gepubliceerd op 24 november 2000
Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot wijziging van het besluit van 15 januari 1993 van de Brusselse Hoofdstedelijke Executieve tot het aannemen van de statuten van de Haven van Brussel, gewijzigd bij het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 23 juni 1994, 5 oktober 1995 en 10 juli 1997
7 SEPTEMBER 2000. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot wijziging van het besluit van 15 januari 1993 van de Brusselse Hoofdstedelijke Executieve tot het aannemen van de statuten van de Haven van Brussel, gewijzigd bij het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 23 juni 1994, 5 oktober 1995 en 10 juli 1997
De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op de ordonnantie van 3 december 1992 betreffende de exploitatie en de ontwikkeling van het Kanaal, de Haven en de Voorhaven en de aanhorigheden ervan in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest gewijzigd met het besluit van de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 23 juni 1994 (verschenen in het Belgisch Staatsblad van 25 juli 1995) inzonderheid op artikel 2, alinea 7; Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Executieve van 15 januari 1993 tot het aannemen van de statuten van de Haven van Brussel, gewijzigd bij het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 23 juni 1994, 5 oktober 1995 en van 10 juli 1997;
Gelet op de beslissing van de algemene vergadering van de aandeelhouders, genomen tijdens haar zitting van 26 mei 2000;
Op de voordracht van de Minister belast met Openbare Werken en Vervoer, Besluit :
Artikel 1.Dit besluit regelt een materie bedoeld in artikel 39 van de Grondwet.
Art. 2.De beslissing van 26 mei 2000 van de buitengewone algemene vergadering van de aandeelhouders van de gewestelijke vennootschap van de Haven van Brussel tot wijziging van de statuten van de vennootschap wordt goedgekeurd.
Art. 3.Artikel 38 van de statuten van de Haven van Brussel wordt vervangen door de volgende bepaling : « Artikel 38 De netto-exploitatiewinsten, te weten het overschot van de inkomsten na aftrek van de algemene en exploitatiekosten, van de sociale lasten en afschrijvingen, worden als volgt aangewend : - ze worden besteed tot de aanleg van een bijzondere reserve voor verbeterings-, uitbreidings- en vernieuwingswerken. Elk jaar wordt 5 % van de nettowinst voor deze bijzondere reserve aangewend; - het saldo wordt bestemd voor een reservefonds of wordt overgedragen, behoudens andere voorstellen van de raad van bestuur goedgekeurd door de algemene vergadering, of van de Regering. Het totaal bedrag van deze reserve mag niet meer bedragen dan 5 % van het maatschappelijk kapitaal. »
Art. 4.De Minister van Openbare Werken en Vervoer is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 7 september 2000.
De Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, de Stadsvernieuwing en Wetenschappelijk Onderzoek, J. SIMONET De Minister belast met Openbare Werken en Vervoer, J. CHABERT