20 DECEMBER 2024. - Bericht over de indexering van de tarieven van de belasting op de automatische ontspanningstoestellen (artikel 2.13.4.0.1 van de Vlaamse Codex Fiscaliteit van 13 december 2013 (VCF)) - Aanslagjaar 2025

Financiën en Begroting

Overeenkomstig artikel 2.13.4.0.1, derde lid, VCF worden de tarieven van de belasting op de automatische ontspanningstoestellen, vermeld in artikel 2.13.4.0.1, eerste lid, VCF, jaarlijks geïndexeerd met behulp van de coëfficiënt die wordt verkregen door het algemene indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk, voor de maand oktober van het vorige jaar te delen door het algemene indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk voor de maand oktober van het jaar 2018.

Daarbij worden de volgende afrondingen toegepast: 1° de coëfficiënt wordt afgerond op het hogere of lagere tienduizendste naargelang het cijfer van de honderdduizendsten al of niet vijf bereikt;2° na de toepassing van de coëfficiënt wordt het verkregen bedrag afgerond op het dichtstbijzijnde veelvoud van 40 cent. Gelet op de algemene indexcijfers (basis 2013) van oktober 2018 (108,31) en oktober 2024 (132,79) worden de tarieven, voorzien in artikel 2.13.4.0.1, eerde lid, VCF, voor aanslagjaar 2025 vermenigvuldigd met volgende coëfficiënt: 132,79/108,31 = 1,2260 en afgerond op het dichtstbijzijnde veelvoud van 40 cent.

Voor het bepalen van de geïndexeerde tarieven voor aanslagjaar 2025 is rekening gehouden met het gewijzigde tarief voor categorie 1 door het programmadecreet bij de begroting 2025.

De geïndexeerde tarieven die van toepassing zijn vanaf 1 januari 2025 zijn de tarieven in de laatste kolom van onderstaande tabel:

categorie van het toestel

basistarief aanslagjaar 2019 (in euro)

geïndexeerd tarief aanslagjaar 2025 (in euro)

1

4.600,00

5.639,60

2

500,00

613,20

3

55,00

67,60

4

0,00

0,00

Brussel, 20 december 2024.

De waarnemend administrateur-generaal van de Vlaamse Belastingdienst, D. VAN HERREWEGHE