Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 12 mei 2005
gepubliceerd op 10 augustus 2005

Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende goedkeuring van de beslissing van de gemeente Oudergem tot volledige opheffing van het bijzonder bestemmingsplan nr. 40 goedgekeurd bij koninklijk besluit van 28 december 1967

bron
ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2005031267
pub.
10/08/2005
prom.
12/05/2005
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

12 MEI 2005. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende goedkeuring van de beslissing van de gemeente Oudergem tot volledige opheffing van het bijzonder bestemmingsplan nr. 40 goedgekeurd bij koninklijk besluit van 28 december 1967


De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op het Brussels Wetboek van Ruimtelijke Ordening, inzonderheid op de artikelen 58 tot 61;

Gelet op het gewestelijk bestemmingsplan goedgekeurd bij besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 3 mei 2001;

Gelet op het gewestelijk ontwikkelingsplan goedgekeurd bij besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 12 september 2002;

Gelet op het bijzonder bestemmingsplan nr. 40 van de gemeeente Oudergem (begrensd door de begraafplaats, de J. Van Horenbeeklaan, de R. Stevenslaan, de Woudmeesterlaan, de Papiermolenstraat en perceelgrenzen die door de D. Boonlaan en de F. Vandeveldestraat lopen) goedgekeurd bij koninklijk besluit van 28 december 1967;

Gelet op de beraadslaging van de gemeenteraad van 29 april 2004 waarbij de gemeente van Oudergem haar goedkeuring hecht aan een ontwerpbeslissing om het bijzonder bestemmingsplan nr. 40 volledig op te heffen;

Gelet op het advies van de Overlegcommissie uitgebracht tijdens de zitting van 15 oktober 2004;

Gelet op de beraadslaging van de gemeenteraad van 21 oktober 2004 waarbij de gemeente Oudergem de beslissing tot opheffing van het bijzonder bestemmingsplan nr. 40 definitief goedkeurt;

Overwegende dat uit het bij deze beraadslaging gevoegde dossier blijkt dat de formaliteiten voorgeschreven door de artikelen 59 en 60 van het Brussels Wetboek van Ruimtelijke Ordening vervuld zijn;

Overwegende dat de hoofddoelstelling van het bijzonder bestemmingsplan erin bestond de inrichting vast te leggen van een wijk die bijna volledig bebouwd was op het ogenblik van de uitwerking van het plan en te voorzien in enkele bijkomende bouwzones;

Overwegende dat de bouwmogelijkheden waarin het bijzonder bestemmingsplan voorziet zo goed als gerealiseerd zijn;

Overwegende dat het bijzonder bestemmingsplan verschillende bijzonder strenge bepalingen bevat die hoofdzakelijk betrekking hebben op het beperken van de mogelijkheden tot uitbreiding van de gebouwen en de aanleg van de omgeving; dat de voorschiften van het bijzonder bestemmingsplan meer bepaald de uitbreidingsprojecten van het bestaande schoolcomplex in de weg staan;

Overwegende dat de opheffing van het bijzonder bestemmingsplan gerechtvaardigd is in plaats van de wijziging ervan;

Overwegende dat de mogelijke bestemmingsproblemen geregeld zullen worden door de bepalingen van de hogere plannen en dat deze aangaande de inplanting, het bouwprofiel en de esthetische aard zullen moeten voldoen aan de voorschriften van de gewestelijke en de gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen, alsmede aan de regels inzake de goede plaatselijke aanleg;

Op voorstel van de Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, bevoegd voor Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing, Huisvesting, Openbare Netheid en Ontwikkelingssamenwerking;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Wordt goedgekeurd de beslissing van de gemeente Oudergem tot volledige opheffing van het bijzonder bestemmingsplan nr. 40 (begrensd door de begraafplaats, de J. Van Horenbeeklaan, de R. Stevenslaan, de Woudmeesterlaan, de Papiermolenstraat en de perceelgrenzen die door de D. Boonlaan en de F. Vandeveldestraat lopen) goedgekeurd bij koninklijk besluit van 28 december 1967.

Art. 2.De Minister die bevoegd is voor Stedenbouw wordt belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 12 mei 2005.

Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, bevoegd voor Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing, Huisvesting, Openbare Netheid en Ontwikkelingssamenwerking, Ch. PICQUE

^