Etaamb.openjustice.be
Beschikking van 29 maart 2001
gepubliceerd op 24 mei 2001

Ordonnantie houdende de oprichting van de Adviesraad voor huisvesting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

bron
ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2001031189
pub.
24/05/2001
prom.
29/03/2001
ELI
eli/ordonnantie/2001/03/29/2001031189/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

29 MAART 2001. - Ordonnantie houdende de oprichting van de Adviesraad voor huisvesting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (1)


De Brusselse Hoofdstedelijke Raad heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt :

Artikel 1.Deze ordonnantie regelt een aangelegenheid bedoeld in artikel 39 van de Grondwet.

Art. 2.In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wordt een adviesorgaan opgericht met de naam « Adviesraad voor huisvesting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest », hierna « de Adviesraad » genoemd. HOOFDSTUK I. - Samenstelling

Art. 3.§ 1. De Adviesraad bestaat uit vierentwintig leden, inzonderheid : 1° een afgevaardigde van de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij;2° een afgevaardigde van de Gewestelijke Ontwikkelingsmaatschappij voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;3° een afgevaardigde van het Woningfonds van de Gezinnen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;4° een afgevaardigde van de Nationale Raad voor het Bouwbedrijf;5° een afgevaardigde van hel Beroepsinstituut van vastgoedmakelaars;6° twee afgevaardigden van de Openbare Vastgoedmaatschappijen, voorgedragen door hun federatieve entiteiten;7° zes afgevaardigden van verenigingen die sedert ten minste één jaar rechtspersoonlijkheid hebben en waarvan de activiteiten bijdragen tot de verdediging en de verwezenlijking van het recht op wonen en de bescherming en de bevordering van de woongelegenheid;8° een afgevaardigde van de sociale verhuurkantoren;9° twee afgevaardigden van de Vereniging van de stad en de gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, van wie er een de afdeling openbare centra voor maatschappelijk welzijn vertegenwoordigt;10° een afgevaardigde van de representatieve werknemersorganisaties en een afgevaardigde van de representatieve werkgevers- of middenstandsorganisaties, beide voorgedragen door de Economische en Sociale Raad van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;11° een afgevaardigde van de representatieve eigenaarsverenigingen uit de particuliere huisvestingssector met minstens één jaar rechtspersoonlijkheid;12° een notaris, hetzij voorgedragen door de Kamer der Notarissen voor het Arrondissement Brussel, hetzij bij spontane kandidatuur;13° een architect, hetzij voorgedragen door de Raad van de Orde van Architecten van de Provincie Waals-Brabant of de Raad van de Orde van Architecten van de Provincie Vlaams-Brabant, hetzij bij spontane kandidatuur;14° drie onafhankelijke personen met een nuttige beroepservaring van minstens vijf jaar op het vlak van de huisvesting.Tijdens de uitoefening van hun mandaat in de Adviesraad voor huisvesting, mogen deze leden geen opdrachten uitvoeren voor rekening van de raad. § 2. Drie afgevaardigden van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, hierna « de Regering » genoemd, wonen de vergaderingen van de Adviesraad bij. Ze worden respectievelijk aangesteld door de Minister bevoegd voor Huisvesting, de Minister bevoegd voor Stadsvernieuwing en de Secretaris-generaal van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk gewest.

Hun mandaat kan worden herroepen. Het wordt hernieuwd binnen zes maanden na elke gewestverkiezing.

Het Regeringslid van wie een voorontwerp van ordonnantie of van verordenend besluit heeft voorgesteld dat door de Adviesraad wordt onderzocht krachtens diens opdracht bedoeld in artikel 9, § 1, mag deelnemen aan de besprekingen over het voorontwerp of zich laten vertegenwoordigen.

Art. 4.Voor elk lid wordt een plaatsvervanger aangesteld. De plaatsvervangers mogen de vergaderingen van de Adviesraad bijwonen.

Bij overlijden, afwezigheid en ontslag van een lid van de Adviesraad of als het de hoedanigheid verliest uit hoofde waarvan het werd aangesteld, voltooit diens plaatsvervanger het mandaat.

Elk lid dat verhinderd is, mag zich laten vervangen door zijn plaatsvervanger.

Art. 5.Elk van beide geslachten moet voor minstens één derde vertegenwoordigd zijn in de Adviesraad.

Art. 6.§ 1. De leden van de Adviesraad en hun plaatsvervangers worden door de Regering aangesteld op grond van kandidaturen die haar op dubbele lijsten worden voorgelegd door de organisaties en instellingen bedoeld in artikel 3, met uitzondering van de spontane kandidaturen bedoeld in 12° en 13° van dat artikel en van de leden bedoeld in 14°.

Aan elke aanstelling gaat een oproep tot kandidaten vooraf die in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt. De Regering bepaalt op welke wijze de oproep tot kandidaten en de aanstelling van de leden van de Adviesraad moeten gebeuren. § 2. Het mandaat van de leden duurt vijf jaar en kan één keer worden hernieuwd.

De helft van de leden wordt om de dertig maanden hernieuwd.

In afwijking van het eerste lid bepaalt het lot bij de eerste aanstelling van de leden van de Adviesraad voor de helft van de leden een mandaatduur van dertig maanden.

Art. 7.Zolang de in artikel 6 vastgestelde vernieuwing niet heeft plaatsgevonden, blijven de houders van de te hernieuwen mandaten deze verder uitoefenen.

Art. 8.§ 1. Een lid van de Adviesraad mag niet tegelijk een parlementair mandaat uitoefenen of lid zijn van een ministerieel kabinet. § 2. De mandaten in de Adviesraad worden kosteloos uitgeoefend. HOOFDSTUK II. - Taken

Art. 9.§ 1. De Regering verzoekt de Adviesraad om advies over elk voorontwerp van ordonnantie en elk verordenend besluit, die in hoofdzaak de huisvesting betreffen. § 2. De Adviesraad brengt tevens adviezen uit over het huisvestingsbeleid op verzoek van de Regering of de Ministers bedoeld in artikel 3, § 2, van de Brusselse Hoofdstedelijke Raad of op eigen initiatief als één derde van zijn leden hierom verzoekt.

Hij kan op eigen initiatief studies en analyses uitvoeren en voorstellen formuleren aan de Regering.

Art. 10.§ 1. Elk jaar, ten laatste op het einde van de maand juli, stuurt de Regering de Adviesraad een verslag toe over haar werking op het vlak van huisvesting. § 2. Elk jaar, ten laatste op het einde van de maand oktober, deelt de Adviesraad zijn activiteitenverslag mee aan de Regering. De Regering stuurt dit verslag toe aan de Brusselse Hoofdstedelijke Raad.

Art. 11.§ 1. De adviezen en voorstellen worden slechts rechtsgeldig aangenomen op voorwaarde dat meer dan de helft van de leden van de Adviesraad aanwezig is. § 2. Als er binnen de Adviesraad verschillende meningen zijn, dan worden die in het advies of het voorstel van de Adviesraad vermeld. In dat geval wordt voor elk standpunt aangegeven door hoeveel leden het gesteund wordt. § 3. Als de Regering afwijkt van het advies van de meerderheid van de leden van de Adviesraad, omkleedt ze haar beslissing met redenen.

Art. 12.De adviezen waarom de Regering verzoekt krachtens artikel 9, § 1, worden gesteld in het Nederlands en het Frans, en in beide talen medegedeeld binnen een termijn van dertig na ontvangst van het verzoek. Na het verstrijken van de termijn mag aan de adviesverplichting worden voorbijgegaan.

Op verzoek van de Adviesraad kan de Regering deze termijn verlengen.

De termijn wordt opgeschort tijdens de schoolvakanties.

In geval van gemotiveerde dringende noodzakelijkheid mag de Regering de termijn voor adviesverlening inkorten tot zeven dagen.

Art. 13.Met het oog op het vervullen van zijn opdrachten mag de Adviesraad een beroep doen op deskundigen, gespecialiseerde commissies oprichten en tijdelijke werkgroepen samenstellen. Het huishoudelijk reglement bepaalt daartoe de nadere regels. HOOFDSTUK III. - Werking

Art. 14.§ 1. De Adviesraad stelt onder zijn leden een voorzitter, een vice-voorzitter, een secretaris en een schatbewaarder aan. Zij vormen samen het Bureau van de Adviesraad.

Hun mandaat loopt af bij elke hernieuwing van de helft van de leden van de Adviesraad. Het kan één keer hernieuwd worden. § 2. Stelt de Adviesraad de in § 1 bedoelde personen niet aan binnen drie maanden na de installatie of, nadien, binnen een termijn van telkens drie maanden na de hernieuwing van de helft van de leden, dan gaat de Regering over tot aanstelling.

De voorzitter en de vice-voorzitter behoren elk tot een verschillende taalgroep.

Art. 15.§ 1. De Adviesraad vergadert minstens viermaal per jaar en wordt samengeroepen door de voorzitter of de persoon die hem vervangt. § 2. De Voorzitter of de persoon die hem vervangt, roept de Adviesraad samen als de Regering, één van de Ministers bedoeld in artikel 3, § 2, of één derde van de leden van de Adviesraad hierom verzoekt.

Art. 16.Het Bureau staat in voor het dagelijks beheer van de Adviesraad, bereidt elke vergadering voor en stelt de agenda op.

Het stelt de begrotingen en de jaarrekeningen op en legt ze aan de Regering voor na goedkeuring door de Adviesraad.

Art. 17.De Adviesraad stelt een huishoudelijk reglement op dat ter goedkeuring aan de Regering wordt voorgelegd. De Regering stelt de minimaal vereiste inhoud van het huishoudelijk reglement vast.

Art. 18.De Regering mag één of meerdere personeelsleden van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest of van een instelling van openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest aanstellen om het Bureau bij te staan in de uitvoering van zijn taken.

Art. 19.Aan de Adviesraad wordt jaarlijks een dotatie toegekend, ten laste van de begroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Kondigen deze ordonnantie af, bevelen dat ze in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 29 maart 2001.

De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing en Wetenschappelijk Onderzoek, F.-X. de DONNEA De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Openbare Werken, Vervoer, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp, J. CHABERT De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Werkgelegenheid, Economie, Energie en Huisvesting, E. TOMAS De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Ambtenarenzaken en Externe Betrekkingen, G. VANHENGEL De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Leefmilieu en Waterbeleid, Natuurbehoud, Openbare Netheid en Buitenlandse Handel, D. GOSUIN _______ Nota (1) Gewone zitting 2000-2001. Documenten van de Raad. - Ontwerp van ordonnantie, A - 163/1. - Verslag, A - 163/2.

Volledig verslag - Bespreking en aanneming. Vergadering van 16 maart 2001.

^