. De jongere wordt ingelicht over zijn recht te communiceren met zijn advocaat.Hij wordt verzocht een document te ondertekenen waarbij hij verklaart te werden ingelicht over dat recht. De instelling overhandigt hem een exemplaar van dit document dat in een taal is geschreven die voor hem begrijpelijk is. 2. De jongere krijgt inlichtingen over de instelling en over de algemene afgevaardigde van de Franse Gemeenschap voor de kinderrechten : hij heeft als opdracht te zorgen voor het behoud van de rechten en de belangen van de jongeren in de Franse Gemeenschap;daartoe wordt hem de macht toegekend om te interpelleren, om vrije toegang tot de diensten te hebben en om hem de individuele dossiers toe te vertrouwen. 3. Er wordt aan de jongere uitgelegd hoe hij bij de algemene afgevaardigde voor de kinderrechten een verzoek om bemiddeling of een klacht tegen de inbreuken op de rechten van de jongeren aanhangig kan maken.4. De jongere wordt eveneens ingelicht over het bestaan, de werking en de bevoegdheden van de Diensten voor de Rechten van de Jongeren.5. Er wordt aan de jongere uitgelegd hoe hij met die diensten kan communiceren.6. Op eigen kosten kan hij zich laten onderzoeken door de geneesheer naar zijn keuze, die met de instelling niets te zien heeft. Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van 25 mei 1999 van de Regering van de Franse Gemeenschap houdende vaststelling van het algemeen reglement van de groep van de overheidsinstellingen.

Brussel, 25 mei 1999.

Vanwege de Regering van de Franse Gemeenschap : De Minister-Voorzitster tot wier bevoegdheid de Hulpverlening aan de Jeugd behoort, Mevr. L. ONKELINX

^