Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 15 december 2011
gepubliceerd op 26 januari 2012

Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 11 mei 2006 tot aanduiding van de agenten die belast zijn met het indienen van aanmaningen en het bevel tot tenuitvoerlegging ervan in toepassing van artikel 32, § 5, derde lid van de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en in toepassing van artikel 24, § 4, derde lid, van de ordonnantie van 1 april 2004 betreffende de organisatie van de gasmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, betreffende wegenisretributies inzake gas en elektriciteit en houdende wijziging van de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

bron
ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2011031651
pub.
26/01/2012
prom.
15/12/2011
ELI
eli/besluit/2011/12/15/2011031651/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

15 DECEMBER 2011. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 11 mei 2006 tot aanduiding van de agenten die belast zijn met het indienen van aanmaningen en het bevel tot tenuitvoerlegging ervan in toepassing van artikel 32, § 5, derde lid van de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en in toepassing van artikel 24, § 4, derde lid, van de ordonnantie van 1 april 2004 betreffende de organisatie van de gasmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, betreffende wegenisretributies inzake gas en elektriciteit en houdende wijziging van de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest


De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen, inzonderheid op artikel 83quinquies ;

Gelet op de ordonnantie van 1 april 2004 betreffende de gasmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, inzonderheid op het artikel 24, § 3, van deze ordonnantie;

Gelet op de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, inzonderheid op het artikel 32, § 4, van deze ordonnantie;

Overwegende dat op 1 januari 2012 Mevr. Liliane Malpas, die de functie bekleedt van Ontvanger van de Agglomeratie Brussel, op rust wordt gesteld;

Overwegende dat het noodzakelijk is dat de bestaande regeringsbesluiten waarin de aanstelling wordt gedaan van de ambtenaren in de uitoefening van de gewestelijke bevoegdheden worden aangepast;

Overwegende de wijziging die aan artikel 32 van de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest werd aangebracht door artikel 59 van de ordonnantie van 20 juli 2011 tot wijziging van de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en van de ordonnantie van 12 december 1991 houdende oprichting van begrotingsfondsen;

Overwegende de wijziging die aan artikel 24 van de ordonnantie van 1 april 2004 betreffende de organisatie van de gasmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, betreffende wegenisretributies inzake gas en elektriciteit en houdende wijziging van de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest werd aangebracht door artikel 43 van de ordonnantie van 20 juli 2011 tot wijziging van de ordonnantie van 1 april 2004 betreffende de organisatie van de gasmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, betreffende wegenisretributies inzake gas en elektriciteit en houdende wijziging van de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;

Overwegende dat ervoor dient te worden gezorgd dat de continuïteit van de werking van de gewestelijke fiscaliteit verzekerd blijft;

Op voordracht van de Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot wiens bevoegdheden de Financiën behoren en van de Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot wiens bevoegdheden het Leefmilieu behoort en van de Staatssecretaris tot wiens bevoegdheden de Ambtenaren zaken behoren;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.§ 1. In het artikel 3 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 11 mei 2006 tot aanduiding van de agenten die belast zijn met het indienen van aanmaningen en het bevel tot tenuitvoerlegging ervan in toepassing van artikel 32, § 5, derde lid, van de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en in toepassing van artikel 24, § 4, derde lid, van de ordonnantie van 1 april 2004 betreffende de organisatie van de gasmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, betreffende wegenisretributies inzake gas en elektriciteit en houdende wijziging van de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest worden de woorden « de ontvanger van de agglomeratie Brussel » vervangen door de woorden « de rekenplichtige van ontvangsten belast met fiscale zaken ». § 2. In het artikel 3 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 11 mei 2006 tot aanduiding van de agenten die belast zijn met het indienen van aanmaningen en het bevel tot tenuitvoerlegging ervan in toepassing van artikel 32, § 5, derde lid, van de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en in toepassing van artikel 24, § 4, derde lid, van de ordonnantie van 1 april 2004 betreffende de organisatie van de gasmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, betreffende wegenisretributies inzake gas en elektriciteit en houdende wijziging van de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wordt een tweede paragraaf ingevoerd, luidend als volgt : « § 2. In geval van afwezigheid van de rekenplichtige van de ontvangsten belast met fiscale zaken, worden de bevoegdheden bedoeld in § 1 van dit artikel uitgeoefend door de plaatsvervangend rekenplichtige van ontvangsten belast met fiscale zaken. »

Art. 2.De wijzigingen aangebracht aan het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 11 mei 2006 tot aanduiding van de agenten die belast zijn met het indienen van aanmaningen en het bevel tot tenuitvoerlegging ervan in toepassing van artikel 32, § 5, derde lid van de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en in toepassing van artikel 24, § 4, derde lid, van de ordonnantie van 1 april 2004 betreffende de organisatie van de gasmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, betreffende wegenisretributies inzake gas en elektriciteit en houdende wijziging van de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest door de artikelen 1 en 2 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 28 april 2011 tot wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 11 mei 2006 tot aanduiding van de agenten die belast zijn met het indienen van aanmaningen en het bevel tot tenuitvoerlegging ervan in toepassing van artikel 32, § 4, derde lid van de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en in toepassing van artikel 24, § 4, derde lid, van de ordonnantie van 1 april 2004 betreffende de organisatie van de gasmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, betreffende wegenisretributies inzake gas en elektriciteit en houdende wijziging van de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest worden opgeheven.

Art. 3.In de titel van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 11 mei 2006 tot aanduiding van de agenten die belast zijn met het indienen van aanmaningen en het bevel tot tenuitvoerlegging ervan in toepassing van artikel 32, § 5, derde lid, van de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en in toepassing van artikel 24, § 4, derde lid, van de ordonnantie van 1 april 2004 betreffende de organisatie van de gasmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, betreffende wegenisretributies inzake gas en elektriciteit en houdende wijziging van de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest worden de woorden « in toepassing van artikel 24, § 4, derde lid, van de ordonnantie van 1 april 2004 betreffende de organisatie van de gasmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest » vervangen door de woorden « in toepassing van artikel 24, § 3, derde lid, van de ordonnantie van 1 april 2004 betreffende de organisatie van de gasmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest ».

Art. 4.In artikel 3 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 11 mei 2006 tot aanduiding van de agenten die belast zijn met het indienen van aanmaningen en het bevel tot tenuitvoerlegging ervan in toepassing van artikel 32, § 5, derde lid van de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en in toepassing van artikel 24, § 4, derde lid, van de ordonnantie van 1 april 2004 betreffende de organisatie van de gasmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, betreffende wegenisretributies inzake gas en elektriciteit en houdende wijziging van de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest worden de woorden « in artikel 24, § 4, derde lid, van de " gasordonnantie " » vervangen door de woorden « in artikel 24, § 3, derde lid, van de " gasordonnantie " ».

Art. 5.Artikel 1 van dit besluit treedt in werking op 1 januari 2012.

De andere artikelen van dit besluit treden in werking op de dag van de bekendmaking van dit besluit.

Art. 6.De minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot wiens bevoegdheden de Financiën behoren en de minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot wiens bevoegdheden het Leefmilieu behoort, zijn belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 15 december 2011.

Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : De Minister-President, Ch. PICQUE De Minister van Financiën, Begroting en Externe Betrekkingen, G. VANHENGEL

^