gepubliceerd op 12 oktober 2022
Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 19 oktober 2000 tot oprichting van de Gewestelijke Mobiliteitscommissie
1 SEPTEMBER 2022. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 19 oktober 2000Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 19/10/2000 pub. 23/03/2002 numac 2002031135 bron ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot oprichting van de Gewestelijke Mobiliteitscommissie sluiten tot oprichting van de Gewestelijke Mobiliteitscommissie
De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen;
Gelet op de ordonnantie van 27 april 1995 houdende invoering van een evenwichtige vertegenwoordiging van mannen en vrouwen in adviesorganen, gewijzigd bij de ordonnantie van 9 april 2002;
Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 19 oktober 2000Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 19/10/2000 pub. 23/03/2002 numac 2002031135 bron ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot oprichting van de Gewestelijke Mobiliteitscommissie sluiten tot oprichting van de Gewestelijke Mobiliteitscommissie, gewijzigd bij de besluiten van 12 juli 2007, 9 september 2010 en 29 april 2021;
Gelet op de gelijkekansentest van 07/06/2022;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 08/06/2022;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op 30/06/2022;
Gelet op de adviesaanvraag binnen 30 dagen verlengd met 15 dagen, die op 08/07/2022 bij de Raad van State is ingediend, bij toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Overwegende dat het advies niet is meegedeeld binnen die termijn;
Gelet op artikel 84, § 4, tweede lid, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Gelet op de adviesaanvraag bij de Gewestelijke Mobiliteitscommissie ingediend;
Overwegende dat de Gewestelijke Mobiliteitscommissie geen advies heeft uitgebracht;
Overwegende het beroep tot nietigverklaring tegen het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 29 april 2021Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 29/04/2021 pub. 12/05/2021 numac 2021031328 bron brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 19 oktober 2000 tot oprichting van de Gewestelijke Mobiliteitscommissie sluiten tot wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 19 oktober 2000Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 19/10/2000 pub. 23/03/2002 numac 2002031135 bron ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot oprichting van de Gewestelijke Mobiliteitscommissie sluiten tot oprichting van de Gewestelijke Mobiliteitscommissie;
Overwegende dat de nodige rechtszekerheid en continuïteit moeten worden gegarandeerd in de werking van de Gewestelijke Mobiliteitscommissie;
Op de voordracht van de Minister bevoegd voor Mobiliteit;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.Artikel 3 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 19 oktober 2000Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 19/10/2000 pub. 23/03/2002 numac 2002031135 bron ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot oprichting van de Gewestelijke Mobiliteitscommissie sluiten tot oprichting van de Gewestelijke Mobiliteitscommissie wordt vervangen als volgt: "
Art. 3.§ 1. De Commissie is als volgt samengesteld: 1° een voorzitter en een ondervoorzitter aangeduid door de Brusselse Hoofdstedelijke Regering.Ze kunnen uit de vertegenwoordigers van de universitaire wereld worden gekozen; 2° acht leden die de gewestelijke instellingen vertegenwoordigen: a) twee leden aangeduid op voorstel van Brussel Mobiliteit bij de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel;b) een lid aangeduid op voorstel van Leefmilieu Brussel;c) een lid aangeduid op voorstel van Brussel Preventie en Veiligheid;d) een lid aangeduid op voorstel van het Parkeeragentschap van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest; e) een lid aangeduid op voorstel van perspective.brussels; f) een lid aangeduid op voorstel van de Gewestelijke Vennootschap van de Haven van Brussel; g) een lid aangeduid op voorstel van equal.brussels; 3° zes leden die de plaatselijke besturen vertegenwoordigen: a) vier leden aangeduid op voorstel van de Conferentie van Burgemeesters;b) een lid aangeduid op voorstel van de Conferentie van Korpschefs van stedelijke politie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;c) een lid aangeduid op voorstel van de Vereniging van de Stad en de Gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;4° zes leden die de belangen van de openbare operatoren behartigen: a) twee leden aangeduid op voorstel van de Maatschappij voor het Intercommunaal Vervoer te Brussel (MIVB);b) een lid aangeduid op voorstel van de publiekrechtelijke naamloze vennootschap Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen (NMBS);c) een lid aangeduid op voorstel van de publiekrechtelijke naamloze vennootschap Infrabel;d) een lid aangeduid op voorstel van TEC;e) een lid aangeduid op voorstel van De Lijn;5° zes leden die de belangen van de private operatoren behartigen: a) een lid aangeduid op voorstel van de Koninklijke Federatie van Belgische transporteurs en logistieke dienstverleners (FEBETRA);b) een lid aangeduid op voorstel van de Unie van Professionele Transporteurs en Logistieke ondernemers (UPTR);c) een lid aangeduid op voorstel van de Federatie van de Belgische Autobus- en Autocarondernemers en reisorganisatoren (FBAA); d) een lid aangeduid op voorstel van de vzw Autodelen.net; e) een lid aangeduid op voorstel van de vzw Mpact;f) een lid aangeduid op voorstel van het regionaal Comité van advies voor de taxi's en de verhuurde voertuigen met chauffeur; 6° zestien leden die de belangen van de weggebruikers behartigen: a) een lid aangeduid op voorstel van de vzw Walk.Brussels; b) een lid aangeduid op voorstel van de vzw Tous à Pied;c) een lid aangeduid op voorstel van de vzw GRACQ - Groupe de Recherche et d'Action des Cyclistes Quotidiens;d) een lid aangeduid op voorstel van de vzw Fietsersbond;e) een lid aangeduid op voorstel van de vzw TreinTramBus;f) een lid aangeduid op voorstel van de vzw Groupement des usagers des transports publics à Bruxelles (GUTIB);g) een lid aangeduid op voorstel van de vereniging Touring ;h) een lid aangeduid op voorstel van de vzw Vlaamse Automobilistenbond (VAB);i) een lid aangeduid op voorstel van het regionaal Comité van advies voor de taxi's en de verhuurde voertuigen met chauffeur;j) een lid aangeduid op voorstel van de vzw Inter-Environnement Bruxelles (IEB);k) een lid aangeduid op voorstel van de Brusselse Raad voor het Leefmilieu (BRAL);l) een lid aangeduid op voorstel van de vzw La Ligue des familles;m) een lid aangeduid op voorstel van de vzw Gezinsbond;n) een lid aangeduid op voorstel van de vzw CAWaB;o) een lid aangeduid op voorstel van de vzw Heroes for Zero;p) een lid aangeduid op voorstel van de vzw Garance;7° zes leden die de belangen van de sociaaleconomische actoren behartigen: a) een lid aangeduid op voorstel van de Brusselse Intergewestelijke van het Algemeen Belgisch Vakverbond (ABVV);b) een lid aangeduid op voorstel van het Algemeen Christelijk Vakverbond (ACV Brussel);c) een lid aangeduid op voorstel van de Algemene Centrale der Liberale Vakbonden van België (ACLVB);d) een lid aangeduid op voorstel van de Kamer van Handel en Nijverheid van Brussel;e) een lid aangeduid op voorstel van het Verbond van Ondernemingen te Brussel;f) een lid aangeduid op voorstel van de Kamer van de Middenstand van Brupartners;8° vijf leden-experten: a) een lid aangeduid op voorstel van de Université Libre de Bruxelles;b) een lid aangeduid op voorstel van de Vrije Universiteit Brussel;c) een lid aangeduid op voorstel van de Université Saint-Louis-Bruxelles;d) een lid van het Bureau voor infrastructuur en logistiek in Brussel, aangeduid op voorstel van de Europese Commissie;e) een lid aangeduid op voorstel van het Opzoekingscentrum voor de Wegenbouw. § 2. Een commissielid dat verhinderd is, brengt het secretariaat op de hoogte en duidt onder de leden van zijn of haar instelling een vervanger of vervangster aan. Samen met het secretariaat bevestigt dit commissielid dat de regels zijn nageleefd die in artikel 4, eerste lid en artikel 4bis worden bepaald.
Indien het verhinderde lid zich minder dan zes maanden laat vervangen, krijgt de vervanger of vervangster geen zitpenningen als bedoeld in artikel 10.
Indien het verhinderde lid zich langer dan zes maanden laat vervangen, wordt de vervanger of vervangster door de Regering aangewezen en krijgt hij of zij zitpenningen als bedoeld in artikel 10. § 3. De leden van de Commissie worden door de Regering aangewezen.
Met uitzondering van de voorzitter en van de ondervoorzitter gebeurt deze aanwijzing op voorstel van de in § 1 bedoelde instellingen en verenigingen.".
Art. 2.In artikel 4, eerste lid, eerste zin, van hetzelfde besluit worden in de eerste zin de woorden "De 34 effectieve leden" vervangen door de woorden "De effectieve leden als bedoeld in artikel 3, § 1".
Art. 3.Artikel 4bis van hetzelfde besluit, ingevoegd door artikel 2 van het besluit van 29 april 2021, wordt opgeheven.
Art. 4.In hetzelfde besluit wordt een artikel 4bis ingevoegd, luidende: "
Art. 4bis.Overeenkomstig de ordonnantie van 27 april 1995 houdende invoering van een evenwichtige vertegenwoordiging van mannen en vrouwen in adviesorganen wordt bij de samenstelling van de Commissie rekening gehouden met een evenwicht tussen mannen en vrouwen.".
Art. 5.Artikel 4ter van hetzelfde besluit, ingevoegd door artikel 3 van het besluit van 29 april 2021, wordt opgeheven.
Art. 6.In hetzelfde besluit wordt een artikel 4ter ingevoegd, luidende: "
Art. 4ter.Opdat de Regering de commissieleden overeenkomstig artikel 4, eerste lid en artikel 4bis zou kunnen aanwijzen, draagt elke instelling als bedoeld in artikel 3, § 1 twee vertegenwoordigers voor, met vermelding van het gender, de taalrol en de voorrang.".
Art. 7.Het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 29 april 2021Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 29/04/2021 pub. 12/05/2021 numac 2021031328 bron brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 19 oktober 2000 tot oprichting van de Gewestelijke Mobiliteitscommissie sluiten tot wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 19 oktober 2000Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 19/10/2000 pub. 23/03/2002 numac 2002031135 bron ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot oprichting van de Gewestelijke Mobiliteitscommissie sluiten tot oprichting van de Gewestelijke Mobiliteitscommissie wordt opgeheven.
Art. 8.De minister bevoegd voor Mobiliteit is belast met de uitvoering van dit besluit.
Art. 9.Dit besluit treedt in werking de dag volgend op de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.
Brussel, 1 september 2022.
Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, R. VERVOORT De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Mobiliteit, Openbare Werken en Verkeersveiligheid, E. VAN DEN BRANDT