Etaamb.openjustice.be
Beschikking van 18 februari 2016
gepubliceerd op 16 maart 2016

Ordonnantie houdende goedkeuring van de algemene rekening en eindregeling van de begroting van de Diensten van de Regering voor het jaar 2013

bron
brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2016031135
pub.
16/03/2016
prom.
18/02/2016
ELI
eli/ordonnantie/2016/02/18/2016031135/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

18 FEBRUARI 2016. - Ordonnantie houdende goedkeuring van de algemene rekening en eindregeling van de begroting van de Diensten van de Regering voor het jaar 2013


Het Brusselse Hoofdstedelijke Parlement heeft aangenomen en Wij, Executieve, bekrachtigen, het geen volgt : TITEL I. - Uitvoeringsrekening van de begroting HOOFDSTUK I. - Middelenbegroting

Artikel 1.De raming van de vastgestelde rechten van de diensten van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering voor het begrotingsjaar 2013 bedraagt, in overeenstemming met de bijgaande tabel « Uitvoeringsrekening van de begroting - Middelenbegroting » : 3.223.793.000,00 €

Art. 2.De ten voordele van de diensten van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering vastgestelde rechten voor het begrotingsjaar 2013 bedragen, in overeenstemming met de bijgevoegde tabel « Uitvoeringsrekening van de begroting - Middelenbegroting » : 3.179.828.750,09 € HOOFDSTUK II. - Algemene uitgavenbegroting

Art. 3.De raming van de vastleggingskredieten ten laste van de Diensten van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering voor het begrotingsjaar 2013 bedraagt, overeenkomstig de bijgaande tabel « Uitvoeringsrekening van de begroting - Algemene uitgavenrekening » : 4.106.688.000,00 € waarvan : - vastleggingskredieten exclusief variabele kredieten 3.892.514.000,00 € - variabele vastleggingskredieten 214.174.000,00 €

Art. 4.De bedragen die tijdens het begrotingsjaar 2013 werden vastgelegd uit hoofde van verbintenissen ontstaan of aangegaan tijdens dit begrotingsjaar en, voor de recurrente verbintenissen waarvan de gevolgen zich over meerdere jaren uitstrekken, de tijdens het begrotingsjaar opeisbare bedragen, vertegenwoordigen in het totaal, overeenkomstig de bijgaande tabel « Uitvoeringsrekening van de begroting - Algemene Uitgavenbegroting » : 3.692.023.799,68 € waarvan : - vastleggingskredieten exclusief variabele kredieten 3.656.392.663,60 € - variabele vastleggingskredieten 35.631.136,08 €

Art. 5.De vereffeningskredieten ten laste van de Diensten van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering voor het begrotingsjaar 2013 bedragen, overeenkomstig de bijgaande tabel « Uitvoeringsrekening van de begroting - Algemene Uitgavenbegroting » : 3.769.719.000,00 € waarvan : - vereffeningskredieten exclusief variabele kredieten 3.544.224.000,00 € - variabele vereffeningskredieten 225.495.000,00 €

Art. 6.De bedragen die tijdens het begrotingsjaar 2013 werden vereffend uit hoofde van de vastgestelde rechten die voort- vloeien uit voorafgaandelijk of gelijktijdig vastgelegde verbintenissen bedragen, overeenkomstig de bijgaande tabel « Uitvoeringsrekening van de begroting - Algemene Uitgavenbegroting » : 3.273.084.852,28 € waarvan : - vereffeningskredieten exclusief variabele kredieten 3.235.988.485,10 € - variabele vereffeningskredieten 37.096.367,18 €

Art. 7.Conform artikel 62 van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle en de artikelen 3 en 4 van deze ordonnantie : a) beloopt het uitstaand bedrag van de vastleggingen op 1 januari 2013 : 1.872.642.758,97 € b) bedragen de kredieten vermeld krachtens artikel 3 : 4.106.688.000,00 € c) bedragen de aangerekende vastleggingen : 3.692.023.799,68 € d) bedraagt het verschil tussen de aangerekende vastleg- gingen vermeld in punt c) en de kredieten vermeld in punt b) : 414.664.200,32 € e) bedragen de geannuleerde vastleggingen : 27.028.774,37 € f) bedragen de geannuleerde kredieten op het einde van het begrotingsjaar : 414.664.200,32 € g) beloopt het uitstaand bedrag van de vastleggingen op 31 december 2013 : 2.264.486.311,15 € en dit in overeenstemming met de bijgaande tabellen « Bijlage bij de uitvoeringsrekening (artikel 62 OOBBC) betreffende de vastleggingskredieten (exclusief de variabele kredieten) » en « Bijlage bij de uitvoeringsrekening (artikel 62 OOBBC) betreffende de variabele vastleggings- kredieten ».

TITEL II. - Jaarrekening HOOFDSTUK I. - Balans op 31 december 2013

Art. 8.De balans op 31 december 2013 is als volgt :

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld HOOFDSTUK 2. - De resultatenrekening

Art. 9.De resultatenrekening is als volgt :

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld HOOFDSTUK 3. - De samenvattende rekening van de begrotingsverrichtingen

Art. 10.De samenvattende rekening van de begrotingsverrichtingen van het jaar, in ontvangsten en uitgaven, is als volgt :

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld TITEL III. - Bijkomende uitgaven en kredieten HOOFDSTUK I. - Ontheffingen, annuleringen van niet-fiscale schuldvorderingen en trekkingsrechten

Art. 11.In 2013 werden buiten begroting gewestbelastingen geannuleerd die oorspronkelijk waren aangerekend als budgettaire ontvangsten van jaren voorafgaand aan 2013, voor een totaal bedrag van 7.601.266 €.

Dat heeft de facto aanleiding gegeven tot een kunstmatige verbetering van het begrotingsresultaat met hetzelfde bedrag. Deze annulerin- gen van gewestbelastingen werden evenwel correct afgetrokken van het resultaat in de algemene boekhouding (cf. gedetailleerd certificeringsverslag 2013 van het Rekenhof, p. 58). Omdat deze annuleringen van gewestbelastingen evenwel aangerekend werden op de begroting 2014, is het niet nodig te voorzien in bijkomende kredieten en is er geen weerslag voor de uitvoering van de begroting 2013.

Hoewel volgende uitgaven correct afgetrokken werden van het resultaat in de algemene boekhouding werden ze niet op de begroting aangerekend, wat de facto aanleiding heeft gegeven tot een kunstmatige verbetering van het begrotings-resultaat met hetzelfde bedrag (cf. gedetailleerd certificeringsverslag van het Rekenhof, p. 58) : - annuleringen van niet-fiscale schuldvorderingen voor een totaalbedrag van 1.084.385 €; - een vermindering van 10.418.510 € van het saldo van de trekkingsrechten 2004 in het kader van de wederte- werkstellingsprogramma's van werklozen.

Om de begrotingssituatie te regurlariseren, is het nodig een bijkomend bedrag van 11.502.895 € vast te leggen en te vereffenen op onderstaande basisallocaties (BA's) die daartoe aangemaakt worden : - 72.300 € op BA 06.003.55.08.0600; - 55.374 € op BA 06.003.55.09.8610; - 785 € op BA 06.003.55.10.1111; - 687 € op BA 06.003.55.11.1250; - 7.197 € op BA 06.003.55.12.1611; - 16.925 € op BA 06.003.55.13.3830; - 3.505 € op BA 06.003.55.14.3810; - 69.700 € op BA 06.003.55.15.3850; - 857.911 € op BA 06.003.55.16.5910; - 10.418.510 € op BA 06.003.55.07.4910.

Er wordt per programma over de begroting gestemd. Zowel de vastleggingskredieten als de ordonnanceringskredieten voor opdracht 06 van programma 003 zijn ontoereikend. Het is dus nodig een bijkomend bedrag van ongeveer 3.000.000 € over te boeken naar opdracht 06 van programma 003, zowel aan vastleggings- als aan ordonnanceringskredieten.

Aangezien de stemming over de begroting per programma gebeurt, werden niet-gebruikte vastleggingskredieten vastgesteld voor de volgende opdrachten en programma's :

Opdracht

Programma

Mission

Programme


25

007

125.000.358,00 €

25

007

125.000.358,00 €

Zijnde in het totaal 125.000.358,00 €

Soit un total de 125.000.358,00 €


Aangezien de stemming over de begroting per programma gebeurt, werden eveneens niet-gebruikte vereffeningskredieten vastgesteld, meer bepaald voor de volgende opdracht en programma :

Opdracht

Programma

Mission

Programme


25

007

125.000.675,00 €

25

007

125.000.675,00 €

Zijnde in het totaal 125.000.675,00 €

Soit un total de 125.000.675,00 €


Art. 12.Om over een aanvullend uitgavenbudget van 3.000.000 € te beschikken met het oog op de regularisering van de annuleringen van niet-fiscale vorderingen en van het saldo van de trekkingsrechten van 2004 in het kader van de programma's voor wedertewerkstelling van werklozen, worden volgende bijkomende vastleggingskredieten overge- boekt naar opdracht 06 van programma 003 vanaf de hier- onder aangegeven programma's en opdrachten :

Opdracht

Programma

Mission

Programme


25

007

3.000.000,00 €

25

007

3.000.000,00 €

Zijnde in het totaal 3.000.000,00 €

Soit un total de 3.000.000,00 €


Art. 13.Om over een aanvullend uitgavenbudget van 3.000.000 € te beschikken met het oog op de regularisering van de annuleringen van niet-fiscale vorderingen en van het saldo van de trekkingsrechten van 2004 in het kader van de programma's voor wedertewerkstelling van werklozen, worden volgende bijkomende vereffeningskredieten overgeboekt naar opdracht 06 van programma 003 vanaf de hieronder aangegeven programma's en opdrachten :

Opdracht

Programma

Mission

Programme


25

007

3.000.000,00 €

25

007

3.000.000,00 €

Zijnde in het totaal 3.000.000,00 €

Soit un total de 3.000.000,00 €


Art. 14.Ingevolge de bepalingen van de artikelen 4, 6,11, 12 en 13 : 1. De bedragen die tijdens het begrotingsjaar 2013 werden vastgelegd uit hoofde van verbintenissen ontstaan of aangegaan tijdens dit begrotingsjaar en, voor de recurrente verbintenissen waarvan de gevolgen zich over meerdere jaren uitstrekken, de tijdens het begrotingsjaar opeisbare bedragen, vertegenwoordigen in het totaal : 3.703.526.694,68 € waarvan : - vastleggingskredieten exclusief variabele kredieten 3.667.895.558,60 € - variabele vastleggingskredieten 35.631.136,08 € 2. De bedragen die tijdens het begrotingsjaar 2013 werden vereffend uit hoofde van de vastgestelde rechten die voortvloeien uit voorafgaandelijk of gelijktijdig vastgelegde verbintenissen belopen, overeenkomstig de bij- gaande tabel « Uitvoeringsrekening van de begroting - Algemene Uitgavenbegroting » : 3.284.587.747,28 € waarvan - vereffeningskredieten exclusief variabele kredieten 3.247.491.380,10 € - variabele vereffeningskredieten 37.096.367,18 €

Art. 15.Ingevolge de bepalingen van artikelen 4, 6, 11, 12 en 13 en in overeenstemming met artikel 62 van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle : a) beloopt het uitstaand bedrag van de vastleggingen op 1 januari 2013 : 1.872.642.758,97 € b) bedragen de kredieten vermeld krachtens artikel 3 : 4.106.688.000,00 € c) bedragen de aangerekende vastleggingen : 3.703.526.694,68 € d) bedraagt het verschil tussen de aangerekende vastleg- gingen vermeld in bovenstaand punt c) en de kredieten vermeld in bovenstaand punt b) : 403.161.305,32 € e) bedragen de geannuleerde vastleggingen : 27.028.774,37 € f) de geannuleerde kredieten op het einde van het begrotingsjaar 2013 bedragen : 403.161.305,32 € g) beloopt het uitstaand bedrag van de vastleggingen op 31 december 2013 : 2.264.486.311,15 € en dit in overeenstemming met de bijgaande tabellen « Bijlage bij de uitvoeringsrekening (artikel 62 OOBBC) betreffende de vastleggingskredieten (exclusief de variabele kredieten) » en « Bijlage bij de uitvoeringsrekening (artikel 62 OOBBC) betreffende de variabele vastleggings- kredieten ».

Art. 16.Als gevolg van de bepalingen van de artikelen 4, 6 en 11 is de samenvattende rekening van de begrotingsverrichtingen als volgt :

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld TITEL IV. - Geconsolideerde rekening De geconsolideerde rekening als bedoeld in artikel 59 van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle werd opgesteld voor het begrotingsjaar 2013. Niettemin heeft het Rekenhof deze niet gecertificeerd. Deze geconsolideerde rekening wordt aldus vervangen door de algemene rekening van de Diensten van de Regering waarbij de waardering van de financiële deelnemingen van de Diensten van de Regering in de autonome bestuursinstellingen is opgenomen in het actief van de balans.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Kondigen deze ordonnantie af, bevelen dat ze in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 18 februari 2016.

Rudi VERVOORT, Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Territoriale Ontwikkeling, Stedelijk Beleid, Monumenten en Landschappen, Studentenaangelegenheden, Toerisme, Openbaar Ambt, Wetenschappelijk Onderzoek en Openbare Netheid Guy VANHENGEL, De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Externe Betrekkingen en Ontwikkelingssamenwerking Didier GOSUIN, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Tewerkstelling, Economie en Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp Pascal SMET, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Mobiliteit en Openbare Werken Céline FREMAULT, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Huisvesting, Levenskwaliteit, Leefmilieu en Energie _______ Nota Documenten van het Parlement : Gewone zitting 2015-2016 A-227/1 Ontwerp van ordonnantie A-227/2 Verslag (verwijzing) Integraal verslag : Bespreking en aanneming : vergadering van vrijdag 29 januari 2016.

^