gepubliceerd op 04 november 2020
Algemene Administratie voor Beleidsexpertise- en ondersteuning. - Dienst Reglementering. - Bericht inzake de invoering van een jaarlijkse taks op de effectenrekeningen Op 2 november 2020 heeft de Ministerraad een voorontwerp van wet goedgekeurd Dit voorontwerp zal zo spoedig mogelijk worden voorgelegd voor advies aan de Raad van State op 30 d(...)
FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIEN
Algemene Administratie voor Beleidsexpertise- en ondersteuning. - Dienst Reglementering. - Bericht inzake de invoering van een jaarlijkse taks op de effectenrekeningen Op 2 november 2020 heeft de Ministerraad een voorontwerp van wet goedgekeurd dat een jaarlijkse taks op de effectenrekeningen invoert in het Wetboek diverse rechten en taksen (hierna WDRT).
Dit voorontwerp zal zo spoedig mogelijk worden voorgelegd voor advies aan de Raad van State op 30 dagen, teneinde binnen de kortste termijn te worden ingediend bij het Parlement.
De jaarlijkse taks viseert de effectenrekeningen als dusdanig en betreft bijgevolg in principe alle effectenrekeningen die worden aangehouden door natuurlijke personen, inbegrepen die onderworpen aan de belasting der niet-inwoners, alsook alle effectenrekeningen aangehouden door rechtspersonen onderworpen aan de vennootschapsbelasting, de rechtspersonenbelasting of aan de belasting der niet-inwoners. Bijgevolg zijn de effectenrekeningen die worden aangehouden in het kader van de in artikel 2, § 1, 13°, van het WIB92 vermelde juridische constructies, evenzeer aan de taks onderworpen.
De nieuwe taks is een jaarlijkse belasting op het aanhouden van een effectenrekening, en heeft als heffingsgrondslag de gemiddelde waarde van de belastbare financiële instrumenten die worden aangehouden op die effectenrekening.
De jaarlijkse taks op de effectenrekeningen is slechts verschuldigd indien deze gemiddelde waarde meer bedraagt dan 1.000.000 euro.
Het tarief van de taks bedraagt 0,15 pct.
In voorkomend geval wordt het bedrag van de taks beperkt tot 10 pct. van het verschil tussen de belastbare grondslag en het drempelbedrag van 1.000.000 euro.
Het voorontwerp bevat tevens een algemene antimisbruikbepaling die geldt voor het hele WDRT. Deze bepaling beoogt onder meer de volgende situaties inzake de jaarlijkse taks op de effectenrekeningen : 1° het splitsen van een effectenrekening waarbij effecten worden verplaatst naar één of meerdere rekeningen bij dezelfde financiële tussenpersoon of naar rekeningen bij een andere financiële tussenpersoon met het oogmerk om te vermijden dat de totale waarde van de effecten op één rekening meer bedraagt dan 1 miljoen euro;2° het openen van effectenrekeningen waarbij effecten worden gespreid tussen rekeningen bij dezelfde financiële tussenpersoon of bij een andere financiële tussenpersoon met het oogmerk om te vermijden dat de totale waarde van de effecten op één rekening meer bedraagt dan 1 miljoen euro;3° de omzetting van aandelen, obligaties en andere belastbare financiële instrumenten, op naam zodat ze niet langer meer op een effectenrekening worden aangehouden, met het oogmerk om te ontsnappen aan de taks;4° het onderbrengen van een aan de taks onderworpen effectenrekening in een buitenlandse rechtspersoon die de effecten overplaatst naar een buitenlandse effectenrekening, met het oogmerk de taks te vermijden;5° het onderbrengen van een aan de taks onderworpen effectenrekening in een fonds waarvan de deelbewijzen op naam worden geplaatst, met het oogmerk de taks te vermijden. In bovenvermelde situaties is sprake van een weerlegbaar vermoeden van belastingontwijking waarbij de belastingschuldige het tegenbewijs kan leveren.
Teneinde anticipatieve effecten te vermijden die de fiscale ontvangsten zouden beïnvloeden en teneinde te vermijden dat de doelstelling van algemeen belang van de financiering van uitgaven van algemeen belang in het gedrang zou komen, heeft de Regering dan ook besloten om deze antimisbruikbepaling, maar enkel aangaande de taks op de effectenrekeningen, met terugwerkende kracht van toepassing te maken vanaf 30 oktober 2020, de datum waarop in de media uitvoerig over die taks werd bericht. Vanaf deze datum kan men redelijkerwijze aannemen dat het publiek kennis heeft kunnen nemen van het voornemen om de effectenrekeningen te belasten.