Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 23 september 1999
gepubliceerd op 01 december 1999

Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Executieve van 13 mei 1993 tot regeling van de vorm der beslissingen genomen door het college van burgemeester en schepenen inzake verkavelingsvergunningen en van de vorm van de schorsing van deze beslissingen door de gemachtigde ambtenaar

bron
ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest
numac
1999031435
pub.
01/12/1999
prom.
23/09/1999
ELI
eli/besluit/1999/09/23/1999031435/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

23 SEPTEMBER 1999. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Executieve van 13 mei 1993 tot regeling van de vorm der beslissingen genomen door het college van burgemeester en schepenen inzake verkavelingsvergunningen en van de vorm van de schorsing van deze beslissingen door de gemachtigde ambtenaar


De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op de ordonnantie van 29 augustus 1991 houdende organisatie van de planning en de stedenbouw, inzonderheid artikel 153, zoals gewijzigd bij de ordonnantie van 23 november 1993;

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Executieve van 13 mei 1993 tot regeling van de vorm der beslissingen genomen door het college van burgemeester en schepenen inzake verkavelingsvergunningen en van de vorm van de schorsing van deze beslissingen door de gemachtigde ambtenaar;

Op de voordracht van de Minister belast met Ruimtelijke Ordening, Besluit :

Artikel 1.De formulieren 020 tot 029 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Executieve van 13 mei 1993 tot regeling van de vorm der beslissingen genomen door het college van burgemeester en schepenen inzake verkavelingsvergunningen en van de vorm van de schorsing van deze beslissingen door de gemachtigde ambtenaar worden vervangen door de formulieren 020 tot 029 als bijlage van dit besluit.

Art. 2.De Staatssecretaris bevoegd voor de ruimtelijke ordening is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 23 september 1999.

Door de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : De Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, J. SIMONET De Staatssecretaris van Ruimtelijke Ordening, E. ANDRE

Brussels Hoofdstedelijk Gewest Formulier 020 Gemeente Uw kenmerk : Ons kenmerk : Bijlage(n) : ... plannen VERKAVELINGSVERGUNNING HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN, Gelet op de aanvraag ingediend door ... met betrekking tot de verkaveling van een goed gelegen ... kadastraal bekend sectie ... nr. ...

Overwegende dat het ontvangstbewijs van die aanvraag dateert van ...;

Gelet op de ordonnantie van 29 augustus 1991 houdende organisatie van de planning en de stedenbouw;

Gelet op artikel 123, 7° van de nieuwe gemeentewet;

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Executieve van 29 juni 1992 betreffende de overlegcommissies;

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 4 juli 1996 betreffende de verzending van de documenten met het oog op de behandeling van de aanvragen om stedenbouwkundige vergunning en verkavelingsvergunning, de aanvragen om stedenbouwkundig attest en stedenbouwkundig attest met het oog op verkaveling;

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 23 november 1993 betreffende de openbare onderzoeken en de speciale regelen van openbaarmaking inzake stedenbouw en leefmilieu gewijzigd bij besluit van de Regering van 10 juli 1997; (1) Overwegende dat er voor het gebied waarin het goed gelegen is geen vigerend bijzonder bestemmingsplan bestaat;(1) Overwegende dat er voor het gebied waarin het goed gelegen is slechts een bijzonder bestemmingsplan bestaat dat goedgekeurd is op grond van artikel 17 van de wet van 29 maart 1962 houdende organisatie van de ruimtelijke ordening en de stedebouw; (1) Overwegende dat de aanvraag onderworpen werd aan de speciale regelen van openbaarmaking van ... om de volgende redenen : (1) - de inhoud van de aanvraag is strijdig met de door 's mensen toedoen gevestigde erfdienstbaarheden of met bij overeenkomst vastgestelde verplichtingen betreffende het gebruik van de bodem;(1) - de aanvraag bevat : (1) de aanleg van nieuwe verkeerswegen;(1) de tracéwijziging, de verbreding of de opheffing van bestaande gemeentelijke verkeerswegen;(1) - (2) (1) dat (geen) bezwaarschrift(en) is(zijn) ingediend;dat het college daarover heeft beraadslaagd en beslist; (1) Gelet op de beraadslaging van van de gemeenteraad over de wegenis inzake : (1) Gelet op het advies van de overlegcommissie van .. . . . ; (1) Gelet op de gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen;(1) Gelet op de gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen;(1) Overwegende dat het beschikkend gedeelte van het eensluidend advies van de gemachtigde ambtenaar als volgt luidt : (1) Overwegende dat de gemachtigde ambtenaar geen eensluidend advies gegeven heeft binnen de voorgeschreven termijn;overwegende dat dit advies gunstig geacht wordt met uitsluiting van de afwijkingen;

BESLUIT :

Art. 1.De vergunning wordt afgegeven aan . . . . . om volgende redenen (3) :

Art. 2.De vergunninghouder moet : 1° de voorwaarden gesteld in het hierboven overgenomen eensluidend advies van de gemachtigde ambtenaar naleven;2° volgende voorwaarden, opgelegd door het college van burgemeester en schepenen, naleven : 3° (1) de voorwaarden bepaald door de gemeenteraad gedurende zijn beraadslaging van .. . . . naleven; 4° (4) 5° de bijzondere aanwijzingen vermeld in bijlage 1 van dit besluit in acht nemen.

Art. 3.(1) De vergunning mag worden uitgevoerd in fasen zoals hieronder vermeld (5) : fase 1 : ... fase 2 : ...

Art. 4.Deze vergunning brengt geen vrijstelling mede van de verplichting om een stedenbouwkundige vergunning te verkrijgen vóór de uitvoering van de in deze vergunning voorziene handelingen en werken, inbegrepen de eventuele handelingen en werken inzake wegenis.

Art. 5.Dit besluit wordt gelijktijdig betekend aan de aanvrager en aan de gemachtigde ambtenaar voor de eventuele uitoefening van zijn schorsingsrecht. . . . . . (datum) Vanwege het College : De secretaris, De burgemeester, Betekening aan de gemachtigde ambtenaar van het Bestuur voor Ruimtelijke Ordening en Huisvesting van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. . . . . . (datum) Vanwege het College : De secretaris, De burgemeester, _______ Nota's (1) Doorhalen wat niet van toepassing is.(2) Aan te vullen in voorkomend geval met elke andere reden.(3) Naast de redenen in verband met de goede aanleg viseert het college van burgemeester en schepenen, in voorkomend geval, de conformiteit van het ontwerp met de vigerende plannen of ontwerp-plannen en verduidelijkt het college zijn beslissing ten opzichte van de eventuele opmerkingen en bezwaren.(4) Zo nodig de voorschriften van de gewestelijke en gemeentelijke stedebouwkundige verordeningen toevoegen.(5) Elke fase vermelden en voor elke fase na de eerste, het begin van de vijfjarige vervaltermijn aangeven. Bijlage 1 bij de verkavelingsvergunning Bijzondere aanwijzingen die voor de uitvoering van de vergunning in acht te nemen zijn Wettelijke en reglementaire bepalingen Ordonnantie van 29 augustus 1991 Tussenkomst van de gemachtigde ambtenaar Artikel 116, § 1, lid 3 Indien van het advies van de gemachtigde ambtenaar kennis wordt gegeven aan het college van burgemeester en schepenen binnen de in het eerste lid bepaalde termijn van vijfenveertig dagen, dan kan het college de vergunning enkel afgeven na eensluidend en uitdrukkelijk advies van de gemachtigde ambtenaar, daar de vergunning het beschikkend gedeelte moet omvatten van het advies van de gemachtigde ambtenaar.

Uitvoering van de vergunning Artikel 120 Van de in toepassing van artikelen 116 en 118 afgegeven vergunning mag gebruik worden gemaakt indien de gemachtigde ambtenaar binnen twintig dagen te rekenen vanaf de kennisgeving ervan, geen met redenen omklede beslissing tot schorsing van de vergunning ter kennis van de aanvrager heeft gebracht.

De in het eerste lid bedoelde termijn begint te lopen op de dag waarop de schorsing bedoeld in artikel 87, § 2, opgeheven wordt.

De tekst van het eerste lid wordt in de vergunning opgenomen.

Schorsing en vernietiging Artikel 124 In het in artikel 116, § 1, derde lid, bedoelde geval gaat de gemachtigde ambtenaar na of de procedure regelmatig was en of zijn advies in acht werd genomen.

In het in artikel 116, § 1, vierde lid, bedoelde geval gaat de gemachtigde ambtenaar na of de procedure regelmatig was.

Zoniet schorst hij de beslissing van het college van burgemeester en schepenen en geeft aan dit laatste alsook aan de aanvrager en aan het Stedenbouwkundig College kennis ervan binnen twintig dagen na ontvangst van de vergunning.

Artikel 126 Binnen zestig dagen na de kennisgeving van de schorsing bedoeld in artikelen 124 en 125 vernietigt de Regering op advies van het Stedenbouwkundig College indien nodig de vergunning en geeft van haar beslissing gelijktijdig kennis aan het college van burgemeester en schepenen en aan de aanvrager.

Het college van burgemeester en schepenen of zijn gemachtigde en de vergunninghouder of zijn raadsman worden, op hun verzoek, door het Stedenbouwkundig College gehoord. Wanneer een partij vraagt om te worden gehoord, worden ook de andere partij en de gemachtigde ambtenaar opgeroepen. In dit geval wordt de termijn met vijftien dagen verlengd.

Bij ontstentenis van kennisgeving van de vernietiging binnen voornoemde termijnen wordt de schorsing opgeheven.

Openbaarmaking Artikel 95 Reclame met betrekking tot een verkavelingsvergunning mag niet worden gemaakt dan met vermelding van de gemeente waar het goed, dat het voorwerp van een vergunning uitmaakt, gelegen is, alsmede van de datum en het nummer van de vergunning.

Artikel 121 Een mededeling die te kennen geeft dat de vergunning afgegeven is, moet op het terrein worden aangeplakt door de aanvrager, hetzij, wanneer het werken betreft, vóór de aanvang van de werken en tijdens de hele duur ervan, hetzij, in de overige gevallen, vanaf de voorbereidingen voor de handeling of handelingen en tijdens de hele uitvoering ervan. Gedurende die tijd moet de vergunning en het bijbehorende dossier, of een door het gemeentebestuur of de gemachtigde ambtenaar gewaarmerkt afschrift van deze stukken, voortdurend ter beschikking van de in artikel 183 aangewezen ambtenaren liggen, op de plaats waar de werken worden uitgevoerd en de handeling of handelingen verricht.

Beroep bij het Stedenbouwkundig College Artikel 129 De aanvrager kan binnen dertig dagen na de ontvangst van de beslissing van het college van burgemeester en schepenen of van de weigeringsbeslissing van de gemachtigde ambtenaar bedoeld in artikel 128, tegen die beslissing in beroep gaan bij het Stedenbouwkundig College.

Bij ontstentenis van een beslissing kan hij eveneens in beroep gaan binnen dertig dagen na het verstrijken van de in artikel 128, tweede lid, bedoelde termijn.

Binnen vijf dagen na ontvangst zendt het Stedenbouwkundig College een afschrift van de beroepsakte aan de gemeente en aan de gemachtigde ambtenaar.

De gemeente zendt het Stedenbouwkundig College een afschrift van het dossier binnen tien dagen na de ontvangst van het afschrift van het beroep.

Artikel 130 De aanvrager of zijn raadsman, het college van burgemeester en schepenen of zijn gemachtigde, alsook de gemachtigde ambtenaar worden op hun verzoek door het Stedenbouwkundig College gehoord. Wanneer een partij vraagt om te worden gehoord, worden ook de andere partijen opgeroepen.

Artikel 131 Van de beslissing van het Stedenbouwkundig College wordt aan de aanvrager, aan het college van burgemeester en schepenen en aan de gemachtigde ambtenaar kennis gegeven binnen zestig dagen na de datum van afgifte bij de post van de aangetekende zending die het beroep bevat. Ingeval de partijen worden gehoord, wordt de termijn met vijftien dagen verlengd.

Indien de behandeling van het dossier vereist dat de aanvraag aan de speciale regelen van openbaarmaking en/of aan het advies van de overlegcommissie wordt onderworpen, wordt de in het eerste lid voorziene termijn met dertig dagen verlengd.

Artikel 132 Het Stedenbouwkundig College kan de vergunning afgeven, de afgifte ervan afhankelijk stellen van voorwaarden om een goede plaatselijke aanleg te waarborgen of de vergunning weigeren.

De afwijkingen kunnen slechts overeenkomstig artikel 118, § 2 worden toegestaan.

De beslissingen van het Stedenbouwkundig College worden met redenen omkleed.

Basisakte Artikel 92 Vóór de vervreemding, verhuring voor meer dan negen jaar of vestiging van een zakelijk recht, met inbegrip van bezwaring met hypotheek, aangaande een in een verkavelingsvergunning vermelde kavel, moet op verzoek van de eigenaar of eigenaars van de stukken grond, door een notaris akte van de verdeling van die stukken grond en van de aan de verkaveling verbonden lasten worden verleden. De akte moet de kadastrale omschrijving van de goederen vermelden, de eigenaars identificeren in de vorm bepaald in de wetgeving inzake hypotheken, en hun titel van eigendom aangeven. De verkavelingsvergunning en het verkavelingsplan worden als bijlagen bij die akte gevoegd om, samen met de akte en ten verzoeke van de notaris die de akte heeft verleden, binnen twee maanden na het verlijden ervan, te worden overgeschreven op het hypotheekkantoor van het arrondissement Brussel. De overschrijving van het verkavelingsplan mag worden vervangen door de neerlegging op het hypotheekkantoor van een door de notaris gewaarmerkte afdruk van dat plan.

Verval Artikel 98 Indien de verkavelingsvergunning geen aanleg van nieuwe verkeerswegen, noch tracéwijziging, verbreding of opheffing van bestaande gemeentelijke verkeerswegen bevat, vervalt de vergunning voor het overige gedeelte, indien binnen vijf jaar na de afgifte ervan, de verkoop of de verhuring voor meer dan negen jaar, de vestiging van een erfpacht- of opstalrecht van ten minste één derde van de kavels niet is geregistreerd. De vergunning vervalt eveneens indien de houder ervan binnen deze termijn de bij toepassing van artikel 97 opgelegde lasten niet heeft uitgevoerd of de financiële waarborgen niet heeft verstrekt; het bewijs van de verkopen of de verhuringen wordt geleverd door kennisgeving aan het college van burgemeester en schepenen en aan de gemachtigde ambtenaar van de uittreksels uit de akten, die door de notaris of de ontvanger van de registratie gewaarmerkt zijn vóór het verstrijken van voormelde termijn van vijf jaar.

Artikel 99 Indien de verkavelingsvergunning de aanleg van nieuwe verkeerswegen, een tracéwijziging, de verbreding of de opheffing van bestaande gemeentelijke verkeerswegen bevat, vervalt de vergunning indien de houder ervan de voorgeschreven werken en lasten binnen vijf jaar na de afgifte niet heeft uitgevoerd of de vereiste financiële waarborgen niet heeft verstrekt.

Artikel 100 Indien de verkavelingsvergunning in fasen mag worden uitgevoerd, bepaalt de vergunning het tijdstip waarop de vijfjarige vervaltermijn ingaat voor elke fase buiten de eerste.

Artikel 101 De verkavelingsvergunning vervalt van rechtswege.

Het college van burgemeester en schepenen constateert echter het verval door een proces-verbaal, dat bij een ter post aangetekende zending aan de verkavelaar wordt medegedeeld.

Het college van burgemeester en schepenen zendt naar de gemachtigde ambtenaar een afschrift van het proces-verbaal. Heeft het college van burgemeester en schepenen twee maanden na het verstrijken van de termijn het verval niet geconstateerd, dan wordt het proces-verbaal tot vaststelling van het verval opgemaakt door de gemachtigde ambtenaar en dit bij een ter post aangetekende brief betekend aan de verkavelaar en aan het college van burgemeester en schepenen.

Brussels Hoofdstedelijk Gewest Formulier 021 Gemeente Uw kenmerk : Ons kenmerk : Bijlage(n) : ... plannen VERKAVELINGSVERGUNNING HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN, Gelet op de aanvraag ingediend door ... met betrekking tot de verkaveling van een goed gelegen ... kadastraal bekend sectie ... nr. ...

Overwegende dat het ontvangstbewijs van die aanvraag dateert van ...;

Gelet op de ordonnantie van 29 augustus 1991 houdende organisatie van de planning en de stedenbouw;

Gelet op artikel 123, 7° van de nieuwe gemeentewet;

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Executieve van 29 juni 1992 betreffende de overlegcommissies;

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 4 juli 1996 betreffende de verzending van de documenten met het oog op de behandeling van de aanvragen om stedenbouwkundige vergunning en verkavelingsvergunning, de aanvragen om stedenbouwkundig attest en stedenbouwkundig attest met het oog op verkaveling;

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 23 november 1993 betreffende de openbare onderzoeken en de speciale regelen van openbaarmaking inzake stedenbouw en leefmilieu gewijzigd bij besluit van de Regering van 10 juli 1997; (1) Overwegende dat er voor het gebied waarin het goed gelegen is een ander vigerend bijzonder bestemmingsplan bestaat dat een bijzonder bestemmingsplan dat goedgekeurd is op grond van artikel 17 van de wet van 29 maart 1962 houdende organisatie van de ruimtelijke ordening en de stedebouw;(1) Overwegende dat de aanvraag onderworpen werd aan de speciale regelen van openbaarmaking van tot om de volgende redenen : (1) - de inhoud van de aanvraag is strijdig met de door 's mensen toedoen gevestigde erfdienstbaarheden of met bij overeenkomst vastgestelde verplichtingen betreffende het gebruik van de bodem;(1) - de aanvraag bevat : (1) de aanleg van nieuwe verkeerswegen;(1) de tracéwijziging, de verbreding of de opheffing van bestaande gemeentelijke verkeerswegen;(1) - de aanvraag wijkt van voornoemd bijzonder bestemmingsplan af;(1) - (2) (1) dat (geen) bezwaarschrift(en) is(zijn) ingediend;dat het college daarover heeft beraadslaagd en beslist; (1) Gelet op de beraadslaging van van de gemeenteraad over de wegenis inzake : (1) Gelet op de beslissing van de gemachtigde ambtenaar van .. . . . houdende toekenning op met redenen omkleed voorstel van het college van burgemeester en schepenen van de aangevraagde afwijking; (1) Gelet op het advies van de overlegcommissie van .. . . . ; (1) Gelet op de gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen;(1) Gelet op de gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen; BESLUIT :

Art. 1.De vergunning wordt afgegeven aan . . . . . om volgende redenen (3) :

Art. 2.De vergunninghouder moet : 1° volgende voorwaarden, opgelegd door het college van burgemeester en schepenen, naleven : 2° (1) de voorwaarden bepaald door de gemeenteraad gedurende zijn beraadslaging van .. . . . naleven; 3° (4) 4° de bijzondere aanwijzingen vermeld in bijlage 1 van dit besluit in acht nemen.

Art. 3.(1) De vergunning mag worden uitgevoerd in fasen zoals hieronder vermeld (5) : fase 1 : ... fase 2 : ...

Art. 4.Deze vergunning brengt geen vrijstelling mede van de verplichting om een stedenbouwkundige vergunning te verkrijgen vóór de uitvoering van de in deze vergunning voorziene handelingen en werken, inbegrepen de eventuele handelingen en werken inzake wegenis.

Art. 5 Dit besluit wordt gelijktijdig betekend aan de aanvrager en aan de gemachtigde ambtenaar voor de eventuele uitoefening van zijn schorsingsrecht. . . . . . (datum) Vanwege het College : De secretaris, De burgemeester, Betekening aan de gemachtigde ambtenaar van het Bestuur voor Ruimtelijke Ordening en Huisvesting van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. . . . . . (datum) Vanwege het College : De secretaris, De burgemeester, _______ Nota's (1) Doorhalen wat niet van toepassing is.(2) Aan te vullen in voorkomend geval met elke andere reden.(3) Naast de redenen in verband met de goede aanleg viseert het college van burgemeester en schepenen, in voorkomend geval, de conformiteit van het ontwerp met de vigerende plannen of ontwerp-plannen en verduidelijkt het college zijn beslissing ten opzichte van de eventuele opmerkingen en bezwaren.(4) Zo nodig de voorschriften van de gewestelijke en gemeentelijke stedebouwkundige verordeningen toevoegen.(5) Elke fase vermelden en voor elke fase na de eerste, het begin van de vijfjarige vervaltermijn aangeven. Bijlage 1 bij de verkavelingsvergunning Bijzondere aanwijzingen die voor de uitvoering van de vergunning in acht te nemen zijn Wettelijke en reglementaire bepalingen Ordonnantie van 29 augustus 1991 Uitvoering van de vergunning Artikel 120 Van de in toepassing van artikelen 116 en 118 afgegeven vergunning mag gebruik worden gemaakt indien de gemachtigde ambtenaar binnen twintig dagen te rekenen vanaf de kennisgeving ervan, geen met redenen omklede beslissing tot schorsing van de vergunning ter kennis van de aanvrager heeft gebracht.

De in het eerste lid bedoelde termijn begint te lopen op de dag waarop de schorsing bedoeld in artikel 87, § 2, opgeheven wordt.

De tekst van het eerste lid wordt in de vergunning opgenomen.

Schorsing en vernietiging Artikel 125 § 1. In het in artikel 118 bedoelde geval wordt een afschrift van de vergunning samen met het dossier gezonden aan de gemachtigde ambtenaar, die nagaat of de vergunning overeenstemt met het bijzonder bestemmingsplan of met de verkavelingsvergunning.

De Regering bepaalt welke documenten het college van burgemeester en schepenen voegt bij het afschrift van de beslissing waarbij de vergunning, waarvan zij kennis geeft aan de gemachtigde ambtenaar, afgegeven wordt.

Bovendien gaat de gemachtigde ambtenaar na of de vergunning met de vigerende reglementering overeenstemt.

In geval van niet-overeenstemming schorst de gemachtigde ambtenaar de beslissing van het college van burgemeester en schepenen en stelt dit laatste alsook de aanvrager en het Stedenbouwkundig College daarvan in kennis binnen twintig dagen na ontvangst van de vergunning. § 2. De gemachtigde ambtenaar schorst de vergunning die, hoewel steunende op een bijzonder bestemmingsplan of op een niet vervallen verkavelingsvergunning, onverenigbaar is met de voorschriften van een ontwerp gewestelijk bestemmingsplan dat in werking is getreden.

De gemachtigde ambtenaar kan eveneens de vergunning schorsen wanneer hij meent dat de overeenkomstig de vergunning of het bijgevoegde dossier geplande werken een goede plaatselijke aanleg in gevaar kunnen brengen, zodra de Regering heeft besloten tot wijziging van het bijzonder bestemmingsplan of het opmaken van een bijzonder bestemmingsplan strekkende tot de wijziging of de vernietiging van de verkavelingsvergunning.

Artikel 126 Binnen zestig dagen na de kennisgeving van de schorsing bedoeld in artikelen 124 en 125 vernietigt de Regering op advies van het Stedenbouwkundig College indien nodig de vergunning en geeft van haar beslissing gelijktijdig kennis aan het college van burgemeester en schepenen en aan de aanvrager.

Het college van burgemeester en schepenen of zijn gemachtigde en de vergunninghouder of zijn raadsman worden, op hun verzoek, door het Stedenbouwkundig College gehoord. Wanneer een partij vraagt om te worden gehoord, worden ook de andere partij en de gemachtigde ambtenaar opgeroepen. In dit geval wordt de termijn met vijftien dagen verlengd.

Bij ontstentenis van kennisgeving van de vernietiging binnen voornoemde termijnen wordt de schorsing opgeheven.

Openbaarmaking Artikel 95 Reclame met betrekking tot een verkavelingsvergunning mag niet worden gemaakt dan met vermelding van de gemeente waar het goed, dat het voorwerp van een vergunning uitmaakt, gelegen is, alsmede van de datum en het nummer van de vergunning.

Artikel 121 Een mededeling die te kennen geeft dat de vergunning afgegeven is, moet op het terrein worden aangeplakt door de aanvrager, hetzij, wanneer het werken betreft, vóór de aanvang van de werken en tijdens de hele duur ervan, hetzij, in de overige gevallen, vanaf de voorbereidingen voor de handeling of handelingen en tijdens de hele uitvoering ervan. Gedurende die tijd moet de vergunning en het bijbehorende dossier, of een door het gemeentebestuur of de gemachtigde ambtenaar gewaarmerkt afschrift van deze stukken, voortdurend ter beschikking van de in artikel 183 aangewezen ambtenaren liggen, op de plaats waar de werken worden uitgevoerd en de handeling of handelingen verricht.

Beroep bij het Stedenbouwkundig College Artikel 129 De aanvrager kan binnen dertig dagen na de ontvangst van de beslissing van het college van burgemeester en schepenen of van de weigeringsbeslissing van de gemachtigde ambtenaar bedoeld in artikel 128, tegen die beslissing in beroep gaan bij het Stedenbouwkundig College.

Bij ontstentenis van een beslissing kan hij eveneens in beroep gaan binnen dertig dagen na het verstrijken van de in artikel 128, tweede lid, bedoelde termijn.

Binnen vijf dagen na ontvangst zendt het Stedenbouwkundig College een afschrift van de beroepsakte aan de gemeente en aan de gemachtigde ambtenaar.

De gemeente zendt het Stedenbouwkundig College een afschrift van het dossier binnen tien dagen na de ontvangst van het afschrift van het beroep.

Artikel 130 De aanvrager of zijn raadsman, het college van burgemeester en schepenen of zijn gemachtigde, alsook de gemachtigde ambtenaar worden op hun verzoek door het Stedenbouwkundig College gehoord. Wanneer een partij vraagt om te worden gehoord, worden ook de andere partijen opgeroepen.

Artikel 131 Van de beslissing van het Stedenbouwkundig College wordt aan de aanvrager, aan het college van burgemeester en schepenen en aan de gemachtigde ambtenaar kennis gegeven binnen zestig dagen na de datum van afgifte bij de post van de aangetekende zending die het beroep bevat. Ingeval de partijen worden gehoord, wordt de termijn met vijftien dagen verlengd.

Indien de behandeling van het dossier vereist dat de aanvraag aan de speciale regelen van openbaarmaking en/of aan het advies van de overlegcommissie wordt onderworpen, wordt de in het eerste lid voorziene termijn met dertig dagen verlengd.

Artikel 132 Het Stedenbouwkundig College kan de vergunning afgeven, de afgifte ervan afhankelijk stellen van voorwaarden om een goede plaatselijke aanleg te waarborgen of de vergunning weigeren.

De afwijkingen kunnen slechts overeenkomstig artikel 118, § 2 worden toegestaan.

De beslissingen van het Stedenbouwkundig College worden met redenen omkleed.

Basisakte Artikel 92 Vóór de vervreemding, verhuring voor meer dan negen jaar of vestiging van een zakelijk recht, met inbegrip van bezwaring met hypotheek, aangaande een in een verkavelingsvergunning vermelde kavel, moet op verzoek van de eigenaar of eigenaars van de stukken grond, door een notaris akte van de verdeling van die stukken grond en van de aan de verkaveling verbonden lasten worden verleden. De akte moet de kadastrale omschrijving van de goederen vermelden, de eigenaars identificeren in de vorm bepaald in de wetgeving inzake hypotheken, en hun titel van eigendom aangeven. De verkavelingsvergunning en het verkavelingsplan worden als bijlagen bij die akte gevoegd om, samen met de akte en ten verzoeke van de notaris die de akte heeft verleden, binnen twee maanden na het verlijden ervan, te worden overgeschreven op het hypotheekkantoor van het arrondissement Brussel. De overschrijving van het verkavelingsplan mag worden vervangen door de neerlegging op het hypotheekkantoor van een door de notaris gewaarmerkte afdruk van dat plan.

Verval Artikel 98 Indien de verkavelingsvergunning geen aanleg van nieuwe verkeerswegen, noch tracéwijziging, verbreding of opheffing van bestaande gemeentelijke verkeerswegen bevat, vervalt de vergunning voor het overige gedeelte, indien binnen vijf jaar na de afgifte ervan, de verkoop of de verhuring voor meer dan negen jaar, de vestiging van een erfpacht- of opstalrecht van ten minste één derde van de kavels niet is geregistreerd. De vergunning vervalt eveneens indien de houder ervan binnen deze termijn de bij toepassing van artikel 97 opgelegde lasten niet heeft uitgevoerd of de financiële waarborgen niet heeft verstrekt; het bewijs van de verkopen of de verhuringen wordt geleverd door kennisgeving aan het college van burgemeester en schepenen en aan de gemachtigde ambtenaar van de uittreksels uit de akten, die door de notaris of de ontvanger van de registratie gewaarmerkt zijn vóór het verstrijken van voormelde termijn van vijf jaar.

Artikel 99 Indien de verkavelingsvergunning de aanleg van nieuwe verkeerswegen, een tracéwijziging, de verbreding of de opheffing van bestaande gemeentelijke verkeerswegen bevat, vervalt de vergunning indien de houder ervan de voorgeschreven werken en lasten binnen vijf jaar na de afgifte niet heeft uitgevoerd of de vereiste financiële waarborgen niet heeft verstrekt.

Artikel 100 Indien de verkavelingsvergunning in fasen mag worden uitgevoerd, bepaalt de vergunning het tijdstip waarop de vijfjarige vervaltermijn ingaat voor elke fase buiten de eerste.

Artikel 101 De verkavelingsvergunning vervalt van rechtswege.

Het college van burgemeester en schepenen constateert echter het verval door een proces-verbaal, dat bij een ter post aangetekende zending aan de verkavelaar wordt medegedeeld.

Het college van burgemeester en schepenen zendt naar de gemachtigde ambtenaar een afschrift van het proces-verbaal. Heeft het college van burgemeester en schepenen twee maanden na het verstrijken van de termijn het verval niet geconstateerd, dan wordt het proces-verbaal tot vaststelling van het verval opgemaakt door de gemachtigde ambtenaar en dit bij een ter post aangetekende brief betekend aan de verkavelaar en aan het college van burgemeester en schepenen.

Brussels Hoofdstedelijk Gewest Formulier 022 Gemeente Uw kenmerk : Ons kenmerk : Bijlage(n) : ... plannen WIJZIGING VAN DE VERKAVELINGSVERGUNNING HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN, Gelet op de aanvraag ingediend door . strekkende tot de wijziging van de verkavelingsvergunning afgegeven onder het nr. ... bij beslissing van ... van het college van burgemeester en schepenen aan ... met betrekking tot een goed gelegen ... kadastraal bekend sectie ... nr. ...

Overwegende dat het ontvangstbewijs van die aanvraag dateert van ...;

Gelet op de ordonnantie van 29 augustus 1991 houdende organisatie van de planning en de stedenbouw;

Gelet op artikel 123, 7° van de nieuwe gemeentewet;

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Executieve van 29 juni 1992 betreffende de overlegcommissies;

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 4 juli 1996 betreffende de verzending van de documenten met het oog op de behandeling van de aanvragen om stedenbouwkundige vergunning en verkavelingsvergunning, de aanvragen om stedenbouwkundig attest en stedenbouwkundig attest met het oog op verkaveling;

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 23 november 1993 betreffende de openbare onderzoeken en de speciale regelen van openbaarmaking inzake stedenbouw en leefmilieu gewijzigd bij besluit van de Regering van 10 juli 1997; (1) Overwegende dat er voor het gebied waarin het goed gelegen is geen vigerend bijzonder bestemmingsplan bestaat;(1) Overwegende dat er voor het gebied waarin het goed gelegen is slechts een bijzonder bestemmingsplan bestaat dat goedgekeurd is op grond van artikel 17 van de wet van 29 maart 1962 houdende organisatie van de ruimtelijke ordening en de stedebouw;(1) Overwegende dat alle eigenaars van een kavel die de aanvraag niet hebben mede-ondertekend een eensluidend afschrift ervan bij een ter post aangetekende brief ontvangen hebben; Overwegende dat (geen) eigenaar(s) een bezwaarschrift heeft (hebben) ingediend; (1) dat deze eigenaar(s) niet meer dan een vierde van de bij de oorspronkelijke vergunning gemachtigde verkaveling bezit(ten) (... kavels; ... eigenaars); (1) Overwegende dat het noch uit het ingediende dossier noch uit de bezwaarschriften blijkt dat de machtiging om de vergunning te wijzigen afbreuk doet aan de rechten voortvloeiend uit de overeenkomsten tussen de partijen;(1) Overwegende dat het uit het dossier blijkt dat de machtiging om de vergunning te wijzigen afbreuk doet aan de rechten voortvloeiend uit de overeenkomsten tussen de partijen maar dat alle betrokken eigenaars hun toestemming over de aangevraagde wijziging hebben gegeven;(1) Overwegende dat de aanvraag onderworpen werd aan de speciale regelen van openbaarmaking van .. . . . tot . . . . . om de volgende redenen : (1) - de inhoud van de aanvraag is strijdig met de door 's mensen toedoen gevestigde erfdienstbaarheden of met bij overeenkomst vastgestelde verplichtingen betreffende het gebruik van de bodem;(1) - de aanvraag bevat : (1) de aanleg van nieuwe verkeerswegen;(1) de tracéwijziging, de verbreding of de opheffing van bestaande gemeentelijke verkeerswegen;(1) - (2) (1) dat (geen) bezwaarschrift(en) is (zijn) ingediend;dat het college daarover heeft beraadslaagd en beslist; (1) Gelet op de beraadslaging van van de gemeenteraad over de wegenis inzake : (1) Gelet op het advies van de overlegcommissie van .. . . . . . . . . . . .; (1) Gelet op de gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen;(1) Gelet op de gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen;(1) Overwegende dat het beschikkend gedeelte van het eensluidend advies van de gemachtigde ambtenaar als volgt luidt : (1) Overwegende dat de gemachtigde ambtenaar geen eensluidend advies gegeven heeft binnen de voorgeschreven termijn;overwegende dat dit advies gunstig geacht wordt met uitsluiting van de afwijkingen;

BESLUIT :

Art. 1.Machtiging tot wijziging van de verkavelingsvergunning, wordt verleend aan . . . . . om volgende redenen (3) :

Art. 2.De houder van de gewijzigde vergunning moet : 1° (1) de voorwaarden gesteld in het hierboven overgenomen eensluidend advies van de gemachtigde ambtenaar naleven;2° (1) volgende voorwaarden, opgelegd door het college van burgemeester en schepenen, naleven : 3° (1) de voorwaarden bepaald door de gemeenteraad gedurende zijn beraadslaging van .. . . . naleven; 4° (4) 5° de bijzondere aanwijzingen vermeld in bijlage 1 van dit besluit in acht nemen.

Art. 3.(1) De vergunning mag worden uitgevoerd in fasen zoals hieronder vermeld (5) : fase 1 : ... fase 2 : ...

Art. 4.Deze gewijzigde vergunning brengt geen vrijstelling mede van de verplichting om een stedebouwkundige vergunning te verkrijgen vóór de uitvoering van de in deze vergunning voorziene handelingen en werken, inbegrepen de eventuele handelingen en werken inzake wegenis.

Art. 5.Dit besluit wordt gelijktijdig betekend aan de aanvrager en aan de gemachtigde ambtenaar voor de eventuele uitoefening van zijn schorsingsrecht. . . . . . (datum) Vanwege het College : De secretaris, De burgemeester, Betekening aan de gemachtigde ambtenaar van het Bestuur voor Ruimtelijke Ordening en Huisvesting van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. . . . . . (datum) Vanwege het College : De secretaris, De burgemeester, _______ Nota's (1) Doorhalen wat niet van toepassing is.(2) Aan te vullen in voorkomend geval met elke andere reden.(3) Naast de redenen in verband met de goede aanleg viseert het college van burgemeester en schepenen, in voorkomend geval, de conformiteit van het ontwerp met de vigerende plannen of ontwerp-plannen en verduidelijkt het college zijn beslissing ten opzichte van de eventuele opmerkingen en bezwaren.(4) Zo nodig de voorschriften van de gewestelijke en gemeentelijke stedebouwkundige verordeningen toevoegen.(5) Elke fase vermelden en voor elke fase na de eerste, het begin van de vijfjarige vervaltermijn aangeven. Bijlage 1 bij de gewijzigde verkavelingsvergunning Bijzondere aanwijzingen die voor de uitvoering van de vergunning in acht te nemen zijn Wettelijke en reglementaire bepalingen Ordonnantie van 29 augustus 1991 Tussenkomst van de gemachtigde ambtenaar Artikel 116, § 1, lid 3 Indien van het advies van de gemachtigde ambtenaar kennis wordt gegeven aan het college van burgemeester en schepenen binnen de in het eerste lid bepaalde termijn van vijfenveertig dagen, dan kan het college de vergunning enkel afgeven na eensluidend en uitdrukkelijk advies van de gemachtigde ambtenaar, daar de vergunning het beschikkend gedeelte moet omvatten van het advies van de gemachtigde ambtenaar.

Uitvoering van de vergunning Artikel 120 Van de in toepassing van artikelen 116 en 118 afgegeven vergunning mag gebruik worden gemaakt indien de gemachtigde ambtenaar binnen twintig dagen te rekenen vanaf de kennisgeving ervan, geen met redenen omklede beslissing tot schorsing van de vergunning ter kennis van de aanvrager heeft gebracht.

De in het eerste lid bedoelde termijn begint te lopen op de dag waarop de schorsing bedoeld in artikel 87, § 2, opgeheven wordt.

De tekst van het eerste lid wordt in de vergunning opgenomen.

Schorsing en vernietiging Artikel 124 In het in artikel 116, § 1, derde lid, bedoelde geval gaat de gemachtigde ambtenaar na of de procedure regelmatig was en of zijn advies in acht werd genomen.

In het in artikel 116, § 1, vierde lid, bedoelde geval gaat de gemachtigde ambtenaar na of de procedure regelmatig was.

Zoniet schorst hij de beslissing van het college van burgemeester en schepenen en geeft aan dit laatste alsook aan de aanvrager en aan het Stedenbouwkundig College kennis ervan binnen twintig dagen na ontvangst van de vergunning.

Artikel 126 van de ordonnantie van 29 augustus 1991.

Binnen zestig dagen na de kennisgeving van de schorsing bedoeld in artikelen 124 en 125 vernietigt de Regering op advies van het Stedenbouwkundig College indien nodig de vergunning en geeft van haar beslissing gelijktijdig kennis aan het college van burgemeester en schepenen en aan de aanvrager.

Het college van burgemeester en schepenen of zijn gemachtigde en de vergunninghouder of zijn raadsman worden, op hun verzoek, door het Stedenbouwkundig College gehoord. Wanneer een partij vraagt om te worden gehoord, worden ook de andere partij en de gemachtigde ambtenaar opgeroepen. In dit geval wordt de termijn met vijftien dagen verlengd.

Bij ontstentenis van kennisgeving van de vernietiging binnen voornoemde termijnen wordt de schorsing opgeheven.

Openbaarmaking Artikel 95 Reclame met betrekking tot een verkavelingsvergunning mag niet worden gemaakt dan met vermelding van de gemeente waar het goed, dat het voorwerp van een vergunning uitmaakt, gelegen is, alsmede van de datum en het nummer van de vergunning.

Artikel 121 Een mededeling die te kennen geeft dat de vergunning afgegeven is, moet op het terrein worden aangeplakt door de aanvrager, hetzij, wanneer het werken betreft, vóór de aanvang van de werken en tijdens de hele duur ervan, hetzij, in de overige gevallen, vanaf de voorbereidingen voor de handeling of handelingen en tijdens de hele uitvoering ervan. Gedurende die tijd moet de vergunning en het bijbehorende dossier, of een door het gemeentebestuur of de gemachtigde ambtenaar gewaarmerkt afschrift van deze stukken, voortdurend ter beschikking van de in artikel 183 aangewezen ambtenaren liggen, op de plaats waar de werken worden uitgevoerd en de handeling of handelingen verricht.

Beroep bij het Stedenbouwkundig College Artikel 129 De aanvrager kan binnen dertig dagen na de ontvangst van de beslissing van het college van burgemeester en schepenen of van de weigeringsbeslissing van de gemachtigde ambtenaar bedoeld in artikel 128, tegen die beslissing in beroep gaan bij het Stedenbouwkundig College.

Bij ontstentenis van een beslissing kan hij eveneens in beroep gaan binnen dertig dagen na het verstrijken van de in artikel 128, tweede lid, bedoelde termijn.

Binnen vijf dagen na ontvangst zendt het Stedenbouwkundig College een afschrift van de beroepsakte aan de gemeente en aan de gemachtigde ambtenaar.

De gemeente zendt het Stedenbouwkundig College een afschrift van het dossier binnen tien dagen na de ontvangst van het afschrift van het beroep.

Artikel 130 De aanvrager of zijn raadsman, het college van burgemeester en schepenen of zijn gemachtigde, alsook de gemachtigde ambtenaar worden op hun verzoek door het Stedenbouwkundig College gehoord. Wanneer een partij vraagt om te worden gehoord, worden ook de andere partijen opgeroepen.

Artikel 131 Van de beslissing van het Stedenbouwkundig College wordt aan de aanvrager, aan het college van burgemeester en schepenen en aan de gemachtigde ambtenaar kennis gegeven binnen zestig dagen na de datum van afgifte bij de post van de aangetekende zending die het beroep bevat. Ingeval de partijen worden gehoord, wordt de termijn met vijftien dagen verlengd.

Indien de behandeling van het dossier vereist dat de aanvraag aan de speciale regelen van openbaarmaking en/of aan het advies van de overlegcommissie wordt onderworpen, wordt de in het eerste lid voorziene termijn met dertig dagen verlengd.

Artikel 132 Het Stedenbouwkundig College kan de vergunning afgeven, de afgifte ervan afhankelijk stellen van voorwaarden om een goede plaatselijke aanleg te waarborgen of de vergunning weigeren.

De afwijkingen kunnen slechts overeenkomstig artikel 118, § 2 worden toegestaan.

De beslissingen van het Stedenbouwkundig College worden met redenen omkleed.

Basisakte Artikel 92 Vóór de vervreemding, verhuring voor meer dan negen jaar of vestiging van een zakelijk recht, met inbegrip van bezwaring met hypotheek, aangaande een in een verkavelingsvergunning vermelde kavel, moet op verzoek van de eigenaar of eigenaars van de stukken grond, door een notaris akte van de verdeling van die stukken grond en van de aan de verkaveling verbonden lasten worden verleden. De akte moet de kadastrale omschrijving van de goederen vermelden, de eigenaars identificeren in de vorm bepaald in de wetgeving inzake hypotheken, en hun titel van eigendom aangeven. De verkavelingsvergunning en het verkavelingsplan worden als bijlagen bij die akte gevoegd om, samen met de akte en ten verzoeke van de notaris die de akte heeft verleden, binnen twee maanden na het verlijden ervan, te worden overgeschreven op het hypotheekkantoor van het arrondissement Brussel. De overschrijving van het verkavelingsplan mag worden vervangen door de neerlegging op het hypotheekkantoor van een door de notaris gewaarmerkte afdruk van dat plan.

Verval Artikel 98 Indien de verkavelingsvergunning geen aanleg van nieuwe verkeerswegen, noch tracéwijziging, verbreding of opheffing van bestaande gemeentelijke verkeerswegen bevat, vervalt de vergunning voor het overige gedeelte, indien binnen vijf jaar na de afgifte ervan, de verkoop of de verhuring voor meer dan negen jaar, de vestiging van een erfpacht- of opstalrecht van ten minste één derde van de kavels niet is geregistreerd. De vergunning vervalt eveneens indien de houder ervan binnen deze termijn de bij toepassing van artikel 97 opgelegde lasten niet heeft uitgevoerd of de financiële waarborgen niet heeft verstrekt; het bewijs van de verkopen of de verhuringen wordt geleverd door kennisgeving aan het college van burgemeester en schepenen en aan de gemachtigde ambtenaar van de uittreksels uit de akten, die door de notaris of de ontvanger van de registratie gewaarmerkt zijn vóór het verstrijken van voormelde termijn van vijf jaar.

Artikel 99 Indien de verkavelingsvergunning de aanleg van nieuwe verkeerswegen, een tracéwijziging, de verbreding of de opheffing van bestaande gemeentelijke verkeerswegen bevat, vervalt de vergunning indien de houder ervan de voorgeschreven werken en lasten binnen vijf jaar na de afgifte niet heeft uitgevoerd of de vereiste financiële waarborgen niet heeft verstrekt.

Artikel 100 Indien de verkavelingsvergunning in fasen mag worden uitgevoerd, bepaalt de vergunning het tijdstip waarop de vijfjarige vervaltermijn ingaat voor elke fase buiten de eerste.

Artikel 101 De verkavelingsvergunning vervalt van rechtswege.

Het college van burgemeester en schepenen constateert echter het verval door een proces-verbaal, dat bij een ter post aangetekende zending aan de verkavelaar wordt medegedeeld.

Het college van burgemeester en schepenen zendt naar de gemachtigde ambtenaar een afschrift van het proces-verbaal. Heeft het college van burgemeester en schepenen twee maanden na het verstrijken van de termijn het verval niet geconstateerd, dan wordt het proces-verbaal tot vaststelling van het verval opgemaakt door de gemachtigde ambtenaar en dit bij een ter post aangetekende brief betekend aan de verkavelaar en aan het college van burgemeester en schepenen.

Brussels Hoofdstedelijk Gewest Formulier 023 Gemeente Uw kenmerk : Ons kenmerk : Bijlage(n) : ... plannen WIJZIGING VAN DE VERKAVELINGSVERGUNNING HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN, Gelet op de aanvraag ingediend door . strekkende tot de wijziging van de verkavelingsvergunning afgegeven onder het nr. . bij beslissing van . van het college van burgemeester en schepenen aan . . met betrekking tot een goed gelegen . kadastraal bekend sectie . nr. .

Overwegende dat het ontvangstbewijs van die aanvraag dateert van . . ;

Gelet op de ordonnantie van 29 augustus 1991 houdende organisatie van de planning en de stedenbouw;

Gelet op artikel 123, 7° van de nieuwe gemeentewet;

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Executieve van 29 juni 1992 betreffende de overlegcommissies;

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 4 juli 1996 betreffende de verzending van de documenten met het oog op de behandeling van de aanvragen om stedenbouwkundige vergunning en verkavelingsvergunning, de aanvragen om stedenbouwkundig attest en stedenbouwkundig attest met het oog op verkaveling;

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 23 november 1993 betreffende de openbare onderzoeken en de speciale regelen van openbaarmaking inzake stedenbouw en leefmilieu gewijzigd bij besluit van de Regering van 10 juli 1997;

Overwegende dat er voor het gebied waarin het goed gelegen is een ander vigerend bijzonder bestemmingsplan bestaat dat een bijzonder bestemmingsplan dat goedgekeurd is op grond van artikel 17 van de wet van 29 maart 1962 houdende organisatie van de ruimtelijke ordening en de stedebouw;

Overwegende dat alle eigenaars van een kavel die de aanvraag niet hebben mede-ondertekend een eensluidend afschrift ervan bij een ter post aangetekende brief ontvangen hebben; (1) Overwegende dat (geen) eigenaar(s) een bezwaarschrift heeft (hebben) ingediend; (1) dat deze eigenaar(s) niet meer dan een vierde van de bij de oorspronkelijke vergunning gemachtigde verkaveling bezit(ten) (... kavels; ... eigenaars); (1) Overwegende dat het noch uit het ingediende dossier noch uit de bezwaarschriften blijkt dat de machtiging om de vergunning te wijzigen afbreuk doet aan de rechten voortvloeiend uit de overeenkomsten tussen de partijen;(1) Overwegende dat het uit het dossier blijkt dat de machtiging om de vergunning te wijzigen afbreuk doet aan de rechten voortvloeiend uit de overeenkomsten tussen de partijen maar dat alle betrokken eigenaars hun toestemming over de aangevraagde wijziging hebben gegeven; Overwegende dat de aanvraag onderworpen werd aan de speciale regelen van openbaarmaking van tot om de volgende redenen : (1) - de inhoud van de aanvraag is strijdig met de door 's mensen toedoen gevestigde erfienstbaarheden of met bij overeenkomst vastgestelde verplichtingen betreffende het gebruik van de bodem;(1) - de aanvraag bevat : (1) de aanleg van nieuwe verkeerswegen;(1) de tracéwijziging, de verbreding of de opheffing van bestaande gemeentelijke verkeerswegen;(1) de aanvraag wijkt van voornoemd bijzonder bestemmingsplan af;(1) - (2) (1) dat (geen) bezwaarschrift(en) is (zijn) ingediend;dat het college daarover heeft beraadslaagd en beslist; (1) Gelet op de beraadslaging van van de gemeenteraad over de wegenis inzake : (1) Gelet op de beslissing van de gemachtigde ambtenaar tot verlenging, op met redenen omkleed voorstel van het college van ... , van de aangevraagde afwijking; (1) Gelet op het advies van de overlegcommissie van .. . . . ; (1) Gelet op de gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen;(1) Gelet op de gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen, BESLUIT : Art.1. Machtiging tot wijziging van de verkavelingsvergunning, wordt verleend aan . . . . . om volgende redenen (3) :

Art. 2.De houder van de gewijzigde vergunning moet : 1° volgende voorwaarden, opgelegd door het college van burgemeester en schepenen, naleven : 2° (1) de voorwaarden bepaald door de gemeenteraad gedurende zijn beraadslaging van .. . . . naleven; 3° (4) 4° de bijzondere aanwijzingen vermeld in bijlage 1 van dit besluit in acht nemen.

Art. 3.(1) De gewijzigde vergunning mag worden uitgevoerd in fasen zoals hieronder vermeld (5) : fase 1 : ... fase 2 : ...

Art. 4.Deze gewijzigde vergunning brengt geen vrijstelling mede van de verplichting om een stedenbouwkundige vergunning te verkrijgen vóór de uitvoering van de in deze vergunning voorziene handelingen en werken, inbegrepen de eventuele handelingen en werken inzake wegenis.

Art. 5.Dit besluit wordt gelijktijdig betekend aan de aanvrager en aan de gemachtigde ambtenaar voor de eventuele uitoefening van zijn schorsingsrecht. . . . . . (datum) Vanwege het College : De secretaris, De burgemeester, Betekening aan de gemachtigde ambtenaar van het Bestuur voor Ruimtelijke Ordening en Huisvesting van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. . . . . . (datum) Vanwege het College : De secretaris, De burgemeester, _______ Nota's (1) Doorhalen wat niet van toepassing is.(2) Aan te vullen in voorkomend geval met elke andere reden.(3) Naast de redenen in verband met de goede aanleg viseert het college van burgemeester en schepenen, in voorkomend geval, de conformiteit van het ontwerp met de vigerende plannen of ontwerp-plannen en verduidelijkt het college zijn beslissing ten opzichte van de eventuele opmerkingen en bezwaren.(4) Zo nodig de voorschriften van de gewestelijke en gemeentelijke stedebouwkundige verordeningen toevoegen.(5) Elke fase vermelden en voor elke fase na de eerste, het begin van de vijfjarige vervaltermijn aangeven. Bijlage 1 bij de gewijzigde verkavelingsvergunning Bijzondere aanwijzingen die voor de uitvoering van de vergunning in acht te nemen zijn Wettelijke en reglementaire bepalingen Ordonnantie van 29 augustus 1991 Uitvoering van de vergunning Artikel 120 Van de in toepassing van artikelen 116 en 118 afgegeven vergunning mag gebruik worden gemaakt indien de gemachtigde ambtenaar binnen twintig dagen te rekenen vanaf de kennisgeving ervan, geen met redenen omklede beslissing tot schorsing van de vergunning ter kennis van de aanvrager heeft gebracht.

De in het eerste lid bedoelde termijn begint te lopen op de dag waarop de schorsing bedoeld in artikel 87, § 2, opgeheven wordt.

De tekst van het eerste lid wordt in de vergunning opgenomen.

Schorsing en vernietiging Artikel 125 § 1. In het in artikel 118 bedoelde geval wordt een afschrift van de vergunning samen met het dossier gezonden aan de gemachtigde ambtenaar, die nagaat of de vergunning overeenstemt met het bijzonder bestemmingsplan of met de verkavelingsvergunning.

De Regering bepaalt welke documenten het college van burgemeester en schepenen voegt bij het afschrift van de beslissing waarbij de vergunning, waarvan zij kennis geeft aan de gemachtigde ambtenaar, afgegeven wordt.

Bovendien gaat de gemachtigde ambtenaar na of de vergunning met de vigerende reglementering overeenstemt.

In geval van niet-overeenstemming schorst de gemachtigde ambtenaar de beslissing van het college van burgemeester en schepenen en stelt dit laatste alsook de aanvrager en het Stedenbouwkundig College daarvan in kennis binnen twintig dagen na ontvangst van de vergunning. § 2. De gemachtigde ambtenaar schorst de vergunning die, hoewel steunende op een bijzonder bestemmingsplan of op een niet vervallen verkavelingsvergunning, onverenigbaar is met de voorschriften van een ontwerp gewestelijk bestemmingsplan dat in werking is getreden.

De gemachtigde ambtenaar kan eveneens de vergunning schorsen wanneer hij meent dat de overeenkomstig de vergunning of het bijgevoegde dossier geplande werken een goede plaatselijke aanleg in gevaar kunnen brengen, zodra de Regering heeft besloten tot wijziging van het bijzonder bestemmingsplan of het opmaken van een bijzonder bestemmingsplan strekkende tot de wijziging of de vernietiging van de verkavelingsvergunning.

Artikel 126 Binnen zestig dagen na de kennisgeving van de schorsing bedoeld in artikelen 124 en 125 vernietigt de Regering op advies van het Stedenbouwkundig College indien nodig de vergunning en geeft van haar beslissing gelijktijdig kennis aan het college van burgemeester en schepenen en aan de aanvrager.

Het college van burgemeester en schepenen of zijn gemachtigde en de vergunninghouder of zijn raadsman worden, op hun verzoek, door het Stedenbouwkundig College gehoord. Wanneer een partij vraagt om te worden gehoord, worden ook de andere partij en de gemachtigde ambtenaar opgeroepen. In dit geval wordt de termijn met vijftien dagen verlengd.

Bij ontstentenis van kennisgeving van de vernietiging binnen voornoemde termijnen wordt de schorsing opgeheven.

Openbaarmaking Artikel 95 Reclame met betrekking tot een verkavelingsvergunning mag niet worden gemaakt dan met vermelding van de gemeente waar het goed, dat het voorwerp van een vergunning uitmaakt, gelegen is, alsmede van de datum en het nummer van de vergunning.

Artikel 121 Een mededeling die te kennen geeft dat de vergunning afgegeven is, moet op het terrein worden aangeplakt door de aanvrager, hetzij, wanneer het werken betreft, vóór de aanvang van de werken en tijdens de hele duur ervan, hetzij, in de overige gevallen, vanaf de voorbereidingen voor de handeling of handelingen en tijdens de hele uitvoering ervan. Gedurende die tijd moet de vergunning en het bijbehorende dossier, of een door het gemeentebestuur of de gemachtigde ambtenaar gewaarmerkt afschrift van deze stukken, voortdurend ter beschikking van de in artikel 183 aangewezen ambtenaren liggen, op de plaats waar de werken worden uitgevoerd en de handeling of handelingen verricht.

Beroep bij het Stedenbouwkundig College Artikel 129 De aanvrager kan binnen dertig dagen na de ontvangst van de beslissing van het college van burgemeester en schepenen of van de weigeringsbeslissing van de gemachtigde ambtenaar bedoeld in artikel 128, tegen die beslissing in beroep gaan bij het Stedenbouwkundig College.

Bij ontstentenis van een beslissing kan hij eveneens in beroep gaan binnen dertig dagen na het verstrijken van de in artikel 128, tweede lid, bedoelde termijn.

Binnen vijf dagen na ontvangst zendt het Stedenbouwkundig College een afschrift van de beroepsakte aan de gemeente en aan de gemachtigde ambtenaar.

De gemeente zendt het Stedenbouwkundig College een afschrift van het dossier binnen tien dagen na de ontvangst van het afschrift van het beroep.

Artikel 130 De aanvrager of zijn raadsman, het college van burgemeester en schepenen of zijn gemachtigde, alsook de gemachtigde ambtenaar worden op hun verzoek door het Stedenbouwkundig College gehoord. Wanneer een partij vraagt om te worden gehoord, worden ook de andere partijen opgeroepen.

Artikel 131 Van de beslissing van het Stedenbouwkundig College wordt aan de aanvrager, aan het college van burgemeester en schepenen en aan de gemachtigde ambtenaar kennis gegeven binnen zestig dagen na de datum van afgifte bij de post van de aangetekende zending die het beroep bevat. Ingeval de partijen worden gehoord, wordt de termijn met vijftien dagen verlengd.

Indien de behandeling van het dossier vereist dat de aanvraag aan de speciale regelen van openbaarmaking en/of aan het advies van de overlegcommissie wordt onderworpen, wordt de in het eerste lid voorziene termijn met dertig dagen verlengd.

Artikel 132 Het Stedenbouwkundig College kan de vergunning afgeven, de afgifte ervan afhankelijk stellen van voorwaarden om een goede plaatselijke aanleg te waarborgen of de vergunning weigeren.

De afwijkingen kunnen slechts overeenkomstig artikel 118, § 2 worden toegestaan.

De beslissingen van het Stedenbouwkundig College worden met redenen omkleed.

Basisakte Artikel 92 Vóór de vervreemding, verhuring voor meer dan negen jaar of vestiging van een zakelijk recht, met inbegrip van bezwaring met hypotheek, aangaande een in een verkavelingsvergunning vermelde kavel, moet op verzoek van de eigenaar of eigenaars van de stukken grond, door een notaris akte van de verdeling van die stukken grond en van de aan de verkaveling verbonden lasten worden verleden. De akte moet de kadastrale omschrijving van de goederen vermelden, de eigenaars identificeren in de vorm bepaald in de wetgeving inzake hypotheken, en hun titel van eigendom aangeven. De verkavelingsvergunning en het verkavelingsplan worden als bijlagen bij die akte gevoegd om, samen met de akte en ten verzoeke van de notaris die de akte heeft verleden, binnen twee maanden na het verlijden ervan, te worden overgeschreven op het hypotheekkantoor van het arrondissement Brussel. De overschrijving van het verkavelingsplan mag worden vervangen door de neerlegging op het hypotheekkantoor van een door de notaris gewaarmerkte afdruk van dat plan.

Verval Artikel 98 Indien de verkavelingsvergunning geen aanleg van nieuwe verkeerswegen, noch tracéwijziging, verbreding of opheffing van bestaande gemeentelijke verkeerswegen bevat, vervalt de vergunning voor het overige gedeelte, indien binnen vijf jaar na de afgifte ervan, de verkoop of de verhuring voor meer dan negen jaar, de vestiging van een erfpacht- of opstalrecht van ten minste één derde van de kavels niet is geregistreerd. De vergunning vervalt eveneens indien de houder ervan binnen deze termijn de bij toepassing van artikel 97 opgelegde lasten niet heeft uitgevoerd of de financiële waarborgen niet heeft verstrekt; het bewijs van de verkopen of de verhuringen wordt geleverd door kennisgeving aan het college van burgemeester en schepenen en aan de gemachtigde ambtenaar van de uittreksels uit de akten, die door de notaris of de ontvanger van de registratie gewaarmerkt zijn vóór het verstrijken van voormelde termijn van vijf jaar.

Artikel 99 Indien de verkavelingsvergunning de aanleg van nieuwe verkeerswegen, een tracéwijziging, de verbreding of de opheffing van bestaande gemeentelijke verkeerswegen bevat, vervalt de vergunning indien de houder ervan de voorgeschreven werken en lasten binnen vijf jaar na de afgifte niet heeft uitgevoerd of de vereiste financiële waarborgen niet heeft verstrekt.

Artikel 100 Indien de verkavelingsvergunning in fasen mag worden uitgevoerd, bepaalt de vergunning het tijdstip waarop de vijfjarige vervaltermijn ingaat voor elke fase buiten de eerste.

Artikel 101 De verkavelingsvergunning vervalt van rechtswege.

Het college van burgemeester en schepenen constateert echter het verval door een proces-verbaal, dat bij een ter post aangetekende zending aan de verkavelaar wordt medegedeeld.

Het college van burgemeester en schepenen zendt naar de gemachtigde ambtenaar een afschrift van het proces-verbaal. Heeft het college van burgemeester en schepenen twee maanden na het verstrijken van de termijn het verval niet geconstateerd, dan wordt het proces-verbaal tot vaststelling van het verval opgemaakt door de gemachtigde ambtenaar en dit bij een ter post aangetekende brief betekend aan de verkavelaar en aan het college van burgemeester en schepenen.

Brussels Hoofdstedelijk Gewest Formulier 024 Gemeente Uw kenmerk : Ons kenmerk : Bijlage(n) : ... plannen WEIGERING VAN DE VERKAVELINGSVERGUNNING HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN, Gelet op de aanvraag ingediend door ... met betrekking tot een verkaveling van het goed gelegen ... kadastraal bekend sectie ... nr. ... ;

Overwegende dat het ontvangstbewijs van die aanvraag dateert van ... ;

Gelet op de ordonnantie van 29 augustus 1991 houdende organisatie van de planning en de stedenbouw;

Gelet op artikel 123, 7° van de nieuwe gemeentewet;

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Executieve van 29 juni 1992 betreffende de overlegcommissies;

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 4 juli 1996 betreffende de verzending van de documenten met het oog op de behandeling van de aanvragen om stedenbouwkundige vergunning en verkavelingsvergunning, de aanvragen om stedenbouwkundig attest en stedenbouwkundig attest met het oog op verkaveling;

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 23 november 1993 betreffende de openbare onderzoeken en de speciale regelen van openbaarmaking inzake stedenbouw en leefmilieu gewijzigd bij besluit van de Regering van 10 juli 1997; (1) Overwegende dat er voor het gebied waarin het goed gelegen is geen vigerend bijzonder bestemmingsplan bestaat;(1) Overwegende dat er voor het gebied waarin het goed gelegen is slechts een bijzonder bestemmingsplan bestaat dat goedgekeurd is op grond van artikel 17 van de wet van 29 maart 1962 houdende organisatie van de ruimtelijke ordening en de stedebouw;(1) Overwegende dat de aanvraag onderworpen werd aan de speciale regelen van openbaarmaking van .. . . . . . . . . tot . . . . . om de volgende redenen : (1) - de inhoud van de aanvraag is strijdig met de door 's mensen toedoen gevestigde erfdienstbaarheden of met bij overeenkomst vastgestelde verplichtingen betreffende het gebruik van de bodem;(1) - de aanvraag bevat : (1) de aanleg van nieuwe verkeerswegen;(1) de tracéwijziging, de verbreding of de opheffing van bestaande gemeentelijke verkeerswegen;(1) - (2) (1) dat (geen) bezwaarschrift(en) is (zijn) ingediend;dat het college daarover heeft beraadslaagd en beslist; (1) Gelet op de beraadslaging van van de gemeenteraad over de wegenis inzake : (1) Overwegende dat het college van mening is dat de verkavelingsvergunning niet kan worden afgegeven om volgende redenen : dat er bijgevolg niet tot de speciale regelen van openbaarmaking dient te worden overgegaan en dat de aanvraag aan de gemeenteraad niet dient te worden voorgelegd;(1) Gelet op het advies van de overlegcommissie van .. . . . ; (1) Gelet op de gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen;(1) Gelet op de gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen;(1) Overwegende dat het beschikkend gedeelte van het eensluidend advies van de gemachtigde ambtenaar als volgt luidt : (1) Overwegende dat de gemachtigde ambtenaar geen eensluidend advies gegeven heeft binnen de voorgeschreven termijn;overwegende dat dit advies gunstig geacht wordt met uitsluiting van de afwijkingen, BESLUIT :

Art. 1.De door . . . . . aangevraagde verkavelingsvergunning is geweigerd : 1° (1) om de reden vermeld in voornoemd advies van de gemachtigde ambtenaar;2° (1) om de reden vermeld in voornoemde beraadslaging van de gemeenteraad;3° (1) om volgende redenen (3) : Art.2. Dit besluit wordt gelijktijdig betekend aan de aanvrager en aan de gemachtigde ambtenaar; . . . . . (datum) Vanwege het College : De secretaris, De burgemeester, Betekening aan de gemachtigde ambtenaar van het Bestuur voor Ruimtelijke Ordening en Huisvesting van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. . . . . . (datum) Vanwege het College : De secretaris, De burgemeester, _______ Nota's (1) Doorhalen wat niet van toepassing is.(2) Aan te vullen in voorkomend geval met elke andere reden.(3) Eventueel aanvullen met andere weigeringsredenen eigen aan het college van burgemeester en schepenen of indien het college van mening is dat het de vergunning ondanks het gunstig advies van de gemachtigde ambtenaar moet weigeren. Wettelijke bepalingen Ordonnantie van 29 augustus 1991 Beroep bij het Stedenbouwkundig College Artikel 129 De aanvrager kan binnen dertig dagen na de ontvangst van de beslissing van het college van burgemeester en schepenen of van de weigeringsbeslissing van de gemachtigde ambtenaar bedoeld in artikel 128, tegen die beslissing in beroep gaan bij het Stedenbouwkundig College.

Bij ontstentenis van een beslissing kan hij eveneens in beroep gaan binnen dertig dagen na het verstrijken van de in artikel 128, tweede lid, bedoelde termijn.

Binnen vijf dagen na ontvangst zendt het Stedenbouwkundig College een afschrift van de beroepsakte aan de gemeente en aan de gemachtigde ambtenaar.

De gemeente zendt het Stedenbouwkundig College een afschrift van het dossier binnen tien dagen na de ontvangst van het afschrift van het beroep.

Artikel 130 De aanvrager of zijn raadsman, het college van burgemeester en schepenen of zijn gemachtigde, alsook de gemachtigde ambtenaar worden op hun verzoek door het Stedenbouwkundig College gehoord. Wanneer een partij vraagt om te worden gehoord, worden ook de andere partijen opgeroepen.

Artikel 131 Van de beslissing van het Stedenbouwkundig College wordt aan de aanvrager, aan het college van burgemeester en schepenen en aan de gemachtigde ambtenaar kennis gegeven binnen zestig dagen na de datum van afgifte bij de post van de aangetekende zending die het beroep bevat. Ingeval de partijen worden gehoord, wordt de termijn met vijftien dagen verlengd.

Indien de behandeling van het dossier vereist dat de aanvraag aan de speciale regelen van openbaarmaking en/of aan het advies van de overlegcommissie wordt onderworpen, wordt de in het eerste lid voorziene termijn met dertig dagen verlengd.

Artikel 132 Het Stedenbouwkundig College kan de vergunning afgeven, de afgifte ervan afhankelijk stellen van voorwaarden om een goede plaatselijke aanleg te waarborgen of de vergunning weigeren.

De afwijkingen kunnen slechts overeenkomstig artikel 118, §2 worden toegestaan.

De beslissingen van het Stedenbouwkundig College worden met redenen omkleed.

Beroep bij de Regering Artikel 134 De aanvrager kan bij de Regering in beroep gaan binnen dertig dagen na de ontvangst van de beslissing van het Stedenbouwkundig college of, bij ontstentenis van die ontvangst, na het verstrijken van de termijn waarbinnen deze plaats moest hebben. Dit beroep wordt bij een ter post aangetekende brief aan de Regering toegezonden, die binnen vijf dagen na de ontvangst het college van burgemeester en schepenen er een afschrift van stuurt.

Brussels Hoofdstedelijk Gewest Formulier 025 Gemeente Uw kenmerk : Ons kenmerk : Bijlage(n) : ... plannen WEIGERING VAN DE VERKAVELINGSVERGUNNING HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN, Gelet op de aanvraag ingediend door ... met betrekking tot een verkaveling van het goed gelegen ... kadastraal bekend sectie ... nr. ... ;

Overwegende dat het ontvangstbewijs van die aanvraag dateert van ... ;

Gelet op de ordonnantie van 29 augustus 1991 houdende organisatie van de planning en de stedenbouw;

Gelet op artikel 123, 7° van de nieuwe gemeentewet;

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Executieve van 29 juni 1992 betreffende de overlegcommissies;

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 4 juli 1996 betreffende de verzending van de documenten met het oog op de behandeling van de aanvragen om stedenbouwkundige vergunning en verkavelingsvergunning, de aanvragen om stedenbouwkundig attest en stedenbouwkundig attest met het oog op verkaveling;

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 23 november 1993 betreffende de openbare onderzoeken en de speciale regelen van openbaarmaking inzake stedenbouw en leefmilieu gewijzigd bij besluit van de Regering van 10 juli 1997;

Overwegende dat er voor het gebied waarin het goed gelegen is een ander vigerend bijzonder bestemmingsplan bestaat dan een bijzonder bestemmingsplan dat goedgekeurd is op grond van artikel 17 van de wet van 29 maart 1962 houdende organisatie van de ruimtelijke ordening en de stedenbouw; (1) Overwegende dat de aanvraag onderworpen werd aan de speciale regelen van openbaarmaking van .. . . . tot . . . . . om de volgende redenen : (1) - de inhoud van de aanvraag is strijdig met de door 's mensen toedoen gevestigde erfdienstbaarheden of met bij overeenkomst vastgestelde verplichtingen betreffende het gebruik van de bodem;(1) - de aanvraag bevat : (1) de aanleg van nieuwe verkeerswegen;(1) de tracéwijziging, de verbreding of de opheffing van bestaande gemeentelijke verkeerswegen;(1) - de aanvraag wijkt van voornoemd bijzonder bestemmingsplan af;(1) - (2) (1) dat (geen) bezwaarschrift(en) is (zijn) ingediend;dat het college daarover heeft beraadslaagd en beslist; (1) Gelet op de beraadslaging van van de gemeenteraad over de wegenis inzake : (1) Gelet op de beslissing van de gemachtigde ambtenaar van ... tot toekenning - weigering (1), op met redenen omkleed voorstel van het college van ... , van de aangevraagde afwijking; (1) Overwegende dat het college van mening is dat de verkavelingsvergunning niet kan worden afgegeven om volgende redenen : dat er bijgevolg niet tot de speciale regelen van openbaarmaking dient te worden overgegaan en dat de aanvraag aan de gemeenteraad niet dient te worden voorgelegd;(1) Gelet op het advies van de overlegcommissie van .. . . . ; (1) Gelet op de gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen;(1) Gelet op de gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen, BESLUIT : Art.1. De door ... aangevraagde verkavelingsvergunning is geweigerd : 1° (1) om de reden vermeld in voornoemde beraadslaging van de gemeenteraad;2° (1) om volgende redenen (3) : Art.2. Dit besluit wordt gelijktijdig betekend aan de aanvrager en aan de gemachtigde ambtenaar; . . . . . (datum) Vanwege het College : De secretaris, De burgemeester, Betekening aan de gemachtigde ambtenaar van het Bestuur voor Ruimtelijke Ordening en Huisvesting van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. . . . . . (datum) {suvr}Vanwege het College : De secretaris, De burgemeester, _______ Nota's (1) Doorhalen wat niet van toepassing is.(2) Aan te vullen in voorkomend geval met elke andere reden.(3) Eventueel aanvullen met andere weigeringsredenen eigen aan het college van burgemeester en schepenen of indien het college van mening is dat het de vergunning ondanks het gunstig advies van de gemachtigde ambtenaar moet weigeren. Wettelijke bepalingen Ordonnantie van 29 augustus 1991 Beroep bij het Stedenbouwkundig College Artikel 129 De aanvrager kan binnen dertig dagen na de ontvangst van de beslissing van het college van burgemeester en schepenen of van de weigeringsbeslissing van de gemachtigde ambtenaar bedoeld in artikel 128, tegen die beslissing in beroep gaan bij het Stedenbouwkundig College.

Bij ontstentenis van een beslissing kan hij eveneens in beroep gaan binnen dertig dagen na het verstrijken van de in artikel 128, tweede lid, bedoelde termijn.

Binnen vijf dagen na ontvangst zendt het Stedenbouwkundig College een afschrift van de beroepsakte aan de gemeente en aan de gemachtigde ambtenaar.

De gemeente zendt het Stedenbouwkundig College een afschrift van het dossier binnen tien dagen na de ontvangst van het afschrift van het beroep.

Artikel 130 De aanvrager of zijn raadsman, het college van burgemeester en schepenen of zijn gemachtigde, alsook de gemachtigde ambtenaar worden op hun verzoek door het Stedenbouwkundig College gehoord. Wanneer een partij vraagt om te worden gehoord, worden ook de andere partijen opgeroepen.

Artikel 131 Van de beslissing van het Stedenbouwkundig College wordt aan de aanvrager, aan het college van burgemeester en schepenen en aan de gemachtigde ambtenaar kennis gegeven binnen zestig dagen na de datum van afgifte bij de post van de aangetekende zending die het beroep bevat. Ingeval de partijen worden gehoord, wordt de termijn met vijftien dagen verlengd.

Indien de behandeling van het dossier vereist dat de aanvraag aan de speciale regelen van openbaarmaking en/of aan het advies van de overlegcommissie wordt onderworpen, wordt de in het eerste lid voorziene termijn met dertig dagen verlengd.

Artikel 132 Het Stedenbouwkundig College kan de vergunning afgeven, de afgifte ervan afhankelijk stellen van voorwaarden om een goede plaatselijke aanleg te waarborgen of de vergunning weigeren.

De afwijkingen kunnen slechts overeenkomstig artikel 118, §2 worden toegestaan.

De beslissingen van het Stedenbouwkundig College worden met redenen omkleed.

Beroep bij de Regering Artikel 134 De aanvrager kan bij de Regering in beroep gaan binnen dertig dagen na de ontvangst van de beslissing van het Stedenbouwkundig college of, bij ontstentenis van die ontvangst, na het verstrijken van de termijn waarbinnen deze plaats moest hebben. Dit beroep wordt bij een ter post aangetekende brief aan de Regering toegezonden, die binnen vijf dagen na de ontvangst het college van burgemeester en schepenen er een afschrift van stuurt.

Brussels Hoofdstedelijk Gewest Formulier 026 Gemeente Uw kenmerk : Ons kenmerk : Bijlage(n) : ... plannen WEIGERING OM DE VERKAVELINGSVERGUNNING TE WIJZIGEN HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN, Gelet op de aanvraag ingediend door ... strekkende tot de wijziging van de verkavelingsvergunning afgegeven onder het nr. ... bij beslissing van ... van het college van burgemeester en schepenen aan . . . . . met betrekking tot een goed gelegen ... kadastraal bekend sectie ... nr. ... ;

Overwegende dat het ontvangstbewijs van die aanvraag dateert van ... ;

Gelet op de ordonnantie van 29 augustus 1991 houdende organisatie van de planning en de stedenbouw;

Gelet op artikel 123, 7° van de nieuwe gemeentewet;

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Executieve van 29 juni 1992 betreffende de overlegcommissies;

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 4 juli 1996 betreffende de verzending van de documenten met het oog op de behandeling van de aanvragen om stedenbouwkundige vergunning en verkavelingsvergunning, de aanvragen om stedenbouwkundig attest en stedenbouwkundig attest met het oog op verkaveling;

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 23 november 1993 betreffende de openbare onderzoeken en de speciale regelen van openbaarmaking inzake stedenbouw en leefmilieu gewijzigd bij besluit van de Regering van 10 juli 1997; (1) Overwegende dat er voor het gebied waarin het goed gelegen is geen vigerend bijzonder bestemmingsplan bestaat;(1) Overwegende dat er voor het gebied waarin het goed gelegen is slechts een bijzonder bestemmingsplan bestaat dat goedgekeurd is op grond van artikel 17 van de wet van 29 maart 1962 houdende organisatie van de ruimtelijke ordening en de stedenbouw; (1) Overwegende dat de eigenaars van een kavel die de aanvraag niet hebben mede-ondertekend niet allemaal een eensluidend afschrift ervan bij een ter post aangetekende brief ontvangen hebben (... kavels, ... eigenaars); dat eigenaars een bezwaarschrift hebben ingediend; dat deze eigenaar(s) meer (minder) dan een vierde van de bij de oorspronkelijke vergunning gemachtigde verkaveling bezit(ten) (... kavels; ... eigenaars) : (1) Overwegende dat het uit het ingediende dossier blijkt dat de machtiging om de vergunning te wijzigen afbreuk doet aan de rechten voortvloeiend uit de overeenkomsten tussen de partijen;(1) dat alle betrokken eigenaars hun toestemming over de aangevraagde wijziging niet gegeven hebben;(1) Overwegende dat de aanvraag onderworpen werd aan de speciale regelen van openbaarmaking van .. . . . tot . . . . . om de volgende redenen : (1) - de inhoud van de aanvraag is strijdig met de door 's mensen toedoen gevestigde erfdienstbaarheden of met bij overeenkomst vastgestelde verplichtingen betreffende het gebruik van de bodem;(1) - de aanvraag bevat : (1) de aanleg van nieuwe verkeerswegen;(1) de tracéwijziging, de verbreding of de opheffing van bestaande gemeentelijke verkeerswegen;(1) - (2) (1) dat (geen) bezwaarschrift(en) is (zijn) ingediend;dat het college daarover heeft beraadslaagd en beslist; (1) Gelet op de beraadslaging van van de gemeenteraad over de wegenis inzake : (1) Overwegende dat het college van mening is dat de verkavelingsvergunning niet kan worden afgegeven om volgende redenen : dat er bijgevolg niet tot de speciale regelen van openbaarmaking dient te worden overgegaan en dat de aanvraag aan de gemeenteraad niet dient te worden voorgelegd;(1) Gelet op het advies van de overlegcommissie van .. . . . ; (1) Gelet op de gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen;(1) Gelet op de gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen;(1) Overwegende dat het beschikkend gedeelte van het eensluidend advies van de gemachtigde ambtenaar als volgt luidt : (1) Overwegende dat de gemachtigde ambtenaar geen eensluidend advies gegeven heeft binnen de voorgeschreven termijn;overwegende dat dit advies gunstig geacht wordt met uitsluiting van de afwijkingen, BESLUIT :

Art. 1.De wijziging van de verkavelingsvergunning aangevraagd door ... is geweigerd 1° (1) om de reden vermeld in voornoemd advies van de gemachtigde ambtenaar;2° (1) om de reden vermeld in voornoemde beraadslaging van de gemeenteraad;3° (1) om volgende redenen (3) : Art.2. Dit besluit wordt gelijktijdig betekend aan de aanvrager en aan de gemachtigde ambtenaar; . . . . . (datum) Vanwege het College : De secretaris, De burgemeester, Betekening aan de gemachtigde ambtenaar van het Bestuur voor Ruimtelijke Ordening en Huisvesting van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. . . . . . (datum) Vanwege het College : De secretaris, De burgemeester, _______ Nota's (1) Doorhalen wat niet van toepassing is.(2) Aan te vullen in voorkomend geval met elke andere reden.(3) Eventueel aanvullen met andere weigeringsredenen eigen aan het college van burgemeester en schepenen of indien het college van mening is dat het de vergunning ondanks het gunstig advies van de gemachtigde ambtenaar moet weigeren. Wettelijke bepalingen Ordonnantie van 29 augustus 1991 Beroep bij het Stedenbouwkundig College Artikel 129 De aanvrager kan binnen dertig dagen na de ontvangst van de beslissing van het college van burgemeester en schepenen of van de weigeringsbeslissing van de gemachtigde ambtenaar bedoeld in artikel 128, tegen die beslissing in beroep gaan bij het Stedenbouwkundig College.

Bij ontstentenis van een beslissing kan hij eveneens in beroep gaan binnen dertig dagen na het verstrijken van de in artikel 128, tweede lid, bedoelde termijn.

Binnen vijf dagen na ontvangst zendt het Stedenbouwkundig College een afschrift van de beroepsakte aan de gemeente en aan de gemachtigde ambtenaar.

De gemeente zendt het Stedenbouwkundig College een afschrift van het dossier binnen tien dagen na de ontvangst van het afschrift van het beroep.

Artikel 130 De aanvrager of zijn raadsman, het college van burgemeester en schepenen of zijn gemachtigde, alsook de gemachtigde ambtenaar worden op hun verzoek door het Stedenbouwkundig College gehoord. Wanneer een partij vraagt om te worden gehoord, worden ook de andere partijen opgeroepen.

Artikel 131 Van de beslissing van het Stedenbouwkundig College wordt aan de aanvrager, aan het college van burgemeester en schepenen en aan de gemachtigde ambtenaar kennis gegeven binnen zestig dagen na de datum van afgifte bij de post van de aangetekende zending die het beroep bevat. Ingeval de partijen worden gehoord, wordt de termijn met vijftien dagen verlengd.

Indien de behandeling van het dossier vereist dat de aanvraag aan de speciale regelen van openbaarmaking en/of aan het advies van de overlegcommissie wordt onderworpen, wordt de in het eerste lid voorziene termijn met dertig dagen verlengd.

Artikel 132 Het Stedenbouwkundig College kan de vergunning afgeven, de afgifte ervan afhankelijk stellen van voorwaarden om een goede plaatselijke aanleg te waarborgen of de vergunning weigeren.

De afwijkingen kunnen slechts overeenkomstig artikel 118, §2 worden toegestaan.

De beslissingen van het Stedenbouwkundig College worden met redenen omkleed.

Beroep bij de Regering Artikel 134 De aanvrager kan bij de Regering in beroep gaan binnen dertig dagen na de ontvangst van de beslissing van het Stedenbouwkundig college of, bij ontstentenis van die ontvangst, na het verstrijken van de termijn waarbinnen deze plaats moest hebben. Dit beroep wordt bij een ter post aangetekende brief aan de Regering toegezonden, die binnen vijf dagen na de ontvangst het college van burgemeester en schepenen er een afschrift van stuurt.

Brussels Hoofdstedelijk Gewest Formulier 027 Gemeente Uw kenmerk : Ons kenmerk : Bijlage(n) : . . plannen WEIGERING OM DE VERKAVELINGSVERGUNNING TE WIJZIGEN HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN, Gelet op de aanvraag ingediend door . strekkende tot de wijziging van de verkavelingsvergunning afgegeven onder het nr . .. bij beslissing van . van het college van burgemeester en schepenen aan . . . . . met betrekking tot een goed gelegen . . . . . kadastraal bekend sectie . . . . . nr. . . . . . ;

Overwegende dat het ontvangstbewijs van die aanvraag dateert van . . . . . ;

Gelet op de ordonnantie van 29 augustus 1991 houdende organisatie van de planning en de stedenbouw;

Gelet op artikel 123, 7° van de nieuwe gemeentewet;

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Executieve van 29 juni 1992 betreffende de overlegcommissies;

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 4 juli 1996 betreffende de verzending van de documenten met het oog op de behandeling van de aanvragen om stedenbouwkundige vergunning en verkavelingsvergunning, de aanvragen om stedenbouwkundig attest en stedenbouwkundig attest met het oog op verkaveling;

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 23 november 1993 betreffende de openbare onderzoeken en de speciale regelen van openbaarmaking inzake stedenbouw en leefmilieu gewijzigd bij besluit van de Regering van 10 juli 1997;

Overwegende dat er voor het gebied waarin het goed gelegen is een ander vigerend bijzonder bestemmingsplan bestaat dan een bijzonder bestemmingsplan dat goedgekeurd is op grond van artikel 17 van de wet van 29 maart 1962 houdende organisatie van de ruimtelijke ordening en de stedenbouw; (1) Overwegende dat de eigenaars van een kavel die de aanvraag niet hebben mede-ondertekend niet allemaal een eensluidend afschrift ervan bij een ter post aangetekende brief ontvangen hebben ( .. . . . kavels, . . . . . eigenaars werden niet geïnformeerd); (1) Overwegende dat alle eigenaars van een kavel die de aanvraag niet hebben mede-ondertekend een eensluidend afschrift ervan bij een ter post aangetekende brief ontvangen hebben; dat . . . . . eigenaars een bezwaarschrift hebben ingediend; (1) dat deze eigenaar(s) meer (minder) dan een vierde van de bij de oorspronkelijke vergunning gemachtigde verkaveling bezit(ten) ( .. . . . kavels; . . . . . eigenaars); (1) Overwegende dat het uit het dossier blijkt dat de machtiging om de vergunning te wijzigen afbreuk doet aan de rechten voortvloeiend uit de overeenkomsten tussen de partijen;(1) Overwegende dat alle betrokken eigenaars hun toestemming over de aangevraagde wijziging niet hebben gegeven;(1) Overwegende dat de aanvraag onderworpen werd aan de speciale regelen van openbaarmaking van .. . . . om de volgende redenen : (1) - de inhoud van de aanvraag is strijdig met de door 's mensen toedoen gevestigde erfdienstbaarheden of met bij overeenkomst vastgestelde verplichtingen betreffende het gebruik van de bodem;(1) - de aanvraag bevat : (1) de aanleg van nieuwe verkeerswegen;(1) de tracéwijziging, de verbreding of de opheffing van bestaande gemeentelijke verkeerswegen;(1) - de aanvraag wijkt van voornoemd bijzonder bestemmingsplan af;(1) (2) (1) dat (geen) bezwaarschrift(en) is (zijn) ingediend;dat het college daarover heeft beraadslaagd en beslist; (1) Gelet op de beraadslaging van van de gemeenteraad over de wegenis inzake : (1) Gelet op de beslissing van .. . . . van de gemachtigde ambtenaar tot toekenning weigering (1), op met redenen omkleed voorstel van het college van . . . . . van de aangevraagde afwijking; (1) Overwegende dat het college van mening is dat de verkavelingsvergunning niet kan worden afgegeven om volgende redenen : dat er bijgevolg niet tot de speciale regelen van openbaarmaking dient te worden overgegaan en dat de aanvraag aan de gemeenteraad niet dient te worden voorgelegd;(1) Gelet op het advies van de overlegcommissie van .. . . . . . . . . . . .; (1) Gelet op de gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen;(1) Gelet op de gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen; BESLUIT :

Art. 1.De wijziging van de verkavelingsvergunning aangevraagd door . . . . . is geweigerd : 1° (1) om de reden vermeld in voornoemde beraadslaging van de gemeenteraad;2° (1) om volgende redenen (3) Art.2. Dit besluit wordt gelijktijdig betekend aan de aanvrager en aan de gemachtigde ambtenaar; . . . . . (datum) Vanwege het College : De secretaris, De burgemeester, Betekening aan de gemachtigde ambtenaar van het Bestuur voor Ruimtelijke Ordening en Huisvesting van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. . . . . . (datum) Vanwege het College : De secretaris, De burgemeester, _______ Nota (1) Doorhalen wat niet van toepassing is.(2) Aan te vullen in voorkomend geval met elke andere reden.(3) Eventueel aanvullen met andere weigeringsredenen eigen aan het college van burgemeester en schepenen. Wettelijke bepalingen Ordonnantie van 29 augustus 1991 Beroep bij het Stedenbouwkundig College Artikel 129 De aanvrager kan binnen dertig dagen na de ontvangst van de beslissing van het college van burgemeester en schepenen of van de weigeringsbeslissing van de gemachtigde ambtenaar bedoeld in artikel 128, tegen die beslissing in beroep gaan bij het Stedenbouwkundig College.

Bij ontstentenis van een beslissing kan hij eveneens in beroep gaan binnen dertig dagen na het verstrijken van de in artikel 128, tweede lid, bedoelde termijn.

Binnen vijf dagen na ontvangst zendt het Stedenbouwkundig College een afschrift van de beroepsakte aan de gemeente en aan de gemachtigde ambtenaar.

De gemeente zendt het Stedenbouwkundig College een afschrift van het dossier binnen tien dagen na de ontvangst van het afschrift van het beroep.

Artikel 130 De aanvrager of zijn raadsman, het college van burgemeester en schepenen of zijn gemachtigde, alsook de gemachtigde ambtenaar worden op hun verzoek door het Stedenbouwkundig College gehoord. Wanneer een partij vraagt om te worden gehoord, worden ook de andere partijen opgeroepen.

Artikel 131 Van de beslissing van het Stedenbouwkundig College wordt aan de aanvrager, aan het college van burgemeester en schepenen en aan de gemachtigde ambtenaar kennis gegeven binnen zestig dagen na de datum van afgifte bij de post van de aangetekende zending die het beroep bevat. Ingeval de partijen worden gehoord, wordt de termijn met vijftien dagen verlengd.

Indien de behandeling van het dossier vereist dat de aanvraag aan de speciale regelen van openbaarmaking en/of aan het advies van de overlegcommissie wordt onderworpen, wordt de in het eerste lid voorziene termijn met dertig dagen verlengd.

Artikel 132 Het Stedenbouwkundig College kan de vergunning afgeven, de afgifte ervan afhankelijk stellen van voorwaarden om een goede plaatselijke aanleg te waarborgen of de vergunning weigeren.

De afwijkingen kunnen slechts overeenkomstig artikel 118, §2 worden toegestaan.

De beslissingen van het Stedenbouwkundig College worden met redenen omkleed.

Beroep bij de Regering Artikel 134 De aanvrager kan bij de Regering in beroep gaan binnen dertig dagen na de ontvangst van de beslissing van het Stedenbouwkundig college of, bij ontstentenis van die ontvangst, na het verstrijken van de termijn waarbinnen deze plaats moest hebben. Dit beroep wordt bij een ter post aangetekende brief aan de Regering toegezonden, die binnen vijf dagen na de ontvangst het college van burgemeester en schepenen er een afschrift van stuurt.

Ministerie van het Brussels Formulier 028 Hoofdstedelijk Gewest Bestuur voor Ruimtelijke Ordening en Huisvesting Uw kenmerk : Ons kenmerk : BESLUIT TOT SCHORSING VAN DE VERKAVELINGSVERGUNNING DE GEMACHTIGDE AMBTENAAR, Gelet op de ordonnantie van 29 augustus 1991 houdende organisatie van de planning en de stedenbouw;

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Executieve van 6 juli 1992 tot aanwijzing van de gemachtigde ambtenaren gewijzigd bij de besluiten van de Regering van 14 november 1996 en van 4 december 1997;

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 4 juli 1996 betreffende de verzending van de documenten met het oog op de behandeling van de aanvragen om stedenbouwkundige vergunning en verkavelingsvergunning, de aanvragen om stedenbouwkundig attest en stedenbouwkundig attest met het oog op verkaveling; (1) Gelet op de aanvraag ingediend door .. . . . met betrekking tot de verkaveling van een goed gelegen . . . . . kadastraal bekend sectie . . . . . nr. . . . . . (1) Gelet op de aanvraag ingediend door .. . . . tot wijziging van de verkavelingsvergunning afgegeven onder het nr. . . . . . bij beslissing van . . . . . van het college van burgemeester en schepenen van . . . . . aan . . . . . met betrekking tot een goed gelegen . . . . . kadastraal bekend sectie . . . . . nr. . . . . .

Gelet op de beslissing van . . . . . Y van het college van burgemeester en schepenen van . . . . . tot verlening van een verkavelingsvergunning aan . . . . . (1) Overwegende dat er voor het gebied waarin het goed gelegen is geen vigerend bijzonder bestemmingsplan bestaat;(1) Overwegende dat er voor het gebied waarin het goed gelegen is slechts een bijzonder bestemmingsplan bestaat dat goedgekeurd is op grond van artikel 17 van de wet van 29 maart 1962 houdende organisatie van de ruimtelijke ordening en de stedenbouw;(1) Overwegende dat het beschikkend gedeelte van het eensluidend advies uitgebracht door de gemachtigde ambtenaar in toepassing van voornoemde ordonnantie en bekendgemaakt aan het college op .. . . . als volgt luidt : (1) Overwegende dat de gemachtigde ambtenaar geen eensluidend advies gegeven heeft binnen de voorgeschreven termijn;overwegende dat dit advies gunstig geacht wordt met uitsluiting van de afwijkingen; (1) Overwegende dat het college het advies niet gevolgd heeft wat volgend(e) punt(en) betreft : (1) Overwegende dat de door het college gevolgde procedure om zijn beslissing van .. . . . te nemen niet regelmatig is om volgende redenen : Overwegende dat de aangetekende brief waarbij het college zijn beslissing aan de gemachtigde ambtenaar bekendgemaakt heeft door laatstgenoemde op . . . . . werd ontvangen;

BESLUIT :

Art. 1.Het besluit van . . . . . van het college van burgemeester en schepenen van . . . . . tot verlenging aan . . . . . van de verkavelingsvergunning is geschorst om volgende redenen :

Art. 2.Dit besluit wordt gelijktijdig betekend aan de vergunninghouder, het college van burgemeester en schepenen en het Stedenbouwkundig College.

Opgemaakt te . . . . . , . . . . . (datum).

De gemachtigde ambtenaar, Betekening aan het college van burgemeester en schepenen van en te Kenmerken : Brussel, . . . . . (datum) De gemachtigde ambtenaar, Betekening aan het Stedenbouwkundig College Brussel, . . . . . (datum) De gemachtigde ambtenaar, _______ Nota (1) Doorhalen wat niet van toepassing is. Wettelijke bepalingen Beslissing van het college van burgemeester en schepenen Artikel 116 van de ordonnantie van 29 augustus 1991. § 1. Wanneer voor het grondgebied waar het goed gelegen is, geen geldend bijzonder bestemmingsplan of niet-vervallen verkavelingsvergunning bestaat, wordt de aanvraag om advies voorgelegd aan de gemachtigde ambtenaar. De gemachtigde ambtenaar geeft kennis van zijn advies aan het college van burgemeester en schepenen binnen vijfenveertig dagen na de datum die volgt uit de toepassing van artikel 110, § 5.

Indien van het advies van de gemachtigde ambtenaar kennis wordt gegeven aan het college van burgemeester en schepenen binnen de in het eerste lid bepaalde termijn van vijfenveertig dagen, dan kan het college de vergunning enkel afgeven na eensluidend en uitdrukkelijk advies van de gemachtigde ambtenaar, daar de vergunning het beschikkende gedeelte moet omvatten van het advies van de gemachtigde ambtenaar.

Indien bij het verstrijken van de in het eerste lid bepaalde termijn van vijfenveertig dagen, de gemachtigde ambtenaar geen kennis heeft gegeven van zijn advies aan het college van burgemeester en schepenen, dan wordt zijn advies over de aanvraag geacht gunstig te zijn. Het college van burgemeester en schepenen spreekt zich uit over de aanvraag zonder rekening te houden met het advies van de gemachtigde ambtenaar wanneer het later zou worden verleend, zonder evenwel de afwijkingen te kunnen toestaan bedoeld in artikel 116, § 2.

Wanneer de aanvraag afwijkingen inhoudt bepaald in artikel 116 § 2, dan zal het ontbreken van een kennisgeving van de beslissing van de gemachtigde ambtenaar binnen de in het tweede lid bepaalde termijn van vijfenveertig dagen neerkomen op een weigering van deze afwijkingen.

Wanneer de gemachtigde ambtenaar tot de bevinding komt dat de aanvraag aanleiding geeft tot de raadpleging van besturen of instellingen en dat het college van burgemeester en schepenen hiertoe niet is overgegaan, raadpleegt hij deze en geeft hij kennis hiervan aan het college en aan de aanvrager. In dat geval wordt de in het tweede lid bepaalde termijn van vijfenveertig dagen verlengd met dertig dagen.

Wanneer de gemachtigde ambtenaar tot de bevinding komt dat de aanvraag aan de speciale regelen van openbaarmaking wordt onderworpen en dat het college van burgemeester en schepenen zulks niet heeft gedaan, nodigt hij het college uit deze regelen in te stellen binnen tien dagen na zijn aanvraag. In dat geval wordt de in het tweede lid bepaalde termijn van vijfenveertig dagen verlengd met dertig dagen.

Wanneer de speciale regelen van openbaarmaking ingesteld worden tijdens de schoolvakanties, wordt de termijn die volgt uit de toepassing van het zevende lid, verlengd met : 1° tien dagen voor de Paas- of Kerstvakantie;2° vijfenveertig dagen voor de zomervakantie. § 2. Wanneer de gemachtigde ambtenaar een gunstig advies uitbrengt, kan hij aan de afgifte van de vergunning voorwaarden verbinden om een goede plaatselijke aanleg te waarborgen.

De gemachtigde ambtenaar kan afwijken van de voorschriften van de stedenbouwkundige verordeningen, van de bouwverordeningen of van de verordeningen betreffende de achteruitbouwstroken, hetzij in het geval bedoeld in het eerste lid, hetzij wanneer de afwijking wordt gevraagd in de aanvraag.

De gemachtigde ambtenaar kan ook, op een met redenen omkleed voorstel van het college van burgemeester en schepenen, afwijkingen van de verordenende voorschriften van het gemeentelijk ontwikkelingsplan toestaan, alleen wat de perceelsafmetingen, de omvang, de plaatsing en de esthetische aard van de bouwwerken betreft.

Wanneer de afwijking de perceelsafmetingen, de omvang, de plaatsing en de esthetische aard van de bouwwerken betreft, wordt de aanvraag aan de in de artikelen 113 en 114 bedoelde speciale regelen van openbaarmaking onderworpen.

Een afwijking met betrekking tot de plaatsing of de omvang van de bouwwerken in een gebied kan een afwijking van de bestemming van een aangrenzend gebied met zich meebrengen, in zoverre zij de wezenlijke kenmerken van het aangrenzend gebied niet in gevaar brengt.

De aanvrager is gehouden de in het advies van de gemachtigde ambtenaar gestelde voorwaarden in acht te nemen. § 3. Het advies van de gemachtigde ambtenaar kan, mits behoorlijk met redenen omkleed, tot weigering van de vergunning besluiten. § 4. De gemachtigde ambtenaar steunt zijn ongunstig advies op één van volgende redenen : 1° de aanvraag is onverenigbaar met een in uitwerking zijnde bijzonder bestemmingsplan waarvan het basisdossier door de Regering werd goedgekeurd;2° de aanvraag is onverenigbaar met het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan. Hij kan eveneens een met redenen omkleed ongunstig advies uitbrengen wanneer de Regering besloten heeft een gewestelijk bestemmingsplan of een gemeentelijk ontwikkelingsplan te wijzigen, zo nodig in afwijking van de bepalingen van het plan waarvan tot de wijziging is besloten. § 5. De beslissing waarbij de vergunning wordt geweigerd, wordt met redenen omkleed.

Artikel 123 van de ordonnantie van 29 augustus 1991.

De weigering van de vergunning, gegrond op de in artikel 116, § 4 bedoelde redenen, vervalt : 1° in het in 1° bedoelde geval, indien dit plan niet in werking is getreden binnen drie jaar na de goedkeuring door de Regering van het basisdossier;2° in het in 2° bedoelde geval indien dit plan niet in werking is getreden binnen twaalf maanden volgend op de inwerkingtreding van het besluit van de Regering houdende vaststelling van het ontwerp;3° in het in het tweede lid bedoelde geval, indien het nieuwe plan niet in werking is getreden binnen twee jaar na de inwerkingtreding van het besluit van de Regering houdende wijziging ervan. De weigering van de vergunning, gegrond op de in artikel 118, § 3, bedoelde redenen, vervalt : 1° in het geval bedoeld in het eerste lid, indien het plan niet in werking is getreden binnen twaalf maanden volgend op de inwerkingtreding van het besluit van de Regering houdende vaststelling van het ontwerp;2° in het geval bedoeld in het tweede lid, indien het basisdossier door de Regering niet wordt goedgekeurd binnen twaalf maanden volgend op het besluit van de Regering houdende wijziging van het bijzonder bestemmingsplan of houdende opmaking van een dergelijk plan of indien dit plan niet in werking is getreden binnen drie jaar na de goedkeuring door de Regering van het basisdossier. In de gevallen bedoeld in het eerste en het tweede lid wordt over de oorspronkelijke aanvraag, op verzoek van de aanvrager, een nieuwe beslissing genomen, die bij weigering niet meer op de genoemde reden gegrond mag zijn.

Schorsing en vernietiging Artikel 124 van de ordonnantie van 29 augustus 1991.

In het in artikel 116, § 1, derde lid, bedoelde geval gaat de gemachtigde ambtenaar na of de procedure regelmatig was en of zijn advies in acht werd genomen.

In het in artikel 116, § 1, vierde lid, bedoelde geval gaat de gemachtigde ambtenaar na of de procedure regelmatig was.

Zoniet schorst hij de beslissing van het college van burgemeester en schepenen en geeft aan dit laatste alsook aan de aanvrager en aan het Stedenbouwkundig College kennis ervan binnen twintig dagen na ontvangst van de vergunning.

Artikel 126 van de ordonnantie van 29 augustus 1991.

Binnen zestig dagen na de kennisgeving van de schorsing bedoeld in artikelen 124 en 125 vernietigt de Regering op advies van het Stedenbouwkundig College indien nodig de vergunning en geeft van haar beslissing gelijktijdig kennis aan het college van burgemeester en schepenen en aan de aanvrager.

Het college van burgemeester en schepenen of zijn gemachtigde en de vergunninghouder of zijn raadsman worden, op hun verzoek, door het Stedenbouwkundig College gehoord. Wanneer een partij vraagt om te worden gehoord, worden ook de andere partij en de gemachtigde ambtenaar opgeroepen. In dit geval wordt de termijn met vijftien dagen verlengd.

Bij ontstentenis van kennisgeving van de vernietiging binnen voornoemde termijnen wordt de schorsing opgeheven.

Artikel 127 van de ordonnantie van 29 augustus 1991.

De vernietiging van de vergunning om de redenen bepaald in § 4 van artikel 116 en in § 2 van artikel 125 vervalt onder dezelfde voorwaarden als die bedoeld in artikel 123.

Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Executieve van 4 maart 1993 tot vaststelling van de procedure volgend op de schorsing van stedenbouwkundige vergunningen, verkavelingsvergunningen of stedenbouwkundige attesten.

Art. 1.De houder van een stedenbouwkundige vergunning of van een verkavelingsvergunning, geschorst met toepassing van artikel 124 of artikel 125 van de ordonnantie van 29 augustus 1991 houdende organisatie van de planning en de stedenbouw, hierna te noemen de « ordonnantie », of van een stedenbouwkundig attest, geschorst met toepassing van artikel 159 van de ordonnantie, beschikt over een termijn van vijftien dagen te rekenen van de kennisgeving van de schorsing om te vragen door het Stedenbouwkundig College te worden gehoord.

Te dien einde zendt hij aan het Stedenbouwkundig College een ter post aangetekende brief met ontvangstbewijs.

Art. 2.Het college van burgemeester en schepenen waarvan de handeling is geschorst, handelt op dezelfde wijze indien het door het Stedenbouwkundig College wenst te worden gehoord.

Art. 3.Wanneer een partij gevraagd heeft om te worden gehoord, roept het Stedenbouwkundig College bij een ter post aangetekende brief alle partijen op om ze te horen, ten minste tien dagen vóór de datum vastgesteld voor dit horen.

De afwezigheid van een behoorlijk opgeroepen partij doet geen afbreuk aan de geldigheid van het advies van het Stedenbouwkundig College.

Art. 4.Het Stedenbouwkundig College zendt zijn advies naar de Executieve binnen veertig dagen na de kennisgeving van de schorsing.

Die termijn wordt op vijftig dagen gebracht wanneer één van de partijen gevraagd heeft om te worden gehoord.

Art. 5.Wanneer het college van burgemeester en schepenen de geschorste handeling intrekt, stelt het de houder van de vergunning of van het attest, de gemachtigde ambtenaar en het Stedenbouwkundig College daarvan onverwijld in kennis bij een ter post aangetekende brief met ontvangstbewijs.

Ministerie van het Brussels Formulier 029 Hoofdstedelijk Gewest Bestuur voor Ruimtelijke Ordening en Huisvesting Uw kenmerk : Ons kenmerk : BESLUIT TOT SCHORSING VAN DE VERKAVELINGSVERGUNNING DE GEMACHTIGDE AMBTENAAR, Gelet op de ordonnantie van 29 augustus 1991 houdende organisatie van de planning en de stedenbouw;

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Executieve van 6 juli 1992 tot aanwijzing van de gemachtigde ambtenaren gewijzigd bij de besluiten van de Regering van 14 november 1996 en van 4 december 1997;

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 13 mei 1993 tot vaststelling van de samenstelling van het dossier van aanvragen om verkavelingsvergunning en om stedebouwkundig attest met het oog op verkaveling;

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 4 juli 1996 betreffende de verzending van de documenten met het oog op de behandeling van de aanvragen om stedenbouwkundige vergunning en verkaveligngsvergunning, de aanvragen om stedenbouwkundig attest en stedenbouwkundig attest met het oog op verkaveling; (1) Gelet op de aanvraag ingediend door .. . . . met betrekking tot een verkaveling van het goed gelegen . . . . . kadastraal bekend sectie . . . . . nr. . . . . . (1) Gelet op de aanvraag ingediend door .. . . . tot wijziging van de verkavelingsvergunning afgegeven onder het nr. . . . . . bij beslissing van . . . . . van het college van burgemeester en schepenen aan . . . . . met betrekking tot een goed gelegen . . . . . kadastraal bekend sectie . . . . . nr. . . . . .

Gelet op de beslissing van . . . . . van het college van burgemeester en schepenen van . . . . . tot verlening van een verkavelingsvergunning aan . . . . . (1) Overwegende dat er voor het gebied waarin het goed gelegen is een ander vigerend bijzonder bestemmingsplan bestaat dan een bijzonder bestemmingsplan dat goedgekeurd is op grond van artikel 17 van de wet van 29 maart 1962 houdende organisatie van de ruimtelijke ordening en de stedenbouw; Overwegende dat de aangetekende brief waarin het college zijn beslissing aan de gemachtigde ambtenaar heeft medegedeeld, door deze laatste op . . . . . werd ontvangen;

BESLUIT :

Art. 1.Het besluit van . . . . . van het college van burgemeester en schepenen van tot verlenging aan . . . . . van de verkaveligngsvergunning is geschorst om volgende redenen :

Art. 2.Dit besluit wordt gelijktijdig betekend aan de vergunninghouder, het college van burgemeester en schepenen en het Stedenbouwkundig College.

Opgemaakt te . . . . . , . . . . . (datum).

De gemachtigde ambtenaar, Betekening aan het college van burgemeester en schepenen van en te Kenmerken : . . . . . (datum) De gemachtigde ambtenaar, Betekening aan het Stedenbouwkundig College . . . . . (datum) De gemachtigde ambtenaar, _______ Nota (1) Doorhalen wat niet van toepassing is. Wettelijke bepalingen Beslissing van het college van burgemeester en schepenen Artikel 118 van de ordonnantie van 29 augustus 1991 § 1. Wanneer voor het gebied waarin het goed gelegen is, een vigerend bijzonder bestemmingsplan of een niet-vervallen verkavelingsvergunning bestaat, beslist het college van burgemeester en schepenen over de aanvraag.

Artikel 123 van de ordonnantie van 29 augustus 1991.

De weigering van de vergunning, gegrond op de in artikel 116, § 4 bedoelde redenen, vervalt : 1° in het in 1° bedoelde geval, indien dit plan niet in werking is getreden binnen drie jaar na de goedkeuring door de Regering van het basisdossier;2° in het in 2° bedoelde geval indien dit plan niet in werking is getreden binnen twaalf maanden volgend op de inwerkingtreding van het besluit van de Regering houdende vaststelling van het ontwerp;3° in het in het tweede lid bedoelde geval, indien het nieuwe plan niet in werking is getreden binnen twee jaar na de inwerkingtreding van het besluit van de Regering houdende wijziging ervan. De weigering van de vergunning, gegrond op de in artikel 118, § 3, bedoelde redenen, vervalt : 1° in het geval bedoeld in het eerste lid, indien het plan niet in werking is getreden binnen twaalf maanden volgend op de inwerkingtreding van het besluit van de Regering houdende vaststelling van het ontwerp;2° in het geval bedoeld in het tweede lid, indien het basisdossier door de Regering niet wordt goedgekeurd binnen twaalf maanden volgend op het besluit van de Regering houdende wijziging van het bijzonder bestemmingsplan of houdende opmaking van een dergelijk plan of indien dit plan niet in werking is getreden binnen drie jaar na de goedkeuring door de Regering van het basisdossier. In de gevallen bedoeld in het eerste en het tweede lid wordt over de oorspronkelijke aanvraag, op verzoek van de aanvrager, een nieuwe beslissing genomen, die bij weigering niet meer op de genoemde reden gegrond mag zijn.

Schorsing en vernietiging van de vergunning Artikel 125 van de ordonnantie van 29 augustus 1991. § 1. In het in artikel 118 bedoelde geval wordt een afschrift van de vergunning samen met het dossier gezonden aan de gemachtigde ambtenaar, die nagaat of de vergunning overeenstemt met het bijzonder bestemmingsplan of met de verkavelingsvergunning.

De Regering bepaalt welke documenten het college van burgemeester en schepenen voegt bij het afschrift van de beslissing waarbij de vergunning, waarvan zij kennis geeft aan de gemachtigde ambtenaar, afgegeven wordt.

Bovendien gaat de gemachtigde ambtenaar na of de vergunning met de vigerende reglementering overeenstemt.

In geval van niet-overeenstemming schorst de gemachtigde ambtenaar de beslissing van het college van burgemeester en schepenen en stelt dit laatste alsook de aanvrager en het Stedenbouwkundig College daarvan in kennis binnen twintig dagen na ontvangst van de vergunning. § 2. De gemachtigde ambtenaar schorst de vergunning, die hoewel steunende op een bijzonder bestemmingsplan of op een niet vervallen verkavelingsvergunning, onverenigbaar is met de voorschriften van het ontwerp of gewestelijk bestemmingsplan dat in werking is getreden.

De gemachtigde ambtenaar kan eveneens de vergunning schorsen wanneer hij meent dat de overeenkomstig de vergunning of het bijgevoegde dossier geplande werken een goede plaatselijke aanleg in gevaar kunnen brengen, zodra de Regering heeft besloten tot de wijziging van het bijzonder bestemmingsplan of het opmaken van een bijzonder bestemmingsplan strekkende tot de wijziging of de vernietiging van de verkavelingsvergunning.

Artikel 126 van de ordonnantie van 29 augustus 1991.

Binnen zestig dagen na de kennisgeving van de schorsing bedoeld in artikelen 124 en 125 vernietigt de Regering op advies van het Stedenbouwkundig College indien nodig de vergunning en geeft van haar beslissing gelijktijdig kennis aan het college van burgemeester en schepenen en aan de aanvrager.

Het college van burgemeester en schepenen of zijn gemachtigde en de vergunninghouder of zijn raadsman worden, op hun verzoek, door het Stedenbouwkundig College gehoord. Wanneer een partij vraagt om te worden gehoord, worden ook de andere partij en de gemachtigde ambtenaar opgeroepen. In dit geval wordt de termijn met vijftien dagen verlengd.

Bij ontstentenis van kennisgeving van de vernietiging binnen voornoemde termijnen wordt de schorsing opgeheven.

Artikel 127 van de ordonnantie van 29 augustus 1991.

De vernietiging van de vergunning om de redenen bepaald in § 4 van artikel 116 en in § 2 van artikel 125 vervalt onder dezelfde voorwaarden als die bedoeld in artikel 123.

Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Executieve van 4 maart 1993 tot vaststelling van de procedure volgend op de schorsing van stedenbouwkundige vergunningen, verkavelingsvergunningen of stedenbouwkundige attesten

Art. 1.De houder van een stedenbouwkundige vergunning of van een verkavelingsvergunning, geschorst met toepassing van artikel 124 of artikel 125 van de ordonnantie van 29 augustus 1991 houdende organisatie van de planning en de stedenbouw, hierna te noemen de « ordonnantie », of van een stedenbouwkundig attest, geschorst met toepassing van artikel 159 van de ordonnantie, beschikt over een termijn van vijftien dagen te rekenen van de kennisgeving van de schorsing om te vragen door het Stedenbouwkundig College te worden gehoord.

Te dien einde zendt hij aan het Stedenbouwkundig College een ter post aangetekende brief met ontvangstbewijs.

Art. 2.Het college van burgemeester en schepenen waarvan de handeling is geschorst, handelt op dezelfde wijze indien het door het Stedenbouwkundig College wenst te worden gehoord.

Art. 3.Wanneer een partij gevraagd heeft om te worden gehoord, roept het Stedenbouwkundig College bij een ter post aangetekende brief alle partijen op om ze te horen, ten minste tien dagen vóór de datum vastgesteld voor dit horen.

De afwezigheid van een behoorlijk opgeroepen partij doet geen afbreuk aan de geldigheid van het advies van het Stedenbouwkundig College.

Art. 4.Het Stedenbouwkundig College zendt zijn advies naar de Executieve binnen veertig dagen na de kennisgeving van de schorsing.

Die termijn wordt op vijftig dagen gebracht wanneer één van de partijen gevraagd heeft om te worden gehoord.

Art. 5.Wanneer het college van burgemeester en schepenen de geschorste handeling intrekt, stelt het de houder van de vergunning of van het attest, de gemachtigde ambtenaar en het Stedenbouwkundig College daarvan onverwijld in kennis bij een ter post aangetekende brief met ontvangstbewijs.

Gezien de formulieren 020 tot 029 als bijalge van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 23 september 1999 tot wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Executieve van 13 mei 1993 tot regeling van de vorm der beslissingen genomen door het college van burgemeester en schepenen inzake verkavelingsvergunning en van de vorm van de schorsing van deze beslissingen door de gemachtigde ambtenaar.

De Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, J. SIMONET De Staatssecretaris van Ruimtelijke Ordening, E. ANDRE

^