gepubliceerd op 27 maart 2018
Afwijking op de Ordonnantie van 1 maart 2012 betreffende het natuurbehoud. - Betreft: Afwijking van artikel 27, § 1, 10° en 68, § 1, 1° van de Ordonnantie van 1 maart 2012 betreffende het natuurbehoud (...) AANHEF: Overwegende de vraag van 13 januari 2018 waarbij dhr. Loïc Van Doorn een afwijking vraag(...)
BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST
Afwijking op de Ordonnantie van 1 maart 2012 betreffende het natuurbehoud. - Betreft: Afwijking van artikel 27, § 1, 10° en 68, § 1, 1° van de Ordonnantie van 1 maart 2012 betreffende het natuurbehoud (hierna « de Ordonnantie » genoemd) betreffende het vangen van specimens van strikt beschermde diersoorten en om af te wijken van de wegen en paden geopend voor het publiek in de natuur- en bosreservaten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest in het belang van de bescherming van wilde dier- en plantensoorten en ten behoeve van onderzoek AANHEF: Overwegende de vraag van 13 januari 2018 waarbij dhr. Loïc Van Doorn een afwijking vraagt voor: - het vangen van specimens van strikt beschermde diersoorten - af te wijken van de wegen en paden geopend voor het publiek in de natuur- en bosreservaten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest in het belang van de bescherming van wilde dier- en plantensoorten, en ten behoeve van onderzoek;
Gelet op de Ordonnantie van 1 maart 2012 betreffende het natuurbehoud, meer in het bijzonder haar artikelen 27, § 1, 10°, 68 § 1, 1°, 83, § 1, 84 en 85;
Gelet op het gunstig advies van de Brusselse Hoge Raad voor Natuurbehoud van 30 januari 2018;
Overwegende dat alle Europese amfibieënsoorten strikt beschermd zijn op het hele gewestelijke grondgebied;
Overwegende dat de vuursalamander (Salamandra salamandra) een zeldzame soort is in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en zich enkel nog in twee kleine beekjes in het Zoniënwoud voortplant;
Overwegende dat de populatie die aanwezig is in het natuur- en bosreservaat van Vuilbeek en Karregatbeek gemonitord moet worden ivm de aanwezigheid van Batrachochytrium salamandrivorans (Bsal) in België;
Overwegende de doelstelling de populatie van Vuilbeek en Karregatbeek in kaart te brengen;
Overwegende de noodzaak om over wetenschappelijke gegevens over deze soort te beschikken, in het bijzonder in het kader van een monitoring van de instandhouding van de soorten en de natuurlijke habitats, in het bijzonder in toepassing van artikel 15 van de Ordonnantie van 1 maart 2012 betreffende het natuurbehoud;
Overwegende het mogelijke vernietigende effect van de Batrachochytrium salamandrivorans (Bsal) op de inheemse salamanders;
Overwegende de veiligheidsvoorschriften bij veldwerkzaamheden omtrent Bsal, zoals vermeld in het Belgische actieplan en op http://www.leefmilieu.brussels/themas/groene-ruimten-en-biodiversiteit/de-biodiversiteit/ecologische-en-sanitaire-problemen/ziekte Overwegende de daling met 99,9% van het aantal salamanders in Nederland t.g.v. deze onlangs ontdekte ziekteverwekker;
Overwegende dat naast Nederland, België en Duitsland momenteel met hetzelfde probleem kampen;
Overwegende de toegenomen noodzaak om de bescherming van deze soort te verzekeren;
Overwegende het type van geplande acties, nl. het nemen van foto's op afstand, waarbij de specimens enkel worden gevangen in geval de rug niet vanop afstand kan worden gefotografeerd;
Overwegende dat wanneer de specimen wordt gevangen hij onmiddellijk op dezelfde plaats terug wordt vrijgelaten;
Overwegende de informatie en samenwerking met de boswachters en -toezichters op het terrein;
Overwegende dat er geen andere toereikende oplossing bestaat om deze doelen te bereiken;
Overwegende dat de maatregel direct noch indirect nadelig is voor het behoud of herstel in een gunstige staat van instandhouding van de populaties van de betrokken soorten in hun natuurlijk verspreidingsgebied, dat de integriteit van de Natura 2000-gebieden niet dreigt te worden aangetast door de nagestreefde doelstellingen en de gebruikte methoden;
Overwegende dat deze aanvraag voor een afwijking op de verbodsbepalingen beoogd in artikel 27, § 1, 10° en 68, § 1, 1° werd ingediend in het belang van de bescherming van wilde dier- en plantensoorten en ten behoeve van onderzoek;
BESLISSING: Leefmilieu Brussel-BIM kent de volgende afwijkingen toe, mits de onderstaande voorwaarden in acht worden genomen: - het vangen van de vuursalamander (Salamandra salamandra); - het afwijken van de wegen en paden geopend voor het publiek;
Deze beslissing is individueel, persoonlijk en niet-overdraagbaar.
Deze beslissing moet tijdens elke controle kunnen worden voorgelegd.
VOORWAARDEN: Betrokken dier- of plantensoort(en): vuursalamander (Salamandra salamandra).
Aantal specimens van de betrokken diersoort: geen beperking van het aantal.
Periode voor dewelke de afwijking wordt toegestaan: van 1/01/2018 tot 31/12/2020.
Plaats waar de afwijking wordt toegestaan: natuur- en bosreservaat van Vuilbeek en Karregatbeek.
Toegelaten middelen, installaties en methodes: gebruik van een zaklamp, een fototoestel en een gps.
Toegestane methodes voor vangen/doden : n.v.t.
Bestemming van de gejaagde en/of gevangen en/of gedode dieren en hun eventuele stoffelijk overschot: - de gevangen dieren worden ter plaatse vrijgelaten; - intacte dode dieren, zonder traumatische doodsoorzaak, worden ingezameld.
Hierover wordt gecommuniceerd met de Universiteit Gent via meldpuntziekeamfibieen@ugent.be voor eventueel verder onderzoek met Leefmilieu Brussel (biodiv@leefmilieu.brussels) in kopie. Het transport moet gebeuren conform de wetgeving van toepassing voor enerzijds afval en verwerking van dierlijke krengen en anderzijds soortenbescherming en soortenbeheer.
Wanneer deze passieve surveillance in de loop van de onderzoeksperiode verandert, dient hiermee rekening gehouden te worden. Eventuele veranderingen zullen tijdig worden gecommuniceerd door Leefmilieu Brussel - BIM aan de onderzoeker.
Bijzondere voorwaarden: - de veldwerkzaamheden worden alleen `s nachts uitgevoerd; - de gevangen dieren zullen ter plaatse worden losgelaten; - wanneer buiten de wegen wordt getreden, wordt erop gelet om minimale schade aan te richten aan de vegetatie; - de begunstigde van de afwijking neemt vóór elke operatie contact op met de boswachter (dhr. W. Vandervelde: 0497/599463) van de betrokken site en informeert hen op voorhand over elke operatie, ook om elk eventueel risico en beschadiging van de vegetatie en de omgeving in het algemeen te beperken; - indien er ondanks alle voorzorgsmaatregelen toch een dier zou sterven, wordt dit geval gemeld aan Leefmilieu Brussel en wordt het dier getransporteerd naar de Universiteit Gent voor verder onderzoek (zie hoger); - een verslag in Excel-bestand met alle ruwe gegevens in Excel-formaat zal jaarlijks naar het departement Biodiversiteit van Leefmilieu Brussel - BIM worden gestuurd om ze toe te voegen aan de gegevensbank Biodiversiteit (biodiv@leefmilieu.brussels).
Voorwaarden om een eventueel risico te beperken: bij het afwijken van de wegen en paden geopend voor het publiek, zal er nauwlettend worden op toegezien elke vorm van schade aan de vegetatie en de omgeving in het algemeen tot een strikt minimum te beperken.
Bijkomende beperkingen die van toepassing zijn op de middelen, installaties en methodes die kunnen worden aangewend: gezien de aanwezigheid van de schimmel Batrachochytrium salamandrivorans in Nederland en in het oosten van België, die dodelijk is voor vuursalamanders, zullen de veldwerkzaamheden volgens strenge veiligheidsvoorschriften uitgevoerd worden, namelijk: - per nacht wordt slechts één site bezocht; - amfibieën hanteren alleen als het echt noodzakelijk is; - amfibieën altijd op de exacte vangstlocatie loslaten; - als handen in contact komen met amfibieën of met water, moeten poederloze vinylwegwerphandschoenen worden gedragen; één paar wegwerphandschoenen wordt gebruikt om één individu te hanteren en wordt hierna weggegooid; - alle materialen die op verschillende locaties gebruikt worden, moeten worden grondig gereinigd en ontsmet na het bezoek van één locatie; dit geldt ook voor schoenen, laarzen, waadpak, enz.; - het te volgen ontsmettingsprotocol wordt beschreven in het document "Veiligheidsvoorschriften veldwerkzaamheden" te vinden op de website van Leefmilieu Brussel, zie hogerstaande link: het laten drogen van het gebruikte materiaal is namelijk niet effectief tegen Batrachochytrium salamandrivorans; - dode amfibieën worden uitsluitend met wegwerphandschoenen gehanteerd; de handschoenen worden nadien niet meer gebruikt.
Bevoegde autoriteit om te bepalen of aan alle vereiste voorwaarden voldaan is: Leefmilieu Brussel - BIM. CONTROLE : Leefmilieu Brussel - BIM is bevoegd om de naleving van de voorwaarden van deze afwijking te controleren en te bepalen of aan alle vereiste voorwaarden voldaan is.
De begunstigde van de afwijking dient jaarlijks bij het Brussels Instituut voor Milieubeheer een rapport in over de uitvoering van deze afwijking. Dit rapport in Excel-bestand moet de getelde soorten, het exacte aantal of een raming van de hoeveelheid, de datum en de plaats van hun vangst zo nauw keurig mogelijk vermelden.
BEROEP: In geval dat u niet akkoord gaat met deze beslissing, kan een beroep ingesteld worden bij het Milieucollege, C.C.N. - Vooruitgangstraat, 80 / 1 te 1035 Brussel, conform artikel 89, § 1ier van de Ordonnantie van 1 maart 2012 betreffende het natuurbehoud. U beschikt over een termijn van dertig dagen vanaf de ontvangst van de notificatie om per aangetekende brief een beroep in te dienen.
Brussel, 23 februari 2018.
Barbara DEWULF Adjunct-Directrice-generaal Frédéric FONTAINE Directeur-generaal