gepubliceerd op 11 maart 2016
Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot vaststelling van de graden van de personeelsleden van het Brussels planningsbureau die eenzelfde trap van de hiërarchie vormen
25 FEBRUARI 2016. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot vaststelling van de graden van de personeelsleden van het Brussels planningsbureau die eenzelfde trap van de hiërarchie vormen
De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken, gecoördineerd op 18 juli 1966;
Gelet op artikel 11, § 1, eerste lid van de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut;
Gelet op de ordonnantie van 29 juli 2015 houdende oprichting van het Brussels Planningsbureau;
Gelet op het personeelsplan voor het Brussels Planningsbureau dat op 10 september 2015 door de Brusselse Hoofdstedelijke Regering werd goedgekeurd;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 12 mei 2015;
Gelet op de raadpleging van de erkende syndicale organisaties in toepassing van artikel 54, tweede lid, van de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken, gecoördineerd op 18 juli 1966, en op de antwoorden van deze organisaties;
Gelet op het advies van 20 november 2015 van de Vaste Commissie voor Taaltoezicht;
Op de voordracht van de Minister-President, bevoegd voor het openbaar ambt;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.In toepassing van artikel 43, § 2, van de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken, gecoördineerd op 18 juli 1966, worden de verschillende graden die eenzelfde trap van de hiërarchie vormen vastgesteld als volgt: Eerste trap: de graden die behoren tot de rangen A5 en A4+;
Tweede trap: de graden die behoren tot de rangen A4 en A3;
Derde trap: de graden die behoren tot de rangen A2 en A1;
Vierde trap: de graden die behoren tot de rangen B2 en B1;
Vijfde trap: de graden die behoren tot de rangen C2 en C1;
Zesde trap: de graden die behoren tot de rangen D2 en D1 en E2 en E1.
Art. 2.Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende het administatief statuut en de bezoldigingsregeling van het personeel van het Brussels Planningsbureau van kracht wordt.
Art. 3.De Minister-President, die bevoegd is voor het openbaar ambt, wordt belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 25 februari 2016.
Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering: De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, R. VERVOORT