gepubliceerd op 23 juni 2003
Besluit van de Regering van de Duitstalige Gemeenschap tot wijziging van het koninklijk besluit van 15 maart 1974 waarbij op 1 april 1972 de weddeschalen worden vastgesteld verbonden aan de graden van het personeel der leergangen voor sociale promotie ressorterend onder het Ministerie van Nationale Opvoeding en Franse Cultuur en het Ministerie van Nationale Opvoeding en Nederlandse Cultuur
13 FEBRUARI 2003. - Besluit van de Regering van de Duitstalige Gemeenschap tot wijziging van het koninklijk besluit van 15 maart 1974 waarbij op 1 april 1972 de weddeschalen worden vastgesteld verbonden aan de graden van het personeel der leergangen voor sociale promotie ressorterend onder het Ministerie van Nationale Opvoeding en Franse Cultuur en het Ministerie van Nationale Opvoeding en Nederlandse Cultuur
De Regering van de Duitstalige Gemeenschap, Gelet op de wet van 22 juni 1964 betreffende het statuut der personeelsleden van het rijksonderwijs, inzonderheid op artikel 1, gewijzigd bij de wetten van 31 maart 1967, 6 juli 1970, 27 juli 1971, 11 juli 1973, 19 december 1974, 18 februari 1977, 2 juli 1981 en bij de koninklijke besluiten nr. 296 van 31 maart 1984 en nr. 456 van 10 september 1986 alsmede bij het decreet van 17 februari 1992;
Gelet op het koninklijk besluit van 10 maart 1965 houdende bezoldigingsregeling van het personeel der leergangen met beperkt leerplan afhangend van het Ministerie van Nationale Opvoeding en Cultuur, zoals gewijzigd;
Gelet op het koninklijk besluit van 15 maart 1974 waarbij op 1 april 1972 de weddeschalen worden vastgesteld verbonden aan de graden van het personeel der leergangen voor sociale promotie ressorterend onder het Ministerie van Nationale Opvoeding en Franse Cultuur en het Ministerie van Nationale Opvoeding en Nederlandse Cultuur;
Gelet op het protocol nr. S 1/2003 OSUW 1/2003 van 8 januari 2003 houdende de conclusies van de onderhandelingen gevoerd in een gemeenschappelijke zitting van het Sectorcomité XIX van de Duitstalige Gemeenschap en van het subcomité bepaald in artikel 17, § 2, 3°, van het koninklijk besluit van 28 september 1984;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 15 januari 2003;
Gelet op het akkoord van de Minister-President, bevoegd inzake Begroting, gegeven op 20 januari 2003;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1986;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat de dringende noodzakelijkheid door het feit gerechtvaardigd is dat de weddeverhogingen, bepaald in de sectoriële overeenkomst 2001/2002 met uitvoering van de intersectoriële overeenkomst 2001/2002 (nr. 125/1), op 1 december 2002 in werking treden en dat het noodzakelijk is er een wettige basis voor te scheppen zodat de wedden en de pensioenen op tijd berekend en uitbetaald kunnen worden;
Op de voordracht van de Minister bevoegd inzake Onderwijs;
Na beraadslaging, Besluit : Verandering
Artikel 1.In de bijlage bij het koninklijk besluit van 15 maart 1974 waarbij op 1 april 1972 de weddeschalen worden vastgesteld verbonden aan de graden van het personeel der leergangen voor sociale promotie ressorterend onder het Ministerie van Nationale Opvoeding en Franse Cultuur en het Ministerie van Nationale Opvoeding en Nederlandse Cultuur worden de weddeschalen 020, 206/2, 206/3 vervangen door de volgende weddeschalen : 020 14.303,53 - 22.528,8 3/1 x 303,00 13/2 x 562,79 206/2 16.116,88 - 26.595,21 3/1 x 529,92 1/2 x 728,63 1/2 x 729,34 10/2 x 743,06 206/3 16.492,24 - 26.978,07 3/1 x 529,95 1/2 x 728,63 1/2 x 736,75 10/2 x 743,06 Inwerkingtreding
Art. 2.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 december 2002.
Uitvoering
Art. 3.De Minister bevoegd inzake Onderwijs is belast met de uitvoering van dit besluit.
Eupen, 13 februari 2003.
Voor de Regering van de Duitstalige Gemeenschap : De Minister-President, Minister van Werkgelegenheid, Gehandicaptenbeleid, Media en Sport, K.-H. LAMBERTZ De Minister van Onderwijs en Vorming, Toerisme en Cultuur, B. GENTGES