gepubliceerd op 22 juni 2007
Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende goedkeuring van de beslissing van de gemeente Schaarbeek tot volledige opheffing van het bijzonder bestemmingsplan « Woonblok 212 » goedgekeurd bij besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Executieve van 22 april 1993
10 MEI 2007. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende goedkeuring van de beslissing van de gemeente Schaarbeek tot volledige opheffing van het bijzonder bestemmingsplan « Woonblok 212 » goedgekeurd bij besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Executieve van 22 april 1993
De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op het Brussels Wetboek van de Ruimtelijke Ordening, inzonderheid op de artikelen 58 tot 61;
Gelet op liet gewestelijk bestemmingsplan, goedgekeurd bij besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 3 mei 2001;
Gelet op het gewestelijk ontwikkelingsplan, goedgekeurd bij besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 12 september 2002;
Gelet op het bijzonder bestemmingsplan « Woonblok 212 » van de gemeente Schaarbeek (begrensd door de Haachtsesteenweg, de Vifquinstraat, de Josafatstraat en de de Robianostraat) goedgekeurd bij besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Executieve van 22 april 1993;
Gelet op de beraadslaging van de gemeenteraad van 6 september 2006 waarbij de gemeente Schaarbeek haar goedkeuring hecht aan een ontwerpbeslissing om het bijzonder bestemmingsplan « Woonblok 212 » volledig op te heffen;
Gelet op het verslag dat dit ontwerp vergezelt, dat de volledige opheffing van het plan verantwoordt in plaats van de wijziging ervan;
Gelet op het advies van de overlegcommissie, uitgebracht tijdens de zitting van 15 december 2006;
Gelet op de beraadslaging van de gemeenteraad van 7 februari 2007, waarbij de gemeente Schaarbeek de beslissing tot volledige opheffing van het bijzonder bestemmingsplan « Woonblok 212 » definitief goedkeurt;
Overwegende dat uit het bij deze beraadslaging gevoegde dossier blijkt dat de formaliteiten, voorgeschreven door de artikelen 59 en 60 van het Brussels Wetboek van de Ruimtelijke Ordening, vervuld zijn;
Overwegende dat het bijzonder bestemmingsplan « Woonblok 212 » van de gemeente Schaarbeek meer bepaald de bouw moet mogelijk maken van kantoorgebouwen met vier niveau's en hellend dak, op de terreinen gelegen langs de Haachtsesteenweg;
Overwegende dat het huizenblok 212 voor het overgrote deel bestemd is voor huisvesting, feitelijke toestand die bevestigd wordt door het gewestelijk bestemmingsplan waarin het opgenomen is binnen een typisch woongebied; dat een belangrijke kantooroppervlakte de woonfunctie van het gebied zou aantasten en het doorlopend karakter van de huisvesting zou verstoren langsheen het betrokken weggedeelte van de Haachtsesteenweg;
Overwegende bovendien dat een kantoorgebouw het reeds nijpend parkeerprobleem in de wijk nog zou verergeren;
Overwegende bijgevolg dat het bijzonder bestemmingsplan tegenwoordig als nadelig wordt beschouwd voor een harmonische ontwikkeling van de wijk;
Overwegende dat de volledige opheffing van het bijzonder bestemmingsplan verantwoord is in plaats van de wijziging ervan;
Overwegende dat de mogelijke bestemmingsproblemen geregeld zullen worden door de bepalingen van de hogere plannen en dat deze aangaande de inplanting, het bouwprofiel en de esthetische aard zullen moeten voldoen aan de voorschriften van de gewestelijke en de gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen, alsmede aan de regels inzake de goede plaatselijke aanleg;
Op voorstel van de Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, bevoegd voor Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing, Huisvesting, Openbare Netheid en Ontwikkelingssamenwerking;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.Wordt goedgekeurd de beslissing van de gemeente Schaarbeek tot volledige opheffing van het bijzonder bestemmingsplan « Woonblok 212 » (begrensd door de Haachtsesteenweg, de Vifquinstraat, de Josafatstraat en de de Robianostraat) goedgekeurd bij besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Executieve van 22 april 1993.
Art. 2.De Minister tot wiens bevoegdheden Stedenbouw behoort, wordt belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 10 mei 2007.
Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : De Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, bevoegd voor Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing, Huisvesting, Openbare Netheid en Ontwikkelingssamenwerking, Ch. PICQUE