gepubliceerd op 25 juli 2003
Besluit van de Regering van de Duitstalige Gemeenschap houdende goedkeuring van het huishoudelijk reglement van de Bejaardenraad
12 DECEMBER 2002. - Besluit van de Regering van de Duitstalige Gemeenschap houdende goedkeuring van het huishoudelijk reglement van de Bejaardenraad
De regering van de Duitstalige Gemeenschap, Gelet op de wet van 31 december 1983 tot hervorming der instellingen voor de Duitstalige Gemeenschap, gewijzigd bij de wetten van 6 juli 1990, 18 juli 1990, 5 mei 1993, 16 juli 1993, 30 december 1993, 16 december 1996, 4 mei 1999, 6 mei 1999, 25 mei 1999 en 22 december 2000;
Gelet op het besluit van de Regering van 24 december 2001 tot instelling van de Bejaardenraad, inzonderheid op artikel 5, § 3;
Op de voordracht van de Minister van Jeugd en Gezin, Monumentenzorg, Gezondheid en Sociale Aangelegenheden;
Na beraadslaging, Besluit : Goedkeuring
Artikel 1.Het huishoudelijk reglement van de Bejaardenraad, aangenomen op 25 oktober 2002 en bij dit besluit gevoegd, wordt goedgekeurd.
Inwerkingtreding
Art. 2.Dit besluit heeft uitwerking op 25 oktober 2002.
Uitvoering
Art. 3.De Minister bevoegd inzake Sociale Aangelegenheden en Gezin is belast met de uitvoering van dit besluit.
Eupen, 12 december 2002.
De Minister-President, Minister van Werkgelegenheid, Gehandicaptenbeleid, Media en Sport, K.-H. LAMBERTZ De Minister van Jeugd en Gezin, Monumentenzorg, Gezondheid en Sociale Aangelegenheden, H. NIESSEN
Huishoudelijk reglement van de Bejaardenraad van de Duitstalige Gemeenschap (Besluit van 24 december 2001 - Art. 5, § 3) Verkiezing van de bijzitters van het bureau
Artikel 1.§ 1. Bij de oprichtingsvergadering kiezen de stemgerechtigde leden van de Bejaardenraad (hieronder « Raad » genoemd) de vier bijzitters van het bureau. § 2. Bij elke stemming van de Raad moet er zover mogelijk gezorgd worden voor een evenwicht tussen de geslachten alsmede tussen de vertegenwoordigers woonachtig in de vijf gemeenten van het zuiden en die woonachtig in de vier gemeenten van het noorden.
Adres van de Raad
Art. 2.Het administratief adres van de Raad luidt : Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap Bejaardenraad T.a.v. de Voorzitter (de Secretaresse) Vertrouwelijk Gospert 1-5 4700 Eupen Tel. : 087/59.63.00 (centrale) of 087/59.63.59 (secretariaat) Plenaire vergadering
Art. 3.§ 1. De schriftelijke uitnodiging tot de vergaderingen wordt ten minste 10 werkdagen vóór de plenaire vergadering gezonden aan de werkende leden alsmede ter informatie aan de plaatsvervangende leden van de Raad en aan de personen die met raadgevende stem de zittingen bijwonen. Het secretariaat zorgt voor de zending. § 2. De voorzitter en het bureau bepalen de agenda van de komende plenaire vergadering.
Elk werkend lid mag er schriftelijk om verzoeken dat de agenda gewijzigd of aangevuld wordt.
De voorzitter moet dit verzoek ten minste 3 werkdagen vóór de zitting krijgen.
Bij het begin beslist de plenaire vergadering of het verzoek al dan niet in aanmerking wordt genomen. § 3. Is een werkend lid verhinderd, dan verwittigt het zijn plaatsvervanger ervan en deelt hem alle inlichtingen mee die voor de vergadering nuttig kunnen zijn. Zijn allebeide verhinderd, dan verwittigt het werkend lid het secretariaat ervan ten minste 3 werkdagen vóór de zitting, behoudens overmacht. § 4. De plaatsvervangende leden mogen slechts aan de stemming deelnemen, als ze bij de zitting een werkend lid vervangen. § 5. Wenst een werkend lid aan zijn mandaat een einde te maken, moet het het secretariaat ervan verwittigen. De plaatsvervanger neemt automatisch diens plaats in.
Art. 4.De Raad wordt bijeengeroepen door de voorzitter, alsmede indien meer dan één derde van de stemgerechtigde leden erom verzoeken; de plenaire vergadering moet binnen de maand volgend op het verzoek plaatsvinden.
Aanvraag van de bevoegde minister
Art. 5.§ 1. De door de bevoegde minister ingewonnen adviezen moeten binnen de twee maanden volgend op de aanvraag uitgebracht en hem schriftelijk uitgereikt worden. Deze rol wordt de vertegenwoordiger van de Regering toegewezen.
Indien de Raad, bij gebrek aan inlichtingen, niet in staat is het gevraagde advies binnen de bovenvermelde termijn uit te brengen, dient hij een schriftelijke, met redenen omklede aanvraag om verlenging van deze termijn bij de bevoegde minister in. § 2. Het public-relationswerk van de Raad gebeurt met de toestemming van de leden van het bureau resp. van de voorzitter. § 3. De vertegenwoordiger van de Regering moet als adviserend relais tussen de Raad en de Regering optreden.
De zittingen (plenaire vergadering en bureauzitting)
Art. 6.De voorzitter van de Raad is belast met het leiden van de zittingen.
Bij verhindering van de voorzitter, neemt de vice-voorzitter het leiden van de zittingen waar.
Kan geen van beide aan de zitting deelnemen, dan neemt het oudste aanwezige lid de leiding van de zitting waar.
Art. 7.De beslissingen van de plenaire vergadering worden genomen met de eenvoudige meerderheid der stemmen uitgebracht door de stemgerechtigde leden.
Bij staking der stemmen is de stem van de voorzitter beslissend.
Art. 8.Alle leden van de Raad, t.w. de werkende leden, de plaatsvervangende leden en de leden met raadgevende stem, krijgen het omstandig rapport van de zitting. De voorzitter keurt deze rapporten goed door er zijn visum op aan te brengen.
Werkgroepen
Art. 9.§ 1. De werkwijze van de werkgroepen is in artikel 5, § 1, van het besluit van 24 december 2001 vastgelegd. § 2. De voorzitter en de vice-voorzitter van het bureau zijn ambtshalve lid van de werkgroepen. Door een permanent overleg met de gekozen voorzitters zorgen ze ervoor dat de werkgroepen de gedefinieerde oriëntatiedoelstellingen verwezenlijken.
Geldelijke bepalingen
Art. 10.§ 1. Slechts de leden van de Raad en de uitgenodigde personen hebben recht op een presentiegeld en op een reiskostenvergoeding.
Een aanwezigheidslijst wordt bij elke zitting ondertekend.
De aanvragen tot terugbetaling van de kosten worden twee keer per jaar aan de voorzitter voorgelegd in de vorm van een schuldvorderingsverklaring. De overschrijvingen worden door het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap, Afdeling Gezin, Gezondheid en Sociale Aangelegenheden, Gospert 1-5, uitgevoerd. § 2. De andere uitgaven aangegaan de verschillende leden of de werkgroepen moeten ten eerste met de voorzitter gediscussieerd worden. § 3. De twee plaatsvervangende leden uit de bevolking mogen elke plenaire vergadering en elke zitting van de werkgroepen bijwonen. Zij hebben geen recht op presentiegeld noch op reiskostenvergoeding. § 4. Alle andere plaatsvervangende leden zijn ertoe gelaten elke zitting van de werkgroepen bij te wonen. Zij hebben geen recht op presentiegeld resp. reiskostenvergoeding.
Discretieplicht
Art. 11.De werkelijke leden, de plaatsvervangende leden en de leden met raadgevende stem van de Raad zijn tot geheimhouding verplicht, wat de inhoud van de werkzittingen betreft.
Wijziging van het huishoudelijk reglement
Art. 12.Om het huishoudelijk reglement te wijzigen is een meerderheid van twee derden noodzakelijk.