Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 25 juni 2020
gepubliceerd op 17 augustus 2020

Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot toekenning van leningen aan de gemeenten in uitvoering van artikel 2, § 4, van de ordonnantie van 8 april 1993 houdende oprichting van het Brussels Gewestelijk Herfinancieringsfonds van de Gemeentelijke Thesaurieën

bron
brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2020042521
pub.
17/08/2020
prom.
25/06/2020
ELI
eli/besluit/2020/06/25/2020042521/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

25 JUNI 2020. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot toekenning van leningen aan de gemeenten in uitvoering van artikel 2, § 4, van de ordonnantie van 8 april 1993 houdende oprichting van het Brussels Gewestelijk Herfinancieringsfonds van de Gemeentelijke Thesaurieën


De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op de ordonnantie van 8 april 1993 houdende oprichting van het Brussels Gewestelijk Herfinancieringsfonds van de gemeentelijke thesaurieën en meer bepaald de artikelen 2, § 4; 3, § 2; 4 §§ 1 en 4, gewijzigd bij de ordonnantie van 24 november 2011;

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 1 juli 1993 betreffende het beheer van het Brussels Gewestelijk Herfinancieringsfonds van de Gemeentelijke Thesaurieën, artikel 6;

Gelet op de advies van de Inspectie van Financiën van 25 mei 2020;

Gelet op het akkoord van de Minister van de Begroting;

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 16 april 2020Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 16/04/2020 pub. 22/04/2020 numac 2020030707 bron brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot toekenning van een investeringsdotatie van EUR 1.500.000,00 aan het Parkeeragentschap van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest in 2020 type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 16/04/2020 pub. 27/10/2020 numac 2020042379 bron brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot toekenning van een bijzondere subsidie aan de Stad Brussel en aan de gemeenten Anderlecht, Etterbeek, Elsene en Sint- Gillis, in toepassing van de ordonnantie van 13 februari 2003 sluiten tot toekenning aan de gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, aan de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie en aan de Brusselse Agglomeratie van hun aandeel in de Algemene Dotatie aan de gemeenten en de OCMW's voor 2020;

Gelet op de bevolkingsgroei in het Brussels Gewest en de nood aan collectieve voorzieningen;

Overwegende dat de begroting van het Brussels Gewestelijk Herfinancieringsfonds van de Gemeentelijke Thesaurieën voor het boekjaar 2020 voorziet in 40.000.000 euro aan vastleggingskredieten en hetzelfde bedrag aan vereffeningskredieten, aan te rekenen op basisallocatie 05.001.29.01.8532, en dat er in zijn meerjarenbegroting voor de boekjaren 2021 en 2022 voorzien is in een jaarlijks tussenkomstvermogen van 30.000.000 euro;

Op de voordracht van de Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering bevoegd voor de Plaatselijke Besturen;

Na beraadslaging;

Besluit :

Artikel 1.§ 1. Binnen de grenzen van het beschikbare budget kan het Brussels Gewestelijk Herfinancieringsfonds van de Gemeentelijke Thesaurieën, hierna 'het Fonds' genoemd, de gemeenten leningen van maximaal 60.000.000 euro toekennen voor de boekjaren 2020 tot 2022. § 2. De leningen worden afgesloten voor een termijn van 20 jaar en zijn terugbetaalbaar via jaarlijkse afbetalingen. Ze dienen uitsluitend voor het financieren van investeringen die gedaan worden in het kader van de bevolkingsgroei.

Art. 2.§ 1. De maximale leencapaciteit van elke gemeente wordt bepaald naar rato van hun aandeel in de algemene dotatie aan de gemeenten vastgesteld bij regeringsbesluit van 16 april 2020 tot toekenning aan de gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, aan de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie en aan de Brusselse Agglomeratie van hun aandeel in de algemene dotatie aan de gemeenten en de OCMW's van 2020. § 2. De toegekende lening mag maximaal 100 % beslaan van de in artikel 1 bedoelde investeringen.

Art. 3.§ 1. De gemeente moet uiterlijk tegen 30 september 2020 het overzicht bezorgen van de investeringsprojecten die met een in artikel 1 bedoelde lening gefinancierd kunnen worden. § 2. Aan het overzicht dat op 30 september 2020 ingediend werd, kunnen wijzigingen worden aangebracht door middel van een gemotiveerd verzoek aan het Fonds. Elke aanvraag tot wijziging moet uiterlijk op 1 september 2022 bij het Fonds worden ingediend. § 3. Het overzicht en de wijzigingen moeten worden ingediend met behulp van een formulier, waarvan het model bepaald wordt door de minister van Plaatselijke Besturen, hierna 'de minister' genoemd, en volgens de nadere regels die daartoe werden vastgesteld. § 4. Enkel investeringen die vaste activa met een minimale afschrijvingsduur van twintig jaar dekken, overeenkomstig de bijlage bij het koninklijk besluit van 2 augustus 1990 houdende het algemeen reglement op de gemeentelijke comptabiliteit en de ministeriële omzendbrief van 15 november 2000 over het onderscheid tussen de gewone en de buitengewone dienst van de gemeentebegrotingen, komen in aanmerking voor de toekenning van een in artikel 1 bedoelde lening. § 5. Als de lening bestemd is voor de gedeeltelijke of integrale financiering van werken, moeten de uitgaven vastgelegd of de opdrachten aangekondigd zijn in 2020, 2021 of 2022. Als de lening bestemd is voor de gedeeltelijke of integrale financiering van een aankoop, moeten de uitgaven vastgelegd zijn in 2020, 2021 of 2022.

Art. 4.Het Fonds onderzoekt of de investeringsuitgaven die vermeld zijn in het overzicht en de wijzigingen ervan in aanmerking komen. Het Fonds deelt uiterlijk op 30 oktober 2020 zijn goedkeuring van het overzicht mee en beschikt over 30 dagen om zijn goedkeuring van de wijzigingen mee te delen. De termijn gaat in op de dag volgend op de ontvangstdatum van de wijzigingsaanvraag en de vervaldag wordt meegerekend in de termijn. Indien de vervaldag op een zaterdag, een zondag of een feestdag valt, wordt hij verschoven naar de volgende werkdag.

Als het Fonds zijn goedkeuring gegeven heeft, moet de gemeente vóór 1 november 2022 een aanvraag tot toekenning van de lening indienen. De minister bepaalt de praktische nadere regels voor de indiening van de aanvraag.

Voor elke volgens het Fonds in aanmerking komende investering moet een afzonderlijke aanvraag tot toekenning van een lening worden ingediend.

Art. 5.Elke in artikel 1 bedoelde toekenning van een lening vormt het voorwerp van een aparte overeenkomst tussen de gemeente en het Fonds.

De minister stelt het model van de overeenkomst vast.

Als de lening bestemd is voor de financiering van werken, bezorgt de gemeente vooraf een kopie van de beraadslaging op basis waarvan de bevoegde instantie de opdracht gegund heeft, evenals de kopie van de kennisgeving van het order aan de begunstigde van de opdracht voor werken ingeval het order al het voorwerp vormde van een kennisgeving aan de begunstigde.

Als de lening voor een aankoop bestemd is, bezorgt de gemeente vooraf een kopie van de beraadslaging op basis waarvan de bevoegde instantie de verwerving principieel goedgekeurd heeft en waarin de toekomstige bestemming van het goed gepreciseerd is, evenals de kopie van de voorlopige koopakte van het goed in kwestie.

De overeenkomst moet de datum vermelden waarop de lening beschikbaar wordt. Deze mag niet later dan 31 december 2022 zijn.

Art. 6.De kapitaal- en intrestlasten van de toegekende leningen worden oninvorderbaar verklaard overeenkomstig artikel 3, § 2 van de ordonnantie van 8 april 1993 houdende oprichting van het Brussels Gewestelijk Herfinancieringsfonds van de gemeentelijke thesaurieën, als aan alle volgende voorwaarden is voldaan : 1° het jaarlijks voorleggen van een verslag over de voortgang van de gefinancierde investering totdat deze volledig gerealiseerd is.Dit verslag moet elk jaar tegen 30 juni worden overgemaakt. De minister bepaalt het model voor het verslag en de nadere praktische regels voor de indiening ervan. 2° De indiening, binnen een termijn van 180 dagen vanaf de voorlopige oplevering van de werken of vanaf de koopakte, van een eindafrekening van alle betalingen die met behulp van de toegekende lening werden gedaan.De termijn gaat in op de dag volgend op de voorlopige oplevering of de ondertekening van de akte, en de vervaldag wordt meegerekend in de termijn. Indien de vervaldag op een zaterdag, een zondag of een feestdag valt, wordt hij verschoven naar de volgende werkdag.

Art. 7.§ 1. Als de toegekende lening gebruikt wordt voor de gedeeltelijke of integrale financiering van werken, moeten de volgende verantwoordingsstukken aan de in artikel 6, 2° vermelde eindafrekening worden toegevoegd : 1° de kopie van de kennisgeving van het order aan de opdrachtnemer van de opdracht voor werken;2° de door de bevoegde instantie goedgekeurde eindafrekening van de werken of, in geval van een geschil met de aannemer, de voorlopige eindafrekening van de werken;3° de kopieën van de facturen en rekeninguittreksels als bewijs van de betalingen die met behulp van de toegekende lening werden uitgevoerd;4° een verklaring op erewoord van de financieel verantwoordelijke die vermeldt of de investering het voorwerp vormt van door de gemeente ontvangen inkomsten op grond van om het even welke wetgeving, regelgeving, overeenkomst of eenzijdige akte en waarin het voorwerp en het bedrag van deze inkomsten vermeld worden.5° een verklaring op erewoord van de financieel verantwoordelijke als bewijs van de betaling van de btw als de btw rechtstreeks aan de administratie wordt betaald. § 2. Als de lening gebruikt wordt voor de financiering van een aankoop, moeten de volgende verantwoordingsstukken aan de in artikel 6, 2° vermelde eindafrekening worden toegevoegd : 1° de eindafrekening van de aankoop;2° de kopieën van de rekeninguittreksels als bewijs van de betalingen die met behulp van de toegekende lening werden uitgevoerd;3° een kopie van de koopakte;4° een verklaring op erewoord van de financieel verantwoordelijke die vermeldt of de investering het voorwerp vormt van door de gemeente ontvangen inkomsten op grond van om het even welke wetgeving, regelgeving, overeenkomst of eenzijdige akte en waarin het voorwerp en het bedrag van deze inkomsten vermeld worden.

Art. 8.Als uit de in artikel 6 bedoelde eindafrekening niet blijkt dat de toegekende lening integraal gebruikt werd voor de financiering van de investering waarvoor ze werd toegekend, eist de minister van de gemeente dat ze het niet-gebruikte deel terugbetaalt.

Art. 9.Het Fonds is gemachtigd om op stukken en ter plaatse iedere mogelijke controle uit te oefenen op de benutting van de toegekende lening.

Art. 10.Door de lening te aanvaarden, verbindt de gemeente zich ertoe het door de lening gefinancierde goed zonder de voorafgaande toelating van het Fonds niet te vervreemden en evenmin de bestemming ervan te wijzigen.

Art. 11.Als de minister nadat hij terugbetalingen oninvorderbaar verklaard heeft, vaststelt dat niet langer voldaan wordt aan een of meerdere van de in de artikelen 6 tot 10 vermelde voorwaarden, zet hij de oninvorderbaarheid van de betrokken lening onmiddellijk stop.

Art. 12.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 25 juni 2020.

Art. 13.De minister bevoegd voor Plaatselijke Besturen, wordt belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 25 juni 2020.

Voor de Regering : De minister-president van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, R. VERVOORT De minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, bevoegd voor Plaatselijke besturen, B. CLERFAYT

BIJLAGE - Maximale leencapaciteit per gemeente - verdeling

Verdeling in de ADG voor 2019 Répartition dans la DGC pour 2019

Aandeel Quote-part

Maximale leencapaciteit per gemeente voor 2020-22 - Capacité maximale d'octroi de prêt pour 2020-22

Anderlecht

41.466.351

11,57 %

6.943.166

Auderghem Oudergem

3.870.159

1,08 %

648.023

Berchem Ste Agathe St-Agatha-Berchem

5.554.038

1,55 %

929.974

Bruxelles Brussel

43.906.939

12,25 %

7.351.821

Etterbeek

15.072.736

4,21 %

2.523.794

Evere

10.405.208

2,90 %

1.742.258

Forest Vorst

19.248.771

5,37 %

3.223.033

Ganshoren

6.960.140

1,94 %

1.165.413

Ixelles Elsene

20.125.193

5,62 %

3.369.782

Jette

17.091.285

4,77 %

2.861.782

Koekelberg

9.625.660

2,69 %

1.611.730

Molenbeek-St-Jean St-Jans-Molenbeek

48.655.715

13,58 %

8.146.960

Saint-Gilles Sint-Gillis

22.817.297

6,37 %

3.820.550

Saint-Josse-ten-Noode Sint-Joost-ten-Noode

14.369.759

4,01 %

2.406.086

Schaerbeek Schaarbeek

56.114.467

15,66 %

9.395.861

Uccle Ukkel

9.197.318

2,57 %

1.540.008

Watermael-Boitsfort Watermaal-Bosvoorde

3.511.299

0,98 %

587.935

Woluwe St Lambert Sint-Lambrechts-Woluwe

6.444.633

1,80 %

1.079.096

Woluwe St Pierre Sint-Pieters-Woluwe

3.898.259

1,09 %

652.728


Total / Totaal

358.335.227

100,00 %

60.000.000,00


Gezien om bij het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering gevoegd te worden.

Namens de regering : De Minister-President, R. VERVOORT De Minister belast met de plaatselijke Besturen, B. CLERFAYT

^