gepubliceerd op 03 juli 2023
Ordonnantie tot wijziging van verschillende bepalingen van de Nieuwe Gemeentewet
8 JUNI 2023. - Ordonnantie tot wijziging van verschillende bepalingen van de Nieuwe Gemeentewet (1)
Het Brusselse Hoofdstedelijke Parlement heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen, hetgeen volgt :
Artikel 1.Deze ordonnantie regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 39 van de Grondwet.
Art. 2.Paragraaf 1 van artikel 28 van de Nieuwe Gemeentewet wordt opgeheven en vervangen door de volgende bepaling : " § 1. De gemeenteraad bepaalt de salarisschaal van de secretaris binnen de hieronder vastgestelde minimum- en maximumgrenzen : 1° gemeenten met minder dan 25.001 inwoners : . . . . . van 38.000 euro tot 58.000 euro; 2° gemeenten van 25.001 tot 50.000 inwoners : . . . . . van 41.000 euro tot 62.000 euro; 3° gemeenten van 50.001 tot 80.000 inwoners : . . . . . van 44.000 euro tot 66.000 euro; 4° gemeenten van 80.001 tot 150.000 inwoners : . . . . . van 47.000 euro tot 70.000 euro; 5° gemeenten van meer dan 150.000 inwoners : . . . . . van 50.000 euro tot 74.000 euro.
De bedragen van de salarisschalen van de secretaris worden gekoppeld aan de spilindex 138,01.
In geval van een in het Comité C van de plaatselijke besturen gesloten protocol dat voorziet in een verhoging van de salarissen van de ambtenaren van niveau A, kan de Regering de in § 1 genoemde bedragen aanpassen tot het bedrag van de in het protocol bepaalde verhoging.".
Art. 3.In dezelfde wet wordt een artikel 29 heringevoerd dat luidt als volgt : "
Art. 29.- Geen enkele salarisschaal is hoger dan die van de secretaris.
Het personeelslid dat bij de datum van de inwerkingtreding van dit artikel een salarisschaal geniet die hoger is dan die van de secretaris, blijft er, ten uitdovenden titel, recht op hebben. Bij zijn vertrek worden de salarisschaal en de daarbij horende graad opgeheven.".
Art. 4.In artikel 30 van dezelfde wet wordt het aantal "15" vervangen door het aantal "19".
Art. 5.Artikel 42 van dezelfde wet wordt vervangen door de volgende bepaling : "De gemeenteraad kan de secretaris een ambtenaar toewijzen, deze krijgt de titel van adjunct-secretaris.
De voorwaarden en procedures voor de aanwerving of bevordering van de adjunct-secretaris zijn identiek aan diegene voorzien voor de secretaris.".
Art. 6.Artikel 44 wordt aangevuld met een derde lid luidend als volgt : "Hij voert zijn opdrachten uit onder het rechtstreekse gezag van de secretaris.".
Art. 7.Wordt opgeheven het koninklijk besluit van 24 oktober 1978 houdende vaststelling der criteria voor de klasseverheffing van gemeenten, voorzien bij artikel 130, eerste en tweede lid, van de gemeentewet.
Art. 8.Artikelen 3, 5 en 6 treden in werking op de eerste dag van de maand die volgt op het verstrijken van een termijn van tien dagen die ingaat de dag na de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.
Art. 9.Artikelen 2, 4 en 7 treden in werking op 1 december 2024.
Kondigen deze ordonnantie af, bevelen dat ze in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Brussel, 8 juni 2023.
De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Territoriale Ontwikkeling en Stadsvernieuwing, Toerisme, de promotie van het Imago van Brussel en Biculturele zaken van gewestelijk belang, R. VERVOORT De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Mobiliteit, Openbare Werken en Verkeersveiligheid, E. VAN DEN BRANDT De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Klimaattransitie, Leefmilieu, Energie en Participatieve Democratie, A. MARON De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt, de Promotie van Meertaligheid en van het Imago van Brussel, S. GATZ De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Werk en Beroepsopleiding, Digitalisering en de Plaatselijke Besturen, B. CLERFAYT _______ Nota (1) Documenten van het Parlement : Gewone zitting 2022-2023 A-687/1 Ontwerp van ordonnantie A-687/2 Verslag Integraal verslag : Bespreking en aanneming: vergadering van vrijdag 2 juni 2023.