16 MAART 2000. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende het toezicht op het naleven van wettelijke en reglementaire bepalingen inzake stedenbouw

De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op de ordonnantie van 29 augustus 1991 houdende organisatie van de planning en de stedenbouw, gewijzigd bij de ordonnanties van 30 juli 1992, 15 juli 1993, 23 november 1993, 4 april 1996, 19 december 1998 en 16 juli 1998 en de artikelen van de wet van 29 maart 1962 houdende organisatie van de ruimtelijke ordening en de stedenbouw die van toepassing zijn gebleven in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;

Gelet de artikelen 183, 184 en 185 van voornoemde ordonnantie;

Gelet op artikel 4 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Executieve van 26 november 1992 waarbij sommige ambtenaren en beambten bevoegd worden verklaard tot het vaststellen van de overtredingen van de bepalingen van de ordonnantie van 29 augustus 1991 houdende organisatie van de planning en de stedebouw;

Overwegende dat het opportuun is dat de ambtenaren en technische ambtenaren van de gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, evenals de ambtenaren en technische ambtenaren van de gewestelijk administratie aangewezen door de Regering, en die bevoegd zijn voor het opsporen en vaststellen van misdrijven bij proces-verbaal, in het bezit zijn van een legitimatiekaart waarvan het model als bijlage I bij dit besluit wordt vastgesteld;

Dat een dergelijke kaart noodzakelijk lijkt om hun bevoegdheid ter zake aan te tonen en om hun toegang tot de goederen van de particulieren in het kader van hun opdracht te vergemakkelijken;

Op voorstel van de Staatssecretaris bevoegd voor Ruimtelijke Ordening, Besluit :

Artikel 1.De ambtenaren en technische ambtenaren aangewezen in overeenstemming met artikel 183 van de ordonnantie van 29 augustus 1991 houdende organisatie van de planning en de stedenbouw en die de functie van controleur uitvoeren in het bezit zijn van een legitimatiekaart afgeleverd door de Regering waarvan het model is bepaald in de bijlage 1 bij dit besluit.

Art. 2.De Staatssecretaris voor Ruimtelijke Ordening is belast met de uitvoering van dit besluit.

Art. 3.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Brussel, 16 maart 2000.

Vanwege de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : De Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering Belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing en Wetenschappelijk Onderzoek, J. SIMONET De Staatssecretaris bij het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, belast met Ruimtelijke Ordening, Stadsvernieuwing, Monumenten en Landschappen en Bezoldigd Vervoer van Personen, E. ANDRE Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende het toezicht op het naleven van de wettelijke en reglementaire bepalingen inzake stedenbouw.

De Minister-Voorzitter, J. SIMONET De Staatssecretaris belast van Ruimtelijke Ordening, E. ANDRE