gepubliceerd op 12 september 2011
Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 22 maart 2008 betreffende het gebruik van de kapitalen die voortkomen van het fonds B2 door het Woningfonds van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor zijn algemene verrichtingen van hypotheekleningen
14 JULI 2011. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 22 maart 2008Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 22/03/2008 pub. 10/06/2008 numac 2008031265 bron ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende het gebruik van de kapitalen die voortkomen van het fonds B2 door het Woningfonds van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor zijn algemene verrichtingen van hypotheekleningen type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 22/03/2008 pub. 10/06/2008 numac 2008031266 bron ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende het gebruik van de kapitalen die voortkomen van het fonds B2 door het Woningfonds van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor zijn verrichtingen van aanvullende hypotheekleningen voor jonge gezinnen type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 22/03/2008 pub. 28/08/2008 numac 2008031438 bron ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende het gebruik van de kapitalen die voortkomen van het fonds B2 door het Woningfonds van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor zijn verrichtingen van aanvullende hypotheekleningen voor jonge gezinnen sluiten betreffende het gebruik van de kapitalen die voortkomen van het fonds B2 door het Woningfonds van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor zijn algemene verrichtingen van hypotheekleningen
De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op de artikelen 79 tot 87 van de ordonnantie van 17 juli 2003 houdende de Brusselse Huisvestingscode vervolledigd door de ordonnantie van 1 april 2004, inzonderheid op artikel 80, § 1, 1° en 3°;
Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, van 22 maart 2008Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 22/03/2008 pub. 10/06/2008 numac 2008031265 bron ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende het gebruik van de kapitalen die voortkomen van het fonds B2 door het Woningfonds van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor zijn algemene verrichtingen van hypotheekleningen type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 22/03/2008 pub. 10/06/2008 numac 2008031266 bron ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende het gebruik van de kapitalen die voortkomen van het fonds B2 door het Woningfonds van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor zijn verrichtingen van aanvullende hypotheekleningen voor jonge gezinnen type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 22/03/2008 pub. 28/08/2008 numac 2008031438 bron ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende het gebruik van de kapitalen die voortkomen van het fonds B2 door het Woningfonds van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor zijn verrichtingen van aanvullende hypotheekleningen voor jonge gezinnen sluiten, betreffende het gebruik van de kapitalen die voortkomen van het fonds B2 door het Woningfonds van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor zijn algemene verrichtingen van hypotheekleningen;
Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, van 22 maart 2008Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 22/03/2008 pub. 10/06/2008 numac 2008031265 bron ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende het gebruik van de kapitalen die voortkomen van het fonds B2 door het Woningfonds van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor zijn algemene verrichtingen van hypotheekleningen type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 22/03/2008 pub. 10/06/2008 numac 2008031266 bron ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende het gebruik van de kapitalen die voortkomen van het fonds B2 door het Woningfonds van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor zijn verrichtingen van aanvullende hypotheekleningen voor jonge gezinnen type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 22/03/2008 pub. 28/08/2008 numac 2008031438 bron ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende het gebruik van de kapitalen die voortkomen van het fonds B2 door het Woningfonds van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor zijn verrichtingen van aanvullende hypotheekleningen voor jonge gezinnen sluiten, betreffende het gebruik van de kapitalen die voortkomen van het fonds B2 door het Woningfonds van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest voor zijn verrichtingen van aanvullende hypotheekleningen voor jonge gezinnen;
Gelet op de wet van 4 augustus 1992 op het hypothecair krediet.
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 28 januari 2011;
Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 7 april 2011;
Gelet op het Advies van de Adviesraad voor Huisvesting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, uitgebracht op 18 maart 2011;
Gelet op advies 49.531/3 van de Raad van State, gegeven op 3 mei 2011, met toepassing van artikel 84, § 1, 1°, van de op 12 januari 1973 gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Gelet op het Regeerakkoord 2009-2014 dat bepaalt dat : « In navolging van het beginsel dat elkeen recht heeft op huisvesting, zal de productie van woningen voor personen met een handicap en kroostrijke gezinnen verder ontwikkeld worden. De Regering zal tevens aandacht blijven hebben voor de vraag van jonge gezinnen met een middelgroot inkomen. De inspanningen om een aanbod aan woningen te ontwikkelen dat betaalbaar is voor middelgrote inkomens via het Woningfonds en de GOMB zullen worden voortgezet. De rol en de middelen van het Woningfonds zullen voortdurend worden gesteund. De voorwaarden tot toekenning van een lening zullen herzien worden en daarbij moet erop worden gelet dat de lening is aangepast aan de specifieke situaties (maximale beperking van de noodzaak aan persoonlijke inbreng, omkadering van het bedrag van de mensualiteit,...) »;
Overwegende dat het voornoemde Regeerakkoord bepaalt dat alternatieve middelen voor de toegang tot de huisvesting moeten worden ontwikkeld en de energierenovatie van woningen moet worden aangemoedigd;
Overwegende dat uit de vaststellingen van het Woningfonds voortvloeit dat de gemiddelde kostprijs per bruto bewoonbare m2 van de door zijn ontleners aangekochte woningen tussen 2003 en 2010 met 77 % is gestegen, terwijl de ABEX-index, die de evolutie van de waardeplafonds van de woningen en het leenbedrag vaststelt, niet in dezelfde verhouding is geëvolueerd; dat hieruit voortvloeit dat het gebruik van deze index in casu niet pertinent is;
Op voordracht van de Minister die bevoegd is voor Huisvesting;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.In de titel van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 22 maart 2008Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 22/03/2008 pub. 10/06/2008 numac 2008031265 bron ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende het gebruik van de kapitalen die voortkomen van het fonds B2 door het Woningfonds van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor zijn algemene verrichtingen van hypotheekleningen type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 22/03/2008 pub. 10/06/2008 numac 2008031266 bron ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende het gebruik van de kapitalen die voortkomen van het fonds B2 door het Woningfonds van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor zijn verrichtingen van aanvullende hypotheekleningen voor jonge gezinnen type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 22/03/2008 pub. 28/08/2008 numac 2008031438 bron ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende het gebruik van de kapitalen die voortkomen van het fonds B2 door het Woningfonds van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor zijn verrichtingen van aanvullende hypotheekleningen voor jonge gezinnen sluiten betreffende het gebruik van de kapitalen die voortkomen van het fonds B2 door het Woningfonds van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor zijn algemene verrichtingen van hypotheekleningen, worden de woorden « algemene verrichtingen van hypotheekleningen » vervangen door het woord « hypotheekkredieten ».
Art. 2.In artikel 1 van het voornoemde besluit, worden de volgende wijzigingen aangebracht : In lid 1, 5°, 6°, eerste en tweede streepje, 7° en 8°, worden de woorden « de hypotheeklening » vervangen door de woorden « het krediet » en de woorden « de hypotheeklening » door « het krediet ».
Lid 1, 9°, wordt als volgt vervangen : « Inkomsten : de inkomsten in de zin van artikel 6 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, de inkomsten verworven in het buitenland voor zover ze niet vallen onder de toepassing van deze bepaling en de inkomsten van de personen bedoeld in artikel 4 van het voornoemde Wetboek, van de aanvrager en van alle andere personen die deel uitmaken van zijn gezin, behalve van de kinderen van de aanvrager die op de referentiedatum jonger dan 25 jaar oud zijn; ».
Achter lid 1, 13°, wordt de volgende tekst ingevoegd : « 14° bruto bewoonbare m2 : de oppervlakte van de woonvertrekken, met inbegrip van de scheidingswanden, gevelmuren en de helft van de gemene muren, behalve de kelders, zolders en gemeenschappelijke ruimten (trappen, overlopen, hallen, sassen,...); 15° Gemiddelde kostprijs per bruto bewoonbare m2 : kostprijs van alle woningen aangekocht door middel van een krediet van het Fonds die is samengesteld uit de aankoopprijs van de woningen en de kostprijs van de bouw- of renovatiewerken, behalve de taksen en belastingen, gedeeld door het totale aantal bruto bewoonbare vierkante meters van de voornoemde woningen. Deze kostprijs wordt in overweging genomen voor een periode die ingaat op 1 november van een gegeven jaar en eindigt op 31 oktober van het daarop volgende jaar.
Woningen die door een overheid worden gesubsidieerd worden echter niet in overweging genomen bij de bepaling van de kostprijs per bruto bewoonbare m2. ». 16° Werken die het mogelijk maken om de energieprestatie van een gebouw te verbeteren : alle werken die een vermindering mogelijk maken van de daadwerkelijk verbruikte of geraamde energiehoeveelheid om in te spelen op de verschillende behoeften in geval van standaardgebruik van het gebouw, zoals o.a. verwarming, warmwater, een afkoelingssysteem, ventilatie en verlichting en dit door verschillende technieken, zoals isolatie, het gebruik van technieken met een verbeterd rendement of de zelfopwekking van energie ».
Art. 3.In artikel 2, lid 1, van het voornoemde besluit worden de woorden « om hypotheekleningen toe te staan, bestemd » vervangen door de woorden « om een van de in artikel 2 van de wet van 4 augustus 1992 op het hypothecair krediet bedoelde kredietvormen toe te staan, bestemd ».
Art. 4.Artikel 4 van het voornoemde besluit wordt als volgt gewijzigd : Paragraaf 1 wordt als volgt vervangen : « De inkomsten mogen niet hoger zijn dan 40.000 euro.
Dit bedrag wordt verhoogd tot 50.000 euro, indien alle personen die een aanvraag hebben ingediend op de referentiedatum jonger zijn dan 35 jaar of, in toepassing van artikel 15, indien alle ontleners op het moment van de aanpassing van de interestvoet jonger zijn dan 35 jaar.
De in de vorige leden vastgestelde bedragen worden verhoogd met 5.000 euro per persoon ten laste, met een maximum van 4 verhogingen. » In de Franse tekst, worden in paragraaf 2, lid 1, de woorden « ceux de » vervangen door de woorden « ceux afférents à ».
In de Nederlandstalige tekst wordt lid 1 van paragraaf 2 vervangen door « » De in rekening genomen inkomsten zijn die m.b.t. : ».
In paragraaf 3 wordt het cijfer « 2006 » vervangen door het cijfer « 2010 ».
Paragraaf 4 wordt als volgt vervangen : « Onverminderd paragraaf 2, lid 2, kan de aanvrager of ontlener, in voorkomend geval, wanneer hij aantoont dat hij in de onmogelijkheid verkeert een aanslagbiljet of fiscaal bewijs betreffende het geheel van de in artikel 1, 9°, bedoelde inkomsten voor te leggen, zijn inkomsten verantwoorden aan de hand van andere bewijsmiddelen. Het Fonds beoordeelt, in overeenstemming met de Regeringscommissarissen, de bewijswaarde van de aangebrachte bewijsmiddelen ».
Art. 5.Artikel 5 van het voornoemde besluit wordt als volgt gewijzigd : In paragraaf 1, lid 1, worden de woorden « de hypotheeklening » vervangen door de woorden « het krediet ».
In lid 1, eerste en tweede streepje, van dezelfde paragraaf worden de woorden « het verlijden van de akte van hypotheeklening » vervangen door de woorden « het afsluiten van het krediet ».
In lid 1, laatste streepje, van dezelfde paragraaf worden de woorden « de hypotheeklening » vervangen door de woorden « het krediet ».
In paragraaf 2, lid 1, eerste streepje, worden de woorden « de hypotheeklening » vervangen door de woorden « het krediet ».
In de Franse tekst worden in dezelfde paragraaf, lid 1, de woorden « d'1 » vervangen door de woorden « de 1 ».
In lid 1, laatste streepje, van dezelfde paragraaf worden de woorden « de hypotheeklening » vervangen door de woorden « het krediet ».
Art. 6.In de Nederlandstalige tekst van artikel 6, 1ste lid, wordt het woord « fonds » vervangen door « Fonds ».
Art. 7.Artikel 7 van het voornoemde besluit wordt als volgt gewijzigd : In paragraaf 2, lid 1, worden de woorden « de hypotheeklening « vervangen door de woorden « het krediet ».
In lid 1 van dezelfde paragraaf worden na het laatste streepje de woorden « zoals deze in de wettelijke bepalingen worden vastgesteld » vervangen door de woorden « zoals deze door de wettelijke bepalingen worden vastgesteld ».
In lid 2 van dezelfde paragraaf wordt het woord « verplichting » vervangen door het woord « conformiteitsverplichting ».
In paragraaf 3, lid 1, worden de woorden « verlijden van de akte van hypotheeklening » vervangen door de woorden « afsluiten van het krediet ».
Art. 8.Artikel 8 van het voornoemde besluit wordt als volgt gewijzigd : In lid 1 wordt het cijfer « 181.220 » vervangen door het cijfer « 265.500 ».
In hetzelfde lid worden de termen « 24.712 euro » vervangen door de termen « 10 % ».
In hetzelfde lid worden de woorden « vijf maal » vervangen door « 50 % ».
Lid 2 wordt als volgt vervangen : « Het in het eerste lid vastgestelde bedrag wordt jaarlijks op 1 januari aangepast, voor de eerste maal op 1 januari volgend op de bekendmaking van onderhavig besluit, in functie van de evolutie van de gemiddelde kostprijs per bruto bewoonbare m2. Indien het getal dat is samengesteld uit de drie laatste cijfers van het resultaat van deze rekenkundige operatie groter is dan 0 euro en kleiner of gelijk is aan 500 euro, wordt dit getal afgerond op 500 euro. In alle andere gevallen, wordt het resultaat afgerond op het hogere duizendtal.
Tussen de huidige leden 2 en 3 wordt een nieuw lid 3 ingevoegd dat als volgt luidt : « De referentiekostprijs is die op 31 oktober 2010. ».
Art. 9.In artikel 9 van het voornoemde besluit, worden de woorden « de hypotheeklening » vervangen door de woorden « het krediet ».
Art. 10.Artikel 10 van het voornoemde besluit wordt als volgt gewijzigd : In paragraaf 1, lid 1, worden de woorden « de hypotheeklening » vervangen door de woorden « het krediet ».
In paragraaf 2, lid 1, 5°, lid 1, lid 2, lid 3 en lid 4, worden de woorden « de hypotheeklening » vervangen door de woorden « het krediet ».
Er wordt tussen de paragrafen 2 en 3 een nieuwe paragraaf 2bis ingevoegd die als volgt luidt : « § 2bis. Wanneer de aanvrager niet in staat is om voldoende waarborgen te stellen aan de overdrager van het zakelijk recht dat hij op de woning wenst te verwerven, kan het Fonds, indien de aanvrager voldoet aan de ontvankelijkheidsvoorwaarden voor de toekenning van een krediet in toepassing van het onderhavig besluit en indien er blijkt voldaan te zijn aan de in artikel 19 vastgestelde voorwaarde, zelf waarborg verlenen onder een vorm die het zelf bepaalt. » In paragraaf 3, worden de woorden « de hypotheeklening » vervangen door de woorden « het krediet ».
In dezelfde paragraaf, wordt het cijfer « 120.814 » vervangen door « 177.000 ».
In dezelfde paragraaf, wordt het cijfer « 19.769 » vervangen door « 29.000 ».
In dezelfde paragraaf, worden achter lid 1 de volgende leden ingevoegd : « De in lid 1 bedoelde bedragen worden jaarlijks op 1 januari aangepast, voor de eerste maal op 1 januari volgend op de bekendmaking van onderhavig besluit, in functie van de evolutie van de gemiddelde kostprijs per bruto bewoonbare m2 en naar boven afgerond tot op een euro.
De referentiekostprijs is die op 31 oktober 2010. ».
De tekst van paragraaf 4 wordt als volgt vervangen : « § 4. Het bedrag van de lening vastgesteld in toepassing van paragraaf 3 kan, indien nodig, worden verhoogd met het in artikel 16bis, lid 2, bedoelde bedrag voor de financiering van de in lid 3 van dat artikel bedoelde werken. » De tekst van paragraaf 5 wordt als volgt vervangen : « Als de ontlener, in het raam van de vastgoedverrichting waarop het krediet of de daaraan verbonden kosten betrekking hebben, voldoet aan alle voorwaarden voor het bekomen van een teruggave van de registratierechten en/of van de belastingen op de toegevoegde waarde of van een financiële tegemoetkoming van het Gewest of een andere overheid, kan het Fonds eisen dat hij zich er toe verbindt al het nodige te doen om deze teruggave te bekomen en het verkregen bedrag aan te wenden voor de vervroegde terugbetaling van het krediet. »
Art. 11.Artikel 11 van het voornoemde besluit wordt als volgt gewijzigd : In paragraaf 1, worden de woorden « de hypotheeklening » vervangen door de woorden « het krediet ».
In dezelfde paragraaf worden de woorden « dat hoofdzakelijk bestemd is voor » ingevoegd tussen de woorden « heropname van het krediet » en « voor de uitvoering van werken ».
In de Franse tekst van dezelfde paragraaf, wordt het woord « pour » geschrapt in de formulering « pour l'exécution de travaux ».
In paragraaf 2 van de Franse tekst, worden de woorden « prêt hypothécaire » vervangen door het woord « crédit ».
In paragraaf 2 van de Nederlandstalige tekst worden de woorden « aanvraag van een hypotheeklening » vervangen door het woord « kredietaanvraag ».
In de Nederlandstalige tekst van dezelfde paragraaf, worden de woorden « hetzij het reeds terugbetaalde kapitaal, hetzij » vervangen door « het reeds terugbetaalde kapitaal, noch groter dan ».
In de Nederlandstalige tekst van dezelfde paragraaf, worden in lid 2 de woorden « saldo van de hypotheeklening » vervangen door « saldo van het krediet ».
In dezelfde paragraaf, wordt het laatste lid als volgt vervangen : « Het Fonds kan, middels het akkoord van de Minister, het in lid 2 bedoelde bedrag aanpassen. ».
In de Nederlanstalige tekst van paragraaf 3, wordt het woord « zijn » ingevoegd tussen de woorden « geheel van » en « verrichtingen beslist ».
Art. 12.Artikel 12 van het voornoemde besluit wordt als volgt gewijzigd : Voor lid 1 worden de woorden « § 1 » ingevoegd.
In de eerste zin van lid 1, worden de woorden « in eerste of tweede rang » vervangen door de woorden « in eerste, twee of derde rang ».
In de tweede zin van lid 1, wordt de woorden « de lening » telke male vervangen door « het krediet ».
In dezelfde zin, worden tussen het woord « tweede » en het woord « hypotheekrang » de woorden « of derde » ingevoegd.
In dezelfde zin, worden tussen het woord « eerste » en het woord « hypotheekrang » de woorden « en, in voorkomend geval, tweede, » ingevoegd.
In het tweede lid, worden de woorden « de inschrijving in eerste hypotheekrang is genomen » vervangen door de woorden « de inschrijvingen in vroegere hypotheekrangen werden genomen ».
In hetzelfde lid, worden de woorden « de hypotheeklening in tweede rang » vervangen door de woorden « het krediet in tweede of derde rang, afhankelijk van het geval ».
In het derde lid, worden de woorden « de eerste hypotheekrang is genomen ten gunste van een derde, dan onthoudt de ontlener » vervangen door « de ontlener de woning gehypothekeerd heeft ten gunste van een derde of de woning hiervoor vatbaar is en de inschrijving of de inschrijvingen een vroegere rang bezetten dan die van het Fonds, dan onthoudt hij ».
In het voornoemde artikel wordt een paragraaf 2 ingevoegd die als volgt luidt : « Als het Fonds dit gerechtvaardigd acht, kan er in de kredietakte worden opgenomen dat, in afwijking van § 1, het Fonds over het recht beschikt om ten zijnen gunste een hypothecaire inschrijving op de woning in eerste, tweede of derde hypotheekrang te eisen.
In voorkomend geval, zijn de regels tot vaststelling van het in paragraaf 1 bepaalde maximale leenbedrag eveneens van toepassing. ».
Art. 13.In artikel 13 van het voornoemde besluit, wordt de woorden « de hypotheeklening » vervangen door de woorden « het krediet ».
Art. 14.Vóór artikel 14, wordt het volgend opschrift ingevoegd : « Afdeling 1 : algemene bepalingen ».
Art. 15.Artikel 14 van het voornoemde besluit wordt als volgt gewijzigd : In paragraaf 1, worden de woorden « Onverminderd artikel 16bis, wordt » ingevoegd vóór de woorden « De jaarlijkse rentevoet ».
In dezelfde paragraaf, wordt het woord « De » vervangen door het woord « de ».
In dezelfde paragraaf, worden de woorden « de hypotheeklening » vervangen door de woorden « het krediet ».
In de Nederlandstalige tekst van dezelfde paragraaf wordt het woord « wordt », voor het woord « vastgesteld », geschrapt.
In dezelfde paragraaf, worden de woorden « van dit artikel » vervangen door de woorden « van deze afdeling ».
In paragraaf 2 worden de woorden « bedrag van de hypotheeklening » vervangen door het woord « krediet ».
In dezelfde paragraaf, worden de woorden « MI = het maximumbedrag voor de inkomsten, bedoeld in artikel 4, § 1, eerste lid, en § 3 » vervangen door de woorden « MI = het maximumbedrag voor de inkomsten, bedoeld in artikel 4, § 1, lid 1, of lid 2, afhankelijk van het geval dat erin bedoeld wordt, en § 3. ».
In dezelfde paragraaf worden in lid 2 de woorden « die op deze wijze berekend wordt, mag niet kleiner zijn dan 2 %. Hij » geschrapt.
In paragraaf 3, wordt het cijfer « 4,10 » vervangen door het cijfer « 5 ».
De tweede zin in dezelfde paragraaf wordt geschrapt.
Paragraaf 4 wordt als volgt vervangen : « § 4. De jaarlijkse rentevoet, zoals bedoeld in § 2 van dit artikel, wordt verminderd met 0,50 % per jaar per persoon ten laste. De vermindering voor personen ten laste mag evenwel niet groter zijn dan 2 % per jaar. Om deze vermindering te bepalen, wordt het aantal personen ten laste in aanmerking genomen dat geldt op de dag waarop het Fonds oordeelt over de kredietaanvraag.
Onverminderd de bepalingen van artikel 5 en § 5 van onderhavig artikel, mag de jaarlijkse rentevoet die op deze wijze wordt berekend : - niet kleiner dan 1,75 % en niet groter dan 3,50 % zijn, als alle personen die aanvrager zijn op de referentiedatum jonger zijn dan 35 jaar; - of niet kleiner dan 1,50 % en niet groter dan 4,50 % zijn, als de aanvrager twee personen ten laste heeft; - of niet kleiner dan 1,25 % en niet groter dan 4,50% zijn, als de aanvrager ten minste drie personen ten laste heeft.
Als de situatie van de aanvrager beantwoordt aan meerdere van de hierboven bedoelde gevallen, wordt er bij de aanpassing van de intrestvoet gekozen voor de meest voordelige oplossing voor de aanvrager.
In alle andere gevallen, mag de jaarlijkse intrestvoet niet kleiner dan 2 % en niet groter dan 4,50 % zijn. ».
In de Franse tekst, worden in paragraaf 5, lid 2, de woorden « , en fonction du produit locatif » ingevoegd tussen de woorden « le Fonds peut » en « appliquer une majoration ».
In de Franse tekst, worden in hetzelfde lid de woorden « d'1 » vervangen door de woorden « de 1 ».
In de Franse tekst, worden in hetzelfde lid de woorden « précité en fonction du produit locatif » geschrapt.
Er wordt een paragraaf 6 ingevoegd die als volgt luidt : « § 6. Het Fonds kan de in de paragrafen 2 tot 5 bedoelde rentevoeten aanpassen middels het akkoord van de Minister. ».
Art. 16.Artikel 15 van het voornoemde besluit wordt als volgt gewijzigd : In paragraaf 1, worden de woorden « de hypotheeklening » vervangen door de woorden « het krediet ».
In de Nederlandstalige tekst van dezelfde paragraaf, worden de woorden « de eerste keer op de eerste » vervangen door « de eerste keer op ».
In dezelfde paragraaf, worden de woorden « verlijden van de akte » vervangen door de woorden « afsluiten van ».
In paragraaf 2, lid 1, wordt het eerste streepje als volgt vervangen : « - enerzijds, alle inkomsten in de zin van artikel 6 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, de inkomsten verworven in het buitenland voor zover ze niet vallen onder de toepassing van deze bepaling en de inkomsten van de personen bedoeld in artikel 4 van het voornoemde Wetboek, van de aanvrager en van alle andere personen die deel uitmaken van zijn gezin, behalve van de kinderen van de aanvrager die op de datum van aanpassing van de intrestvoet jonger dan 25 jaar oud zijn; ».
In de Franse tekst, worden in lid 2 van dezelfde paragraaf, de woorden « sont ceux de » vervangen door de woorden « sont ceux afférents à ».
In de Nederlandstalige tekst wordt in het laatste lid van dezelfde paragraaf de zin die eindigt met « worden in aanmerking genomen » aangevuld met « m.b.t. ».
In paragraaf 3, worden de woorden « de hypotheeklening » vervangen door de woorden « het krediet ».
In dezelfde paragraaf, worden de woorden « artikel 14, §§ 2 tot 5 » vervangen door de woorden « artikel 14, §§ 2, 3 en 5.
Paragraaf 4 wordt als volgt vervangen : « § 4. De jaarlijkse rentevoet zoals bedoeld in § 3 wordt verminderd met 0,50 % per jaar per persoon ten laste. De vermindering voor personen ten laste mag evenwel niet groter zijn dan 2 % per jaar.
Onverminderd de bepalingen van artikel 5 en 14, § 5, mag de jaarlijkse rentevoet die op deze wijze wordt berekend : - niet kleiner dan 1,75 % en niet groter dan 3,50 % zijn, als alle personen die zich aanvrager hebben gesteld op de datum van aanpassing jonger zijn dan 35 jaar; - of niet kleiner dan 1,50 % en niet groter dan 4,50 % zijn, als de aanvrager twee personen ten laste heeft; - of niet kleiner dan 1,25 % en niet groter dan 4,50 % zijn, als de aanvrager ten minsten drie personen ten laste heeft.
Als de situatie van de aanvrager beantwoordt aan meerdere van de hierboven bedoelde gevallen, wordt er bij de aanpassing van de intrestvoet gekozen voor de meest voordelige oplossing voor de aanvrager.
In alle andere gevallen, mag de jaarlijkse intrestvoet niet kleiner dan 2 % en niet groter dan 4,50 % zijn.
Als de inkomsten, zoals gedefinieerd in § 2 van dit artikel, het maximum toegestane bedrag, vastgesteld in artikel 4, § 1, lid 1 of 3, afhankelijk van het geval dat erin bedoeld wordt, zoals aangepast in toepassing van artikel 4, § 3, overschrijden, is het de nieuwe jaarlijkse intrestvoet gelijk aan de in artikel 14, § 3, bedoelde intrestvoet, onverminderd de in de artikelen 5 en 14, § 5, voorziene verhogingen. ».
Er wordt een paragraaf 6 ingevoegd die als volgt luidt : « § 6. Bij aanpassingen, zoals bedoeld artikel 15, § 1, kan het Fonds, middels het akkoord van de Minister, andere aanpassingsvoorwaarden weerhouden, indien deze van toepassing zijn op alle ontleners, binnen eenzelfde kalenderjaar, die onderworpen zijn aan dezelfde rentevoet die voortkomt uit een zelfde reglement.
Deze gedifferentieerde aanpassingsvoorwaarden zijn slechts van toepassing op een gegeven ontlener, indien zij gunstig zijn voor deze laatste. » Er wordt een paragraaf 7 ingevoegd die als volgt luidt : « § 7. Zonder afbreuk te doen aan alinea 2, indien de prijs van een woning waarvoor een krediet wordt aangevraagd, gesubsidieerd is of werd door een overheid of een privaat- of publiekrechtelijke persoon die door een overheid gecontroleerd of gesubsidieerd wordt, worden de jaarlijkse interestvoeten voorzien in § 4, alinea 2, 2de streepje, en in alinea 5, verhoogd met 0,50% in de hierin voorziene gevallen.
De Minister mag, na advies van de Regering, deze verhoging aanpassen ».
Art. 17.In artikel 16, worden de woorden « de hypotheeklening » vervangen door de woorden « het krediet ».
Art. 18.Achter artikel 16, wordt het volgende opschrift ingevoegd : « Afdeling 2 : bepalingen betreffende het deel van het krediet tot
verbetering van de energieprestatie van de woning. ».
Art. 19.Er wordt een artikel 16bis ingevoegd dat als volgt luidt : «
Art. 16bis.De jaarlijkse intrestvoet voor het deel van het krediet dat bestemd is voor de financiering van werken met het oog op de verbetering van de energieprestatie van de woning wordt vastgesteld op 0 %. Deze intrestvoet is vast en kan niet herzien of aangepast worden.
Het gebouw waarin de werken zullen worden uitgevoerd moet ten minste vijf jaar geleden voor de eerste keer bewoond zijn geweest.
Dit deel van het krediet, dat wordt toegekend middels een jaarlijkse intrestvoet van 0 %, mag echter niet meer bedragen dan 25.000 euro.
Het Fonds bepaalt, middels het akkoord van de Minister en in overeenstemming met het stelsel van de « energiepremies » en hun technische voorwaarden, de lijst van de werken die in overweging worden genomen voor de toepassing van dit artikel.
Art. 20.Artikel 17 wordt als volgt gewijzigd : In de leden 1 en 2 worden de woorden « hypotheeklening » vervangen door de woorden « het krediet ».
In lid 2, worden de woorden « contractant van de hypotheeklening » vervangen door de woorden « onder hen ».
In lid 3 wordt het woord « hypotheekleningen » vervangen door « kredieten ».
Art. 21.In de Nederlandstalige tekst van lid 2 van artikel 18, worden de woorden « Voor de vrijmaking » vervangen door « de vrijmaking ».
In de Nederlandstalige tekst van hetzelfde lid, worden de woorden « onderworpen aan » ingevoegd tussen de woorden « in voorkomend geval » en « de aflevering van een stedenbouwkundige vergunning ».
In de Nederlandstalige tekst van hetzelfde lid wordt het woord « vereist » geschrapt.
Art. 22.In de artikelen 18, 19 en 21 worden de woorden « de hypotheeklening » vervangen door de woorden « het krediet ».
In artikel 21, 2de lid, worden de woorden « de lening » vervangen door de woorden « het krediet »
Art. 23.In artikel 22, worden de woorden « de hypotheeklening » vervangen door de woorden « het krediet » en de woorden « authentieke akte van hypotheeklening » door het woord « kredietovereenkomst ».
Art. 24.De tekst van artikel 23 wordt als volgt vervangen : « Als bijkomende waarborg voor het nakomen van zijn verbintenissen en voor het geval dat hij de betalingen waartoe hij gehouden is krachtens de kredietovereenkomst niet binnen de vooropgestelde termijnen uitvoert, dient de ontlener elk bedrag dat hij ontvangt of zou kunnen ontvangen ten welken titel dan ook aan het Fonds af te staan, zo o.a. alle opbrengsten uit roerende of onroerende verrichtingen, lonen, bezoldigingen, emolumenten of vergoedingen, waarbij deze opsomming niet limitatief van aard is. Deze overdracht vindt, in voorkomend geval, plaats overeenkomstig de bepalingen van de artikelen 1409 en volgende van het Gerechtelijk Wetboek. Wanneer de overdracht echter betrekking heeft op de in artikel 1410, § 1, van het Gerechtelijk Wetboek, bedoelde bedragen, dan is zij onderworpen aan de bepalingen van de artikelen 27 tot 35 van de wet van 12 april 1965Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/04/1965 pub. 08/03/2007 numac 2007000126 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de bescherming van het loon der werknemers sluiten betreffende de bescherming van het loon der werknemers. »
Art. 25.Artikel 24 van het voornoemde besluit wordt als volgt gewijzigd : In de Franse tekst wordt in lid 1, het woord « en vigueur » ingevoegd tussen de woorden Commission bancaire, financière et des Assurances, » en « dès la conclusion.
In de Franstalige tekst van hetzelfde lid, worden de woorden « prêt hypothécaire » vervangen door het woord « crédit ».
Hetzelfde lid van de Nederlandstalige tekst wordt als volgt vervangen : « Het Fonds kan van de ontlener eisen dat hij een tijdelijke overlijdensverzekering met afnemend kapitaal afsluit bij een verzekeraar erkend door de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen, die van toepassing is zodra de kredietovereenkomst afgesloten wordt. ».
In lid 2, worden de woorden « , in voorkomend geval, » ingevoegd tussen de woorden « verzekeringscontract moeten » en « door het Fonds ».
In hetzelfde lid, worden de woorden « de akte van hypotheeklening wordt verleden » vervangen door de woorden « het afsluiten van de kredietovereenkomst ».
Art. 26.Artikel 25 van het voornoemde besluit wordt als volgt gewijzigd : In lid 1, worden de woorden « voor de hele duur van de hypotheeklening » vervangen door de woorden « zolang het krediet niet volledig is terugbetaald ».
In lid 2, worden de woorden « ingeschreven bij » vervangen door de woorden « die erkend is door ».
Art. 27.In de Nederlandstalige tekst van artikel 26, worden de woorden « elke andere waarborg » vervangen door « andere waarborgen ».
Art. 28.In artikel 28 van het voornoemde besluit, worden de woorden « aanvraag voor een hypotheeklening » vervangen door het woord « kredietaanvraag », het cijfer « 353 » vervangen door het cijfer « 383 » en het jaartal « 2006 » vervangen door het jaartal « 2010 ».
Art. 29.De tekst van artikel 29 wordt als volgt vervangen : « Als de ontlener niet alle verplichtingen naleeft die voortvloeien uit de bepalingen van dit besluit of van de kredietovereenkomst of hij onjuiste of onvolledige gegevens verschaft, kan het Fonds de integrale en onmiddellijke terugbetaling van het krediet eisen.
Het Fonds kan eveneens een jaarlijkse intrestvoet opleggen die ten hoogste overeenstemt met het cijfer bedoeld in artikel 14, § 3, in voorkomend geval vermeerderd met de in de artikelen 5 en 15, § 5, voorziene verhogingen, en vermeerderd met 3 % per jaar en dit vanaf de datum van de inbreuk.
De kredietovereenkomst preciseert de omstandigheden waarin deze verhoogde rentevoet van toepassing kan zijn. ».
Art. 30.De tekst van artikel 30 wordt als volgt vervangen : « § 1. Een persoon die een zakelijk recht verwerft dat betrekking heeft op een woning die door het Fonds wordt overgedragen in het kader van het artikel 80 van de ordonnantie van 17 juli 2003 houdende de Brusselse Huisvestingscode, moet op het moment dat hij zich voorstelt om deze woning aan te kopen beantwoorden aan de in artikel 4 vastgelegde inkomensvoorwaarden.
Hij mag, op datzelfde moment, tevens geen zakelijk recht uitoefenen op een ander vastgoed dat datgenen bedoeld onder alinea of een vastgoed dat uitsluitend bestemd is voor de uitoefening van zijn beroep.
De overeenkomst tot overdracht van de woning bevat restrictieve clausules inzake de vrije terbeschikkingstelling van het overgedragen recht die tot doel hebben te waarborgen dat de genoemde woning uitsluitend voor sociale doeleinden wordt gebruikt. Deze clausules preciseren dat de aankoper gedurende een termijn van vijf jaar tegen betaling of bij schenking onder levenden geen zakelijk recht mag verwerven dat betrekking heeft op een andere woning, tenzij hij in tussentijd zijn rechten op de in lid 1 bedoelde woning heeft afgestaan. Bij gebreke, zal de aankoper een bedrag ten belope van minstens 25 % van de aankoopprijs verschuldigd zijn dat met minimaal 1,25 % wordt verminderd per verstreken jaar sinds de aankoop. De woning die door het Fonds wordt afgestaan dient uitsluitend bestemd te zijn om als woning te worden gebruikt, behoudens door het Fonds toegestane afwijkingen.
De woning mag in geen enkele geval worden bestemd voor de uitbating van een drankgelegenheid of een herberg. Bij verkoop van de woning binnen een termijn van tien jaar, is de aankoper ertoe gehouden een vergoeding te betalen die niet hoger mag liggen dan het verschil tussen de verkoopprijs en de aankoopprijs. Gedurende een termijn van twintig jaar na de aankoop, mag de woning slechts worden afgestaan ten voordele van een of meerdere natuurlijke personen, die vanuit het oogpunt van hun inkomens, beantwoorden aan de voorwaarden van dit besluit. De verkoop zal gebeuren volgens wederinkoop. Het Fonds behoudt zich een recht van voorkoop voor ingeval de woning vrijwillig of gerechtelijk wordt verkocht. Het Fonds beslist in samenspraak met de Minister over de verkoopsvoorwaarden, gelet op de bovenstaande beginselen. § 2. Wanneer het recht op de woning door het Fonds wordt overgedragen, kan de waarde van de woning hoger liggen dan deze vastgelegd in artikel 8 en kan het bedrag van het krediet groter zijn dan het bedrag dat in artikel 10 wordt vastgelegd. Dit laatste bedrag mag echter de bedragen die door het Fonds worden geïnvesteerd voor de realisatie van de voornoemde woning niet overschrijden. ».
Art. 31.Het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 22 maart 2008Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 22/03/2008 pub. 10/06/2008 numac 2008031265 bron ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende het gebruik van de kapitalen die voortkomen van het fonds B2 door het Woningfonds van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor zijn algemene verrichtingen van hypotheekleningen type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 22/03/2008 pub. 10/06/2008 numac 2008031266 bron ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende het gebruik van de kapitalen die voortkomen van het fonds B2 door het Woningfonds van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor zijn verrichtingen van aanvullende hypotheekleningen voor jonge gezinnen type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 22/03/2008 pub. 28/08/2008 numac 2008031438 bron ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende het gebruik van de kapitalen die voortkomen van het fonds B2 door het Woningfonds van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor zijn verrichtingen van aanvullende hypotheekleningen voor jonge gezinnen sluiten betreffende het gebruik van de kapitalen die voortkomen van het fonds B2 door het Woningfonds van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor zijn verrichtingen van aanvullende hypotheekleningen voor jonge gezinnen.
De op grond van onderhavig besluit ingediende aanvragen die niet binnen de zes maanden na de inwerkingtreding van dit besluit zijn afgerond of de aanvragen waarvoor het niet mogelijk was om binnen dezelfde termijn een beslissing te nemen inzake de toekenning van een lening, worden als nietig beschouwd.
Art. 32.Dit besluit treedt in werking op 1 september 2011.
Art. 33.Aanvragen die op dezelfde datum als of na de inwerkingtreding van het besluit worden ingediend, vallen exclusief onder de toepassing van dit besluit. Aanvragen die worden ingediend vóór de inwerkingtreding van dit besluit vallen onder de toepassing van de reglementering die op het moment van de referentiedatum van kracht is.
De betrokken aanvragers hebben echter wel het recht om een toepassing van de voorwaarden van dit besluit te vorderen, indien het Fonds nog geen uitspraak heeft gedaan inzake hun kredietaanvraag. Aanvragen die worden ingediend vóór de inwerkingtreding van dit besluit, zullen een nieuwe referentiedatum toegewezen krijgen die zal worden vastgesteld na de inwerkingtreding van dit besluit, indien het Fonds vóór 28 februari 2012 geen uitspraak heeft gedaan inzake de toekenning van het krediet wegens de onvolledigheid van het dossier of aangezien het niet mogelijk was een beslissing te nemen inzake de toekenning van het krediet.
Brussel, 14 juli 2011 De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, bevoegd voor Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Openbare Netheid, Ontwikkelingssamenwerking en Gewestelijke Statistiek, Ch. PICQUE De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt en Externe Betrekkingen, J.-L.VAN RAES De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Leefmilieu, Energie, Waterbeleid, Stadsvernieuwing, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp en Huisvesting, Mevr. E. HUYTEBROECK