21 OKTOBER 2021. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 26 september 1996 houdende de regeling van de verhuur van de woningen beheerd door de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij of door de openbare vastgoedmaatschappijen

De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, het artikel 20;

Gelet op de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse Instellingen, het artikel 8;

Gelet op de ordonnantie van 17 juli 2003 houdende de Brusselse Huisvestingscode, de artikelen, 24 tot 33, 140, 144 en 166;

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 10 2021 met het oog op de socialisering van de huurprijzen van met sociale huisvesting gelijkgestelde woningen van openbare vastgoedbeheerders Gelet op het advies van de Adviesraad voor huisvesting en stadsvernieuwing gegeven op 09 09 2021;

Gelet op het advies van de BGHM, gegeven op 27 09 2021;

Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 09 06 2021;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op 28 06 2021;

Gelet op het advies nr. 69.982/1/V van de Raad van State, gegeven op 06 09 2021, in toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Gelet op de gelijkekansentest uitgevoerd op 16 06 2021, in toepassing van de ordonnantie van 4 oktober 2018 tot invoering van de gelijke kansentest;

Overwegende het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 december 2017Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 21/12/2017 pub. 28/05/2018 numac 2018030200 bron brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende de regels die van toepassing zijn op de woningen die door openbare vastgoedbeheerders en door de sociale verhuurkantoren te huur worden gesteld sluiten houdende de regels die van toepassing zijn op de woningen die door openbare vastgoedbeheerders en door de sociale verhuurkantoren te huur worden gesteld;

Overwegende het Noodplan Huisvesting goedgekeurd door beslissing van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 17 december 2020, actie 3: "Socialisering van het openbare woningenbestand" (punt 41);

Overwegende de uitvoering van actie 10 van het Noodplan Huisvesting: "Het sluiten van huisvestingsovereenkomsten met de gemeenten", goedgekeurd bij besluit van de regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 25 maart 2021 (punt 31);

Op voordracht van de minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering bevoegd voor Territoriale Ontwikkeling en de hem toegevoegde Staatssecretaris;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.In artikel 2 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 26 september 1996 houdende de regeling van de verhuur van de woningen beheerd door de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij of door de openbare vastgoedmaatschappijen wordt § 1 als volgt aangevuld: « 40° : de met sociale huisvesting gelijkgestelde woning: een woning die door een gemeente, een OCMW of de Regie der Gebouwen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wordt verhuurd ten gunste van gezinnen met een bescheiden inkomen waarvan de toelatings- en inkomensvoorwaarden zijn bepaald in de artikelen 5bis en 66 van onderhavig besluit; 41° : de gesocialiseerde huurprijs: de huurprijs die de huurder moet betalen aan de openbare vastgoedbeheerder voor een met sociale huisvesting gelijkgestelde woning volgens de voorwaarden bepaald bij het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 oktober 2021 met het oog op de socialisering van de huurprijzen van met sociale huisvesting gelijkgestelde woningen van openbare vastgoedbeheerders en berekend volgens de regels bepaald bij de artikelen 25, 26, 31, 57, §§ 1 en 2, 58 tot 60, 61, §§ 1 en 2, 1° tot 2° bis, 61, § 4 en 64 van onderhavig besluit;»

Art. 2.In hetzelfde besluit wordt een als volgt gesteld artikel 2ter ingevoegd: " Art. 2ter. "Voor de toepassing van onderhavig besluit wordt onder werkdag verstaan: elke dag met uitzondering van zaterdagen, zondagen en feestdagen."

Art. 3.In hoofdstuk III, Afdeling 1 van hetzelfde besluit wordt een als volgt gesteld artikel 31bis ingevoegd: «

Art. 31bis.§ 1. De aanvraag voor een sociale woning ingediend door een kandidaat-huurder die huurder is van een met sociale huisvesting gelijkgestelde woning wordt geschrapt uit het register wanneer die huurder de toepassing van een gesocialiseerde huurprijs geniet op voorwaarde dat de aanvraag voor een sociale woning werd ingediend vóór de toepassing van de gesocialiseerde huurprijs.

De referentiemaatschappij voert die schrapping uit nadat de BGHM haar het aanhangsel aan de betrokken huurovereenkomst heeft doorgestuurd waarin het bedrag van de gesocialiseerde huurprijs en de datum van inwerkingtreding van die huurprijs worden vermeld.

De schrapping treedt in werking op de datum van toepassing van de gesocialiseerde huurprijs.

Binnen de dertig werkdagen betekent de referentiemaatschappij met elk middel dat een vaste verzenddatum waarborgt de behoorlijk gemotiveerde en gedateerde beslissing tot schrapping aan de kandidaat-huurder.

Hieruit volgt dat de geschrapte kandidaat-huurder zich gedurende een moratorium van zes maanden niet opnieuw bij een referentiemaatschappij mag inschrijven.

Overeenkomstig artikel 76 § 1 van de Brusselse Huisvestingscode kan de kandidaat-huurder, binnen de zes maanden na de betekening, bij de referentiemaatschappij klacht indienen tegen deze beslissing.

Als de huurder van een woning met een gesocialiseerde huurprijs zich na het moratorium van zes maanden volgend op de schrapping opnieuw inschrijft bij een referentiemaatschappij, verliest hij het voordeel van de anciënniteit die voortvloeit uit zijn oorspronkelijke inschrijving die door de toepassing van een gesocialiseerde huurprijs werd geschrapt. § 2. Indien de kandidaat-huurder de toepassing van een gesocialiseerde huurprijs niet meer kan genieten naar aanleiding van een van zijn wil onafhankelijke omstandigheid, wordt de schrapping van zijn aanvraag voor een sociale woning opgeheven en behoudt hij het voordeel van de aan zijn oorspronkelijke aanvraag verbonden anciënniteit De referentiemaatschappij verzaakt aan de schrapping nadat de BGHM het bewijs van het einde van de toepassing van een gesocialiseerde huurprijs heeft toegestuurd. De sociaal afgevaardigde bekrachtigt de verzaking aan de schrapping.

Binnen de dertig werkdagen betekent de referentiemaatschappij met elk middel dat een vaste verzenddatum waarborgt de behoorlijk gemotiveerde en gedateerde beslissing tot verzaking aan de kandidaat-huurder. § 3. Vanaf 2024 kan een nieuwe aanvraag voor een sociale woning van een kandidaat-huurder die daarvóór de toepassing van een gesocialiseerde huurprijs geniet, niet onontvankelijk worden verklaard of worden geschrapt op grond van het feit dat die kandidaat-huurder een gesocialiseerde huurprijs geniet.

Art. 4.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

De Minister die bevoegd is voor Territoriale Ontwikkeling is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, op 21 oktober 2021.

Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering: De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Territoriale Ontwikkeling, R. VERVOORT