gepubliceerd op 01 februari 2000
Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende benoeming van de leden van de gewestelijke Ontwikkelingscommissie
13 JANUARI 2000. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende benoeming van de leden van de gewestelijke Ontwikkelingscommissie
De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op de ordonnantie van 29 augustus 1991 houdende organisatie van de Planning en de Stedenbouw, inzonderheid op de artikelen 9 en 10;
Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Executieve van 4 februari 1993 betreffende de Gewestelijke Ontwikkelingscommissie;
Gelet op de vernieuwing van de Brusselse Hoofdstedelijke Raad in de maand oktober 1999;
Gelet op de toezending, per aangetekende brief van 13 oktober 1999, aan de vier adviesorganen bedoeld in artikel 3 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Executieve van 4 februari 1993 betreffende de gewestelijke Ontwikkelingscommissie, van de uitnodigingen om een dubbele lijst op te stellen van de door hen gekozen kandidaten;
Overwegende dat artikel 3, 5e lid van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Executieve van 4 februari 1993 betreffende de gewestelijke Ontwikkelingscommissie bepaalt dat bij ontstentenis van voorstel van de in lid 2 bedoelde dubbele lijst, de Regering de vertegenwoordigers benoemt van de instantie die in gebreke blijft, met inachtneming van de principes bepaald in de leden 2 en 3, alsmede van de regels van onverenigbaarheid bedoeld in artikel 4;
Overwegende de uitnodiging van 8 november 1999 aan de Vereniging van de Stad en de gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bij toepassing van artikel 2, 1e lid, 2° van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Executieve van 4 februari 1993 betreffende de gewestelijke Ontwikkelingscommissie;
Overwegende de dubbele lijsten die zijn voorgesteld door de raadgevende Commissie voor de Studie en de Verbetering van het openbaar Vervoer op 5 november 1999, door de economische en sociale Raad van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest op 16 november 1999 en door de koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen op 22 november 1999;
Overwegende dat de Raad voor het Leefmilieu geen antwoord heeft gegeven binnen de opgelegde termijn en vorm;
Overwegende, enerzijds, de huidige samenstelling van de verschillende betrokken adviesorganen en, anderzijds, de door die instanties medegedeelde lijsten waarvan er drie door de Regering zijn ontvangen buiten termijn;
Overwegende dus dat het bij toepassing van artikel 2, § 2 van de ordonnantie van 27 april 1995 tot invoering van een evenwichtige vertegenwoordiging van mannen en vrouwen in de adviesorganen onmogelijk is te voldoen aan het voorschrift van § 1 van dat artikel;
Op de voordracht van de Staatssecretaris bij het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, belast met Ruimtelijke Ordening, Stadsvernieuwing, Monumenten en Landschappen en Bezoldigd Vervoer van Personen, Besluit :
Artikel 1.Worden benoemd leden van de gewestelijke Ontwikkelingscommissie : 1° ter vertegenwoordiging van de economische en sociale Raad van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest : - M.Jean ANDERSSON; - de heer Guy BONNEWIJN; - M. André BRUYNEEL; - de heer Pierre DEWIL; - de heer Baudouin FERRANT; - de heer Christian FRANZEN; - M. Paul LAUNOIS; - M. Louis OPPITZ; - Mme Mervet PARLAKU; - M. Daniel PIERSOEL; - M. Michel VAN BAMBEKE; - M. Marc VOJTASSAK; 2° ter vertegenwoordiging van de koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest : - Mme Anne DE SAN; - Mme Jacqueline MILLER; - de heer Guido STEGEN; 3° ter vertegenwoordiging van de Raad voor het Leefmilieu voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest : - M.Roland GILLET; - Mevr. Annemie PIJCKE; - Mme Anne-France RIHOUX; - M. Jacques STENUIT; - de heer Jean-Christophe VANDERHAEGEN; - Mevr. Els VANDERPUTTEN; 4° ter vertegenwoordiging van de raadgevende Commisssie voor de Studie en de Verbetering van het openbaar Vervoer - de heer G.MAGGETTO; - M. R. PONCELET; - M. P. THONON; 5° ter vertegenwoordiging van de Gemeenten : - Mme CARTON DE WIART; - Mme CASSART; - de heer DE JAEGHER; - Mevr. DE WULF; - de heer EYLENBOSCH; - M. FABRY; - Mme FAFCHAMPS; - Mme HILGERS; - M. HOTYAT; - M. ROORIJCK; - de heer VANDENBUSSCHE; - Mme VANPEVENAGE; 6° in de hoedanigheid van onafhankelijke deskundigen : - M.Ph. COENRAETS; - de heer J. DE GADT; - Mme F. DELOBBE; - de heer HELLEPUT; - M. M HUSTIN; - de heer C. KESTELOOT; - M. L. MAUFROY; - M. J.-L. QUOISTIAUX; - M. B. SCHOONBROODT; - M. G. VANDERHULST; - M. J. VANDEVOORDE; - de heer VANRAES
Art. 2.De heren COENRAETS en VANRAES worden respectievelijk benoemd tot Voorzitter en Ondervoorzitter van de gewestelijke Ontwikkelingscommissie.
Art. 3.Het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Executieve van 13 mei 1993 houdende benoeming van de leden van de gewestelijke Ontwikkelingscommissie, alsmede het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Executieve van 25 april 1996 houdende benoeming van de leden van de gewestelijke Ontwikkelingscommissie, gewijzigd bij de besluiten van de Regering van 4 juli 1996 en 18 juli 1996, worden opgeheven.
Art. 4.De Staatssecretaris tot wiens bevoegdheden de Ruimtelijke Ordening behoort, wordt belast met de uitvoering van dit besluit.
Art. 5.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Brussel, 13 januari 2000.
Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, J. SIMONET Minister-Voorzitter, Belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing en Wetenschappelijk Onderzoek E. ANDRE Staatssecretaris bij het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, belast met Ruimtelijke Ordening, Stadsvernieuwing, Monumenten en Landschappen en Bezoldigd Vervoer van Personen