gepubliceerd op 23 mei 2022
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 1 april 2022, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 26 april 2022, heeft de familie- en jeugdrechtbank van de Rechtbank van eer « Schendt artikel 347-1 van het oud Burgerlijk Wetboek de artikelen 10, 11 en 22 van de Grondwet do(...)
GRONDWETTELIJK HOF
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere
wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
06/01/1989
pub.
18/02/2008
numac
2008000108
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Bijzondere wet op het Arbitragehof
sluiten Bij vonnis van 1 april 2022, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 26 april 2022, heeft de familie- en jeugdrechtbank van de Rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Antwerpen, een prejudiciële vraag gesteld die bij beschikking van het Hof van 11 mei 2022 als volgt werd geherformuleerd : « Schendt artikel 347-1 van het oud Burgerlijk Wetboek de artikelen 10, 11 en 22 van de Grondwet doordat het op discriminatoire wijze zowel ten aanzien van het kind, als de ouder en de kandidaat-adoptant afbreuk doet aan het recht op eerbiediging van het privéleven en het gezinsleven, in zoverre die bepaling tot gevolg heeft dat een eerste stiefouderadoptie een volgende (stiefouderadoptie) onmogelijk maakt, en zij de juridische erkenning verhindert van een tweezijdig stiefouderschap, tenzij eventueel via een verzoek van het openbaar ministerie, gesteund op gewichtige redenen ? ».
Die zaak is ingeschreven onder nummer 7793 van de rol van het Hof.
De griffier, F. Meersschaut