Etaamb.openjustice.be
Bericht
gepubliceerd op 03 januari 2022

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 26 november 2021, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 6 december 2021, heeft de Rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdelin « Schendt artikel 2bis, § 6 van de wet van 24 februari 1921 betreffende het verhandelen van gi(...)

bron
grondwettelijk hof
numac
2021206054
pub.
03/01/2022
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

GRONDWETTELIJK HOF


Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten Bij vonnis van 26 november 2021, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 6 december 2021, heeft de Rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Antwerpen, de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 2bis, § 6 van de wet van 24 februari 1921 betreffende het verhandelen van giftstoffen, slaapmiddelen en verdovende middelen, psychotrope stoffen, ontsmettingsstoffen en antiseptica en van de stoffen die kunnen gebruikt worden voor de illegale vervaardiging van verdovende middelen en psychotrope stoffen, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in zoverre de straf gesteld op deze strafbare gedragingen overeenkomstig artikel 2bis, § 1 tot en met § 5 van voornoemde wet zwaarder is dan deze bepaald in het geval van een poging tot het plegen van de misdaden vervat in artikel 2bis, § 1 tot en met § 5 van voornoemde wet (in toepassing van de artikelen 52, 80 en 81 Strafwetboek), terwijl beide gedragingen gesteld worden voorafgaand aan het voltooide misdrijf van het invoeren, uitvoeren, vervoeren, vervaardigen, produceren, in bezit hebben, verkopen of te koop aanbieden, leveren, afleveren of aanschaffen van middelen of het verbouwen van cannabisplanten, cocaplanten of planten van het geslacht Papaver somniferum L (artikel 6 van het koninklijk besluit van 6 september 2017) en de poging in de keten van (al dan niet strafbare) gedragingen die kunnen leiden tot hogervermeld voltooid misdrijf, gelet op de aard van de door de dader gestelde handelingen, bovendien dichter bij dit beoogde eindresultaat kan worden gesitueerd dan het zelfstandige misdrijf van het stellen van voorbereidende handelingen ? ».

Die zaak is ingeschreven onder nummer 7689 van de rol van het Hof.

De griffier, F. Meersschaut

^