Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Franse Gemeenschapscommissie van 08 februari 2024
gepubliceerd op 20 september 2024

Besluit tot wijziging van het besluit van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 4 juni 2009 houdende toepassing van het decreet van 5 maart 2009 betreffende het aanbod van ambulante diensten in het domein van de sociale actie, het gezin en de gezondheid

bron
franse gemeenschapscommissie van het brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2024006333
pub.
20/09/2024
prom.
08/02/2024
ELI
eli/besluit/2024/02/08/2024006333/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

8 FEBRUARI 2024. - Besluit tot wijziging van het besluit van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 4 juni 2009 houdende toepassing van het decreet van 5 maart 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 05/03/2009 pub. 08/05/2009 numac 2009031234 bron franse gemeenschapscommissie van het brussels hoofdstedelijk gewest Decreet betreffende het aanbod van ambulante diensten in de domeinen van de sociale actie, het gezin en de gezondheid sluiten betreffende het aanbod van ambulante diensten in het domein van de sociale actie, het gezin en de gezondheid


Artikel 1.In het hele besluit van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 4 juni 2009 houdende toepassing van het decreet van 5 maart 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 05/03/2009 pub. 08/05/2009 numac 2009031234 bron franse gemeenschapscommissie van het brussels hoofdstedelijk gewest Decreet betreffende het aanbod van ambulante diensten in de domeinen van de sociale actie, het gezin en de gezondheid sluiten betreffende het aanbod van ambulante diensten in het domein van de sociale actie, het gezin en de gezondheid worden enerzijds de woorden "actieve diensten op het vlak van de toxicomanie" en "diensten die actief zijn op het vlak van de toxicomanie" en anderzijds de woorden "actieve dienst op het vlak van de toxicomanie" vervangen door de woorden "diensten die actief zijn op het gebied van drugs en verslavingen" enerzijds en door "dienst die actief is op het gebied van drugs en verslavingen" anderzijds.

Art. 2.In het hele besluit worden de woorden "centrum voor coördinatie van thuisverzorging en -diensten" vervangen door de woorden "dienst voor coördinatie van thuisverzorging en -hulp" en de woorden "centra voor coördinatie van thuisverzorging en -diensten" worden vervangen door de woorden "diensten voor coördinatie van thuisverzorging en -hulp".

Art. 3.In het hele besluit worden de woorden "het bestuur" en "de administratie" vervangen door de woorden "de diensten van het College".

Art. 4.In artikel 2 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1/ punt 4° wordt opgeheven; 2/ het voormalige punt 5° wordt het nieuwe punt 4° ; 3/ het voormalige punt 6° wordt het nieuwe punt 5°.

Art. 5.In artikel 3 van hetzelfde besluit wordt het tweede lid opgeheven.

Art. 6.In artikel 4 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1/ in het eerste lid: - wordt het woord "of via elektronische weg" ingevoegd tussen de woorden "een gewone brief" en de woorden "in bij het bevoegd lid"; - worden de woorden "het bevoegd lid" vervangen door de woorden "de diensten"; - worden de woorden "Het bevoegd lid onderzoekt" vervangen door de woorden "De diensten van het College onderzoeken"; 2/ in het tweede lid: - wordt het woord "deelt" vervangen door het woord "delen"; - worden de woorden "Het bevoegde Collegelid neemt" vervangen door de woorden "De diensten van het College nemen".

Art. 7.In artikel 5 van hetzelfde besluit worden de woorden "of via elektronische weg" ingevoegd tussen de woorden "een gewone brief" en de woorden ", aan het Bestuur".

Art. 8.In artikel 6 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1/ de woorden "hangt de dienst het maximumbedrag van de raadplegingen uit in een voor het publiek toegankelijk lokaal" worden vervangen door de woorden "zorgt de ambulante dienst ervoor dat de gebruiker op de hoogte is van de kosten van zijn raadpleging en stelt alles in het werk om ervoor te zorgen dat hij het prijsbeleid van de dienst begrijpt"; 2/ de woorden "de begunstigden" worden ingevoegd tussen de woorden "ambulante dienst" en de woorden "op geschikte wijze".

Art. 9.Artikel 8 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.

Art. 10.In artikel 9 van hetzelfde besluit worden de woorden "of via elektronische weg" ingevoegd tussen de woorden "een gewone brief" en de woorden ", een met redenen omklede aanvraag".

Art. 11.In artikel 10 van hetzelfde besluit wordt het woord "begunstigden" vervangen door het woord "gebruikers".

Art. 12.In artikel 12 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1/ in het eerste lid wordt het getal "2008" vervangen door het getal "2022"; 2/ in het tweede lid wordt het getal "2010" vervangen door het getal "2023".

Art. 13.In artikel 13 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1/ een nieuwe § 2 wordt ingevoegd, die luidt als volgt: " § 2. De vereniging zonder winstoogmerk met meerdere erkenningen als ambulante dienst kan één dossier indienen met alle bewijsstukken voor de verschillende erkenningen, volgens de door het College vastgestelde modaliteiten."; 2/ de voormalige § 2 wordt de nieuwe § 3.

Art. 14.In hetzelfde besluit wordt een nieuw artikel 13bis ingevoegd, dat luidt als volgt: "

Art. 13bis.In toepassing van artikel 125 van het decreet dienen de ambulante diensten uiterlijk tegen 15 april van het daaropvolgende jaar een verslag in bij de diensten van het College over de inkomsten uit honoraria, tegemoetkomingen en bijdragen in de kosten die de ambulante dienst ontvangt van gebruikers of een instelling.

In dat verslag wordt de bron van inkomsten verduidelijk op basis van het soort opdracht of activiteit.

De diensten van het College stellen een modelverslag op.".

Art. 15.In artikel 15 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1/ in de eerste zin van het eerste lid worden de woorden "en een VTE van het niveau hoger middelbaar onderwijs voor de onthaal- en secretariaatsfunctie" ingevoegd tussen de woorden "in de psychiatrie gespecialiseerde arts" en het "."; 2/ in het derde lid wordt het getal "45" vervangen door het getal "71,40".

Art. 16.In hetzelfde besluit wordt een nieuw artikel 15bis ingevoegd, dat luidt als volgt: "

Art. 15bis.§ 1. In toepassing van artikel 138ter van het decreet bedraagt de minimale forfaitaire toelage die aan de dienst voor geestelijke gezondheidszorg wordt toegekend voor de activiteiten uit artikel 4, § 1, 4°, d), e) en f) respectievelijk: 1° 69.700 euro voor ontmoetingsplaatsen; 2° 69.700 euro voor outreaching; 3° 69.700 euro voor het aanbod van steun aan andere actoren op het terrein.

De bijkomende toelagen bedoeld in § 1 kunnen ook worden toegewezen aan werkings- en/of personeelskosten bovenop het minimumkader bedoeld in artikel 34 van het decreet.".

Art. 17.In artikel 16 van hetzelfde besluit worden de woorden "of via elektronische weg" ingevoegd tussen de woorden "een gewone brief" en de woorden ", de diensten van het College".

Art. 18.In artikel 17 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1/ in § 1 wordt het woord "onverwijld" vervangen door de woorden "zo snel mogelijk"; 2/ § 2 wordt vervangen door wat volgt: " § 2. Elke dienst voor geestelijke gezondheid is alle werkdagen open van 10 tot 17 uur, zonder onderbreking. Buiten die uren is hij minstens drie uur per week toegankelijk, te verdelen na 17 uur of op zaterdag."; 2/ een § 3 wordt ingevoegd, die luidt als volgt: " § 3. Fysiek onthaal kan worden vervangen door een telefonische permanentie wanneer het hele team aanwezig moet zijn op interne vergaderingen van de ambulante dienst.".

Art. 19.In hetzelfde besluit wordt artikel 18 vervangen door wat volgt: "

Art. 18.§ 1. In toepassing van artikel 118 van het decreet zijn de berekeningswijze en de aanvaardbare maximumbedragen voor de werkingskosten de volgende: 1° 24.720 euro voor 4 voltijdsequivalenten; 2° 26.730 euro voor 5 en 6 voltijdsequivalenten; 3° 28.750 euro voor 7 en 8 voltijdsequivalenten; 4° 30.760 euro voor 9 en 10 voltijdsequivalenten; 5° 32.770 euro voor 11 en meer voltijdsequivalenten. § 2. Een bijkomend bedrag van 4.310 euro wordt toegekend voor elke bijkomende erkende activiteitenzetel.".

Art. 20.In hetzelfde besluit wordt een nieuw artikel 18bis ingevoegd, dat luidt als volgt: "

Art. 18bis.In toepassing van artikel 5bis van het decreet moet de dienst voor geestelijke gezondheid om een samenwerking op te zetten met een geïntegreerd welzijns- en gezondheidscentrum: 1° een uitbreiding van het kader aanvragen, zoals bedoeld in de artikelen 77 en 78 van het decreet; 2° een samenwerkingsovereenkomst opstellen met het betrokken geïntegreerd welzijns- en gezondheidscentrum waarin de arbeidstijd wordt vastgelegd waarbinnen de werknemer of werknemers aanwezig zijn in het geïntegreerd welzijns- en gezondheidscentrum.".

Art. 21.In artikel 20 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1/ in § 1 wordt het woord "onverwijld" vervangen door de woorden "zo snel mogelijk"; 2/ in § 2: - wordt het woord "begunstigden" wordt vervangen door het woord "gebruikers"; - worden de woorden ", de interventiewijzen" ingevoegd tussen de woorden "gebruikers" en "en de door de dienst verzekerde opdrachten"; 3/ § 3 wordt ingevoegd, die luidt als volgt: " § 3. Fysiek onthaal kan worden vervangen door een telefonische permanentie wanneer het hele team aanwezig moet zijn op interne vergaderingen van de ambulante dienst.".

Art. 22.In hetzelfde besluit wordt een nieuw artikel 20bis ingevoegd, dat luidt als volgt: "

Art. 20bis.In toepassing van artikel 8bis van het decreet moet de dienst die actief is op het gebied van drugs en verslavingen om een samenwerking op te zetten met een geïntegreerd welzijns- en gezondheidscentrum: 1° een uitbreiding van het kader aanvragen, zoals bedoeld in de artikelen 77 en 78 van het decreet; 2° een samenwerkingsovereenkomst opstellen met het betrokken geïntegreerd welzijns- en gezondheidscentrum waarin de arbeidstijd wordt vastgelegd waarbinnen de werknemer of werknemers aanwezig zijn in het geïntegreerd welzijns- en gezondheidscentrum.".

Art. 23.In artikel 21 van hetzelfde besluit wordt het getal "14.750" vervangen door het getal "20.480".

Art. 24.Artikel 22 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt: "

Art. 22.In toepassing van artikel 127 van het decreet worden de bijkomende middelen voor de personeelskosten en werkingskosten berekend op basis van de volgende criteria: 1° Toekenning van personeelskosten a) Als er meer dan vier opdrachten worden uitgevoerd, geeft de erkenning van een extra opdracht recht op de toekenning van 0,5 VTE.b) De erkenning van een bijkomende activiteitenzetel geeft recht op de toekenning van 0,5 VTE per activiteitenzetel.Onder activiteitenzetel wordt een plaats verstaan waar minstens een van de opdrachten wordt uitgevoerd voor 0,5 VTE. c) De ontwikkeling van een specifieke aanpak die de diversiteit van praktijken garandeert, geeft recht op maximaal 4 extra VTE. 2° Toekenning van werkingskosten a) Voor een team van meer dan 4 VTE wordt 4.100 euro per extra VTE toegekend. b) Wanneer het personeel: - op halftijdse basis werkt in een bijkomende activiteitenzetel, geeft dat recht op 4.100 euro aan werkingskosten; - op halftijdse basis werkt in twee of meer bijkomende activiteitenzetels, geeft dat recht op 8.200 euro aan werkingskosten; - op voltijdse basis werkt in een bijkomende activiteitenzetel, geeft dat recht op 8.200 euro aan werkingskosten; - op voltijdse basis werkt in twee of meer bijkomende activiteitenzetels, geeft dat recht op 16.390 euro aan werkingskosten. c) De erkenning van de ontwikkeling van een specifieke aanpak geeft recht op maximaal 61.470 euro aan werkingskosten.".

Art. 25.Artikel 23 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.

Art. 26.Artikel 24 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt: "

Art. 24.§ 1. Het minimumteam bedoeld in artikel 39 van het decreet bestaat ten minste uit drie voltijdsequivalenten voor de functie van maatschappelijk assistent en één voltijdsequivalent voor de administratieve functie. § 2. In toepassing van artikel 39, tweede paragraaf, en om een zo goed mogelijke toegang tot de diensten te verzekeren, om tegemoet te komen aan de noden van de territoriale ontwikkeling en om specifieke deskundigheid met betrekking tot de thema's en/of doelgroepen te ondersteunen, kunnen bijkomende middelen voor personeelskosten toegekend worden: - maximaal 9 VTE voor het ontwikkelen van de toegankelijkheid door het uitbreiden van het aanbod en het specifiek afstemmen ervan op de mensen en/of uitdagingen en/of kenmerken van de omgeving; - 0,5 VTE per antenne voor de ontwikkeling van bijkomende vestigingen; - maximaal 3 VTE voor de ontwikkeling van specifieke deskundigheid over bepaalde thema's en/of doelgroepen.".

Art. 27.In hetzelfde besluit wordt een nieuw artikel 24bis ingevoegd, dat luidt als volgt: "

Art. 24bis.In toepassing van artikel 9 van het decreet ontwikkelt het centrum voor globale sociale actie, afhankelijk van de behoeften van de gebruikers, drie wijzen van interventie die gecombineerd kunnen worden: 1° collectieve actie: a) heeft tot doel, in interactie met hun leefomgeving, collectieve antwoorden op individuele problemen op te leveren, te ontwikkelen en aan te bieden voor de gebruikers, om de sociale banden en een dynamiek van solidariteit en verantwoordelijkheid tussen personen te herstellen;b) biedt gebruikers groepsactiviteiten, kennis en methodologische hulpmiddelen aan die hun knowhow kunnen onthullen en hun persoonlijke capaciteiten en autonomie kunnen verwerven of ontwikkelen;2° sociale gemeenschapsactie: a) heeft tot doel samen met en voor de gebruikers collectieve antwoorden op collectieve problemen op te leveren, aan te bieden en te ontwikkelen, concrete acties die hun participatie en sociaal en cultureel samenleven bevorderen, alsook isolement en de mechanismen van sociale en culturele uitsluiting voorkomen en bestrijden;b) baseert zich op: 1.het identificeren van de sociale problemen die zich voordoen via de acties van het centrum voor globale sociale actie, het onderzoeken van hun aard en omvang en het operationeel formuleren van de sociale en structurele veranderingen die worden nagestreefd; 2. het bepalen van de instrumenten en middelen die nodig zijn om die veranderingen te verwezenlijken, rekening houdend met het potentieel van de gebruikers, de middelen die binnen en buiten het centrum voor globale sociale actie beschikbaar zijn en de bijkomende middelen die nodig zijn om de vastgestelde tekortkomingen en moeilijkheden te verhelpen;3. de bestaande of te implementeren betrokkenheid en complementariteit van de verschillende politieke, institutionele, administratieve en associatieve actoren die betrokken zijn bij de sociale problemen van de gebruikers;3° individuele hulp die ertoe strekt: a) de gebruiker te helpen bij het overwinnen van moeilijkheden die specifiek zijn voor zijn situatie, door concrete begeleiding te bieden bij juridische en administratieve procedures en hem zo nodig in zijn eigen leefomgeving te ontmoeten;b) te reageren op crisissituaties en te voorkomen dat de situatie van de gebruiker uit balans geraakt of verslechtert, in of met zijn leefomgeving;c) hem de nodige informatie te geven om zijn fundamentele rechten te doen gelden en toegang te krijgen tot alle diensten en instellingen voor bijstand aan personen en gezondheid en tot alle sociale, gezondheids- en culturele middelen en middelen voor permanente educatie die beschikbaar zijn in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest; d) de gebruiker te begeleiden en te ondersteunen bij het ontwikkelen of implementeren van persoonlijke oplossingen.".

Art. 28.In artikel 25 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1/ in de eerste zin wordt punt "2° " vervangen door punt "3° "; 2/ in punt 1° worden de woorden "de algemene coördinator" vervangen door de woorden "persoon die instaat voor de coördinatie"; 3° in punt 3° worden het woord "kan" vervangen door het woord "kunnen".

Art. 29.Artikel 26 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt: "

Art. 26.In toepassing van artikel 39, § 3, van het decreet wordt de betoelaagde arbeidstijd voor de coördinatie gekoppeld aan de betoelaagde arbeidstijd van de sociale functie. Hij evolueert op de volgende wijze: 1° vanaf 3 VTE voor de sociale functie is 0,50 VTE bedoeld voor de coördinatiefunctie; 2° vanaf 4 VTE voor de sociale functie is 1 VTE bedoeld voor de coördinatiefunctie.".

Art. 30.Artikel 27 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt: "

Art. 27.In toepassing van artikel 100 van het decreet wordt de toegankelijkheid voor personen gedurende minstens 30 uur per week verzekerd naargelang de door het centrum bepaalde contactmodaliteiten en de fysieke sociale permanentie die vrij en zonder afspraak is, wordt verzekerd voor minstens vier uur per week door een VTE maatschappelijk assistent en begrensd op 20 uur per week en per centrum, en in voorkomend geval verdeeld over al de activiteitenzetels. Die toegankelijkheid en sociale permanentie worden minstens 230 dagen per jaar gegarandeerd.".

Art. 31.In artikel 28 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1/ in punt 1° wordt het getal "23.500" vervangen door het getal "36.590"; 2/ in punt 2° : - wordt het getal "1.900" vervangen door het getal "2.640"; - wordt het getal "2,5" vervangen door het getal "4".

Art. 32.In artikel 29 van hetzelfde besluit wordt het getal "250" vervangen door het getal "350".

Art. 33.In artikel 30 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1/ het woord "en" wordt vervangen door een komma; 2/ de woorden "en 0,25 VTE voor de coördinatiefunctie" tussen de woorden "0.16 VTE arts" en het ".".

Art. 34.In artikel 31, § 2, eerste zin, van hetzelfde besluit worden de woorden "tijdens dewelke de raadplegingen" vervangen door de woorden "waarbinnen minstens 75% van de raadplegingsuren".

Art. 35.In hetzelfde besluit wordt een artikel 31bis ingevoegd, dat luidt als volgt: "

Art. 31bis.In toepassing van artikel 13, § 2, derde lid, van het decreet moet het centrum voor gezinsplanning aan de gebruikers jaarlijks minstens 35 uur aan voorlichtingsactiviteiten op het gebied van het relationele, affectieve en seksuele leven op school aanbieden.".

Art. 36.In hetzelfde besluit wordt een artikel 31ter ingevoegd, dat luidt als volgt: "

Art. 31ter.In toepassing van artikel 13bis van het decreet moet het centrum voor gezinsplanning om een samenwerking op te zetten met een geïntegreerd welzijns- en gezondheidscentrum: 1° een uitbreiding van het kader aanvragen, zoals bedoeld in de artikelen 77 en 78 van het decreet; 2° een samenwerkingsovereenkomst opstellen met het betrokken geïntegreerd welzijns- en gezondheidscentrum waarin de arbeidstijd wordt vastgelegd waarbinnen de werknemer of werknemers aanwezig zijn in het geïntegreerd welzijns- en gezondheidscentrum.".

Art. 37.In artikel 32 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1/ de vermelding " § 1." wordt opgeheven; 2/ het getal "5.750" wordt vervangen door het getal "7.990"; 3/ het getal "24.230" wordt vervangen door het getal "33.650"; 4/ § 2 wordt opgeheven.

Art. 38.In artikel 33 van hetzelfde besluit wordt het getal "21" vervangen door het getal "28,30".

Art. 39.In artikel 34, eerste zin, van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1/ het woord "en" wordt opgeheven; 2/ de woorden "en de preventie- en animatie" worden ingevoegd tussen het woord "juridische" en het woord "functie".

Art. 40.Artikel 35 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt: "

Art. 35.§ 1. In toepassing van artikel 100 van het decreet is het wijkgezondheidscentrum minstens 50 uren per week open waarbinnen de fysieke onthaalpermanentie georganiseerd wordt. Die 50 uren kunnen gespreid worden over 5 of 6 werkdagen.

In afwijking op § 1 kan fysiek onthaal worden vervangen door een telefonische permanentie wanneer het hele team aanwezig moet zijn op interne vergaderingen van de ambulante dienst.".

Art. 41.In artikel 36 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1/ het getal "9.640" wordt vervangen door het getal "13.390"; 2/ het getal "1.000" wordt vervangen door het getal "1.110".

Art. 42.In artikel 36bis van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1/ het getal "30" wordt vervangen door het getal "40,40"; 2/ een tweede lid wordt ingevoegd, dat luidt als volgt: "De functie van communautaire gezondheid mag niet door meer dan drie leden van het team worden uitgeoefend.".

Art. 43.In hetzelfde besluit wordt een artikel 36ter ingevoegd, dat luidt als volgt: "

Art. 36ter.Een persoon die wordt aangeworven in het kader van een kaderuitbreiding, zoals bepaald in artikel 44bis van het decreet, moet minstens een diploma hoger onderwijs van het korte type van maatschappelijk assistent hebben.".

Art. 44.In hetzelfde besluit wordt een artikel 37bis ingevoegd, dat luidt als volgt: "

Art. 37bis.In toepassing van artikel 17bis van het decreet moet de dienst voor schuldbemiddeling om een samenwerking op te zetten met een geïntegreerd welzijns- en gezondheidscentrum: 1° een uitbreiding van het kader aanvragen, zoals bedoeld in de artikelen 77 en 78 van het decreet; 2° een samenwerkingsovereenkomst opstellen met het betrokken geïntegreerd welzijns- en gezondheidscentrum waarin de arbeidstijd wordt vastgelegd waarbinnen de werknemer of werknemers aanwezig zijn in het geïntegreerd welzijns- en gezondheidscentrum.".

Art. 45.In artikel 37/1 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1/ het getal "7.000" wordt vervangen door het getal "13.430"; 2/ het getal "1.000" wordt vervangen door het getal "1.390"; 3/ het getal 1,16 wordt opgeheven; 4/ de woorden "boven de basis-VTE" vervangen door de woorden "boven de voor het basisteam voorziene VTE".

Art. 46.Artikel 38 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.

Art. 47.Artikel 49 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt: "

Art. 49.In toepassing van artikel 54 van het decreet zijn de criteria met betrekking tot de actieve coördinatiedossiers die in aanmerking komen voor het bepalen van de categorie: 1° het aantal gebruikers met een actief coördinatiedossier per kalenderjaar, dat wil zeggen een dossier met minstens een coördinatie van drie diensten zoals vermeld in artikel 52, § 1, van het decreet;2° het aantal huisbezoeken georganiseerd door hulp- en zorgcoördinatoren van de dienst;3° het gebruik van een vragenlijst voor de gebruiker of zijn omgeving met betrekking tot de verstrekte zorgen en diensten. Die vragenlijst wordt bijgevoegd aan het individueel dossier van de gebruiker na drie maanden dienstverlening of aan het einde ervan wanneer die korter is.

categorie 1

categorie 2

categorie 3

aantal gebruikers met een actief coördinatiedossier

110

200

360

aantal huisbezoeken door hulp- en zorgcoördinatoren

220

400

720


Art. 48.Artikel 50 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.

Art. 49.In artikel 51 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1/ de woorden "coördinator" worden vervangen door de woorden "hulp- en zorgcoördinator"; 2/ in 1° wordt het getal "2" vervangen door het getal "2,5"; 3/ in 2°, eerste zin, - wordt het getal "4" vervangen door het getal "4,5"; - wordt het getal "0,5" vervangen door het getal "1"; 4/ in 3°, - wordt het getal "3" vervangen door het getal "8"; - wordt het woord "dag" geschrapt en worden de woorden "en 4 VTE-nachtcoördinatoren" opgeheven.

Art. 50.In artikel 52 van hetzelfde besluit, 1/ in § 2, - wordt het woord "begunstigde" vervangen door het woord "gebruiker"; - wordt het woord "centrum " vervangen door het woord "dienst"; - worden de woorden "thuisverzorging en -diensten" vervangen door de woorden "thuisverzorging en -hulp"; 2/ in § 3, 3°, wordt de term ", senioren-" opgeheven.

Art. 51.In hetzelfde besluit wordt een artikel 53bis ingevoegd, dat luidt als volgt: "

Art. 53bis.In toepassing van artikel 24 van het decreet moet de dienst voor coördinatie van thuisverzorging en -hulp om een samenwerking op te zetten met een geïntegreerd welzijns- en gezondheidscentrum: 1° een uitbreiding van het kader aanvragen, zoals bedoeld in de artikelen 77 en 78 van het decreet; 2° een samenwerkingsovereenkomst opstellen met het betrokken geïntegreerd welzijns- en gezondheidscentrum waarin de arbeidstijd wordt vastgelegd waarbinnen de werknemer of werknemers aanwezig zijn in het geïntegreerd welzijns- en gezondheidscentrum.".

Art. 52.In artikel 54 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1/ in 1° wordt het woord "begunstigde" vervangen door het woord "gebruiker". 2/ in 2° worden de woorden "thuisverzorging en -diensten" vervangen door de woorden "thuisverzorging en -hulp".

Art. 53.In artikel 55 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1/ in punt 1° wordt het getal "17.700" vervangen door het getal "24.580"; 2/ in punt 2° wordt het getal "35.400" vervangen door het getal "49.160"; 3/ in punt 3° wordt het getal "70.800" vervangen door het getal "98.310".

Art. 54.In artikel 56 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1/ in § 1, - wordt het getal "15" vervangen door het getal "21"; - wordt het getal "2.950" vervangen door het getal "4.100"; - wordt het getal "5.900" vervangen door het getal "8.200"; - wordt het getal "8.850" vervangen door het getal "12.290"; 2/ in § 2, - worden de woorden "van de dienst van categorie 3" opgeheven; - wordt het getal "26" vervangen door het getal "36,10".

Art. 55.Artikel 57 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt: "

Art. 57.In toepassing van artikel 58, § 4, is de erkende en betoelaagde ploeg als volgt samengesteld: 1° voor categorie 1: 0,25 VTE met een diploma hoger onderwijs van het lange type en 0,5 VTE secretariaatsmedewerker;2° voor categorie 2: 0,75 VTE met een diploma hoger onderwijs van het lange type en 0,5 VTE secretariaatsmedewerker; 3° voor categorie 3: 0,75 VTE met een diploma hoger onderwijs van het lange type en 4,5 VTE met een diploma hoger onderwijs van het korte type en 1 VTE secretariaatsmedewerker.".

Art. 56.In artikel 58 van hetzelfde besluit wordt punt "1° " vervangen door " § 3,".

Art. 57.Artikel 59 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt: "

Art. 59.In toepassing van artikel 118 van het decreet bedraagt het basisbedrag van de toelage betreffende de werkingskosten van de ambulante dienst minimaal 16.540 euro, waaraan 12.450 euro toegevoegd wordt per bijkomende opdracht. Een deel van de werkingskosten kan besteed worden aan de wachtkosten.".

Art. 58.In artikel 60 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1/ in § 1 wordt het woord ", bejaarden-" opgeheven; 2/ in § 2 wordt de woorden "gezins- en bejaardenhelpers" vervangen door het woord "gezinshelpers".

Art. 59.Artikel 61 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt: "

Art. 61.In toepassing van artikel 130 van het decreet worden de modaliteiten betreffende de organisatie van de dienst voor thuishulp in teams op de volgende manier vastgelegd: 1° Per schijf van 15 VTE helpers moeten de diensten voor thuishulp minstens 1 VTE personeel maatschappelijk assistent of gelijkgesteld, ploegverantwoordelijke, tewerkstellen.Naast de in 2° van artikel 130 van het decreet bedoelde opdrachten, kan deze de opdrachten van contactpersoon zoals omschreven in artikel 111 van het decreet vervullen, wanneer de dienst voor thuishulp niet voldoet aan de noodzakelijke voorwaarde voor de aanstelling van een dienstverantwoordelijke. 2° Naast de 15 VTE helpers, moeten de diensten voor thuishulp altijd beschikken over minstens 1 VTE personeel maatschappelijk assistent of gelijkgesteld, ploegverantwoordelijke.3° De ploegverantwoordelijke verzekert de omkadering van de gebruikers door de volgende taken te vervullen: a) Hij voert de sociale enquête thuis uit.De rapporten van de sociale enquêtes die betrekking hebben op de gebruikers moeten opgemaakt worden, telkens de situatie van de gebruiker dit vereist en minstens eenmaal per jaar. b) Hij draagt de verantwoordelijkheid voor de toekenning, de onderbreking of de weigering van hulp. In het geval van toekenning, werkt hij een tussenkomstproject uit, verzekert hij de sociale opvolging van de gebruiker en maakt hij een sociaal rapport op voor elke gebruiker. In het geval van onderbreking of weigering van hulp, maakt hij een met redenen omkleed rapport op dat hij bij het dossier van de gebruiker voegt. c) Hij informeert, in strikte naleving van de deontologie, de naaste familieleden van de gebruiker, de behandelende geneesheer, de vertrouwenspersoon of de dienst voor coördinatie van thuisverzorging en -hulp die hem ten laste heeft, over elke evolutie van de fysieke of psychische gezondheidstoestand of over elk feit dat de gebruiker of een ander in gevaar kan brengen.d) Hij regelt, in samenwerking met de gezinshelpers, de administratieve stappen die nodig zijn voor het herstel van de rechten van de gebruiker.e) Hij neemt deel aan de externe coördinatievergaderingen waarop één of meerdere externe interveniënten van de ambulante dienst en één of meerdere helpers aanwezig zijn.Die vergaderingen dienen om de situatie van de gebruikers te evalueren. Zij mogen gemiddeld niet meer dan twintig uren per jaar en per helper in beslag nemen. 3° De omkadering van de helpers door de ploegverantwoordelijke omvat met name: a) de organisatie van de wekelijkse werkroosters;b) de dagelijkse opvolging van de werkroosters en de controle van de door de diensten van het College opgelegde documenten;c) de organisatie en animatie van de wekelijkse interne coördinatievergaderingen van de ploeg waarvan de duur niet minder mag bedragen, voor elke helper, dan een uur per week en niet meer dan gemiddeld twee uur per helper en per week, behoudens een door de diensten van het College toegekende afwijking.4° De ploegverantwoordelijke is minstens houder van een diploma van een professionele bachelor in de psycho-medische-sociale richting.5° De jaarlijkse rapporten van sociale enquêtes betreffende de gebruikers moeten conform het door de diensten van het College bepaald model zijn.6° a) In de diensten voor thuishulp met meer dan 20 VTE-helpers, duidt de ambulante dienst een dienstverantwoordelijke aan die de ploegen coördineert in samenwerking met de ploegverantwoordelijken.b) In de diensten voor thuishulp die meer dan 20 en minder dan 100 helpers voltijds tewerkstellen, kan de dienstverantwoordelijke eveneens de functies van een ploegverantwoordelijke uitoefenen.De dienstverantwoordelijke verzekert de opdrachten van de algemeen coördinator. c) In de diensten voor thuishulp met meer dan 100 VTE helpers, duidt de dienst voor thuishulp een directeur aan die de functie van algemeen coördinator verzekert en de dienst- en ploegverantwoordelijke coördineert.7° De dienstverantwoordelijke is minstens houder van een diploma master of professionele bachelor in de juridische, sociale, medische of paramedische richting.8° De coördinatie en de overdracht van de informatie die nodig is voor het goed beheer van de ploegen vereisen, vanwege de ploegverantwoordelijken, dat zij de dienstverantwoordelijke elk feit mededelen dat de organisatie van de hulp kan heroriënteren, met name: a) in het geval van vooropzeg, zwangerschapsverlof of arbeidsongeval evenals de andere omstandigheden die het goed verloop van de aan de gebruiker te geven hulp zouden kunnen storen;b) elke wijziging van de situatie van de gebruiker, zoals zijn hospitalisatie of overlijden.9° a) Voor de diensten voor thuishulp met minder dan 100 VTE-helpers, is de dienst voor thuishulp ertoe gehouden een bijkomende omkadering te voorzien wanneer het aantal helpers in actieve dienst met vijf eenheden een veelvoud van twintig overschrijdt gedurende een periode van twee opeenvolgende trimesters.b) Voor de diensten voor thuishulp met meer dan 100 VTE-helpers, is de dienst voor thuishulp ertoe gehouden een bijkomende omkadering te voorzien wanneer het totaal aantal helpers in actieve dienst de in artikel 130 van het decreet voorziene norm met 10 % overschrijdt.c) Zijn niet inbegrepen in het personeel in actieve dienst: de helpers in loopbaanonderbreking, in langdurig ziekteverlof, in verwijderingsverlof of in verlof zonder wedde; 10° De dienst voor thuishulp stelt één voltijds administratief medewerker te werk voor 35 voltijdse helpers.".

Art. 60.In artikel 63 van hetzelfde besluit wordt het woord "begunstigde" vervangen door het woord "gebruiker" en het woord "begunstigden" door het woord "gebruikers".

Art. 61.In artikel 68 van hetzelfde besluit wordt het woord "ambulante" ingevoegd tussen de woorden "de" en "dienst".

Art. 62.In artikel 69 van hetzelfde besluit wordt het woord "begunstigde" vervangen door het woord "gebruiker".

Art. 63.In artikel 70 van hetzelfde besluit wordt het woord "begunstigde" vervangen door het woord "gebruiker".

Art. 64.In artikel 71 van hetzelfde besluit wordt het woord "begunstigde" vervangen door het woord "gebruiker".

Art. 65.In artikel 73 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1/ de woorden "gezins- en bejaardenhelpers" worden vervangen door het woord "gezinshelpers"; 2/ in punt 1° : - in onderdeel a), o worden de woorden "gezins- en bejaardenhelpers" vervangen door het woord "gezinshelpers"; o wordt het woord "begunstigde" vervangen door het woord "gebruiker"; - in onderdeel e) wordt het woord "ambulante" ingevoegd tussen het woord "de" en het woord "dienst"; 3/ in punt 2° worden de woorden "gezins- of bejaardenhelper" vervangen door het woord "gezinshelper"; 4/ in punt 3°, onderdeel a), wordt het woord "begunstigde" vervangen door het woord "gebruiker"; 5/ in punt 4° wordt de term ", bejaarden-" opgeheven; 6/ in punt 7° worden de woorden "aan het begin van een trimester" vervangen door de woorden "in de tweede maand die volgt op de overschrijding van de spilindex;"; 7/ er wordt een punt 8° ingevoegd, dat luidt als volgt: "8° Een deel van de quotumuren kan worden besteed aan mentorschap. Die uren mogen worden meegeteld als gewerkte uren. De minister bepaalt het maximumaandeel van de uren van het totale quotum dat als zodanig mag worden geteld. Dat aantal mag niet meer bedragen dan 0,1%.".

Art. 66.Artikel 74 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt: "

Art. 74.De toelage aangaande de prestaties van de gezinshelpers is geplafonneerd op 4/5 van het maximumaantal betoelaagde prestatie-uren dat jaarlijks door het College van de Franse Gemeenschapscommissie wordt vastgelegd. Voor de huishoudelijke hulpen is ze geplafonneerd op 2/5 van die uren.

De verdeling van maaltijden wordt geplafonneerd op 20% van het jaarlijkse quotum dat wordt toegekend aan elke dienst voor thuishulp.".

Art. 67.In artikel 76 van hetzelfde besluit wordt het woord "dertig" vervangen door het woord "zesendertig".

Art. 68.Artikel 77 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.

Art. 69.In hetzelfde besluit wordt een artikel 76bis ingevoegd, dat luidt als volgt: "

Art. 76bis.In toepassing van artikel 135 van het decreet wordt het voorschot van de eerste twee trimesters van het jaar ten laatste op 15 februari vereffend. Het is gelijk aan vijfennegentig percent van het bedrag van de toelage van de eerste twee trimesters van het voorgaande jaar. Het voorschot van het derde trimester wordt tegen 1 juni vereffend en is gelijk aan vijfennegentig percent van het bedrag van de toelage van het derde trimester van het voorgaande jaar. Het voorschot van het vierde trimester wordt tegen 1 september vereffend en is gelijk aan vijfennegentig percent van het bedrag van de toelage van het vierde trimester van het voorgaande jaar. Het saldo wordt uiterlijk op 31 oktober van het jaar volgend op het boekjaar uitbetaald, op voorwaarde dat de dienst voor thuishulp de balans en de rekening van inkomsten en uitgaven uiterlijk op 30 juni van het daaropvolgende jaar heeft toegezonden.".

Art. 70.In artikel 78 van hetzelfde besluit wordt het getal "132.760" vervangen door het getal "184.330".

Art. 71.In artikel 79 van hetzelfde besluit wordt het getal "50.200" vervangen door het getal "69.700".

Art. 72.In hetzelfde besluit wordt een artikel 79bis ingevoegd, dat luidt als volgt: "

Art. 79bis.In toepassing van artikel 138 van het decreet bedragen de werkings-, promotie-, opleidings- of personeelskosten bovenop het minimumkader bedoeld in artikel 63 van het decreet en die verband houden met de specifieke opdrachten bedoeld in artikel 31bis 50.000 euro.".

Art. 73.In titel II, hoofdstuk III, van hetzelfde besluit wordt een afdeling III ingevoegd met als opschrift "Afdeling III. - Normen en bepalingen betreffende het geïntegreerd welzijns- en gezondheidscentrum".

Art. 74.In afdeling III, ingevoegd bij artikel 72 van dit besluit worden de nieuwe artikels 79ter, 79quater, 79quinquies, 79sexies, 79septies, 79octies, 79nonies en 79decies ingevoegd, die luiden als volgt: "

Art. 79ter.§ 1. In toepassing van artikel 66 van het decreet legt het geïntegreerd welzijns- en gezondheidscentrum een erkenningsaanvraagdossier voor aan de diensten van het College, dat het volgende omvat: - de middelen die worden ingezet om te voldoen aan de opdrachten vermeld in artikel 31quater van het decreet, 1° tot en met 12° ; - de interventiemethoden, activiteiten en actiemodaliteiten die worden uitgevoerd om te voldoen aan de opdrachten van het decreet; - de manier waarop de begeleiding op het gebied van de somatische gezondheid, geestelijke gezondheid en sociale actie rond de gebruiker worden geïntegreerd; - de openingsuren en de toegankelijkheidsregels van de dienst; - het tariefbeleid van de dienst. § 2. Het geïntegreerd welzijns- en gezondheidscentrum dat een inclusieve functie uitoefent, specificeert in het dossier de elementen met betrekking tot de uitvoering van de drie methodes voorzien in artikel 31quinquies van het decreet. § 3. De diensten van het College stellen een modeldossier op dat de verschillende elementen bevat met betrekking tot de naleving van de opdrachten en de erkenningsvoorwaarden van het geïntegreerd welzijns- en gezondheidscentrum.

Art. 79quater.§ 1. In toepassing van artikel 63ter en 100 van het decreet is het geïntegreerd welzijns- en gezondheidscentrum open en toegankelijk van maandag tot vrijdag van 8.00 tot 19.00 uur. § 2. De ambulante dienst staat ook in voor het volgende: 1° medische continuïteit buiten de uren van de Brusselse Wachtdienst;2° minimaal één uur per dag toegang zonder afspraak voor vragen met betrekking tot somatische gezondheid;3° een minimum van 30 uur per week sociale begeleiding en toegang daartoe voor de gebruikers, volgens de contactmodaliteiten die door de dienst zijn vastgelegd;4° een sociale, vrije permanentie zonder afspraak, met een minimum van 4 uur per week per VTE maatschappelijk assistent en een maximum van 20 uur per week per centrum, verdeeld over alle activiteitenzetels, indien van toepassing.Deze toegankelijkheid en sociale permanentie wordt minstens 230 dagen per jaar verzekerd; 5° sociale en psychologische afspraken tot 19 uur minstens één keer per week;6° tijdsblokken waarbinnen de consulten worden aangepast aan de situatie van de gebruikers, zodat de meest problematische, multidimensionale situaties en doelgroepen die ver van zorg af staan, kunnen worden behandeld. § 3. De dienst verduidelijkt in het dossier dat aan de diensten van het College wordt overgemaakt hoe deze bepalingen worden georganiseerd.

Art. 79quinquies.§ 1. In toepassing van artikel 31quater, § 1, van het decreet organiseert het geïntegreerd welzijns- en gezondheidscentrum gemeenschapsacties met de gebruikers, waarvan de frequentie, doelstellingen en werkmodaliteiten in het erkenningsaanvraagdossier nader worden bepaald. § 2. Het geïntegreerd welzijns- en gezondheidscentrum zorgt ervoor dat een deel van die acties toegankelijk is zonder voorafgaande registratie en beschrijft de toegangsmodaliteiten van deze acties in het erkenningsdossier.

Art. 79sexies.§ 1. In toepassing van artikel 31quinquies van het decreet moet het geïntegreerd welzijns- en gezondheidscentrum dat een inclusieve functie heeft, zorgen voor de verzorging van minstens 10% van de gebruikers die recht hebben op dringende medische hulp verstrekt door het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn of op het requisitorium van FEDASIL bij de gebruikers die zijn ingeschreven in het forfaitair systeem of voor wie een globaal medisch dossier is geopend.

De referentieperiode voor de facturatie is 12 maanden. § 2. Het geïntegreerd welzijns- en gezondheidscentrum dat een inclusieve functie heeft, neemt deel aan de instanties en mechanismen die door de overheid zijn opgezet wanneer zich een sociale of gezondheidscrisis voordoet. In die situaties kan het nodig zijn dat de ambulante dienst personeel of ruimte ter beschikking stelt. § 3. De inclusieve functie wordt voor 0,5 VTE gefinancierd.

Art. 79septies.In toepassing van artikel 31quater, § 1, van het decreet zet het geïntegreerd welzijns- en gezondheidscentrum interprofessionele verbindingsmechanismen op via interdisciplinaire vergaderingen, bijeenkomsten tussen medewerkers van de verschillende diensten van het geïntegreerd welzijns- en gezondheidscentrum, sectorale bijeenkomsten en thematische bijeenkomsten.

De interprofessionele verbindingsmechanismen moeten rond de gebruiker worden georganiseerd om samenwerking en interdisciplinariteit in de zorg voor gebruikers aan te moedigen en om ruimte te creëren voor supervisie van gebruikers. In dat verband moet het individuele dossier een luik bevatten over interprofessionele begeleiding, met vermelding van het soort diensten dat wordt verleend (somatische gezondheid, geestelijke gezondheid, sociale actie) en in voorkomend geval de doorverwijzingen naar andere professionals.

De modaliteiten met betrekking tot de interprofessionele verbindingsmechanismen worden nader bepaald in het erkenningsdossier.

Art. 79octies.In toepassing van artikel 104, § 2, van het decreet wordt het activiteitenverslag van het geïntegreerd welzijns- en gezondheidscentrum opgesteld met inachtneming van de voorschriften die van toepassing zijn op elke erkenning die het heeft.

Art. 79nonies.§ 1. De begeleiding bedoeld in artikel 31sexies van het decreet wordt verzorgd door de representatieve instellingen voor coördinatie van de wijkgezondheidscentra en de centra voor globale sociale actie.

Daartoe ondertekenen de instellingen een samenwerkingsovereenkomst. § 2. Het doel van de begeleiding is de ontwikkeling van geïntegreerde welzijns- en gezondheidscentra.

Die kan uit het volgende bestaan: - het slaan van bruggen tussen de representatieve instellingen voor coördinatie om gedeelde ervaring te putten van de begeleiding van welzijns- en gezondheidsstructuren; - het creëren van middelen voor de begeleiding van het oprichtingsproces, aangepast aan de specifieke kenmerken van de geïntegreerde welzijns- en gezondheidscentra; - het informeren van de projectdragers van nieuwe geïntegreerde welzijns- en gezondheidscentra tijdens informatiesessies over het proces en de te nemen stappen; - het samenbrengen van de projecten in een netwerk met de welzijns- en gezondheidsactoren uit de wijk van de vestigingsplaats om de behoeften te diagnosticeren en naar de juiste structuren voor die diagnose door te verwijzen; - het begeleiden van de projectdragers van nieuwe geïntegreerde welzijns- en gezondheidscentra in de verschillende fasen van het oprichtingsproces van zo'n centrum; - het aandringen op de juiste planning van de stappen van het proces en de prioritering van acties; - het begeleiden van het erkenningsaanvraagproces; - het begeleiden van de diensten gedurende twee jaar na de oprichting van de geïntegreerde welzijns- en gezondheidscentra; - het organiseren van gezamenlijke vergaderingen tussen de verschillende betrokken sectoren om te controleren of het project in overeenstemming is met de verschillende specifieke opdrachten; - het bevorderen van het ontstaan van nieuwe projecten door middel van netwerken en het promoten van het mechanisme bij potentiële dragers. § 3. De instellingen komen in aanmerking voor een specifieke forfaitaire subsidie van 80.000 euro.

Die subsidie wordt toegekend op aanvraag voor een periode van twee jaar.

De aanvraag moet worden ingediend bij de diensten van het College.

In de aanvraag wordt het volgende vermeld: - de soort begeleiding die zal worden geboden; - de instrumenten die ter beschikking zullen worden gesteld; - het aantal verstrekte diensten per jaar; - een gedetailleerd plan van de acties, middelen, prestaties en hulpbronnen die zullen worden geïmplementeerd.

De subsidie kan worden verlengd op voorwaarde dat er ten minste drie maanden voor het einde van de vorige periode van twee jaar een evaluatie van de activiteit plaatsvindt en een nieuw plan wordt opgesteld.

Art. 79decies.§ 1. In toepassing van artikel 118 van het decreet zijn de berekeningswijzen en de maximale toelaatbare bedragen voor de werkingskosten voor het geïntegreerd welzijns- en gezondheidscentrum opgericht overeenkomstig artikel 63bis, 1°, van hetzelfde decreet de volgende: 1° een bedrag van 40.000 euro wordt toegekend voor het team bedoeld in de eerste vijf punten van artikel 63quinquies van het decreet; 2° een extra bedrag van 2.640 euro wordt toegekend naar rato van het aantal erkende VTE naast het team bedoeld in punt 1° ; 3° een forfaitair bedrag van 30.000 euro bestemd voor de psychologische functie. § 2. In toepassing van artikel 118 van het decreet zijn de berekeningswijzen en de maximale toelaatbare bedragen voor de werkingskosten voor het geïntegreerd welzijns- en gezondheidscentrum opgericht overeenkomstig artikel 63bis, 2° en 3°, van het decreet de volgende: een forfaitair bedrag van 30.000 euro bestemd voor de psychologische functie.".

Art. 75.Het opschrift van titel III van hetzelfde besluit wordt vervangen door "TITEL III. De representatieve instellingen voor sectorale coördinatie".

Art. 76.Artikel 80 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt: "

Art. 80.§ 1. In toepassing van artikel 147, § 1, van het decreet dient de representatieve instelling voor sectorale coördinatie een erkenningsaanvraag in bij de diensten van het College via een eenvoudige brief of via elektronische weg.".

Art. 77.In artikel 81 van hetzelfde besluit worden de woorden "Het lid van het College onderzoekt" vervangen door de woorden "De diensten van het College onderzoeken".

Art. 78.Artikel 82 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.

Art. 79.In artikel 83 van hetzelfde besluit worden de woorden "voor sectorale coördinatie" ingevoegd tussen de woorden "de representatieve instelling" en de woorden "voor de eerste maal".

Art. 80.In hetzelfde besluit wordt een artikel 83bis ingevoegd, dat luidt als volgt: "

Art. 83bis.In toepassing van artikel 142, § 1, 7°, van het decreet kan de opdracht van het centraliseren van de geanonimiseerde gegevens die is toevertrouwd aan de representatieve instellingen voor sectorale coördinatie, voor de sector van de diensten die actief zijn op het gebied van drugs en verslavingen, worden gedelegeerd aan een ondersteunende dienst voor gezondheidsbevordering.".

Art. 81.In artikel 84, tweede lid, van hetzelfde besluit wordt het getal "2007" vervangen door het getal "2022".

Art. 82.In hetzelfde besluit wordt een titel IIIbis ingevoegd met als opschrift "TITEL IIIbis. - De representatieve instellingen voor intersectorale coördinatie".

Art. 83.In artikel 86 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1/ in punt 1° wordt het getal "236.700" vervangen door het getal "328.650"; 2/ in punt 2° wordt het getal "128.900" vervangen door het getal "178.970"; 3/ in punt 3° wordt het getal "91.420" vervangen door het getal "126.940".

Art. 84.In titel IIIbis, ingevoegd bij artikel 80 van dit besluit, wordt een hoofdstuk I ingevoegd met als opschrift "HOOFDSTUK I. - Erkenningsprocedure".

Art. 85.In hoofdstuk I, ingevoegd bij artikel 82 van dit besluit, worden de nieuwe artikelen 86bis, 86ter en 86quater ingevoegd, die luiden als volgt: "

Art. 86bis.De representatieve instelling voor intersectorale coördinatie dient een erkenningsaanvraag in bij de diensten van het College via een eenvoudige brief of via elektronische weg."

Art. 86ter.De diensten van het College onderzoeken de erkenningsaanvraag en de procedures voor toekenning, weigering, wijziging en intrekking van de erkenning of gedwongen wijziging van de erkenning en vrijwillige sluiting overeenkomstig artikel 168quinquies van het decreet.

Art. 86quater.In toepassing van de artikelen 168bis en 168ter van het decreet kunnen alle erkende ambulante diensten van rechtswege lid zijn van representatieve instellingen voor intersectorale coördinatie, op voorwaarde dat zij een aanvraag indienen.

Art. 86.In titel IIIbis, ingevoegd bij artikel 80 van dit besluit, wordt een hoofdstuk II ingevoegd met als opschrift "HOOFDSTUK II. - Normen en bepalingen betreffende de toelagen".

Art. 87.In hoofdstuk II, ingevoegd bij artikel 84 van dit besluit, worden de nieuwe artikelen 86quinquies, 86sexies, 86septies en 86octies ingevoegd, die luiden als volgt: "

Art. 86quinquies.Het rapport bedoeld in artikel 163, § 1, van het decreet wordt drie jaar na de inwerkingtreding van dit besluit voor het eerst overgemaakt door de representatieve instelling voor intersectorale coördinatie.

Het rapport bedoeld in § 2 van hetzelfde artikel wordt overgemaakt binnen zes maanden na het rapport bedoeld in het eerste lid.

Art. 86sexies.De bewijsstukken bedoeld in artikel 165, § 2, van het decreet komen overeen met het model dat door de diensten van het College wordt verstrekt en moeten minstens het volgende omvatten: 1° de individuele rekening van elk teamlid;2° het attest dat de betaling van de RSZ-bijdragen bewijst;3° het attest dat de betaling van de bedrijfsvoorheffing bewijst;4° het bewijs van de betaling van de honoraria aan de zelfstandigen;5° een kopie van de door de algemene vergadering goedgekeurde inkomsten- en uitgavenrekening en balans;6° indien van toepassing, het bewijs van de neerlegging bij de griffie van de rechtbank van koophandel van de rekeningen en balans.

Art. 86septies.In toepassing van artikel 173 van het decreet kent het College jaarlijks een forfaitair bedrag van 55.000 euro toe aan de representatieve instelling voor intersectorale coördinatie. Dat bedrag is opgenomen in de voorschotten bedoeld in artikel 119 van het decreet en wordt gerechtvaardigd overeenkomstig de bepalingen van de artikelen 13 en 85 van het besluit.

Dat bedrag is bestemd voor de uitvoering van een intersectorale kwalitatieve evaluatie op basis van een project zoals bepaald in artikel 172 van het decreet.

Art. 86octies.In toepassing van artikel 168sexties van het decreet kent het College een forfaitaire subsidie van 145.000 euro toe aan de representatieve instelling voor intersectorale coördinatie.".

Art. 88.In artikel 88 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1/ de woorden "of de geïntegreerde welzijns- en gezondheidscentra" worden ingevoegd tussen de woorden "aan hun sectoren" en de woorden "en die verband houden"; 2/ de woorden "van die sectoren" worden vervangen door de woorden "van die ambulante diensten".

Art. 89.In artikel 89 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1/ in § 1 worden de woorden "het bevoegde lid of" ingevoegd tussen de woorden "maken" en "de bevoegde leden"; 2/ in § 2 worden de woorden "aan de bevoegde leden van het College" vervangen door de woorden "aan het bevoegde lid of de bevoegde leden van het College"; 3/ in § 3 worden de woorden "en voor de geïntegreerde welzijns- en gezondheidscentra" ingevoegd tussen de woorden "per sector" en de woorden "en maken die over".

Art. 90.In artikel 92 van hetzelfde besluit wordt het getal "1.000" vervangen door het getal "1.390".

Art. 91.Artikel 93 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.

Art. 92.In artikel 94 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1/ de woorden "of via elektronische weg" worden ingevoegd tussen de woorden "door middel van een gewone brief" en de ","; 2/ de woorden "Het bevoegde lid van het College onderzoekt" worden vervangen door de woorden "De diensten van het College onderzoeken".

Art. 93.Titel Vbis van hetzelfde besluit wordt opgeheven.

Art. 94.In artikel 95 van hetzelfde besluit wordt het getal "20.810" vervangen door het getal "28.900".

Art. 95.In hetzelfde besluit wordt een artikel 96bis ingevoegd, dat luidt als volgt: "

Art. 96bis.Artikel 3 van dit besluit wordt opgeheven zodra de gezamenlijke programmering van de Franse Gemeenschapscommissie en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie in werking treedt.".

Art. 96.In hetzelfde besluit wordt een artikel 96ter ingevoegd, dat luidt als volgt: "

Art. 96ter.Personen die betoelaagd zijn op het moment van de inwerkingtreding van dit besluit en die de preventie- en animatiefunctie uitoefenen in een centrum voor gezinsplanning en die niet over een van de vereiste kwalificaties beschikken, mogen hun job behouden, hun werkuren invullen in een ander centrum voor gezinsplanning of hetzelfde werk uitvoeren in een ander centrum voor gezinsplanning.".

Art. 97.Dit besluit treedt in werking op 1 maart 2024.

Opgemaakt te Brussel, op 8 februari 2024.

Namens het College : Het lid van het College bevoegd voor Welzijn en Gezondheid, A. MARON De Voorzitster van het College, bevoegd voor het Gezin, B. TRACHTE


^