gepubliceerd op 23 mei 2022
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 18 maart 2022, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 20 april 2022, heeft de Nederlandstalige Rechtbank van eerste aanleg te Br « Schenden de artikelen 27 en 42 van de Ordonnantie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest houdende(...)
GRONDWETTELIJK HOF
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere
wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
06/01/1989
pub.
18/02/2008
numac
2008000108
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Bijzondere wet op het Arbitragehof
sluiten Bij vonnis van 18 maart 2022, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 20 april 2022, heeft de Nederlandstalige Rechtbank van eerste aanleg te Brussel de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schenden de artikelen 27 en 42 van de Ordonnantie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest houdende het tweede deel van de fiscale hervorming van 12 december 2016, de artikelen 10, 11 en 172 van de Grondwet, samen gelezen met haar artikel 16 en met het artikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol bij het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, in de mate zij elke mogelijkheid tot vermindering van onroerende voorheffing uitsluiten in geval van improductiviteit of leegstand, buiten de wil van de belastingplichtige, van een onroerend goed met een handelsbestemming ? ».
Die zaak is ingeschreven onder nummer 7790 van de rol van het Hof.
De griffier, F. Meersschaut