MINISTERIE VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

5 OKTOBER 2000. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende goedkeuring van de beslissing van de Stad Brussel tot opheffing van het bijzonder bestemmingsplan nr. 30-30/31/32 "Dinant Gasthuiswijk" goedgekeurd bij koninklijk besluit van 8 februari 1985

De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op de ordonnantie van 29 augustus 1991 houdende organisatie van de planning en de stedenbouw, inzonderheid op artikel 65bis tot 65quinquies;

Gelet op het gewestplan van de Brusselse Agglomeratie goedgekeurd bij koninklijk besluit van 28 november 1979 waarvan bepaalde schriftelijke en grafische stedenbouwkundige voorschriften opgeheven werden op 3 maart 1995;

Gelet op het gewestelijk ontwikkelingsplan goedgekeurd bij besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 3 maart 1995, waarvan de geschreven stedenbouwkundige voorschriften van de verordenende kaart van de bodembestemming alsook de verordenende kaart van de bodembestemming opgeheven werden op 16 juli 1998;

Gelet op het bijzonder bestemmingsplan nr. 30-30/31/32 "Dinant-Gasthuiswijk" goedgekeurd bij koninklijk besluit van 8 februari 1985 en houdende totale wijziging van het bijzonder bestemmingsplan nr. 30-31 goedgekeurd bij koninklijk besluit van 25 februari 1964;

Gelet op het besluit van de Regering van 8 december 1994 houdende beslissing tot gedeeltelijke wijziging, voor openbaar nut, van het bijzonder plan van aanleg nr. 30-30/31/32, om namelijk de vestiging van de Gewestraad van het Hoofdstedelijk Brussels Gewest toe te laten;

Gelet op het besluit van de Regering van 5 februari 1998 houdende beslissing tot gedeeltelijke wijziging, voor openbaar nut, van het bijzonder plan van aanleg nr. 30-30/31/32, om de verbouwing van het voormalige provinciegebouw en de bouw van een nieuw halfrond bovenop het bestaande gebouw, toe te laten;

Gelet op de beraadslaging van de gemeenteraad van de Stad Brussel van 28 april 2000 waarbij een ontwerpbeslissing om het bijzonder bestemmingsplan nr. 30-30/31/32 op te heffen, vergezeld van een verslag dat de opheffing verantwoord, wordt goedgekeurd;

Gelet op het advies van de Overlegcommissie van 6 juni 2000;

Gelet op de beraadslaging van de gemeenteraad van de Stad Brussel van 26 juni 2000 waarbij de ontwerpbeslissing tot opheffing van het bijzonder bestemmingsplan nr. 30-30/31/32 definitief wordt goedgekeurd;

Overwegende dat uit het bij deze beraadslaging gevoegde dossier blijkt dat de bij de artikelen 65ter en 65quater van de ordonnantie van 29 augustus 1991 voorgeschreven formaliteiten vervuld zijn;

Overwegende dat het bijzonder bestemmingsplan nr. 30-30/31/32 voorziet in achterhaalde of ondoeltreffende specifieke bepalingen die afgeschaft dienen te worden om de ontwikkeling van zekere functies mogelijk te maken;

Overwegende dat het bijzonder bestemmingsplan nr. 30-30/31/32 een aantal erfdienstbaarheden in verband met openbare doorgang omvat die aanleiding geven tot conflicten en onderhoudsproblemen en die ongedaan gemaakt dienen te worden en door bebouwing of gebieden van koeren en tuinen te vervangen;

Overwegende dat het bijzonder bestemmingsplan nr. 30-30/31/32 bepaalde weinig rationele en ingewikkelde inplantingsvormen en rooilijnen omvat die vereenvoudigd dienen te worden om tot een betere continuïteit van de bouwlijn te komen;

Overwegende dat het bijzonder bestemmingsplan nr. 30-30/31/32 voorziet in te omvangrijke gebieden voor bijgebouwen die verkleind dienen te worden met het oog op een verbetering van de binnenterreinen van de huizenblokken;

Overwegende dat het behoud van dit bijzonder bestemmingsplan de goede plaatselijke aanleg in het gedrang brengt en dat het aangewezen is het op te heffen, Besluit : Enig artikel. De beslissing van de Stad Brussel tot opheffing van het bijzonder bestemmingsplan nr. 30-30/31/32 "Dinant Gasthuiswijk" (begrensd door de Zuid-, de Lombardstraat, het Sint-Jansplein, de Sint-Jansstraat, de Keizerslaan, de Accolay- en de Philippe de Champagnestraat) goedgekeurd bij koninklijk besluit van 8 februari 1985 (houdende totale wijziging van het bijzonder bestemmingsplan nr. 30-21 goedgekeurd bij koninklijk besluit van 25 februari 1964), wordt goedgekeurd.

Brussel, 5 oktober 2000.

De Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing en Wetenschappelijk Onderzoek, J. SIMONET De Staatssecretaris bij het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, belast met Ruimtelijke Ordening, Stadsvernieuwing, Monumenten en Landschappen en Bezoldigd vervoer van personen, E. ANDRE