gepubliceerd op 01 september 2004
Besluit van de Regering van de Duitstalige Gemeenschap tot aanpassing van bepaalde bepalingen van de onderwijswetgeving wat de weddeschalen betreft
10 JUNI 2004. - Besluit van de Regering van de Duitstalige Gemeenschap tot aanpassing van bepaalde bepalingen van de onderwijswetgeving wat de weddeschalen betreft
De Regering van de Duitstalige Gemeenschap, Gelet op de wet van 22 juni 1964 betreffende het statuut der personeelsleden van het Rijksonderwijs, inzonderheid op artikel 1, gewijzigd bij de wetten van 31 maart 1967, 6 juli 1970, 27 juli 1971, 11 juli 1973, 19 december 1974, 18 februari 1977, 2 juli 1981, bij de koninklijke besluiten nr. 296 van 31 maart 1984 en nr. 456 van 10 september 1986, en bij het decreet van 17 februari 1992;
Gelet op het koninklijk besluit van 15 april 1958 houdende de bezoldigingsregeling van het onderwijzend, wetenschappelijk en daarmee gelijkgestelde personeel van het Ministerie van Openbaar Onderwijs, zoals gewijzigd;
Gelet op het koninklijk besluit van 10 maart 1965 houdende bezoldigingsregeling van het personeel der leergangen met beperkt leerplan afhangend van het Ministerie van Nationale Opvoeding en Cultuur, zoals gewijzigd;
Gelet op het koninklijk besluit van 1 december 1970 houdende de bezoldigingsregeling van de leden van het administratief personeel, van het meesters-, vak- en dienstpersoneel van de rijksinrichtingen voor kleuteronderwijs, voor lager, buitengewoon, middelbaar, technisch, kunst- en normaalonderwijs, inzonderheid op de artikelen 4 en 5;
Gelet op het koninklijk besluit van 15 maart 1974 waarbij op 1 april 1972 de weddeschalen worden vastgesteld verbonden aan de graden van het personeel der leergangen voor sociale promotie ressorterend onder het Ministerie van Nationale Opvoeding en Franse Cultuur en het Ministerie van Nationale Opvoeding en Nederlandse Cultuur, zoals gewijzigd;
Gelet op het koninklijk besluit van 27 juni 1974 waarbij op 1 april 1972 worden vastgelegd de schalen verbonden aan de ambten van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, van het opvoedend hulppersoneel en van het paramedisch personeel bij de rijksonderwijsinrichtingen, aan de ambten van de leden van de inspectiedienst belast met het toezicht op deze inrichtingen en aan de ambten van de leden van de inspectiedienst van de schriftelijke cursussen en van het gesubsidieerd lager onderwijs, en de schalen verbonden aan de graden van het personeel van de psycho-medisch-sociale centra van de Staat, zoals gewijzigd;
Gelet op het besluit van de Regering van 9 november 2000 tot wijziging van het koninklijk besluit van 27 juni 1974 waarbij op 1 april 1972 worden vastgesteld de schalen verbonden aan de ambten van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, van het opvoedend hulppersoneel en van het paramedisch personeel bij de rijksonderwijsinrichtingen, aan de ambten van de leden van de inspectiedienst belast met het toezicht op deze inrichtingen en aan de ambten van de leden van de inspectiedienst van het schriftelijk onderwijs en van het gesubsidieerd lager onderwijs, en de schalen verbonden aan de graden van het personeel van de psycho-medisch-sociale centra van de Staat, zoals gewijzigd;
Gelet op het besluit van de Regering van de Duitstalige Gemeenschap van 13 februari 2003 waarbij op 1 december 2002 worden vastgesteld de weddeschalen verbonden aan de ambten van het administratief personeel, van het meesters-, vak- en dienstpersoneel van de inrichtingen voor kleuter-, lager, buitengewoon, middelbaar, technisch, kunst- en hoger onderwijs;
Gelet op het protocol nr. S 3/2004 OSUW3/2004 van 27 mei 2004 houdende de conclusies van de onderhandelingen gevoerd in een gemeenschappelijke zitting van het Sectorcomité XIX van de Duitstalige Gemeenschap en van het subcomité bepaald in artikel 17, § 2, 3°, van het koninklijk besluit van 28 september 1984;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 4 juni 2004;
Gelet op het akkoord van de Minister-President, bevoegd inzake Begroting, gegeven op 7 juni 2004;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat de dringende noodzakelijkheid door het feit gerechtvaardigd is dat de in het sectoraal akkoord 2001/2002 bepaalde weddeverhogingen met toepassing van het sectoraal akkoord 2001/2002 (nr. 125/1) geleidelijk al vanaf 1 december 2002 van toepassing zijn en anderzijds dat de wettelijke basis moet worden geschepen om de wedden en pensioenen te kunnen rekenen en uitbetalen;
Op de voordracht van de Minister bevoegd inzake Onderwijs;
Na beraadslaging, Besluit : Afdeling 1. - Wijziging van het koninklijk besluit van 15 maart 1974
waarbij op 1 april 1972 de weddeschalen worden vastgesteld verbonden aan de graden van het personeel der leergangen voor sociale promotie ressorterend onder het Ministerie van Nationale Opvoeding en Franse Cultuur en het Ministerie van Nationale Opvoeding en Nederlandse Cultuur
Artikel 1.In hoofdstuk B van het koninklijk besluit van 15 maart 1974 waarbij op 1 april 1972 de weddeschalen worden vastgesteld verbonden aan de graden van het personeel der leergangen voor sociale promotie ressorterend onder het Ministerie van Nationale Opvoeding en Franse Cultuur en het Ministerie van Nationale Opvoeding en Nederlandse Cultuur, laatst gewijzigd bij het besluit van de Regering van 29 juni 2000, wordt in de rubriek « Onderdirecteur », overgangsstelsel, littera d) als volgt vervangen : « d) houder van het diploma van een onderwijzer voor het lager onderwijs of van een bekwaamheidsbewijs van het hoger secundair niveau die op 31 maart 1972 de weddeschaal II/109.400 - 197.660 genoot, plus een vast bedrag van 11.000 F . . . . . 207/4 ».
Art. 2.In hoofdstuk B van hetzelfde koninklijk besluit van 15 maart 1974, laatst gewijzigd bij het besluit van de Regering van 29 juni 2000, worden in de rubrieken « Lesgever algemene vakken » en « Lesgever technische vakken », overgangsstelsel, de litterae c) en d) als volgt vervangen en een littera e) ingevoegd : « c) houder van het diploma van een onderwijzer voor het lager onderwijs die op 31 maart 1972 de weddeschaal II/109.400 - 197.660 genoot . . . . . 1/20 van 216 d) houder van een bekwaamheidsbewijs van het hoger secundair niveau die op 31 maart 1972 de weddeschaal II/109.400 - 197.660 genoot . . . . . 1/20 van 206/3 e) houder van een ander bekwaamheidsbewijs van het hoger secundair niveau die op 31 maart 1972 de weddeschaal II/109.400 - 197.660 genoot . . . . . 1/20 van 206/2. »
Art. 3.In hoofdstuk B van hetzelfde koninklijk besluit van 15 maart 1974, laatst gewijzigd bij het besluit van de Regering van 29 juni 2000, wordt in de rubriek « studiemeester-opvoeder en studiemeester- rekenplichtige » de littera a) als volgt vervangen : « a) houder van het diploma van een onderwijzer, van kleuteronderwijzer, van geaggregeerde van het lager secundair onderwijs, van geaggregeerde van het hoger secundair onderwijs, van sociaal adviseur, van maatschappelijk assistent of van kandidaat uitgereikt door een Belgische universiteit . . . . . 1/32 van 216 ».
Art. 4.In hoofdstuk C van hetzelfde koninklijk besluit van 15 maart 1974, laatst gewijzigd bij het besluit van de Regering van 29 juni 2000, worden in de rubriek « Lesgever algemene vakken », overgangsstelsel, de litterae c) en d) als volgt vervangen en een littera e) ingevoegd : « c) houder van het diploma van een onderwijzer die op 31 maart 1972 de weddeschaal II/109.400 - 197.660 genoot . . . . . 1/20 van 216 » d) houder van een diploma van geaggregeerde voor het hoger secundair onderwijs die op 31 maart 1972 de weddeschaal II/109.400 - 197.660 genoot . . . . . 1/20 van 206/3 e) houder van een andere diploma dat op 31 maart 1972 de weddeschaal II/109.400 - 197.660 genoot . . . . . 1/20 van 206/2 ».
Art. 5.In hoofdstuk C van hetzelfde koninklijk besluit van 15 maart 1974, laatst gewijzigd bij het besluit van de Regering van 29 juni 2000, wordt in de rubriek « studiemeester-opvoeder en studiemeester-rekenplichtige » de littera a) als volgt vervangen : « a) houder van het diploma van een onderwijzer, van kleuteronderwijzer, van geaggregeerde van het lager secundair onderwijs, van geaggregeerde van het hoger secundair onderwijs, van sociaal adviseur, van maatschappelijk assistent of van kandidaat uitgereikt door een Belgische universiteit . . . . . 1/32 van 216 ».
Art. 6.In hoofdstuk D van hetzelfde koninklijk besluit van 15 maart 1974, laatst gewijzigd bij het besluit van de Regering van 29 juni 2000, wordt in de rubriek « studiemeester-opvoeder en studiemeester-rekenplichtige » de littera a) als volgt vervangen : « a) houder van het diploma van een onderwijzer, van kleuteronderwijzer, van geaggregeerde van het lager secundair onderwijs, van geaggregeerde van het hoger secundair onderwijs, van sociaal adviseur, van maatschappelijk assistent of van kandidaat uitgereikt door een Belgische universiteit . . . . . 1/32 van 216 ».
Art. 7.De bijlage van het koninklijk besluit van 15 maart 1974 waarbij op 1 april 1972 de weddeschalen worden vastgesteld verbonden aan de graden van het personeel der leergangen voor sociale promotie ressorterend onder het Ministerie van Nationale Opvoeding en Franse Cultuur en het Ministerie van Nationale Opvoeding en Nederlandse Cultuur wordt als volgt vervangen : 1° De weddeschalen 020, 144/1, 206/2 en 206/3 worden door volgende weddeschalen vervangen : 020 14.303,53 - 22.528,80 03 (1) x 303,00 13 (2) x 562,79 144/1 15.378,18 - 25.841,90 03 (1) x 529,95 02 (2) x 728,61 01 (2) x 729,11 09 (2) x 743,06 206/2 16.116,88 - 26.595,21 03 (1) x 529,92 01 (2) x 728,63 01 (2) x 729,34 10 (2) x 743,06 206/3 16.492,24 - 26.978,07 03 (1) x 529,95 01 (2) x 728,63 01 (2) x 736,75 10 (2) x 743,06 2° De weddeschalen 143, 216, 226, 240, 260, 340 en 350 worden door volgende weddeschalen vervangen : 143 15.378,18 - 25.841,90 03 (1) x 529,95 02 (2) x 728,61 01 (2) x 729,11 09 (2) x 743,06 216 16.514,35 - 29.229,68 03 (1) x 551,95 01 (2) x 905,30 01 (2) x 922,18 10 (2) x 923,20 226 19.371,17 - 32.138,66 03 (1) x 562,91 12 (2) x 923,23 240 19.142,16 - 31.909,65 03 (1) x 562,91 12 (2) x 923,23 260 21.573,99 - 34.341,48 03 (1) x 562,91 12 (2) x 923,23 340 19.502,39 - 34.333,32 04 (1) x 652,95 11 (2) x 1.110,83 350 21.934,26 - 36.765,19 04 (1) x 652,95 11 (2) x 1.110,83 3° De weddeschalen 270, 415, 422, 429, 460, 471 en 475 worden door de volgende weddeschalen vervangen : 270 22.474,71 - 37.268,31 03 (1) x 607,96 12 (2) x 1.080,81 415 20.808,43 - 37.268,55 03 (1) x 698,04 11 (2) x 1.306,00 422 23.240,28 - 39.700,40 03 (1) x 698,04 11 (2) x 1.306,00 429 25.739,72 - 42.199,84 03 (1) x 698,04 11 (2) x 1.306,00 460 24.050,91 - 41.142,08 03 (1) x 743,06 11 (2) x 1.351,09 471 27.586,14 - 44.677,31 03 (1) x 743,06 11 (2) x 1.351,09 475 29.837,84 - 46.929,01 03 (1) x 743,06 11 (2) x 1.351,09
Art. 8.Om de wedden en de weddeverhogingen van de personeelsleden te bepalen op wie artikel 9, 3° en 4°, van het besluit van de Regering van 29 juni 2000 tot wijziging van het koninklijk besluit van 15 maart 1974 waarbij op 1 april 1972 de weddeschalen worden vastgesteld verbonden aan de graden van het personeel der leergangen voor sociale promotie ressorterend onder het Ministerie van Nationale Opvoeding en Franse Cultuur en het Ministerie van Nationale Opvoeding en Nederlandse Cultuur van toepassing is, blijven tot 30 november 2003 de weddeschalen gelden die vóór 1 december 2002 toepasselijk waren. Afdeling 2. - Wijziging van het besluit van de Regering tot wijziging
van het koninklijk besluit van 27 juni 1974 waarbij op 1 april 1972 worden vastgesteld de schalen verbonden aan de ambten van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, van het opvoedend hulppersoneel en van het paramedisch personeel bij de rijksonderwijsinrichtingen, aan de ambten van de leden van de inspectiedienst belast met het toezicht op deze inrichtingen en aan de ambten van de leden van de inspectiedienst van het schriftelijk onderwijs en van het gesubsidieerd lager onderwijs, en de schalen verbonden aan de graden van het personeel van de psycho-medisch-sociale centra van de Staat
Art. 9.In artikel 2, hoofdstuk A - Bestuurs- en onderwijzend personeel van het voorschools onderwijs van het koninklijk besluit van 27 juni 1974 waarbij op 1 april 1972 worden vastgesteld de schalen verbonden aan de ambten van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, van het opvoedend hulppersoneel en van het paramedisch personeel bij de rijksonderwijsinrichtingen, aan de ambten van de leden van de inspectiedienst belast met het toezicht op deze inrichtingen en aan de ambten van de leden van de inspectiedienst van het schriftelijk onderwijs en van het gesubsidieerd lager onderwijs, en de schalen verbonden aan de graden van het personeel van de psycho-medisch-sociale centra van de Staat wordt de rubriek « kleuteronderwijzer » aangevuld als volgt : « c) houder van een ander bekwaamheidsgetuigschrift . . . . . 109/1 » In artikel 2, hoofdstuk G - Opvoedend hulppersoneel - van hetzelfde besluit, wordt in de rubriek « studiemeester-opvoeder in een internaat », overgangsstelsel, de weddeschaal 152 door de weddeschaal 152/1 vervangen.
Art. 10.De bijlage van hetzelfde besluit wordt als volgt gewijzigd : 1° De weddeschalen 015, 020, 030, 109/1, 143/1, 144, 144/1, 206/1, 206/2 en 206/3 worden door de volgende weddeschalen vervangen : 015 13.995,13 - 20.215,72 03 (1) x 271,53 09 (2) x 448,74 01 (2) x 452,08 02 (2) x 457,63 020 14.303,53 - 22.528,80 03 (1) x 303,00 13 (2) x 562,79 030 15.862,03 - 24.087,30 03 (1) x 303,00 13 (2) x 562,79 109/1 15.388,25 - 25.866,58 03 (1) x 529,92 01 (2) x 728,63 01 (2) x 729,34 10 (2) x 743,06 143/1 14.649,60 - 25.098,84 03 (1) x 529,92 03 (2) x 728,63 01 (2) x 729,11 08 (2) x 743,06 De weddeschaal 143/1 geldt voor de personeelsleden op wie artikel 16 van het besluit van de Regering van 31 augustus 2000 tot aanpassing van bepaalde bepalingen van de onderwijswetgeving wat de oprichting van een ambt van leraar oude talen en de wijziging van bepaalde weddeschalen betreft, toepasselijk is. 144 14.637,51 - 24.996,48 04 (1) x 441,61 03 (2) x 706,53 01 (2) x 708,54 08 (2) x 720,55 144/1 15.378,18 - 25.841,90 03 (1) x 529,95 02 (2) x 728,61 01 (2) x 729,11 09 (2) x 743,06 206/1 15.758,92 - 26.595,12 02 (1) x 383,55 01 (1) x 451,98 01 (2) x 728,61 01 (2) x 793,06 01 (2) x 798,34 09 (2) x 810,79 206/2 16.116,88 - 26.595,21 03 (1) x 529,92 01 (2) x 728,63 01 (2) x 729,34 10 (2) x 743,06 206/3 16.492,24 - 26.978,07 03 (1) x 529,95 01 (2) x 728,63 01 (2) x 736,75 10 (2) x 743,06 2° De volgende weddeschalen worden ingevoegd : a) vanaf 1 september 2000 tot 31 december 2001 : Weddeschaal - leeftijdsklasse 22 jaar 143/1 14.504,55 - 24.850,31 03 (1) x 524,67 03 (2) x 721,42 01 (2) x 721,89 08 (2) x 735,70 De weddeschaal 143/1 geldt voor de personeelsleden op wie artikel 16 van het besluit van de Regering van 31 augustus 2000 tot aanpassing van bepaalde bepalingen van de onderwijswetgeving wat de oprichting van een ambt van leraar oude talen en de wijziging van bepaalde weddeschalen betreft, toepasselijk is. 109/1 15.235,88 - 25.610,42 03 (1) x 524,67 01 (2) x 721,42 01 (2) x 722,11 10 (2) x 735,70 b) vanaf 1 januari 2002 tot 30 november 2002 : Weddeschaal - leeftijdsklasse 22 jaar 143/1 14.504,55 - 24.850,31 03 (1) x 524,67 03 (2) x 721,42 01 (2) x 721,89 08 (2) x 735,70 De weddeschaal 143/1 geldt voor de personeelsleden op wie artikel 16 van het besluit van de Regering van 31 augustus 2000 tot aanpassing van bepaalde bepalingen van de onderwijswetgeving wat de oprichting van een ambt van leraar oude talen en de wijziging van bepaalde weddeschalen betreft, toepasselijk is. 109/1 15.235,89 - 25.610,44 03 (1) x 524,67 01 (2) x 721,42 01 (2) x 722,12 10 (2) x 735,70 3° De weddeschaal 315 wordt door volgende weddeschaal vervangen : 315 15.614,84 - 28.271,48 04 (1) x 633,94 01 (2) x 905,88 10 (2) x 921,50 4° De weddeschaal 150 wordt door volgende weddeschaal vervangen : 150 16.800,00 - 27.191,21 03 (1) x 524,67 01 (2) x 724,50 11 (2) x 735,70 5° De weddeschalen 109, 113, 143, 145, 146, 147, 150, 152, 152/1, 162, 167, 207/3, 208/1, 208/3, 208/4, 208/5, 209/1, 209/2, 209/3, 210/1, 211, 212, 216, 216/1, 220, 222, 226, 231, 240, 245, 248, 255, 260, 290, 315, 316, 330, 340 en 350 worden door de volgende weddeschalen vervangen : 109 16.116,88 - 26.595,21 03 (1) x 529,92 01 (2) x 728,63 01 (2) x 729,34 10 (2) x 743,06 113 17.706,64 - 28.216,84 02 (1) x 529,95 01 (1) x 533,22 12 (2) x 743,09 143 15.378,18 x 25.841,90 03 (1) x 529,95 02 (2) x 728,61 01 (2) x 729,11 09 (2) x 743,06 145 15.101,20 - 25.469,38 04 (1) x 441,61 03 (2) x 706,53 01 (2) x 717,75 08 (2) x 720,55 146 15.432,42 - 25.806,97 04 (1) x 441,61 02 (2) x 706,56 01 (2) x 710,31 09 (2) x 720,52 150 16.968,00 - 27.463,17 03 (1) x 529,92 01 (2) x 731,75 11 (2) x 743,06 152 16.968,00 - 27.463,17 03 (1) x 529,92 01 (2) x 731,75 11 (2) x 743,06 152/1 16.968,00 - 27.463,17 03 (1) x 529,92 01 (2) x 731,75 11 (2) x 743,06 167 19.537,22 - 30.075,17 03 (1) x 540,41 12 (2) x 743,06 207/3 17.706,64 - 28.216,84 02 (1) x 529,95 01 (1) x 533,22 12 (2) x 743,09 208/1 18.589,84 - 29.116,97 01 (1) x 529,95 02 (1) x 540,23 12 (2) x 743,06 208/3 19.412,36 - 29.950,31 03 (1) x 540,41 12 (2) x 743,06 208/4 20.200,43 x 30.738,38 03 (1) x 540,41 12 (2) x 743,06 208/5 20.245,45 - 30.783,40 03 (1) x 540,41 12 (2) x 743,06 209/1 21.033,57 - 31.571,52 03 (1) x 540,41 12 (2) x 743,06 209/2 21.078,64 - 31.616,59 03 (1) x 540,41 12 (2) x 743,06 209/3 21.866,71 - 32.404,66 03 (1) x 540,41 12 (2) x 743,06 210/1 22.699,87 - 33.237,82 03 (1) x 540,41 12 (2) x 743,06 211 15.609,05 - 28.306,51 03 (1) x 551,98 02 (2) x 905,27 01 (2) x 922,18 09 (2) x 923,20 212 16.929,74 - 27.415,57 03 (1) x 529,95 01 (2) x 728,63 01 (2) x 736,75 10 (2) x 743,06 216 16.514,35 - 29.229,68 03 (1) x 551,95 01 (2) x 905,30 01 (2) x 922,18 10 (2) x 923,20 216/1 17.767,74 - 30.508,32 02 (1) x 551,98 01 (1) x 557,86 12 (2) x 923,23 220 17.022,18 - 29.747,54 03 (1) x 551,95 01 (2) x 914,31 11 (2) x 923,20 222 18.673,01 - 31.431,10 01 (1) x 553,87 02 (1) x 562,91 12 (2) x 923,20 226 19.371,17 - 32.138,66 03 (1) x 562,91 12 (2) x 923,23 231 21.572,77 - 34.340,26 03 (1) x 562,91 12 (2) x 923,23 240 19.142,16 - 31.909,65 03 (1) x 562,91 12 (2) x 923,23 245 19.502,39 - 32.269,88 03 (1) x 562,91 12 (2) x 923,23 248 21.343,55 - 34.111,04 03 (1) x 562,91 12 (2) x 923,23 255 20.943,51 - 33.711,00 03 (1) x 562,91 12 (2) x 923,23 260 21.573,99 - 34.341,48 03 (1) x 562,91 12 (2) x 923,23 290 19.142,16 - 22.013,51 verhoogd met 4 % na 4 jaar aanneembare diensten en met 15 % na 15 jaar aanneembare diensten 315 15.770,99 - 28.554,25 04 (1) x 640,28 01 (2) x 914,94 10 (2) x 930,72 316 15.969,69 - 28.756,78 04 (1) x 640,26 01 (2) x 918,85 10 (2) x 930,72 330 20.162,90 - 34.333,39 04 (1) x 652,95 11 (2) x 1.050,79 340 19.502,39 - 34.333,32 04 (1) x 652,95 11 (2) x 1.110,83 350 21.934,26 - 36.765,19 04 (1) x 652,95 11 (2) x 1.110,83 6° De volgende weddeschalen worden ingevoegd : a) vanaf 1 september 2000 tot 31 december 2001 : Weddeschaal - leeftijdsklasse 22 jaar 152/1 16.799,99 - 27.191,19 03 (1) x 524,67 01 (2) x 724,49 11 (2) x 735,70 b) vanaf 1 januari 2002 tot 30 november 2003 : Weddeschaal - leeftijdsklasse 22 jaar 152/1 16.800,00 - 27.191,21 03 (1) x 524,67 01 (2) x 724,50 11 (2) x 735,70 c) vanaf 1 november 1994 tot 31 augustus 2000 : Weddeschaal - leeftijdsklasse 23 jaar 316 15.811,57 - 28.471,85 04 (1) x 633,91 01 (2) x 909,74 10 (2) x 921,49 d) op 1 januari 2002 : Weddeschaal - leeftijdsklasse 23 jaar 316 15.811,57 - 28.472,00 04 (1) x 633,92 01 (2) x 909,75 10 (2) x 921,50 7° De weddeschalen 180, 185, 190/1, 193, 193/1, 270, 275, 411, 415, 422, 429, 455, 460, 471, 475, 485, 495 en 496 worden door volgende weddeschalen vervangen : 180 21.866,71 - 34.566,11 04 (1) x 607,96 12 (2) x 855,63 185 22.994,71 - 38.930,71 04 (1) x 442,92 12 (2) x 1.180,36 190/1 23.528,73 - 38.930,29 04 (1) x 607,96 12 (2) x 1.080,81 193 24.703,90 - 40.105,46 04 (1) x 607,96 12 (2) x 1.080,81 193/1 25.672,14 - 41.073,70 04 (1) x 607,96 12 (2) x 1.080,81 270 22.474,71 - 37.268,31 03 (1) x 607,96 12 (2) x 1.080,81 275 26.280,10 - 41.073,70 03 (1) x 607,96 12 (2) x 1.080,81 411 19.502,39 - 35.962,51 03 (1) x 698,04 11 (2) x 1.306,00 415 20.808,43 - 37.268,55 03 (1) x 698,04 11 (2) x 1.306,00 422 23.240,28 - 39.700,40 03 (1) x 698,04 11 (2) x 1.306,00 429 25.739,72 - 42.199,84 03 (1) x 698,04 11 (2) x 1.306,00 455 22.609,79 - 39.700,96 03 (1) x 743,06 11 (2) x 1.351,09 460 24.050,91 - 41.142,08 03 (1) x 743,06 11 (2) x 1.351,09 471 27.586,14 - 44.677,31 03 (1) x 743,06 11 (2) x 1.351,09 475 29.837,84 - 46.929,01 03 (1) x 743,06 11 (2) x 1.351,09 485 36.893,24 - 53.984,41 03 (1) x 743,06 11 (2) x 1.351,09 495 20.808,43 - 23.929,68 verhoogd met 4 % na 4 jaar aanneembare diensten en met 15 % na 15 jaar aanneembare diensten 496 23.240,28 - 26.726,34 verhoogd met 4 % na 4 jaar aanneembare diensten en met 15 % na 15 jaar aanneembare diensten
Art. 11.Om de wedde en de weddeverhogingen van de personeelsleden te bepalen op wie artikel 35, c) en d), van het besluit van de Regering van 9 november 2000 tot wijziging en aanvulling van het koninklijk besluit van 27 juni 1974 waarbij op 1 april 1972 worden vastgesteld de schalen verbonden aan de ambten van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, van het opvoedend hulppersoneel en van het paramedisch personeel bij de rijksonderwijsinrichtingen, aan de ambten van de leden van de inspectiedienst belast met het toezicht op deze inrichtingen en aan de ambten van de leden van de inspectiedienst van het schriftelijk onderwijs en van het gesubsidieerd lager onderwijs, en de schalen verbonden aan de graden van het personeel van de psycho-medisch-sociale centra van de Staat van toepassing is, blijven tot 1 november 2003 de weddeschalen gelden die tot 1 december 2002 toepasselijk waren. Afdeling 3. - Wijziging van het besluit van de Regering van 9 november
2000 tot wijziging en aanvulling van het koninklijk besluit van 27 juni 1974 waarbij op 1 april 1972 worden vastgesteld de schalen verbonden aan de ambten van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, van het opvoedend hulppersoneel en van het paramedisch personeel bij de rijksonderwijsinrichtingen, aan de ambten van de leden van de inspectiedienst belast met het toezicht op deze inrichtingen en aan de ambten van de leden van de inspectiedienst van het schriftelijk onderwijs en van het gesubsidieerd lager onderwijs, en de schalen verbonden aan de graden van het personeel van de psycho-medisch-sociale centra van de Staat
Art. 12.1° In bijlage II van het besluit van de Regering van 9 november 2000 tot wijziging en aanvulling van het koninklijk besluit van 27 juni 1974 waarbij op 1 april 1972 worden vastgesteld de schalen verbonden aan de ambten van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, van het opvoedend hulppersoneel en van het paramedisch personeel bij de rijksonderwijsinrichtingen, aan de ambten van de leden van de inspectiedienst belast met het toezicht op deze inrichtingen en aan de ambten van de leden van de inspectiedienst van het schriftelijk onderwijs en van het gesubsidieerd lager onderwijs, en de schalen verbonden aan de graden van het personeel van de psycho-medisch-sociale centra van de Staat, wordt de weddeschaal 209/3 tussen 1 januari 2002 en 30 november 2003 door de volgende weddeschaal vervangen : 209/3 22.043,74 - 34.692,27 03 (1) x 559,70 01 (2) x 909,92 01 (2) x 925,81 10 (2) x 913,37 2° Bijlage II van hetzelfde besluit wordt door bijlage van voorliggend besluit vervangen. Afdeling 4. - Wijziging van het besluit van 13 februari 2003 waarbij
op 1 december 2002 worden vastgesteld de weddeschalen verbonden aan de ambten van het administratief personeel, van het meesters-, vak- en dienstpersoneel van de inrichtingen voor kleuter-, lager, buitengewoon, middelbaar, technisch, kunst- en hoger onderwijs
Art. 13.In artikel 1 van het besluit van 13 februari 2003 waarbij op 1 december 2002 worden vastgesteld de weddeschalen verbonden aan de ambten van het administratief personeel, van het meesters-, vak- en dienstpersoneel van de inrichtingen voor kleuter-, lager, buitengewoon, middelbaar, technisch, kunst- en hoger onderwijs, worden de weddeschalen verbonden aan de klerk en de opsteller als volgt vastgesteld : Klerk 13.019,12 - 16.965,94 03 (1) x 144,25 05 (2) x 200,45 06 (2) x 274,70 02 (2) x 431,81 Opsteller 13.366,59 - 17.639,50 03 (1) x 270,21 02 (2) x 315,46 08 (2) x 353,92 Afdeling 5. - Inwerkingtreding
Art. 14.De artikelen 9 en 10, 2° en 6°, hebben uitwerking op 1 september 2000.
Artikel 10, 3° en 4°, heeft uitwerking op 1 januari 2002.
De artikelen 7, 1°, 8, 10, 1°, 11 en 13 hebben uitwerking op 1 december 2002.
De artikelen 7, 2°, 10, 5°, en 12 treden in werking op 1 december 2003.
De artikelen 7, 3°, en 10, 7°, treden in werking op 1 december 2004.
De artikelen 1 tot 6 treden in werking op 1 september 2005.
Eupen, 10 juni 2004.
Voor de Regering van de Duitstalige Gemeenschap : De Minister-President, Minister van Werkgelegenheid, Gehandicaptenbeleid, Media en Sport, K.-H. LAMBERTZ De Minister van Onderwijs en Vorming, Toerisme en Cultuur, B. GENTGES
Bijlage I bij het besluit van de Regering van de Duitstalige Gemeenschap van 10 juni 2004 Weddeschalen Bedragen in euro Weddeschalen - leeftijdsklasse 22 jaar Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om bij het besluit van de Regering van 10 juni 2004 gevoegd te worden.
Eupen, 10 juni 2004.
Voor de Regering van de Deutstalige Gemeenschap : De Minister-President, Minister van Werkgelegenheid, Gehandicaptenbeleid, Media en Sport K.-H. LAMBERTZ De Minister van Onderwijs en Vorming, Toerisme en Cultuur, B. GENTGES