Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van 12 november 2020
gepubliceerd op 20 november 2020

Besluit van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van Brussel-Hoofdstad tot goedkeuring van het huishoudelijk reglement van het Algemeen Beheerscomité van de bicommunautaire Dienst voor Gezondheid, Bijstand aan Personen en Gezinsbijslag

bron
gemeenschappelijke gemeenschapscommissie van brussel-hoofdstad
numac
2020031632
pub.
20/11/2020
prom.
12/11/2020
ELI
eli/besluit/2020/11/12/2020031632/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

GEMEENSCHAPPELIJKE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE VAN BRUSSEL-HOOFDSTAD


12 NOVEMBER 2020. - Besluit van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van Brussel-Hoofdstad tot goedkeuring van het huishoudelijk reglement van het Algemeen Beheerscomité van de bicommunautaire Dienst voor Gezondheid, Bijstand aan Personen en Gezinsbijslag


Het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, Gelet op de ordonnantie van 23 maart 2017 houdende de oprichting van de bicommunautaire Dienst voor Gezondheid, Bijstand aan Personen en Gezinsbijslag, artikel 9, § 11;

Gelet op het besluit van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van 12 juli 2018 tot goedkeuring van het huishoudelijk reglement van het Algemeen Beheerscomité van de Bicommunautaire Dienst voor Gezondheid, Bijstand aan Personen en Gezinsbijslag van Brussel-Hoofdstad;

Gelet op de beslissing van het Algemeen Beheerscomité van de bicommunautaire Dienst voor Gezondheid, Bijstand aan Personen en Gezinsbijslag van 8 oktober 2020;

Op voorstel van de voorzitter van het Verenigd College, bevoegd voor de coördinatie van het beleid van het Verenigd College;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Het huishoudelijk reglement van het Algemeen Beheerscomité van de bicommunautaire Dienst voor Gezondheid, Bijstand aan Personen en Gezinsbijslag, in bijlage bij dit besluit, wordt goedgekeurd.

Art. 2.Het besluit van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van 12 juli 2018 tot goedkeuring van het huishoudelijk reglement van het Algemeen Beheerscomité van de bicommunautaire Dienst voor Gezondheid, Bijstand aan Personen en Gezinsbijslag van Brussel-Hoofdstad wordt opgeheven.

Art. 3.Dit besluit treedt in werking de dag van zijn bekendmaking in het Belgisch Staatsblad.

Art. 4.De voorzitter van het Verenigd College, bevoegd voor de coördinatie van het beleid van het Verenigd College, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 12 november 2020.

Voor het Verenigd College, De voorzitter van het Verenigd College, bevoegd voor de coördinatie van het beleid van het Verenigd College, R. VERVOORT

BIJLAGE : Huishoudelijk reglement van het Algemeen Beheerscomité van IRISCARE van de bicommunautaire Dienst voor Gezondheid, Bijstand aan Personen en Gezinsbijslag HOOFDSTUK 1. - Vergaderingen

Artikel 1.Het Comité vergadert elke maand, behalve in augustus, en wordt bijeengeroepen door zijn voorzitter.

Het vergadert echter telkens als dat vereist is voor het uitoefenen van zijn opdrachten.

Het Comité kan ook worden bijeengeroepen op verzoek van het Verenigd College, van de leidend ambtenaar of van twee vaste leden met stemrecht over het punt dat op de agenda van de te houden vergadering zal staan.

De schriftelijke vraag om bijeenroeping wordt gericht aan de voorzitter of ingediend tijdens de vergadering en bevat de punten die op de agenda moeten komen.

Het Comité vergadert op de zetel van de Dienst. In uitzonderlijke gevallen kan het Comité worden bijeengeroepen op een andere plaats.

Art. 2.De voorzitter legt de data van de vergaderingen vast, na raadpleging van de leidend ambtenaar.

Als de bijeenroeping wordt gevraagd ingevolge artikel 1, derde lid, moet de vergadering plaats vinden binnen de vijftien kalenderdagen na de aanvraag, tenzij de aanvrager(s) akkoord is/zijn over een latere datum.

Art. 3.De agenda wordt opgesteld door de voorzitter, die met name rekening houdt met de aanvragen van een of meer leden om punten in te schrijven, na raadpleging van de leidend ambtenaar.

Hij wordt samen met alle documenten met betrekking tot de agenda ten minste vijf kalenderdagen voor de datum van de vergadering verstuurd naar de leden van het Comité.

De vertegenwoordigers van het Verenigd College ontvangen steeds de agenda en de bijhorende documenten en worden uitgenodigd voor alle vergaderingen van het Comité.

Art. 4.Enkel de geagendeerde punten kunnen besproken worden. Het Comité kan echter unaniem tijdens de vergadering beslissen om een ander punt dat niet op de agenda staat te bespreken.

De bespreking van een agendapunt wordt uitgesteld naar de volgende vergadering als de voorzitter, een commissaris van het Verenigd College, de leidend ambtenaar of ten minste twee leden, met stemrecht over het punt, dat vragen, tijdens de vergadering of schriftelijk vóór de vergadering.

De bespreking van een punt kan echter slechts tweemaal worden uitgesteld of verschoven naar een latere of onbepaalde datum met akkoord van het Comité. Bij een dringende bijeenroeping kan het uitstel enkel unaniem door de aanwezige leden worden uitgesproken.

Art. 5.Als de voorzitter verhinderd is, worden de hem door dit hoofdstuk toegekende voorrechten uitgeoefend door de ondervoorzitter, of als die ook verhinderd is, door de leidend ambtenaar. HOOFDSTUK 2. - Quorum, beraadslagingen en beslissingen

Art. 6.Tijdens de vergadering is een beslissing van het Comité maar geldig als ten minste de helft van de leden van elke vertegenwoordigde groep met stemrecht over het punt aanwezig is.

Het vast lid dat niet aanwezig kan zijn op een vergadering, verwittigt zijn of haar plaatsvervanger opdat deze hem of haar vervangt, evenals het secretariaat van het Comité.

Een door de leden ondertekende aanwezigheidslijst geeft aan dat het vereiste quorum bereikt is.

Als dat quorum niet bereikt is, kan het Comité toch de punten op de agenda bespreken, maar zonder een beslissing te nemen.

Art. 7.Tijdens de vergadering wordt er gestemd : - met handopsteking; - met geheime stemming als drie stemgerechtigde leden dat vragen.

Art. 8.1. Wanneer het quorum voor een agendapunt niet wordt bereikt op een vergadering binnen een groep met stemrecht, kan de voorzitter beslissen dat voor dit punt een elektronische beraadslaging wordt gehouden voor de groepen met stemrecht.

De stemming gebeurt per e-mail, binnen de termijn vastgelegd in het door het secretariaat verzonden verzoek tot elektronische beraadslaging.

Wanneer ten minste de helft van de leden van elke groep met stemrecht deelneemt aan de elektronische beraadslaging, wordt er door het secretariaat akte genomen van het globale resultaat van de stemming en wordt dit per e-mail aan alle leden meegedeeld. 2. Bij hoogdringendheid vastgesteld door de voorzitter, de ondervoorzitter, of als ook die laatste is verhinderd, door de leidend ambtenaar, wordt er een elektronische stemming georganiseerd als het Comité niet op tijd kan vergaderen. Hiertoe wordt per e-mail een voorbereidend document met een voorstel tot beslissing gestuurd naar de vaste en naar de plaatsvervangende leden.

De leden met stemrecht spreken zich per e-mail uit over dat voorstel binnen de termijn bepaald door de vraag om elektronische beraadslaging. Elk lid kan de volledige organisatie die hij vertegenwoordigt verbinden door zijn uitspraak.

Die stemming is geldig als ten minste de helft van de leden van elke groep met stemrecht over het punt waarop de elektronische beraadslaging betrekking heeft zich per kerende e-mail heeft uitgesproken.

Het globale resultaat van de elektronische stemming wordt per e-mail aan alle leden meegedeeld.

Art. 9.De beslissingen van het Comité worden genomen met absolute meerderheid van de stemmen van de aanwezige leden met stemrecht over het behandelde punt. Met onthoudingen wordt geen rekening gehouden.

De stemming heeft betrekking op het gehele punt. Tijdens de vergadering wordt er op vraag van een lid gestemd over alle elementen die het punt telt.

Tijdens de vergadering kan elk lid dat zich bij de stemming onthoudt na de stemming in de notulen de redenen laten opnemen waarom hij verkoos om niet aan de stemming deel te nemen.

De voorzitter en de ondervoorzitter van het Comité nemen niet deel aan de stemming. Ze hebben een adviserende stem.

Het lid dat fungeert als voorzitter van de vergadering krachtens artikel 11, eerste lid, behoudt zijn stemgerechtigde status.

Art. 10.Als het vereiste quorum is bereikt, maar er geen meerderheid is gevonden, wordt de beslissing uitgesteld tot de volgende vergadering. HOOFDSTUK 3. - Organisatie

Art. 11.Het Comité wijst drie voorzitters van vergaderingen aan. Als de voorzitter en de ondervoorzitter verhinderd zijn, wordt de vergadering bij beurtrol voorgezeten door een van de aanwezige voorzitters van vergaderingen.

De leidend ambtenaar is rapporteur.

De vergaderingen van het Comité zijn niet openbaar. De aan het Comité voorgelegde documenten en de notulen zijn vertrouwelijk.

De voorzitter opent de vergaderingen, schort ze op en sluit ze; hij leidt de discussies, geeft het woord en neemt het af, zorgt voor de orde tijdens de vergaderingen, ziet toe op de naleving van het huishoudelijk reglement en, zo nodig, op de mondelinge vertaling van de discussies.

Art. 12.De secretaris die het Comité aanwees uit het personeel van de Dienst, stelt de notulen op.

Hij doet het relaas van de discussies en vermeldt de beslissingen en het resultaat van de stemmingen.

De notulen worden voor goedkeuring voorgelegd aan het Comité op de volgende vergadering.

Een door de leidend ambtenaar ondertekend exemplaar van de notulen, waarvan elke pagina is geparafeerd, wordt bewaard in de archieven.

Elk lid kan opmerkingen formuleren in verband met de tekst van de notulen. Als de opmerking door het Comité wordt aanvaard, vermeldt de secretaris die in de notulen van de vergadering waarin de opmerking werd gemaakt. HOOFDSTUK 4. - Raadpleging van derden en oprichting van werkgroepen

Art. 13.Op beslissing van het Comité kan de voorzitter personen met een specifieke competentie raadplegen om bijzondere aangelegenheden te onderzoeken.

Elk lid kan zich laten bijstaan door een technicus naar keuze, op voorwaarde van toestemming door de voorzitter, minstens drie dagen voor de vergadering, betreffende een punt van de agenda waarvoor hij stemgerechtigd is.

De geraadpleegde personen, door toepassing van leden 1 en 2, mogen de stemming niet bijwonen.

Geen enkel personeelslid van de Dienst mag gekozen worden als technicus.

Art.13/1. Het Comité kan werkgroepen oprichten.

Het wijst de leden van deze werkgroepen aan, bepaalt hun opdrachten en keurt hun huishoudelijk reglement goed.

Bij de samenstelling van de werkgroepen waakt het Comité erover dat hoogstens twee derden van de vaste leden behoren tot dezelfde taalgroep als de grootste taalgroep in het Comité. Het andere deel moet behoren tot de kleinste taalgroep van datzelfde Comité.

De taalrol wordt bepaald door de taal van de identiteitskaart of door de taal van het diploma van het betrokken lid.

De werkgroepen kunnen bestaan uit leden van binnen of buiten de Dienst. Het Comité kan leden van de werkgroepen van buiten de Dienst vergoeden voor geleverde prestaties. Die vergoedingen zijn ten laste van de Dienst. HOOFDSTUK 5. - Handelingen van dagelijks beheer zoals als dusdanig bepaald door het Beheerscomité.

Art. 14.De aan de leidend ambtenaar toevertrouwde machten van dagelijks beheer omvatten alle handelingen die doorgaans noodzakelijk zijn voor het uitvoeren van de opdrachten aan de Dienst toegekend bij ordonnantie van de Verenigde Vergadering of bij uitvoeringsbesluit van het Verenigd College, evenals krachtens de beheersovereenkomst, in overeenstemming met de richtlijnen uitgevaardigd door het Comité.

De leidend ambtenaar stelt alle handelingen nodig voor het uitvoeren van de beslissingen van het Comité en voor de goede werking van de diensten.

Die handelingen omvatten met name: 1. Omzendbrieven, onderrichtingen en de briefwisseling van de Dienst ondertekenen;2. Alle brieven, aangetekende brieven of e-mails gericht aan de Dienst ontvangen;3. Over de vragen om betaling van voordelen toegekend door de Dienst beslissen, evenals over het behoud, de opschorting, de intrekking of de terugvordering van die voordelen.4. Financiële rekeningen openen en sluiten.5. Betaaltitels opmaken en tekenen, en meer in het algemeen, alle verrichtingen met de financiële instellingen waarmee de Dienst samenwerkt onderhandelen en uitvoeren.6. Alle aan de Dienst gestorte sommen ontvangen en ter kwijting registreren.7. De ter beschikking van de Dienst gestelde fondsen verdelen onder de zorgverstrekkers en in dit verband de verhoudingen tussen de Dienst en die verstrekkers verzekeren;8. Alle nodige maatregelen nemen om voorlopig beschikbare fondsen te plaatsen.9. Aan de bevoegde overheden alle communicatie of inlichtingen bezorgen nodig in het kader van de opdrachten aan de Dienst toegekend bij ordonnantie van de Verenigde Vergadering of bij uitvoeringsbesluit van het Verenigd College, evenals krachtens de beheersovereenkomst, behalve de wettelijk door het Comité op te stellen documenten.10. In het kader van het dagelijks beheer alle handelingen stellen, zowel gerechtelijk als buitengerechtelijk, met het oog op de verdediging van de belangen van de Dienst en het ontvangen en terugvorderen van sommen verschuldigd aan de Dienst en met name: a.in naam van de Dienst handelen voor de rechtbanken, als eiser en als verdediger; hiertoe dagvaarden, beroep aantekenen, in cassatie gaan of instemmen; b. met de debiteurs van de Dienst akkoorden afsluiten met het oog op het uitvoeren van vonnissen uitgesproken in zijn voordeel;c. via alle rechtsmiddelen de vonnissen uitgesproken in het voordeel van de Dienst uitvoeren, verschijnen voor de procedurehandelingen door in te stemmen of te betwisten, opheffing verlenen van die uitvoeringen;d. bij faillissement van zijn debiteurs schuldvorderingen van de Dienst opmaken.11. De gerechtelijke beslissingen tot veroordeling van de Dienst uitvoeren.12. In naam van de Dienst handelen, als eiser en als verdediger, voor de Raad van State.13. Het contractueel personeel aanwerven, leiden en ontslaan.14. Alle uitgaven bepaald in de begroting van de Dienst vastleggen, goedkeuren en betalen.15. In dringende gevallen en te bewarende titel alle maatregelen nemen voor de goede werking en de vrijwaring van de rechten en belangen van de Dienst. 16. Onder het bedrag van 144.000 EUR, Europese drempel voor de bekendmaking met betrekking tot overheidsopdrachten van leveringen en diensten geplaatst door federale aanbestedende overheden: a. de gunningswijze van de opdracht kiezen, het bestek opmaken en de procedure aanvatten;b. de kandidaten voor de opdracht kiezen;c. de opdracht toekennen. Dit bedrag evolueert krachtens de geldende regelgeving. HOOFDSTUK 6. - Bevoegdheden gedelegeerd aan de leidend ambtenaar door het Comité

Art. 15.De bevoegdheden gedelegeerd door het Comité in verband met de volgende materies: 1. Vacant verklaren van betrekkingen toe te wijzen via verandering van rang, door bevordering van rang of toetreding tot een hoger niveau, voor betrekkingen van niveau D, C, B en rangen A1 en A2.2. Het personeel aanwijzen aan diensten volgens de noden van de diensten, in overeenstemming met het personeelsplan en het organogram van de diensten, behalve voor de medewerkers van rang A3 en de houders van een mandaatfunctie.3. Op het personeel van de Dienst de geldende bepalingen van de geldelijke en administratieve statuten toepassen.4. Het personeel beheren, met name de evaluaties, de ontslagen, de terbeschikkingstellingen, de pensioneringen, al dan niet vervroegd, en de toekenning van verlof.5. Een terechtwijzing uitspreken.6. De aanvragen om opdrachten in het buitenland onderzoeken.7. Beslissen over het afzien van terugvordering van schulden lager dan 750 EUR en, zonder beperking van bedrag, over voorstellen tot kwijtschelding van schulden van schuldbemiddelaars in het kader van de procedure van collectieve schuldenregeling ingesteld door de wet van 5 juli 1998Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/07/1998 pub. 11/12/1999 numac 1999015016 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en internationale samenwerking Wet houdende instemming met de Kaderovereenkomst voor samenwerking ter voorbereiding van een associatie van politieke en economische aard tussen de Europese Gemeenschap en haar Lid-Staten, enerzijds, en de Republiek Chili, anderzijds, als einddoel, Bijlage, Proces-Verbaal van ondertekening, en Gezamenlijke Verklaringen, gedaan te Florence op 21 juni 1996 (2) type wet prom. 05/07/1998 pub. 18/12/1998 numac 1998015145 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende instemming met de Interregionale Kaderovereenkomst voor samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en haar Lid-Staten, enerzijds en de Mercado Comùn del Sur en zijn deelnemende Staten anderzijds, gedaan te Madrid op 15 december 1995 type wet prom. 05/07/1998 pub. 11/12/1999 numac 1999015104 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en internationale samenwerking Wet houdende instemming met de Kaderovereenkomst inzake handel en samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en haar Lid-Staten enerzijds, en de Republiek Korea, anderzijds, en Bijlage, gedaan te Luxemburg op 28 oktober 1996 (2) sluiten.8. Beslissen over alle aanvragen om af te zien van terugvordering van onverschuldigde bedragen omdat die uit sociaal oogpunt niet raadzaam is. HOOFDSTUK 7. - Bevoegdheden die kunnen gedelegeerd worden door de leidend ambtenaar aan personeelsleden om de afhandeling van de zaken te vergemakkelijken

Art. 16.De bevoegdheden bedoeld in artikel 14 kunnen worden gedelegeerd door de leidend ambtenaar, met uitzondering van die bedoeld in de punten 10, a), en 12 van dat artikel, aan statutaire of contractuele personeelsleden tegen de volgende voorwaarden: - de gedelegeerde beschikt over de capaciteiten nodig voor de uitoefening van de delegatie; - de gedelegeerde wordt op naam aangewezen; - de delegatie kan pas worden toegekend aan een personeelslid na raadpleging van zijn hiërarchische meerdere en mag enkel betrekking hebben op handelingen waarvoor de hiërarchische meerdere ook een delegatie ontving; - alle delegaties met een financiële weerslag worden voor voorafgaandelijk akkoord voorgelegd aan het Beheerscomité. HOOFDSTUK 8. - Inwerkingtreding

Art. 17.Dit huishoudelijk reglement treedt in werking op de dag van publicatie in het Belgisch Staatsblad van het besluit van het Verenigd College tot goedkeuring ervan.

Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van het Verenigd College van 12 november 2020 tot goedkeuring van het huishoudelijk reglement van het Algemeen Beheerscomité van de Bicommunautaire Dienst voor Gezondheid, Bijstand aan Personen en Gezinsbijslag.

^