Etaamb.openjustice.be
Bericht
gepubliceerd op 11 mei 2023

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 31 maart 2023, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 13 april 2023, heeft de Rechtbank van eerste aanleg Waals-Brabant de volg « Schendt artikel 59 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 en meer in het bijzonder para(...)

bron
grondwettelijk hof
numac
2023202524
pub.
11/05/2023
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

GRONDWETTELIJK HOF


Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten Bij vonnis van 31 maart 2023, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 13 april 2023, heeft de Rechtbank van eerste aanleg Waals-Brabant de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 59 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 en meer in het bijzonder paragraaf 4 van die bepaling (zoals van toepassing op de aanslagjaren 2017 en 2018) het grondwettelijke beginsel van gelijkheid of niet-discriminatie zoals bedoeld in de artikelen 10, 11 en 172 van de Grondwet indien het zo wordt geïnterpreteerd dat alle extrawettelijke pensioenen die tijdens een volledige loopbaan zijn opgebouwd, in aanmerking moeten worden genomen in het kader van de berekening van de 80 -regel (en dus ook die welke zijn opgebouwd in het kader van een vroegere beroepsactiviteit bij een andere onderneming), los van het aantal jaren die door de huidige werkgever/de vennootschap in kwestie in aanmerking kunnen worden genomen in de teller van de loopbaanbreuk krachtens artikel 35, § 2, 2°, van het KB/WIB 92 (en, in voorkomend geval, artikel 35, § 3, van het KB/WIB 92), terwijl het aantal jaren die in aanmerking kunnen worden genomen in de teller van de loopbaanbreuk, verschilt naargelang de begunstigde van de pensioenen tijdens zijn loopbaan al dan niet van werkgever/vennootschap verandert, waardoor, voor een werknemer of bedrijfsleider die niet van werkgever/vennootschap verandert, een hoger totaalbedrag aan extrawettelijke pensioenen kan worden opgebouwd door middel van aftrekbare premies dan voor een werknemer of bedrijfsleider die van werkgever/vennootschap is veranderd ? ».

Die zaak is ingeschreven onder nummer 7975 van de rol van het Hof.

De griffier, P.-Y. Dutilleux

^